21

Petra is nogal stil, merk ik. Ze is zomaar komen binnenvallen en wil wel blijven eten, heeft ze gemeld. Ik heb een quiche gemaakt en er op de gok allerlei restjes uit de koelkast in verwerkt. Hij smaakt heerlijk, zijn we allebei van mening.

'Hoe krijg je dit voor elkaar?' informeert Petra.

'Puur toeval,' spreek ik al te veel waardering voor mijn kookkunst tegen. Ik ben een onzekere kok, dat is Petra bekend. Ik kook voornamelijk uit boekjes en het is me nog nooit gelukt om een recept uit het hoofd te leren. Normaal gesproken waag ik me niet aan experimenten, dus deze poging met de quiche is meer geluk dan wijsheid.

We smikkelen.

'Lekker eten is een goede tegenhanger voor je te veel zorgen maken,' meent Petra.

'Waarover maak je je zorgen?' wil ik weten.

Petra kijkt langs me heen. Dit is serieus, denk ik. Opeens stokt mijn adem bijna in mijn keel. Zou Petra zijn lastiggevallen door die stokoude lesbo?

'Monique kwam me vorige week iets vertellen,' begint Petra.

Het gaat dus over Petra's dochter, niet over iets met Janine.

Ik voel me opgelucht maar het lijkt me beter dit niet te laten merken.

'Ze gaat scheiden.'

Ik hou direct op met eten. 'Wat zeg je?'

Monique en Freek zijn voor mijn gevoel voor elkaar geschapen. Het is een heerlijk stel samen en ze hebben twee kanjers van dochters. En die gaan scheiden? 'Waarom?' stamel ik. 'Je gaat me toch niet vertellen dat hij een ander heeft?'

'Hij niet. Zij.'

'Monique met een andere man?' Het wil niet tot me doordringen.

'Nee.'

Er valt een vreemde stilte. Ik begrijp er even helemaal niets meer van.

'Ze heeft een vriendin,' zegt Petra. 'Ze vrijt met een vrouw. Opeens is ze erachter gekomen dat ze van vrouwen houdt. En ze verwacht van mij dat ik die vriendin hartelijk in mijn armen sluit en dat ik Freek niet meer zie.'

Petra veegt snel een traan weg, die over haar wang rolt. 'En dat is nu nét wat ik niet wil,' gaat ze verder. 'Ik wil in de eerste plaats niet zien dat mijn dochter met een vrouw zit te vozen en bovendien wil ik mijn schoonzoon niet kwijt.'

Ik sta op. 'Ik ga een nieuwe fles wijn openmaken,' deel ik mee. 'We gaan maar eens aan de drank. Volgens mij is dat hard nodig.'

Petra heeft besloten om te blijven slapen. Met zo veel alcohol in haar lijf kan ze niet meer met de auto naar huis. Ze drinkt het ene glas wijn na het andere, ze ligt intussen al vier glazen voor. Ze doet haar best om de kwestie met haar dochter te relativeren. 'Je houdt er geen rekening mee,' herhaalt ze steeds. 'Als je dochter eenmaal met een man getrouwd is ga je toch niet denken dat ze de volgende keer wel op een vrouw zal vallen? Ik sta er nooit bij stil, bij liefde tussen vrouwen. Daar kan ik me niets bij voorstellen. Ik ken persoonlijk geen lesbiennes. Jij?'

Ik verslik me bijna in een slok wijn. 'Ik? Niet in het hier en nu. Ik ben er niet mee bezig. Nooit geweest. Ik kwam er pas tijdens mijn opleidingstijd achter dat de lesbische liefde bestond.'

'Hoe oud was je toen?' Ik hoor het ongeloof in Petra's stem.

'Achttien, negentien.' Het was een heel andere tijd dan nu, zou ik me willen verdedigen. Ik was niet het enige provinciaalse in de groep.

'Dat méén je niet.'

'Dat meen ik wel. Bij ons thuis hadden we het überhaupt nooit over seks. Zaandam was heel dorps, al lag het onder de rook van Amsterdam. Wij werden niet eens voorgelicht. Je hoorde wel eens iets op straat of op het schoolplein. En ik had twee oudere zusjes, die vertelden me wat ze wisten.'

'Dan zal Amsterdam in jouw ogen wel een soort Sodom en Gomorra zijn geweest,' oppert Petra.

'Wat je zegt,' beaam ik. 'In Amsterdam kreeg ik zo'n beetje de hoge school. Ik was een oen, ik wist nergens iets vanaf. Weet je dat ze in Amsterdam "kip" zeggen tegen een politieagent? "Daar loopt een kip," zei een groepsgenoot tegen me. Dat was een rasechte Amsterdamse. Ik keek om me heen. Geen kip op straat te bekennen. Maar ik liet niet merken dat ik die kip niet zag. "Mooie kip," zei ik.

"Wat je maar mooi noemt," mopperde zij. "Je gaat wel anders praten als je je eerste bekeuring te pakken hebt voor fietsen zonder licht. Ze stellen zich verdekt op om je te kunnen grijpen." Toen begreep ik dat kip iets met de politie te maken had.'

Petra hikt van de lach. Of huilt ze?

'De tante van mijn eerste man was lesbisch,' ga ik verder. 'Toen hij me dat vertelde was ik er net een paar weken eerder achter gekomen dat homoseksualiteit ook voor vrouwen kon gelden. Ik dacht dat alleen mannen dat deden.'

Petra's mond valt open. 'Dat verzin je!'

'Nee, hoor. Ik zal het je nog sterker vertellen. Toen ik in

Amsterdam kwam kende ik zelfs het woord homoseksualiteit niet eens. Mijn moeder zei er wel eens iets over. Twee mannen die in de buurt woonden waren het, volgens haar. Wij wilden natuurlijk weten wat dat "het" betekende en wat die mannen waren. Dan zei mijn moeder: "Die zijn van de klets- klets.'"

Petra ligt nu echt dubbel.

Ik doe er nog een schepje bovenop. 'Op mijn eerste afdeling in het Wilhelmina Gasthuis lag een man die steeds bezoek kreeg van een andere man. Op een dag zei een van mijn collega's dat die andere man een echte nicht was. Wat denk je dat ik zei? Ik zei dat hij volgens mij alleen maar de neef van de patiënt kon zijn.'

Petra krijgt de hik. 'O,' snikt ze, 'jij moet toch écht vaker eens iets over vroeger gaan vertellen. Daar knap ik helemaal van op.'

Ik moet zelf ook om mijn idiote verhalen lachen. 'Wij waren echt zo groen als gras op de middelbare school en ook nog een tijd erna. Wat is er eigenlijk veel veranderd in de afgelopen vijfendertig jaar, vind je ook niet?'

'Zeker,' geeft Petra toe. 'Weet je wat mijn oudste kleinkind een paar weken geleden aan me vroeg? Ze vroeg: "Oma, zullen we weer eens een avondje lachen organiseren?" Mag jij raden wat ze zich daarbij voorstelde. Het leek haar een buitengewoon grappig idee om oma's trouwfoto's te gaan bekijken. Dat was voor haar dé manier om zich de kaken stijf te gillen. Ik ontkwam er niet aan. Ze wil me tegenwoordig ook bij mijn voornaam noemen. Dat schijnt heel normaal te zijn. Ze noemt haar ouders ook gewoon bij hun naam. Ik hou daar niet van. Ik zei zelf altijd 'u' tegen mijn vader. Het kwam niet eens in me op om hem te tutoyeren.'

'Dat was een andere tijd,' zeg ik. 'Niemand zei toen jij of jou tegen zijn ouders. Ik ben pas jij tegen mijn moeder gaan zeggen toen ze ging samenwonen met haar vriend. Die noemde ik gewoon Leo. En toen werd ik vanzelf wat losser ten opzichte van mijn moeder.'

Petra schenkt haar glas nog eens vol. 'En die tante?' wil ze weten. 'Hoe zat het precies met die tante van je eerste man? Kwam ze gewoon met haar vriendinnen tevoorschijn?'

Eén moment zie ik Janine in haar mannelijke kleren met een hele rij vrouwen achter zich aan de woonkamer van haar zuster binnenwandelen en ik grijns om de uitdrukking die ik op het gezicht van Mathilde fantaseer.

Petra kijkt me nieuwsgierig aan. 'Ja? Deed ze dat? En de hele familie in de stress, zeker.'

Ik wil niet meer aan Janine denken. De aandacht moet terug naar het onderwerp waar Petra het over had. 'We hadden het over Monique,' breng ik haar in herinnering.

'En over mijn afwerende reactie,' vult Petra aan. 'Ik herinner me vaag dat mijn vader een zus had die op vrouwen viel. Wat denk je: zou zoiets erfelijk zijn? Kwam het meer in jouw vorige schoonfamilie voor? Vertel er eens iets over.'

'Liever niet,' zeg ik en ik probeer niet kattig te klinken. Ik merk dat ik geïrriteerd raak. De irritatie komt plotseling tevoorschijn. Het komt doordat Petra iets zei over erfelijkheid. Er valt niets te zeggen over erfelijkheid in mijn vorige schoonfamilie. Die term is alleen van toepassing als er kinderen zijn. Kinderen die blijven leven.

Petra kijkt me strak aan. 'Ben je boos? Heb ik iets verkeerds gezegd?'

'Nee, let maar even niet op mij. Het komt doordat ik opeens over die supervalse lesbienne zit te praten. Daar kan ik nog steeds moordneigingen van krijgen. En we hadden het toch eigenlijk over jóu, vanavond? Over de schrik die jij te verwerken hebt?'

'Het hoeft echt niet alleen over mij te gaan,' antwoordt Petra. 'Maar ik ben wel blij dat ik er met iemand over kan praten. Ik ben te veel alleen, vind ik. Misschien ga ik eens daten via internet. Een leuke vent zoeken, dit keer eens de ware. Dat moet toch lukken? En waarom zou ik me druk maken om mijn dochter? Als ze maar gelukkig is.'

Ik pak haar vast en druk haar stevig tegen me aan. Ik wil niet geïrriteerd zijn.