31

Riverside, New York

 

De bejaarde oom Leonard leek volkomen uitgeput toen hij zijn verhaal beëindigde. Zijn leeftijd van tweeëntachtig jaar was hem goed aan te zien.

'Herinner je je nog veel over je vader?' vroeg Kathleen hem. 'Je moet ongeveer... eens kijken... zeven jaar zijn geweest toen hij overleed.'

'Mijn herinneringen aan hem zijn vaag en fragmentarisch. Hij zei hallo tegen mij of vroeg hoe het op school ging, maar ik had net zo goed een vreemde kunnen zijn in plaats van zijn zoon, iemand met wie hij uit fatsoen moest praten. Ik kreeg maar heel even zijn aandacht, een paar schaarse woorden van lof, en daarna was al zijn aandacht alweer op mijn moeder gericht. Het was duidelijk dat hij haar verafgoodde en alle tederheid die hij bezat op haar richtte. Mij en Eleanor heeft hij nooit enige lichamelijke affectie laten blijken; hij nam ons nooit op schoot, droeg ons nooit in zijn armen. Ik kan me niet eens herinneren dat ik hem ooit heb gekust. Hij praatte een of twee minuten met ons en stuurde ons dan de kamer uit om alleen te kunnen zijn met mijn moeder.' Hij staarde even in de verte en zijn gezicht leek grauw en levenloos in het schemerige licht.

'Soms sloop ik stiekem naar de gang,' ging hij verder, 'en gluurde naar hem als ze in de woonkamer bleven. Ik zag ze dan samen op de bank zitten, bij de bar drankjes inschenken of kussen. Op een keer betrapte mijn vader mij en hij werd zo woedend dat ik het nooit meer heb gedaan.

In het weekeinde nam hij mijn moeder soms mee om te gaan dansen en dan regelde hij een oppas voor ons. Ik herinner me nog dat ik een keer 's nachts wakker werd, kort nadat zij thuis waren gekomen. Ze klonken zo opgewekt, ze lachten als twee kinderen en dansten op kousenvoeten door de kamer, op de muziek van de fonograaf. Ik wilde toen dat ik naar de woonkamer kon gaan om mee te dansen. Toen ik wat ouder was, besefte ik dat ze waarschijnlijk gedronken hadden.' Hij haalde diep adem en zuchtte.

'Wat ik me vooral van mijn vader herinner is dat hij van mijn moeder hield en Eleanor en mij nauwelijks kon velen. Fiona was voor hem de prijs in de grabbelton, en wij waren de waardeloze opvulling waar hij doorheen moest om de prijs te pakken.'

'Wat ellendig, oom Leonard,' zei Kathleen zacht. Het was geen wonder dat hij zelf nooit kinderen had gewild, of dat hij nooit veel affectie had getoond voor haar en de anderen toen zij nog kinderen waren. Ze wist dat hij en Connie in dit huis waren getrokken om voor haar broers en zus te zorgen nadat hun moeder was overleden, en ze besefte nu pas voor het eerst wat een enorme opgave dat moest zijn geweest. Slome was in die tijd ongeveer veertien, JT twaalf en Annie tien. Als Leonard en Connie hun hulp niet hadden aangeboden, waren de kinderen in pleeggezinnen terechtgekomen.

'Hier, Kathleen, dat moet jij houden,' zei Connie. Ze tilde de kartonnen doos met fotoalbums en andere herinneringen op in haar richting.

'Nee, dat kan ik niet aannemen... denk eens aan Annie en de jongens.'

'Jij bent de oudste. Ik laat het aan jou over of je het allemaal onder jullie wilt verdelen, maar het moet wel in de familie blijven. Jij kunt het beter uitzoeken dan ik. Bovendien heb ik voor Annie en de jongens in de loop van de tijd al albums gemaakt, met foto's en krantenknipsels over hun sportevenementen, diplomauitreikingen enzovoort.'

'Zij is de sentimentele van ons tweeën,' zei oom Leonard met een vage glimlach. 'Je zou eens moeten zien hoe zij de kranten verknipt. Ze zien eruit als Zwitserse kaas als zij ermee klaar is. En de meeste kapitalistische onzin die "nieuws" wordt genoemd is de moeite van het lezen niet eens waard.'

'Ik bewaar nog altijd alles,' gaf Connie toe. 'Maar nu knip ik meestal artikelen uit over een van hun kinderen. Maar laatst vond ik ook weer een artikel over je broer.'

Kathleen huiverde en herinnerde zich dat mevrouw Hayworth iets over een krantenartikel had gezegd. 'Welke van de twee was het? En wat heeft hij uitgevreten?' vroeg ze, hoewel ze niet zeker was of ze het wel wilde weten.

'Dat laatste artikel ging over Donald - niemand noemt hem nog Slome. Maar er is ook een paar keer over JT geschreven.'

'Dat zal ook wel,' mompelde Kathleen. Angstig keek ze toe hoe Connie het overvolle tafeltje naast haar relaxfauteuil afzocht naar het artikel. Kathleen had Joëlle al verteld hoe haar broers als kinderen waren, maar ze schaamde zich ervoor haar dochter met recentere bewijzen van hun criminaliteit te confronteren.

'Hier heb ik het!' riep Connie, triomfantelijk met het artikel zwaaiend, alsof het een vlag was. Ze liet het aan Kathleen zien; Joëlle boog naar haar toe om mee te lezen. Kamer van Koophandel in Riverside kiest nieuwe voorzitter stond erboven.

Kathleen staarde naar de kop, niet in staat te bevatten wat er stond; Connie moest haar het verkeerde artikel hebben gegeven. Ze haalde haar leesbril uit haar handtas om de kleine letters te kunnen ontcijferen.

 

De plaatselijke zakenman Donald L. Gallagher (50) is benoemd tot voorzitter van de Kamer van Koophandel in Riverside, aldus een woordvoerder. Gallagher heeft zijn hele leven in Riverside gewoond en is de eigenaar van Gallagher's Elektronica, een bekende speciaalzaak met serviceafdeling...

 

Het artikel liep nog door, maar Kathleen barstte in lachen uit en kon niet verder lezen. Ze gaf het artikel door aan Joëlle en die begon even later eveneens hardop te lachen.

'Wat is er zo grappig?' vroeg oom Leonard.

'Het is zo ironisch!' wist Kathleen uit te brengen. 'Weet je nog hoe vreselijk onze televisie was toen Slome en ik nog kinderen waren? En nu repareert hij ze!'

'Ja... dat is zo. Maar ik zie niet in...'

'En toen ik uit huis ging waren Slome en JT complete jeugdcriminelen, die uit alle zaken in Riverside werden geweerd. Kamer van Koophandel. Ik was er zeker van dat Slome inmiddels in de gevangenis zou zitten. Maar dit is nog veel erger! Oom Leonard, hij is een kapitalist geworden!'

Kathleen begon weer te lachen, maar plotseling voelde ze hoe oom Leonard begon te trillen. Een vreselijk ogenblik lang vreesde ze dat ze hem had beledigd, dat hij op het punt stond een beroerte of hartaanval te krijgen. Maar in plaats daarvan lachte hij opeens mee - het was de eerste keer dat Kathleen hem ooit had zien lachen.

'Waarom moeten jullie allemaal om die arme Donald lachen?' vroeg Connie. Ze trok het krantenartikel uit Joëlles hand alsof ze er spijt van had dat ze het had laten zien. 'Hij is even gerespecteerd als JT, hoor!'

'Het spijt me...' Kathleen deed haar best om zichzelf onder controle te krijgen. 'En... eh, wat doet JT tegenwoordig?'

'Hij is docent geschiedenis aan de middelbare school van Riverside,' zei Connie met kennelijke trots.

Opnieuw barstte Kathleen in lachen uit.

'In 2002 is hij tot Leraar van het Jaar uitgeroepen,' voegde Connie eraantoe. Ze moest harder praten om nog gehoord te worden. 'Wat is daar in vredesnaam zo grappig aan?'

Kathleen pakte een zakdoekje en veegde haar ogen droog. 'Misschien wist je dat niet, Connie, maar JT was ooit recordhouder van de stad als jongste leerling die ooit geschorst werd. Hij zat toen op de kleuterschool!'

Connie glimlachte onzeker. 'Maar sindsdien is hij veranderd, en we zijn heel trots op hem.'

'Dat is ook volkomen terecht,' zei Kathleen, en ze meende het. 'Dat jij en oom Leonard mijn broers tot respectabele burgers hebben weten op te voeden, is niet minder dan een wonder.'

Kathleen zag hoe moe haar oom was en een paar minuten later namen zij afscheid. Joëlle zette de kartonnen doos die Connie hun gegeven had op de achterbank en ze reden terug naar hun hotel in Bensenville. De weg was heuvelachtig en erg donker. De bomen vormden een overkapping waarachter de maan schuilging. Kathleen moest haar grote licht voeren en oppassen voor overstekend wild. Ze dacht aan al die keren dat Eleanor en Cynthia deze weg tijdens de oorlog per bus hadden genomen, tot Joëlle haar dagdromen onderbrak.

'Mam, wat oma Fiona gedaan heeft... hoe zij leefde... was dat echt onvergeeflijk? Ik bedoel, ik weet dat zij naar een andere kerk ging dan wij, maar zou God haar niet vergeven hebben, als zij het had gevraagd? Ook al zondigde ze meer dan eens?'

'Ja, natuurlijk zou Hij haar vergeven hebben. Wij mogen Gods genade niet misbruiken door opzettelijk te zondigen, maar als we echt berouw hebben van wat we deden en dan om vergeving vragen...' Ze dwaalde af en begon zich af te vragen of Joëlle op Fiona doelde of op zichzelf. Haar intuïtie vertelde haar plotseling dat het incident in de winkel de maand daarvoor niet de eerste keer was geweest dat Joëlle diefstal pleegde - het was de eerste keer dat ze werd betrapt.

'Ik vind bet zo erg voor oma Fiona,' zei Joëlle met een snik. Kathleen hoorde de tranen in haar stem.

'Ik ook,' zei ze zacht. 'Maar weet je... ik herinner me net nog iets wat gebeurde toen ik oma Fiona ontmoette tijdens de Cubaanse rakettencrisis.' Ze staarde even door de voorruit in de donkere nacht terwijl haar herinnering vorm aannam.

'Oma Fiona zocht een andere plaat voor de fonograaf toen ik zei: "Ik ken een liedje, wilt u het horen?" Thuis zong ik de liedjes die we op de zondagsschool leerden nooit - niemand wilde ze horen. Maar Fiona hield zoveel van muziek. Ze... ze keek naar me op en zei: "Ja, lieverd, dat wil ik graag horen." En dus zong ik Jezus houdt van mij voor haar.

Ze luisterde intens en toen ik uitgezongen was, vroeg ze: "Heb je dat in de kerk geleerd?" Ik knikte. "Ga je dan naar de mis?" vroeg ze hoopvol. Ik vertelde haar dat ik naar een protestantse kerk ging. "Dat is ook prima," zei ze. Ze vergat haar nieuwe plaat op de fonograaf te leggen, kwam naast me zitten en trok me tegen zich aan.

"Ik ging vroeger als klein meisje in Ierland ook naar de kerk," zei ze. "Ik keek altijd naar het kruisbeeld en geloofde precies wat jij net zong - dat Jezus van mij hield. Ik kon zien hoeveel. Toe, lieverd, zing het nog eens."

Ik zong het tweede couplet: Jezus houdt van mij, Hij die de hemelpoort opende. Hij wast mijn zonden af en laat al Zijn kinderen tot Hem komen. Ja, Jezus houdt van mij...

"Het is makkelijk om te zeggen Ik houd van je," merkte Fiona op toen ik klaar was. "Ik heb die woorden vaak gehoord, en dat zal jou ook overkomen, want je bent een mooi meisje, Kathleen. Maar weet je ook hoe je kunt bepalen of iemand de waarheid spreekt?" Ik haalde mijn schouders op en schudde van nee. "Luister nooit naar zijn woorden, lieverd. Woorden zijn goedkoop. Nee, kijk wat hij bereid is voor je op te geven. Zorg dat bij laat zien hoeveel hij van je houdt."

"Jezus houdt zoveel van je," zei ik, mijn armen uitstrekkend als een kruisbeeld. "Hij is voor ons gestorven."

Fiona staarde in de verte alsof ze in haar herinnering zocht. "Toen ik een meisje was in Ierland, stond er een kruisbeeld voor de kerk. Elke keer dat ik naar de mis ging, keek ik op naar Jezus die in vreselijk lijden stierf. Hij hing daar altijd, aan het kruis genageld, lijdend. Ik vond het vreselijk dat Hij voor mij geleden had." Ze keek zo bedroefd dat ik haar wilde opvrolijken.

"Ik ken een Bijbelvers. Wilt u het horen? Alzo liefheeft God de wereld... wacht, we moeten onze naam erin zetten. Alzo liefheeft God oma Fiona gehad, dat Hij Zijn eniggeboren Zoon gegeven heeft, opdat een ieder, die in Hem gelooft, niet verloren ga, maar eeuwig leven hebber

"En dat geloof jij?" vroeg ze. Haar ogen waren vochtig, maar ik wist niet of het van ouderdom was of van tranen.

"De dominee zei dat Jezus nog voor je gestorven zou zijn ook al zou je de enige persoon zijn geweest die vergeving nodig had," zei ik.

"Zing je liedje nog eens, liefje," vroeg ze zacht. Ik begon weer van voren af aan: Jezus houdt van mij... Maar na het eerste refrein moest ik ophouden. De tranen liepen haar over de wangen. "Niet huilen, oma Fiona," smeekte ik haar. Ze omhelsde me stevig. Haar lichaam voelde broos aan, haar huid zacht als fluweel, maar ze hield me met opmerkelijke kracht vast.

"Je kunt zien hoe echt iemands liefde is aan wat hij bereid is voor je op te offeren," zei ze nog eens.'

Kathleen reed zwijgend verder, de weg troebel door de tranen in haar ogen.

'Denk je dat oma Fiona je geloofde?' vroeg Joëlle zacht. 'Denk je dat ze God om vergeving heeft gevraagd voordat ze stierf?'

'Ik hoop het van harte. Niemand hoeft met zoveel schuld te leven, omdat Christus Zijn vergeving en liefde schenkt.'

Joëlle nam de kartonnen doos mee naar hun kamer toen ze in het hotel aankwamen en zette hem op het bureau. 'Wanneer zien we je vader?' vroeg ze, op het bed neervallend.

'Hij komt morgen thuis.'

'Thuiskomen? Waar is hij dan?'

Kathleen aarzelde - te lang. Joëlle kwam overeind. 'Wat is er? Waar is hij? Zit hij weer in de gevangenis?'

'Ik weet niet hoe ik je dit moet vertellen,' begon Kathleen. In veel opzichten was Joëlle nog erg naïef. Kathleen vond het vreselijk dat zij haar onschuld kapot moest maken - vooral met de afschuwelijke waarheid omtrent haar eigen familie.

'Hoe je wat moet vertellen?' vroeg Joëlle ongeduldig. 'Wat is het grote geheim?'

'Mijn vader komt voorwaardelijk vrij uit de gevangenis van Attica. Daar is het feest ook voor, om zijn voorwaardelijke vrijlating te vieren.'

Ze zag verbazing en schrik in Joëlles ogen - en nog iets: medelijden. Daar had Kathleen de grootste hekel aan: medelijden. Ze voelde zich er altijd beschaamd door. En ze was nog banger voor de volgende vraag die Joëlle zou stellen.

'Wat heeft hij gedaan? Een bank beroofd of zo?'

Kathleen probeerde diep adem te halen, maar het lukte haar niet. 'Nee. Hij werd veroordeeld voor... voor de moord op mijn moeder, vijfendertig jaar geleden.'

'O, nee...' zei Joëlle met een iel stemmetje. 'O, mam!' Haar ogen stonden vol tranen toen ze opsprong en haar moeder een zeldzame omhelzing gaf. Het was niet uit medelijden, maar uit medeleven en liefde. Ze voelde alle emotie die Kathleen voelde en stak haar handen naar haar uit.

'Mam... mam, het spijt me zo.'

Kathleen huilde ook. 'Wat spijt je, lieverd? Het is jouw schuld niet.'

'Het spijt me dat ik je heb omgepraat om hierheen te gaan, dat je dit allemaal weer moet beleven.' Ze zweeg en klemde haar armen vaster om Kathleen heen. 'En... en dat ik die lippenstift heb gestolen. Ik wist het niet, mam. Ik wist niet hoe vreselijk dat voor jou moest zijn.'

'Ik wilde nooit dat jij wist hoe akelig mijn kindertijd was. Ik heb de waarheid voor iedereen verborgen. Ik was zo bang dat niemand mij zou respecteren of van mij zou houden als ze het wisten. Een van de moeilijkste momenten in mijn leven was toen ik besloot het je vader te vertellen voordat we gingen trouwen.'

'Maar hij houdt toch van je, mam. En ik ook.'

Kathleen trok haar weer tegen zich aan. Dr. Russo had gelijk gehad; door de waarheid aan haar dochter te onthouden, had ze een deel van zichzelf verdrongen en leek ze koel en afstandelijk voor Joëlle. Het was dezelfde fout als die haar moeder had gemaakt door nooit te vertellen hoe moeilijk haar leven was geweest. Misschien had Kathleen haar moeder beter begrepen als ze het had geweten.

Joëlle maakte zich plotseling van haar los. 'Wacht eens even! Waarom organiseert jouw zus een feest voor hem als hij jouw moeder vermoordde? En waarom gaat oom Leonard erheen? Hij is toch haar broer?'

'Je moet begrijpen dat mijn vader altijd heeft volgehouden dat hij onschuldig was. Annie, oom Leonard en de jongens hebben altijd geloofd dat hij de waarheid sprak, zelfs toen hij veroordeeld werd.'

'Maar denk jij dat hij het wel heeft gedaan? Wilde je daarom nooit meer hiernaartoe?'

Kathleen liet zich op het bed zakken en wreef in haar ogen. 'Om je de waarheid te zeggen, ik ben weggelopen zodat ik er niet over hoefde na te denken. Ik voelde me zo verward en verraden. Ik wilde nooit geloven dat mijn vader haar vermoord had, maar ik had geen keus, zeker niet toen de jury hem schuldig bevond. Ik had het gevoel dat ik mijn moeder afviel als ik hem zou geloven. En ik schaamde me omdat mijn laatste woorden tegen haar zo kwaad waren geweest. Ik heb nooit de kans gekregen om haar te vertellen dat bet me speet. Of dat ik van haar hield. Ik dacht altijd dat er wel tijd zou zijn voor een verzoening, en dat zij er altijd zou blijven. Toen ze overleden was, besefte ik dat ik nooit meer terug kon gaan om het goed te maken - en dat was het afschuwelijkste gevoel dat je je kunt voorstellen. Ik moest mijn vader wel haten omdat hij haar vermoord zou hebben en me die kans had ontnomen. Ik moest iemand de schuld geven.'

Joëlle ging op bet bed tegenover haar zitten. Kathleen merkte dat zij nog steeds probeerde de schokkende waarheid tot zich te laten doordringen. 'Ik heb nooit eerder een echte crimineel ontmoet,' mompelde ze.

'Hij is geen gangster, zoals Lorenzo Messina,' merkte Kathleen op om de spanning minder te maken. 'Maar je mag morgen hier in het hotel blijven, als je dat wilt. Ik ga niet langer dan een uurtje naar dat feest. Ik sluit vrede met hem en alle anderen; dan kunnen jij en ik naar huis om verder te gaan met ons leven.'

'Ben je bang, je weet wel, om hem te zien? Ik bedoel, als hij echt een moordenaar is...'

Het woord 'moordenaar' riep bij Kathleen associaties op met alle criminelen die ze in films had gezien: harde, bittere mannen met messen in hun laarzen en tatoeages op hun armen, vloekend en bereid om iedereen de keel af te snijden. Het schokte haar dat haar vader vijfendertig jaar lang als veroordeelde moordenaar in de gevangenis van Attica had gezeten. Maar de beelden vervaagden en Kathleen dacht aan haar vader zoals zij hem had gekend: lachend, zorgeloos, haar optillend in zijn sproeterige armen en spelend met de jongens. Ze kon zich niet herinneren dat hij ooit kwaad was geworden of hen geslagen had - zelfs niet wanneer zij het verdienden, zelfs niet als hij gedronken had. En hij had Eleanor altijd teder en liefdevol behandeld.

Nee, ze kon zich Donald Gallagher niet als een koelbloedige moordenaar voorstellen. En dat was ook wat de moord altijd te vreselijk had gemaakt om erover na te denken: dat zij dacht hem te kennen en moest ontdekken dat het niet zo was.

Joëlle wachtte op een antwoord.

'Nee, ik ben niet bang voor hem,' zei Kathleen.

'Dan ben ik dat ook niet. Ik ga met je mee, mam... maar we kunnen alle messen beter verstoppen, voor het geval dat...'

Kathleen moest tegelijk huilen en lachen en Joëlle leek nog klaarwakker. Ze begon de inhoud van de kartonnen doos te inspecteren. En deze keer voelde Kathleen zich ook klaarwakker. Ze ging in een stoel zitten en nam Fiona's fotoalbum op schoot voor een betere verkenning. Ze vond een paar foto's van Arthur Bartlett en een levenslang mysterie werd opgelost toen ze zijn grote, donkere ogen zag. Het waren haar eigen ogen, warm als plassen gesmolten chocolade, zelfs op deze zwart-witfoto. Haar moeder en oom Leonard hadden lichtbruine ogen en haar vader helderblauwe. Toen ze op de middelbare school met erfelijkheid bezig was geweest, had ze zich afgevraagd waar haar donkerbruine ogen vandaan waren gekomen. Mike, haar man, had haar vaak verteld dat hij verliefd op haar was geworden vanwege haar ogen - niet alleen op de kleur, maar ook op de trieste uitdrukking. En nu zag zij ze terug, uitgerekend bij Arthur Bartlett.

Ze kon het niet helpen dat ze hem verweet haar achttien jaar oude grootmoeder verleid te hebben om haar vervolgens jarenlang voor te liegen met een zogenaamd huwelijk. Hij was een egoïst geweest die zowel Fiona als zijn luxe leventje wilde houden. En hij was een lafaard die hen allemaal in de steek liet door zelfmoord te plegen.

Kathleen dook dieper in de kartonnen doos en vond een plakboek met kiekjes uit de schooltijd van haar moeder. Er waren foto's bij van Eleanor die in zwempak met vriendinnen poseerde aan de rand van een zwembad. Een foto van Leonard in toga bij een diploma-uitreiking en verschillende van hem in uniform. En natuurlijk alle aankondigingen van toneelstukken, concerten en schoolfeesten. Eleanor had een actief sociaal leven gehad op de middelbare school en was zowel mooi als populair geweest.

Kathleen bladerde het boek door en zag Eleanors leven als dat van een vreemde. Achter in het plakboek vond ze een verzameling vergeelde krantenknipsels. Ze vouwde ze voorzichtig open: het waren aankondigingen en recensies van verschillende shows op Broadway, uit de jaren 1939 en 1940. Eerst begreep Kathleen niet waarom haar grootmoeder ze bewaard had, maar toen ze de artikelen nauwkeuriger las, ontdekte ze één gemeenschappelijk element: de naam Russell Bartlett. Arthur Bartletts zoon had ooit shows en toneelstukken geproduceerd en geregisseerd op Broadway in New York.

'Mam, kijk!' zei Joëlle.

'Wat heb je gevonden?'

'In deze envelop zitten allemaal knipsels over het proces tegen je vader.'

Kathleen trok een afwerend gezicht. Enerzijds wilde ze de hele inhoud van de envelop het liefst in de prullenbak gooien. Ze wist niets van de huiveringwekkende details van haar moeders dood, en dat wilde ze graag zo houden. Maar als ze morgen haar vader voor het eerst in vijfendertig jaar zou terugzien, was het misschien toch tijd om de waarheid onder ogen te zien. Joëlle merkte haar aarzeling op.

'Als je liever hebt dat ik het niet lees, doe ik het niet,' zei ze. Ze hield de envelop omhoog. 'Maar ben je niet nieuwsgierig, mam?'

'Ja, toch wel, denk ik. We kunnen het samen lezen.' Ze kwam naast Joëlle op het bed zitten en haalde de envelop leeg. Connie was zeer nauwgezet geweest en had de artikelen chronologisch genummerd, vanaf de eerste vermelding van de moord tot het vonnis dat de rechter over haar vader uitsprak. Door ze op volgorde te lezen, kon Kathleen het hele verhaal volgen:

De politieman van Riverside reageerde op een anoniem telefoontje en vond Eleanor Gallagher dood op haar keukenvloer. Haar man, Donald Gallagher, werd bij haar gevonden. Hij hield haar vast en huilde, besmeurd met haar bloed. Iemand had Eleanor met haar eigen keukenmes in het hart gestoken Het gebeurde minder dan een halfuur voor de aankomst van de politieman. Het forensisch laboratorium vond Donalds vingerafdrukken op het moordwapen. Volgens zijn zeggen waren die daar gekomen omdat hij het mes instinctief uit haar borst had getrokken.

De politie doorzocht het huis en vond een pakket liefdesbrieven van een andere man in haar tas, geschreven tijdens de oorlog. Er zat ook een huwelijksakte bij, die in 1943 aan Eleanor en dezelfde man was uitgereikt. In haar tas zat ook een envelop met drieduizend dollar in contanten, twee ongebruikte treinkaartjes naar New York en twee kaartjes voor een toneelstuk in de buurt van Broadway.

De openbare aanklager nam aan dat jaloezie Donald Gallaghers motief was geweest; bij was kwaad geworden toen bij over Eleanors eerdere huwelijk hoorde. De contanten en de kaartjes wezen erop dat Eleanor van plan was haar man te verlaten, of dat ze een geheime liefdesverhouding had. Donald Gallagher had een strafblad voor diefstal en was een veroordeelde oplichter. Hij had geen alibi voor het tijdstip waarop zijn vrouw werd vermoord.

Nu ze de feiten las, kon Kathleen zich voorstellen hoe een jury die zou interpreteren en tot een veroordeling van haar vader kon komen. Hij had de mogelijkheid en er leek een motief te zijn. Maar het paste absoluut niet bij het beeld dat Kathleen van haar vader had. Hij was misschien een dief geweest, maar hij was geen moordenaar. Hij werd zelfs nooit kwaad.

Ook kon zij zich niet voorstellen dat haar moeder hem voor een andere man zou verlaten. Eleanor had niet genoeg zelfwaardering - of energie - om er een verhouding op na te houden. Ze kon nog niet eens voor haar eigen kinderen zorgen, laat staan ervandoor gaan met een andere man. Donald was haar leven geweest en daarom liet ze hem ook elke keer weer terugkomen als hij vrijkwam.

Maar waarom had ze die brieven van Rick al die jaren nog bewaard? En waarom wilde ze de trein naar New York nemen en een toneelstuk gaan bekijken, terwijl ze nauwelijks de energie had om zich 's morgens aan te kleden of het huis te verlaten? En, het wonderlijkste van alles, waar kwamen die drieduizend dollar vandaan?

'We gaan naar bed,' zei ze tegen Joëlle. 'Ik ben te moe om na te denken. We kunnen dit een andere keer uitzoeken.'

Maar Kathleen deed geen oog dicht. Ze woelde in haar bed, keek naar de digitale cijfers van de wekker en dacht aan haar moeder. Ze stond op en deed de rolluiken op een kier open zodat ze Joëlles gezicht beter kon zien in het maanlicht. Het viel haar weer op hoezeer zij op de mooie, tragische Fiona Quinn leek. Ze kon nog steeds niet slapen en ging uiteindelijk naar de badkamer om het licht aan te kunnen doen en alle krantenknipsels nog eens te kunnen lezen. Ze probeerde uit te vinden hoe het zat, maar er was geen touw aan vast te knopen.

De volgende morgen voelden haar ogen opgezet en beurs aan. Ze bestelde het ontbijt via de roomservice, ook al betaalde ze dan negen dollar voor een broodje, jus d'orange en koffie. Kathleen liet Joëlle zo lang slapen als ze wilde, maar ze werd ruim voordat ze naar het feest moesten al wakker. Kathleen wilde niet te laat op het feest komen en vertrok ruim op tijd.

Annie rende naar buiten om haar te begroeten zodra de auto voor hun oude huis stopte. 'Kathy! Kathy,' huilde ze. 'Ik ben zo blij dat je bent gekomen! O, wat heerlijk om je te zien!' Kathleen keek naar het betraande gezicht van haar zus en glimlachte. Met haar zesenveertig jaar was ze een leuke, wat gezette vrouw met blond haar en een vrolijk, rond gezicht.

'Je ziet er precies zo uit als ik je me herinner, Annie - met tranen en al. Je was altijd een huilbaby.' Ze lachten en omhelsden elkaar. Kathleen stelde Joëlle voor, die ook uit de auto was gekomen.

'Dag tante Annie,' zei ze verlegen. Annie rende om de auto heen om haar ook te knuffelen.

Kathleen herkende JT onmiddellijk toen hij door de voordeur kwam wandelen. Hij was net zo dun en pezig als altijd, met dezelfde ondeugende grijns en het donkere, piekerige haar dat nooit in model wilde blijven zitten.

'Hoe gaat het met je, JT? Het is veel te lang geleden.'

'Goed, met mij gaat bet goed. Het is inderdaad lang geleden, nietwaar?' Hij schraapte zijn keel. 'Wie heb je meegebracht?'

'Dit is mijn dochter, Joëlle.'

'Kom mee,' zei JT, die de deur openhield. 'De rest van de bende zit binnen.'

Kathleen maakte voor het eerst kennis met de man van Annie, de vrouwen van Slome en JT en al hun kinderen. Te midden van al het gelach en de opwinding was het onmogelijk om al hun namen te onthouden. Joëlle raakte snel bevriend met twee van haar neven die haar van de volwassenen wegvoerden. Kathleen kon alleen maar hopen dat ze niet zo vreselijk waren als hun vaders waren geweest.

'Blijf bij de treinen vandaan!' riep ze toen de gaasdeur achter hen dichtviel. JT lachte schaterend. 'Waar is Slome?' vroeg Kathleen, om zich heen kijkend.

'Hij is naar Attica gereden om pa op te halen,' antwoordde haar broer. 'Ze kunnen elk moment terugkomen.'

'En je kunt hem maar beter geen Slome meer noemen, als je geen dikke lip wilt krijgen,' vulde Annie aan.

Kathleens aanvankelijke zenuwachtigheid verdween toen ze met elkaar zaten te praten en hun levenslopen uitwisselden. Ze hoorde dat Annie als kinderverpleegster in het ziekenhuis van Bensenville werkte en dat haar man auto's verkocht. De vrouw van JT was net als hij leraar aan de middelbare school en de vrouw van Slome werkte als hoofd administratie en boekhoudster in zijn elektronicabedrijf. De oudste zoon van Slome, Ryan, was getrouwd en had een dochter van één jaar.

'Dus jullie hebben allemaal toch nog een goede opleiding genoten,' zei Kathleen verbluft.

'Doe niet zo verbaasd.' JT's grijns herinnerde haar pijnlijk aan die van haar vader. 'Dacht je dan dat wij minder slim waren dan jij?'

'Jullie waren hard op weg gangsters te worden toen ik het huis verliet,' gaf ze terug. 'Hoe hebben jullie je studie ooit kunnen betalen?'

'Slome ging in het leger en kwam in Vietnam terecht - wist je dat?' Kathleen schudde van nee. 'Hoe dan ook, het veteranen-programma heeft zijn studie betaald. Oom Leonard en tante Connie hielpen Annie en mij.' JT keek naar zijn oom en

Kathleen zag de dankbaarheid en liefde in zijn ogen.

Annie, Connie en de andere vrouwen trokken zich later terug in de keuken om de laatste voorbereidingen voor het eten te treffen. 'Kan ik helpen?' vroeg Kathleen.

'Nee, jij blijft zitten en kletst verder, begrepen?' zei Connie. 'Maar JT zou me wel kunnen helpen om de barbecue aan te steken. Ik heb rundvlees dat er wel een poosje op mag.' Annie's man liep samen met JT weg en Kathleen ging bij oom Leonard op de bank zitten. Joëlle kwam terug met een blikje cola en ging ook bij hen zitten.

Kathleen zocht naar woorden om haar oom te zeggen hoe dankbaar ze was voor de manier waarop hij Annie en de jongens had opgevoed, een zware en ondankbare taak - maar ze wist niet hoe ze moest beginnen. Bovendien zou hij haar complimenten waarschijnlijk met een schouderophalen en een grom afdoen.

'Ik heb de hele nacht aan oma Fiona gedacht,' zei ze dus maar. 'Bedankt dat je haar verhaal wilde vertellen. Hoe... hoe is ze gestorven?' Ze was een beetje bang om het te vragen, gezien Fiona's leven en wat zij wist over Arthurs dood.

'Ze heeft een hartaanval gehad,' antwoordde hij. 'Ze moet al jaren voor die tijd pijn op haar borst hebben gehad, en op zeker moment was er een blokkade. Op een morgen belde ze de pastoor en zei: "U kunt beter komen, want ik voel me niet goed." Toen hij kwam, was ze al overleden. Ze zat op de bank en had de telefoon nog in baar hand. De dokter zei dat het een zware aanval was en dat ze waarschijnlijk binnen een paar seconden was overleden.'

'Zei je dat ze een pastoor had gebeld?' vroeg Kathleen verbaasd.

'Ja, dat verbaasde mij ook. Mijn moeder ging nooit naar de mis - hoewel ze er wel voor zorgde dat wij erheen gingen als kinderen. De pastoor heeft mij ook gebeld en toen ik in Deer Falls was, vertelde hij me dat ze de laatste paar maanden weer naar de kerk ging - alsof ze wist dat het niet lang meer zou duren. Hij zei dat ze met God in het reine was gekomen.'

Kathleen sloeg een hand voor haar mond en probeerde haar tranen tegen te houden, maar dat lukte niet.

'Wat is er?' vroeg oom Leonard.

'Niets... ik ben alleen zo blij dat ze vergeving heeft gevonden. Ik hield van oma Fiona. Ik heb haar maar één keer gezien, maar ik hield van haar.'

Leonard schraapte zijn keel en keek alsof hij ook moest huilen, maar het niet wilde. 'Ik heb de ring met saffier die ze van mijn vader kreeg, als je die wilt hebben. Het is een van de weinige dingen die ik van haar heb bewaard.'

'Die zou ik dolgraag willen hebben,' fluisterde ze.

Hij schraapte zijn keel weer. 'Ik zal Connie eens vragen wat ze ermee heeft gedaan.' Kathleen zag hem uit zijn stoel omhoog worstelen en met zijn wandelstok in de hand wegschuifelen. Ze hielp hem niet. Hij had een excuus nodig om zijn eigen emoties te verbergen, en zij gaf het hem.

De ring was prachtig, helemaal in de stijl van de jaren twintig van de vorige eeuw en met een perfect geslepen saffier. Hij was te klein voor haar eigen ringvinger, en dus gaf ze hem aan Joëlle. Hij paste haar precies. Ze hield haar slanke hand naar voren om hem te bewonderen.

'Zij moet hem krijgen,' zei oom Leonard hees. 'Hij staat haar prachtig.'

'Dank u,' fluisterde Joëlle. 'Ik zal hem altijd goed bewaren.'

Hij knikte en zijn trieste gezicht vertoonde bijna een glimlach toen hij zich met een zucht weer op de bank liet zakken.

'Oom Leonard, vertel me over mijn moeder,' zei Kathleen. 'Je hebt het verhaal van oma Fiona gisteren verteld, maar je hebt niet gezegd waarom mijn moeder het huis verliet en hierheen ging - en waarom ze nooit terugging naar Deer Falls.'

'Ik was niet thuis toen Eleanor uit Deer Falls wegging. Ik was na de middelbare school in dienst gegaan, in 1940. Ik weet alleen wat ze in haar brieven vertelde - en wat ze me wilde vertellen toen ik terugkeerde. Er zijn dingen van Eleanor die we misschien nooit zullen weten...'