de vallei

'Dit gaat bijzonder goed,' zei Levine handenwrijvend. 'Veel beter dan ik verwacht had, moet ik zeggen. Ik ben uiterst tevreden.' Hij stond in de uitkijkhut met Thorne, Eddie, Malcolm en de kin­deren, en keek naar de bodem van de vallei. Ze stonden allemaal te zweten in de kleine observatiehut. De middaglucht was stil en heet. Rondom hen was de weide verlaten. De meeste dinosaurussen hadden de koele schaduw van de bomen opgezocht. De uitzondering was de kudde apatosaurussen die van tussen de bo­men naar de rivier waren gelopen, waar ze met tussenpozen dron­ken. De gigantische dieren stonden op een kluitje, tamelijk dicht aan de oever. Daar in de buurt, maar meer verspreid, liepen de parasaurolophasaurussen. Dat waren iets kleinere dinosaurussen, die in de buurt van de apatosauruskudde bleven.

Thorne veegde het zweet uit zijn ogen en zei: 'En waarom ben jij zo tevreden?'

'Vanwege wat we hier zien,' zei Malcolm. Hij keek op zijn horloge en schreef iets in zijn notitieboekje. 'Dit zijn de gegevens waarop we gehoopt hadden. Heel opwindend.'

Thorne geeuwde, slaperig van de hitte. 'Wat is daar opwindend aan? Dinosaurussen die drinken. Nou en?'

'Die wéér drinken,' corrigeerde Levine hem. 'Voor de tweede keer binnen een uur. Midden op de dag. Het feit dat ze zoveel drinken, is een aanwijzing voor de manier waarop hun interne thermostaat werkt.'

'Je bedoelt dat ze een hoop drinken om koel te blijven,' zei Thor­ne, die nooit erg onder de indruk was van jargon. 'Ja, kennelijk wel. Ze drinken heel veel. Maar volgens mij heeft hun terugkeer naar de rivier een heel andere betekenis.' 'En dat is?'

'Kom, kom,' zei Levine, wijzend. 'Kijk naar de kudden. Kijk naar de rangschikking in de beschikbare ruimte. We zien hier iets wat nog nooit iemand gezien of zelfs maar vermoed heeft bij dino­saurussen. We zien niets minder dan symbiose tussen verschillende soorten.' 'O ja?' 

'Ja,' zei Levine. De apatosaurussen en de parasaurussen blijven bij elkaar. Gisteren heb ik ze ook al samen gezien. Ik denk dat ze al­tijd bij elkaar in de buurt blijven, ook in de open vlakte. Nu vraag je je natuurlijk af waarom.' 'Natuurlijk,' zei Thorne.

'De reden daarvoor,' zei Levine, 'is dat de apatosaurussen heel sterk zijn, maar niet goed kunnen zien. De parasaurussen zijn kleiner, maar zien heel scherp. De twee soorten blijven dus bij elkaar als wederzijdse verdediging. Net zoals zebra's en bavianen bij elkaar blijven op de Afrikaanse vlakte. Zebra's hebben een goede reukzin, en bavianen kunnen goed zien. Samen staan ze sterker tegenover roofdieren dan in hun eentje.'

'En je denkt dat dat ook voor dinosaurussen opgaat omdat...' 'Dat is nogal duidelijk,' zei Levine. 'Kijk alleen maar naar het ge­drag. Toen de twee kuddes alleen waren, bleven ze onderling heel dicht bij elkaar. Maar als ze samen zijn, verspreiden de parasaurussen zich en verlaten de kuddeformatie, zodat ze een kring rond de apa­tosaurussen vormen. Zoals je nu ziet. Dat kan alleen maar beteke­nen dat individuele para's beschermd worden door de apatosauruskudde. En andersom. Het kan niets anders zijn dan een wederzijdse bescherming tegen roofdieren.

Terwijl ze keken, hief een van de parasaurussen zijn kop en staar­de naar de overkant van de rivier. Hij toeterde treurig, een lang, muzikaal geluid. Alle andere parasaurussen keken ook op en staar­den. De apatosaurussen bleven drinken, hoewel een of twee vol­wassen dieren hun lange nekken hieven.

In de middaghitte gonsden insekten om hen heen. 'Waar zijn die roofdieren dan?' zei Thorne.

'Daar,' zei Malcolm. Hij wees naar een bomengroepje aan de over­kant van de rivier, niet ver van het water. Thorne keek, maar zag niets. 'Zie je ze niet?' 'Nee.'

'Blijf kijken. Het zijn kleine, hagedisachtige dieren. Donkerbruin. Raptors,' zei hij.

Thorne haalde zijn schouders op. Hij zag nog steeds niets. Naast

hem begon Levine een reep te eten. Omdat hij de verrekijker ook

al in zijn handen hield, liet hij de wikkel op de grond naast de hut

vallen. Er fladderden stukjes papier omlaag.

'Zijn die dingen lekker?' vroeg Arby.

'Gaat wel. Een beetje zoet.'

'Heb je er nog één?' vroeg hij.

Levine rommelde in zijn zakken en gaf hem er een. Arby brak de reep doormidden en gaf de helft aan Kelly. Hij pakte zijn eigen helft 

uit, vouwde het papier zorgvuldig op en stopte het in zijn zak. 'Jullie moeten beseffen dat dit allemaal bijzonder belangrijk is,' zei Malcolm. 'Voor de kwestie van het uitsterven. Het is nu al duide­lijk dat het uitsterven van dinosaurussen een veel complexer pro­bleem is dan iemand ooit gedacht heeft.' 'O ja?' zei Arby.

'Ja, moet je bedenken,' zei Malcolm. 'Alle uitstervingstheorieën zijn gebaseerd op de gevonden fossielen. Maar daaraan kun je niet het soort gedrag aflezen dat we hier zien. Of de complexiteit van het gedrag binnen de groep.'

'Want fossielen zijn alleen maar botten,' zei Arby. 'Precies. En botten zijn geen gedrag. Wanneer je erover nadenkt, zijn fossielen net foto's: bevroren momenten van wat in werkelijk­heid een bewegende, voortgaande realiteit is. Wanneer je naar fos­sielen kijkt, lijkt het net alsof je door een album met familiefoto's bladert. Je weet dat het album niet compleet is. Je weet dat het le­ven zich afspeelt tussen de foto's. Maar je hebt geen enkel verslag van wat er tussen de foto's gebeurde, je hebt alleen maar de plaat­jes. Dus die bestudeer je, eindeloos. En algauw zie je het album niet meer als een reeks momentopnamen, maar als de realiteit zelf. En je begint alles te verklaren vanuit het album, en je vergeet de daar­onder liggende realiteit.

En de tendens,' zei Malcolm, 'is een tijdlang geweest om te denken in termen van fysieke gebeurtenissen. Om aan te nemen dat een of andere externe fysieke gebeurtenis de reden was dat de dieren uit­stierven. Een meteoriet raakt de aarde, en het klimaat verandert. Of er barst een vulkaan uit, en het klimaat verandert. Of een meteo­riet veroorzaakt een vulkaanuitbarsting die het klimaat verandert. Of de vegetatie verandert en de beesten verhongeren en sterven uit. Of er komt een nieuwe ziekte en de dieren sterven uit. Of er komt een nieuwe plant, waardoor alle dinosaurussen vergiftigd raken. In al die gevallen denkt men aan een externe factor. Maar waar nie­mand aan denkt, is dat de dieren misschien zelf veranderd zijn. Niet in hun botten, maar in hun gedrag. Maar wanneer je naar dit soort dieren kijkt, en ziet hoe ingewikkeld hun gedrag met dat van de an­deren verweven is, besef je dat een verandering in het groepsgedrag gemakkelijk tot uitsterven kan leiden.'

'Maar waarom zou het groepsgedrag veranderen?' vroeg Thorne. 'Als er geen externe ramp plaatsvond waardoor dat gebeurde, waar­om zou het gedrag dan veranderen?'

'Kijk,' zei Malcolm. 'Gedrag verandert constant, de hele tijd. Onze planeet is een dynamische, actieve omgeving. Het weer verandert. 

Het land verandert. Continenten drijven weg. Oceanen stijgen en dalen. Bergen worden opgeworpen en eroderen. Alle organismen op de planeet zijn constant bezig, zich aan die veranderingen aan te passen. De beste organismen zijn diegene die zich het snelst aan­passen. Daarom is het moeilijk te begrijpen hoe een ramp die een ingrijpende verandering veroorzaakt, tot uitsterven kan leiden. Er gebeurt toch al zoveel, de hele tijd.'

'Maar in dat geval,' zei Thorne, 'wat is dan de reden voor uitster­ven?'

'Beslist niet alleen snelle veranderingen,' zei Malcolm. 'Dat blijkt duidelijk uit de feiten.' 'Wat voor feiten?'

'Na iedere grote wijziging in het milieu zijn er altijd soorten uitge­storven. Maar niet onmiddellijk. De soorten stierven pas duizenden of miljoenen jaren later uit. Neem nou de laatste IJstijd in Noord- Amerika. De gletsjers kwamen naar beneden, het klimaat veran­derde drastisch, maar de dieren gingen niet dood. Pas toen de glet­sjers zich weer terugtrokken, toen je zou denken dat alles weer normaal kon worden, toen stierven er heel veel soorten uit. Toen zijn de giraffen en de tijgers en de mammoeten van dit continent verdwenen. En dat is het normale patroon. Het lijkt wel of een soort eerst verzwakt wordt door een grote verandering, en dan later pas doodgaat. Het is een bekend fenomeen.' 'Dat heet: de grond voorbereiden,' zei Levine. 'En is daar een verklaring voor?' Levine zweeg.

'Nee,' zei Malcolm. 'Het is een paleontologisch raadsel. Maar ik ge­loof dat we met de complexiteitstheorie een heel eind komen. Want als het begrip van leven aan de rand van de chaos waar is, dan wor­den de dieren door die plotselinge verandering dichter naar de rand geduwd. En wanneer de omgeving weer normaal wordt, dan is dat helemaal niet normaal. In evolutionaire termen is dat ook een in­grijpende verandering, en dat wordt gewoon te veel. Ik geloof dat nieuw gedrag in populaties op onverwachte manieren kan ontstaan, en ik denk dat ik weet waarom de dinosaurussen...' 'Wat is dat?' zei Thorne.

Thorne keek naar de bomen en zag één enkele dinosaurus te voor­schijn springen. Hij was tamelijk slank, balanceerde soepel op zijn achterpoten en hield zich met een stijve staart in evenwicht. Hij was bijna twee meter lang, groenbruin met donkerrode strepen, net een tijger.

'Dat,' zei Malcolm, 'is een velociraptor.' 

Thorne keek naar Levine. 'Daardoor ben jij een boom ingejaagd? Ziet er onplezierig uit.'

'Efficiënt,' zei Levine. 'Die dieren zijn briljant gebouwde moord­machines. Waarschijnlijk de meest efficiënte roofdieren die ooit ge­leefd hebben. Degene die net in zicht kwam, is waarschijnlijk het alfa-mannetje. Dat is de leider.'

Thorne zag weer beweging onder de bomen. 'Er zitten er nog meer.' 'O, ja,' zei Levine. 'Dit is een heel grote troep.' Hij pakte de verre­kijker en tuurde. 'Ik zou graag weten waar hun nest zit,' zei hij. 'Dat heb ik nog nergens kunnen vinden. Nu hebben ze dat natuur­lijk verstopt, maar toch...'

De parasaurussen stonden allemaal luid te schreeuwen, en kwamen dichter bij de apatosaurussen staan. Maar de grote apatorausussen leken niet onder de indruk: de volwassen dieren die het dichtst bij het water stonden, draaiden de raptor zelfs hun rug toe. 'Kan het ze niet schelen?' zei Arby. 'Ze kijken niet eens naar hem.' 'Vergis je niet,' zei Levine. 'Het kan ze heel veel schelen. Ze zien er misschien uit als reusachtige koeien, maar dat zijn het niet. Die staarten zijn tien of vijftien meter lang, en wegen duizenden kilo's. Kijk eens hoe snel ze ermee kunnen zwaaien. Eén klap van zo'n staart en de rug van de aanvaller is gebroken.' 'Dus ze verdedigen zich juist, door zich om te draaien?' 'Inderdaad, ja. En nu kun je zien hoe die lange nekken een tegen­wicht vormen voor de staarten.'

De staarten van de volwassen dieren waren zo lang dat ze helemaal over de rivier heen staken, tot aan de andere oever. Terwijl ze heen en weer zwaaiden, en de parasaurussen stonden te roepen, draaide de voorste raptor zich om. Even later begon de hele troep af te drui­pen, langs de boomrand, de heuvels in.

'Het ziet ernaar uit dat je gelijk krijgt,' zei Thorne. 'Ze waren bang voor die staarten.'

'Hoeveel heb je er geteld?' zei Levine.

'Weet ik niet. Tien tot twaalf. Misschien heb ik er een paar gemist.' 'Twaalf,' krabbelde Malcolm in zijn boekje. 'Wil je erachteraan?' vroeg Levine. 'Niet nu.'

'We kunnen met de Explorer gaan.' 'Later, misschien,' zei Malcolm.

'Volgens mij moeten we dat nest vinden,' zei Levine. 'Dat is van het grootste belang, Ian, als we de verhoudingen tussen roofdier en prooi willen uitzoeken. Er is niets belangrijkers. En dit is de perfecte ge­legenheid om ze te volgen...' 

'Misschien later,' zei Malcolm. Hij keek weer op zijn horloge. 'Dat is nou de honderdste keer vandaag dat je kijkt hoe laat het is,' zei Thorne.

Malcolm haalde zijn schouder op. 'Bijna lunchtijd,' zei hij. 'Trou­wens, hoe zit het met Sarah? Moet die niet binnenkort aankomen?' 'Ja, ik verwacht haar ieder moment,' zei Thorne. Malcolm veegde zijn voorhoofd af. 'Heet, hier.' 'Ja, heel heet.'

Ze luisterden naar het gegons van de insekten in de middagzon en keken hoe de raptors zich terugtrokken.

'Weet je, ik zat te denken,' zei Malcolm. 'Misschien moeten we te­ruggaan.'

'Terug?' zei Levine. 'Nu? En onze observaties dan? En die andere

camera's die we nog wilden plaatsen en...'

'Ik weet niet. Misschien moeten we even pauzeren.'

Levine staarde hem ongelovig aan. Hij zei niets.

Thorne en de kinderen keken Malcolm zwijgend aan.

'Nou, ik dacht,' zei Malcolm, 'als Sarah helemaal uit Afrika komt,

dan moeten we er misschien zijn om haar te begroeten.' Hij haalde

zijn schouders op. 'Kwestie van beleefdheid.'

Thorne zei: 'Ik wist niet dat, eh...'

'Nee, nee,' zei Malcolm haastig. 'Dat is het niet. Maar ik, eh... Ach, weet je, misschien komt ze helemaal niet.' Plotseling leek hij onze­ker. 'Zei ze dat ze zou komen?' 'Ze zei dat ze erover zou nadenken.'

Malcolm fronste. 'Dan komt ze. Als Sarah dat zei, dan komt ze. Ik ken haar. Dus. Wat vinden jullie, gaan we terug?' 'Geen sprake van,' zei Levine, door de verrekijker starend. 'Geen haar op mijn hoofd.'

Malcolm draaide zich om. 'Doc? Wil jij terug?'

'Ja, hoor,' zei Thorne, en hij veegde zijn voorhoofd af. 'Wat een

hitte.'

'Als ik Sarah maar een beetje ken,' zei Malcolm terwijl hij van de steiger afklom, 'dan komt ze dadelijk aan en ziet er fantastisch uit.'

De Verloren Wereld
Michael Crichton - Lost World.htm
Section0001.xhtml
Section0002.xhtml
Section0003.xhtml
Section0004.xhtml
Section0005.xhtml
Section0006.xhtml
Section0007.xhtml
Section0008.xhtml
Section0009.xhtml
Section0010.xhtml
Section0011.xhtml
Section0012.xhtml
Section0013.xhtml
Section0014.xhtml
Section0015.xhtml
Section0016.xhtml
Section0017.xhtml
Section0018.xhtml
Section0019.xhtml
Section0020.xhtml
Section0021.xhtml
Section0022.xhtml
Section0023.xhtml
Section0024.xhtml
Section0025.xhtml
Section0026.xhtml
Section0027.xhtml
Section0028.xhtml
Section0029.xhtml
Section0030.xhtml
Section0031.xhtml
Section0032.xhtml
Section0033.xhtml
Section0034.xhtml
Section0035.xhtml
Section0036.xhtml
Section0037.xhtml
Section0038.xhtml
Section0039.xhtml
Section0040.xhtml
Section0041.xhtml
Section0042.xhtml
Section0043.xhtml
Section0044.xhtml
Section0045.xhtml
Section0046.xhtml
Section0047.xhtml
Section0048.xhtml
Section0049.xhtml
Section0050.xhtml
Section0051.xhtml
Section0052.xhtml
Section0053.xhtml
Section0054.xhtml
Section0055.xhtml
Section0056.xhtml
Section0057.xhtml
Section0058.xhtml
Section0059.xhtml
Section0060.xhtml
Section0061.xhtml
Section0062.xhtml
Section0063.xhtml
Section0064.xhtml
Section0065.xhtml
Section0066.xhtml
Section0067.xhtml
Section0068.xhtml
Section0069.xhtml
Section0070.xhtml
Section0071.xhtml
Section0072.xhtml
Section0073.xhtml
Section0074.xhtml
Section0075.xhtml
Section0076.xhtml
Section0077.xhtml
Section0078.xhtml
Section0079.xhtml
Section0080.xhtml
Section0081.xhtml
Section0082.xhtml
Section0083.xhtml
Section0084.xhtml
Section0085.xhtml
Section0086.xhtml
Section0087.xhtml