16
Mijn moeder lijkt tegenwoordig gelukkiger dan ooit. Ik kijk er soms verwonderd naar en vraag me af hoe het mogelijk is. Hoe kun je tevreden zijn als je in een afhankelijke positie bent beland? Ze laat het zich zonder problemen aanleunen: de zorg, de begeleiding, de totale verandering in haar leven. Ik vraag me af of het op deze manier werkt, als je oud bent en geveld wordt door een hersenbloeding. Grijp je dan alles wat nog over is aan om tevreden mee te zijn? Maakt het je op een bepaald moment niet meer uit dat je je vrijheid en je zelfstandigheid kwijt bent? Is het een kwestie van aanvaarden dat dit het is en niet meer? Ik kan het me niet voorstellen. Maar mijn moeder maakt geen ongelukkige of ontevreden indruk. Ze luistert graag naar muziek en ik kan haar geen groter plezier doen dan haar te verrassen met een nieuwe operette-cd. Ze zingt vaak zachtjes mee en ik heb geconstateerd dat ze haar mooie altstem gelukkig niet is kwijtgeraakt. Soms zingen we samen en dan straalt ze. Ze wil leven, heeft ze me duidelijk gemaakt. Dat was vlak nadat ze de hersenbloeding kreeg.
Ze wil leven. Ze vecht ervoor. Ze wil nog niet dood.
Voor mij.Ik vraag me af of het verstandig was om haar te vertellen over de foto's die ik ontvang. Ik heb het bij die mededeling gelaten en niets verteld over de vreemde dingen die de laatste tijd ook gebeuren. Ik vertel zeker niets over de droom van Jeroen. Daar wil ik zelf ook niet meer over nadenken.
Ze stelde een opmerkelijke vraag, toen ik over de foto's vertelde. 'Komt het van Hetty?'
Ik dacht een moment dat ik haar niet goed had verstaan. 'Zeg je Hétty?' 'Ja.'
'Waarom zou Hétty hier iets mee te maken hebben?'
'Jaloezie.'
Mijn zus die jaloers is? Waarop? Op mij? Ik staarde mijn moeder verbijsterd aan. 'Hetty heeft haar hele gezin nog, voor zover ik weet. Het zal me niet verbazen als ze nog steeds getrouwd is met die dronkelap en als ze ook nog steeds steen en been over hem klaagt. Waarom zou Hetty mij lastigvallen met foto's van vroeger? Hoe moet ze aan die foto's komen?'
Mijn moeder haalde haar schouders op. 'Ze was altijd al anders,' hield ze vol. 'Onverwachte streken,' mompelde ze.
Dat is waar. Hetty was altijd dwars, wilde alles precies anders dan de anderen, kon dagen kwaad op je zijn zonder dat je ook maar het geringste besef had waarover haar woede ging. Onberekenbaar, dat was ze. Maar gemeen? Op die manier heb ik nooit naar haar gekeken en ik heb ook nooit iets in die richting ervaren. Toch houdt de suggestie die mijn moeder deed me bezig. Ik ben er direct van uitgegaan dat de gestoorde tweelingzus van Mathilde me lastigvalt. Ik denk dat ik verder geen vijanden heb op de wereld. Maar is dat ook zo?
Zodra ik de kamer van mijn moeder binnenkom wil ze weten of ik nog foto's heb ontvangen. Ik stel haar genist. 'Alles rustig. Het stopt vanzelf als ik er geen aandacht aan schenk en vooral niet op reageer.' Ik hou mijn mond over de medicatiefout bij Lodewijk en de anonieme telefoontjes. Ik denk dat het klopt: als ik niet reageer houdt het op, zodra de maand mei voorbij is. Deze maand zit niet alleen voor mij vol negatieve herinneringen. Eenendertig dagen duren lang als je er middenin zit. Maar ze gaan voorbij. Ieder jaar opnieuw. Ik zit ze uit.
'Mijn tuin is weer zo mooi,' probeer ik mijn moeder af te leiden. 'Ik wil je vandaag meenemen. Ik heb al een rolstoel geregeld. En verse zoete bollen gekocht.' Mijn moeder is dol op zoete bollen. Zoete bollen met roomboter en rietsuiker. Ze heeft me eens verteld dat ze als kind al droomde dat ze later, als ze volwassen zou zijn, de hele dag zoete bollen met roomboter en rietsuiker ging eten. Ze lacht. 'Je bent lief,' zegt ze.
Afleidingstruc gelukt.
Als ik haar vastpak om haar te steunen bij het staan, slaat ze haar armen om mij heen en drukt een dikke kus op mijn wang.
Ik klem me aan haar vast.