28

Twee jaar later schonk Fiona het leven aan Arthurs dochter, in dezelfde kraamkliniek als die waar Leonard was geboren. En weer nam ze een taxi en moest ze de weeën en geboorte alleen doormaken. Ze hield haar twee dagen oude dochter in haar armen en bestudeerde haar perfecte gezicht en kleine handjes toen ze plotseling Arthur met een bos rozen in de deuropening naar haar zag kijken.

'O. Hoe lang sta je daar al?' vroeg ze verbaasd. Ze had zich nog niet opgemaakt en hoopte dat ze er een beetje verzorgd uitzag. Ze haalde haar vrije hand door haar haar om het glad te strijken.

'Nee, niet doen,' zei hij, terwijl hij glimlachend op haar toeliep. 'Ik vind je haar prachtig als het zo in de war zit.' Ze rook zijn aftershave, vermengd met de rijke geur van de rozen toen hij zich bukte om haar te kussen. Hij legde de bloemen op haar nachtkastje en ging in de stoel naast haar zitten, zonder zijn ogen van haar af te wenden. 'Je ziet er prachtig uit, Fiona. Deze rozen verwelken van jaloezie als ze bij jou in de kamer moeten staan.'

Er kwamen tranen in haar ogen, niet vanwege de lieve woordjes van Arthur en zijn stralende blik in haar richting, maar omdat hij geen moment naar hun dochter keek. Hij toonde ook nooit interesse voor de tweejarige Leonard. Altijd als hij naar het appartement kwam, was het alleen maar voor haar. Met dit kind zou het niet veel anders gaan.

'Dank je voor de bloemen,' zei ze, in de hoop dat hij haar verdriet voor vreugdetranen zou aanzien. 'Hebben ze je gezegd dat we een dochter hebben?' Ze tilde het kindje hoger op en sloeg het dekentje terug zodat hij haar gezichtje kon zien. Arthur keek nauwelijks een seconde naar haar en richtte zijn blik alweer op Fiona.

'Wanneer kun je naar huis, lieverd?'

'De dokter zei vrijdag. Hij wilde het geboortebewijs vandaag tekenen, maar ik wist niet welke naam je haar wilde geven. Ik wist niet wanneer ik je zou zien...' Ze zweeg even om een traan van haar wang te vegen,'...en dus wilde ik haar Brigid noemen.'

Arthur schudde zijn hoofd en vertrok zijn gezicht. Fiona hoopte dat hij niet weer 'te Iers' zou zeggen, zoals de vorige keer. Ze veegde nog een traan weg. Er was niets veranderd sinds Leonard was geboren. Arthur had beloofd dat zij 'binnenkort' zouden trouwen en dat Fiona Bartlett zou heten, net als haar zoon. Maar ze heette nog steeds Fiona Quinn, en het enige wat er gebeurde, was dat ze nu een tweede onwettig kind had.

'Waarom huil je?' vroeg hij zacht.

'O-omdat onze dochter geen naam heeft... en ik ook niet.' Arthur schoof zijn stoel dichterbij en pakte Fiona's hand.

'Wat dacht je van Eleanor? Vind je dat een mooie naam? Eleanor Bartlett?'

'En ik dan?'

'Heb je dan geen fijn leven met mij? Geef ik je niet veel meer geld dan je ooit nodig hebt?'

'Je bent altijd heel vrijgevig geweest, maar...'

'Je weet dat ik een thuisverpleegster heb ingehuurd om voor Leonard te zorgen zolang jij in het ziekenhuis ligt? Ik vraag haar om nog een paar maanden te blijven als jij en de baby thuiskomen'

'Dank je. Maar, Arthur...?' Ze slikte een volgende traan weg. 'Wanneer gaat Evelyn van je scheiden?' Hij keek verbijsterd, alsof Fiona zijn vrouw in de kamer had uitgenodigd door haar naam te noemen.

'Fiona, onze tijd samen is altijd zo kort. Waarom maak je alles moeilijk door mij onder druk te zetten?'

Ze hoorde de stille waarschuwing in zijn stem en vroeg zich af of ze te ver was gegaan. Ze wilde niet langer in zonde leven; ze wilde haar zelfrespect terugkrijgen en een goed leven voor haar kinderen zeker stellen. Maar in plaats daarvan besloot ze op zijn ijdelheid te spelen.

'Ik ben het beu om je te moeten delen,' zei ze. 'Ik wil je helemaal voor mijzelf.'

Arthur glimlachte en zijn donkere, trieste ogen keken hoopvol. 'Ik verbaas me er elke dag over dat een jonge en mooie vrouw zoals jij van mij houdt. Je weet dat ik graag met je wil trouwen. Maar Evelyn heeft eigen geld - van haar familie. Ze is bereid er een groot deel van te spenderen aan advocaten die de echtscheiding aanvechten. Het spijt me.'

Fiona knikte, maar geloofde hem niet echt. Niet meer. En ze wist ook niet zeker of zij van een man kon blijven houden die haar bleef voorliegen. Ze wilde dat ze een uitweg uit haar val kon vinden, maar als ze naar haar kleine, hulpeloze dochter keek - hij had haar Eleanor genoemd - wist ze dat ze bij Arthur zou blijven, of hij met haar zou trouwen of niet. Omwille van haar kinderen.

Zij werden haar leven en vulden de eenzame uren dat Arthur er niet was. Zij vervulden haar van een grotere en diepere liefde dan zij ooit voor mogelijk had gehouden. Ze speelde uren met hen, leerde hun van alles, nam hen mee voor wandelingen door het park, waarbij ze de kleine Eleanor trots in haar kinderwagentje voortduwde.

 

Toen de portier haar op een zonnige morgen hielp de kinderwagen door de deur te krijgen, zei hij plotseling: 'O ja, mevrouw, meneer Quinn heeft de envelop die u gisteren voor hem achterliet niet opgehaald. Wat wilt u dat ik ermee doe?'

Ze kreeg onmiddellijk een ongerust gevoel. Het was niets voor haar vader om zijn geld te laat op te halen. Toen ze nog in Ierland woonden, kwam hij altijd stipt op zondag haar weekloon ophalen bij Wickham Hall. Sindsdien had hij nooit een betaaldag overgeslagen.

'Laat de envelop nog een dag of twee liggen,' zei ze tegen

Charles. 'Er moet iets tussen zijn gekomen. Hij haalt de envelop zeker binnenkort op.'

Twee dagen later liet Charles haar de envelop weer zien. 'Hij is nog steeds niet geweest, mevrouw. Wilt u hem nog steeds hier laten liggen?'

'Nee... ik denk het niet.' Fiona nam de envelop terug en vroeg zich af wat er gebeurd kon zijn. Was haar vader ziek? Dit was niets voor hem.

'Bel me alsjeblieft direct, als hij nog komt.'

Rory kwam ook de week daarop niet opdagen, en toen ook de derde envelop onaangeroerd bleef liggen, begon Fiona zich ernstige zorgen te maken. Ze liet de kinderen achter onder de hoede van hun schoonmaakster en nam de metro naar de Lower East Side om poolshoogte te gaan nemen. Ze was niet meer in deze buurt geweest sinds voor de geboorte van Leonard, meer dan twee jaar geleden. De smalle, overvolle straten en vervallen gebouwen leken onveranderd. Ze zag dezelfde vervuiling en wanhoop, dezelfde hopeloze blik op de gezichten van de immigranten - en ze was dankbaar dat ze aan dit leven was ontsnapt.

Ze vond de huurkazerne waar Rory woonde en klom de steile trap op naar zijn kamers. Een vrouw deed de deur op een kier open toen Fiona aanklopte. Ze keek haar wantrouwig aan, met een baby op haar arm en een haveloze peuter aan haar rokken. Het hadden Fiona's kinderen kunnen zijn. Ze fluisterde een dankgebedje dat Leonard en Eleanor goed doorvoed waren, warm en veilig.

'Ik zoek meneer Quinn - Rory Quinn. Is hij er?'

De vrouw sprak zeer gebrekkig Engels, maar kon Fiona uiteindelijk duidelijk maken dat hij daar niet meer woonde; de verhuurder had het appartement twee weken daarvoor aan haar gezin toegewezen. Fiona klopte bij verschillende buren aan en moest soms schreeuwen om zich verstaanbaar te maken, maar niemand leek Rory Quinn te kennen of te weten wat er van hem was geworden. Daarop rende ze bijna de twee blokken naar neef

Darby, die nog altijd in dezelfde armoedige kamers woonde.

'Fiona, kom binnen. Ik hoopte al dat je...'

'Ik zoek mijn vader. Weet jij waar hij is?' Neef Darby kreeg een zo sombere uitdrukking op zijn gezicht dat de schrik haar om het hart sloeg. 'Wat is er, Darby? Is er iets gebeurd? Vertel het me!'

Hij legde zijn hand op haar schouder. 'Ik wist niet hoe ik je kon bereiken, meisje.' Hij zweeg even, overmand door emotie. 'Het spijt me, Fiona. Je vader is overleden.'

Haar hart bleef stilstaan. Dat kon niet waar zijn! Ze wilde niet geloven dat Rory dood was, maar ze zag aan Darby's ogen dat hij de waarheid sprak. Het was alsof al het bloed plotseling uit haar lichaam werd gezogen.

'Hoe?' fluisterde ze hees.

'Een ongeluk op het werk. Een van de laadkranen...' Hij stopte. 'Ga zitten, meisje. Je ziet zo bleek als een laken. Ik zal wat water voor je halen.' Hij schepte een beker vol uit een emmer, maar Fiona's handen trilden zo hevig dat zij de beker nauwelijks aan haar mond kon zetten. De schok was zo groot dat ze geen tranen vond; ze wist dat die later zouden komen.

'Misschien is het beter dat je niet alle details weet,' zei Darby meevoelend. 'Maar het ging snel - hij heeft niet geleden. Ik heb zijn appartement ontruimd en al zijn spullen zijn hier, als jij ze wilt hebben. Het was niet veel.'

'Houd ze maar,' zei ze. 'Of geef ze aan een gezin dat het nodig heeft.' Ze haalde diep adem om tot zichzelf te komen. 'Papa spaarde geld om mijn moeder en zussen over te laten komen. Heb je daar iets van gevonden?'

'Nee, er was geen geld.' Darby begon in een knapzak te rommelen die samen met een paar andere in een hoek van de kamer lag. Hij haalde Rory's versleten portemonnee te voorschijn en deed hem open om haar de inhoud te laten zien: een paar dollars. 'Dat was alles wat hij bij zich had. De rest moet hij elke week naar huis hebben gestuurd.' Hij gaf haar de portemonnee en zij staarde ernaar, zonder te bevatten waar ze naar keek.

'Weet je zeker dat dit alles was?'

'Het spijt me, Fiona.'

Wat was er met al bet geld gebeurd dat zij Rory in de loop van de jaren bad gegeven? Had bij bet allemaal voor zichzelf uitgegeven? Misschien had Darby gelijk en stuurde hij het wekelijks op naar huis. Maar hoe het ook was, ze besefte dat haar moeder en zussen nu haar verantwoordelijkheid waren - naast Leonard en Eleanor.

'Ik begrijp niet waarom hij hen nooit heeft laten overkomen, Darby. Er had allang genoeg geld voor moeten zijn. Het is meer dan vier jaar geleden dat papa en ik in Amerika kwamen. Ik heb hem al die tijd geld gegeven. Ik begrijp niet waarom de anderen nooit zijn gekomen.'

'Ik ook niet. Je vader vertelde mij nooit iets, meisje.'

Onderweg terug naar haar appartement begon Fiona het verdriet te voelen. Terwijl ze in de schuddende metro zat, herinnerde ze zich hoe nabij ze haar vader was geweest op de boot en hoe opgewonden ze zich had gevoeld na elke geslaagde inbraak Hij had Arthur uitgezocht als haar doelwit, die avond in de schouwburg; zelf had ze nooit acht op hem geslagen omdat hij te oud was. Als Rory er niet was geweest, zou ze Arthur nooit ontmoet hebben en nu geen twee prachtige kinderen hebben gehad.

Ze wenste nu dat ze die laatste keer geen ruzie had gemaakt met haar vader. Ze wilde dat ze nu en dan naar beneden was gegaan om hem te spreken, in plaats van te weigeren hem te zien en een kille envelop met geld voor hem achter te laten bij de portier. Ze had met hem in het park kunnen gaan wandelen en Leonard en Eleanor kennis kunnen laten maken met hun grootvader. Maar nu was het te laat.

Waarom had hij haar moeder en de kinderen nooit laten komen? Ze kon het niet begrijpen. Maar ze zou het op een of andere manier goedmaken. Ze zou uitzoeken hoeveel negen tickets naar Amerika kostten en zou een woning zoeken waar zij konden verblijven. Ze kon Arthur moeilijk vragen hen te onderhouden, maar misschien dat hij de oudere meisjes aan een baantje kon helpen als kinderoppas of bediende bij een van zijn rijke relaties. Of misschien konden ze voor haar werken.

Fiona huilde toen ze een brief aan haar moeder schreef en haar over Rory's dood vertelde. Ze beloofde dat ze zo snel mogelijk negen tickets zou sturen voor haar en de kinderen, gaf haar moeder het adres van haar appartement en smeekte haar snel terug te schrijven. Fiona wachtte en keek elke dag reikhalzend uit naar de post.

Er ging een maand voorbij zonder een antwoord. Ze schreef nog een keer en maakte zich zorgen dat de vorige brief in de post was blijven steken. Ze zond nog een brief, en nog een, maar het was alsof ze naar de bodem van de Grote Oceaan tussen New York en Ierland verdwenen. Wanhopig stuurde Fiona een brief aan haar zuster Sheila, op het adres van Wickham Hall. Weer kwam er geen antwoord. Ten slotte schreef ze aan de pastoor van St. Brigid. Zijn antwoord kwam ongeveer vier maanden na Rory's overlijden:

 

Beste juffrouw Quinn

 

Het spijt me u te moeten meedelen dat uw moeder en zusters niet meer in deze parochie wonen. Uw gezin maakte zware tijden door nadat uw vader hen had verlaten en een tyfusepidemie kostte uw moeder en de drie jongste meisjes het leven. De twee oudsten zijn getrouwd en wonen nu elders. De drie andere meisjes moesten naar het klooster worden gestuurd omdat niemand voor hen kon zorgen. Zo God wil, hebben de nonnen inmiddels opvang voor hen gevonden. Het spijt mij dat ik u al dit slechte nieuws moet meedelen, maar ik hoop dat u troost en kracht vindt in de liefde en leiding van onze Here en Verlosser.

 

Hun vader had het gezin verlaten? Fiona las de brief keer op keer en kon het niet bevatten. Had Rory nooit contact met hen opgenomen nadat zij Ierland hadden verlaten? Had hij helemaal geen geld gestuurd om hen te steunen? Ze kon het niet geloven. De pastoor moest het bij het verkeerde eind hebben. Hij had Fiona's familie vast verwisseld met een ander gezin. Ze had Rory meer dan vier jaar lang elke week geld gegeven, eerst van haar loon in de hoedenwinkel, en later van de toelage die zij van Arthur kreeg. Had iemand het uit de post gestolen voordat het in Ierland aankwam?

Of het nu waar was of niet dat Rory zijn gezin in de steek had gelaten, één ding was zeker: ze waren er niet meer. Fiona was hen allemaal kwijtgeraakt. Haar vader en moeder en drie van haar zusters waren overleden en de andere kinderen waren verspreid. En ondertussen had zij in luxe geleefd. God zou haar zeker straffen voor haar zonden.

Leonard en Eleanor vormden de enige familie die zij had op de wereld. En als Arthur hen ooit zou verlaten, zouden ze even hulpeloos zijn als haar moeder en de meisjes waren geweest. Hij had haar jarenlang beloofd dat hij met haar zou trouwen, en zij had nooit aan hem getwijfeld en altijd gedacht dat zij op een dag een gezinnetje zouden vormen. Maar nadat Eleanor was geboren, had Fiona de waarheid eindelijk onder ogen gezien. Rory had gelijk gehad; Arthur zou nooit met haar trouwen, en als ze hem onder druk bleef zetten, zou hij kwaad kunnen worden en weg kunnen lopen. Dan zou ze alles wat ze had, verliezen.

We hebben er een zootje van gemaakt, Fiona, had haar vader haar ooit gezegd. Een ellendig zootje.

Ja, dacht Fiona. Dat hebben we zeker.