Sortering

Bij thuiskomst had Lise altijd het gevoel dat ze heel lang weg was geweest. Dat had waarschijnlijk te maken met de totale omschakeling, dacht ze, in het buitenland stelde ze haar hele gevoelsapparaat, lichaam en gedachtegang in op een andere werkelijkheid – zo’n reis betekende dat ze helemaal uit het leven van alledag stapte en daarom moest ze op dezelfde manier omschakelen als ze weer thuiskwam. En altijd was het een vreemde gewaarwording als ze mensen ontmoette die niet dezelfde metamorfose hadden meegemaakt en die zich tegenover haar net zo gedroegen als vóór haar vertrek.

Toen ze de glazen deuren opende, de receptie van het gebouw van VG binnenliep en knikte tegen de vrouw achter de balie, herkende ze het gevoel intuïtief. Ze haastte zich naar de lift waar juist mensen uit waren gestapt die ze niet kende. Ze glipte snel naar binnen. De deuren gingen dicht en de glazen lift voerde haar langzaam naar boven. Het was middag. Bijna acht uur geleden was ze op Gardermoen geland. Ze keek door de glazen wand van de lift neer op de mensen bij de receptie. Ze werden steeds kleiner. Toen de lift stopte, aarzelde ze even voor ze op de knop drukte en verder ging naar het restaurant, waar in de zomerhitte geen mens te zien was. De deuren naar het terras stonden wagenwijd open. Ze liep erheen en leunde tegen de reling terwijl ze uitkeek over de daken en de reclameklok van Freia aan de Egertorg. Ze stak een sigaret op en bedacht dat ze eigenlijk veel langer in Afrika had moeten blijven.

Toen ze een tijdje later op de reportageafdeling kwam en haar kop gloeiend hete thee haast niet meer vast kon houden, stond Frederica met haar telefoonhoorn te zwaaien. Lise liep snel tussen de rijen bureaus door. Net alsof ze meedeed aan een aardappelloop op de kleuterschool. Ze knikte naar links en naar rechts terwijl de thee over haar wijsvinger gulpte. ‘Au’, fluisterde ze. Ze zette de kop thee weg en likte haar vinger af voor ze ging zitten. Frederica had de telefoon op haar schrijfblad gelegd. Lise pakte de hoorn en klemde hem onder haar kin. ‘O, hallo’, zei ze. ‘Ik dacht er net aan om je te bellen, maar wilde eerst iets warms te drinken halen.’ Ze draaide met haar stoel rond en pakte de kop met het ongezonde randje schuim langs de kant. Ze blies voorzichtig, proefde even terwijl ze luisterde naar de stem in de hoorn en wuifde pedant met haar lege hand naar Frederica, die wees op haar wang om aan te geven hoe jaloers ze was op haar bruine kleur.

‘Als je hebt gelezen wat ik heb geschreven, dan weet je ongeveer net zoveel als ik’, zei ze terwijl ze de kop weer wegzette. ‘Er is niet zo veel aan toe te voegen. Takeyo is doodgeschoten door een Somalische vluchteling die op een motorfiets reed. Die man, Ibrahim nog iets, werd een dag later doodgeschoten door de Keniaanse politie tijdens een actie waarbij de man iemand had gegijzeld. Een van de theorieën van de Keniaanse politie is dat Takeyo werd vermoord in verband met een drugsvendetta. Maar de Noorse politieman die ik heb ontmoet, is er vast van overtuigd dat de moord op Takeyo vanuit Noorwegen is geregeld.’

Ze drukte de telefoonhoorn steviger tegen haar wang en pakte de muis die naast het toetsenbord lag. ‘Dat weet ik niet’, zei ze. ‘Die Noorse politieman denkt dat. Ik ben journalist en refereer alleen wat de politie denkt.’

Ze luisterde weer. ‘Ik neem aan dat hij zich baseert op resultaten van het onderzoek hier in Noorwegen. Daarom heb ik daar ook niets over geschreven. Ik ben niet op de hoogte …’

Ze had een heleboel e-mails ontvangen en opende deze afwezig terwijl ze luisterde naar wat de ander te vertellen had. ‘Als journalist vind ik het heel interessant’, zei ze. ‘En mijn baas is er erg op gebrand. Ik blijf de zaak volgen. Het is interessant om uit te vinden hoe een moord in Kenia vanuit Noorwegen geregeld kan worden. Is dat eigenlijk wel mogelijk? Ik ga ervan uit dat we de zaak op de voet zullen volgen.’

Ze luisterde weer en sloeg haar ogen ten hemel om Frederica duidelijk te maken hoe hopeloos het gesprek verliep. Ze zei: ‘Waarom de politie dat denkt? Geen idee. Ik weet alleen dat de politie geïnteresseerd is in een bedrijf dat Inborn Fisheries heet en een ander dat Kisumu Grand Fisheries heet. Zeggen die namen jou iets?’

Ze las met een half oog de e-mails door, met de telefoonhoorn onder haar kin. Waarom vielen ze haar toch lastig met al die spam? Loterijen voor Green Cards in de Verenigde Staten. Housewife finds $10.000 in closet. Sexy chicks showing it all … Ze begon de ongelezen mails te verwijderen. Hoe kwamen ze aan haar naam?

‘De eerste firma houdt zich bezig met het kweken van vis, de andere met export van visfilet. Maar mooi dat je belde’, zei ze afwezig. ‘Ik hou contact met je. Sorry dat het allemaal een beetje rommelig overkomt, maar ik probeer op dit moment de politie een stap voor te blijven.’

‘Hectische overgang vanuit safariland?’ vroeg Frederica meelevend toen Lise had neergelegd.

‘Een van mijn bronnen’, mompelde Lisa. ‘Best wel snugger, maar af en toe een beetje manisch.’

Op dat moment klonk een korte pling uit de computer. Een mailtje van Robert Otien.

Voor ze het opende, keek ze even zwijgend voor zich uit.

Voor zijn doen was het een kort bericht. Geen nietszeggende opmerkingen, ook niets over verlangen of maanverlichte nachten. Alleen een boodschap voor haar Noorse politievriend. Arme Robert, dacht ze en ze las: het huis is eigendom van kisumu grand fisheries .

*

Ze begon op het net te zoeken. Een van de pagina’s die ze vond, was de website van Norwatch – een pagina van Future in Our Hands, een organisatie die een kritische noot wil plaatsen bij Noorse bemoeienissen in ontwikkelingslanden. Ik word warm, dacht ze en ze klikte verder. Ze probeerde de zoekmachine op de betreffende pagina en zocht op sleutelwoorden als fisheries en Nile-perch , maar kreeg pas beet toen ze zocht op Lake Victoria . Ze kreeg een overzicht van rapporten over de onevenwichtige verdeling van visvoorraden, en ze las een stuk over Noorwegen. Het bedrijf unitor was een aantal jaren geleden betrokken geweest bij de bouw van diverse fileerfabrieken – met ruime subsidie van norad .

Ze dacht na. Dit was zuiver salonfähige Noorse politiek. norad regelde economische ondersteuning voor particuliere bedrijven met de bedoeling het commerciële zakenleven in ontwikkelingslanden te stimuleren. Het enige wat hier bijzonder was, was de samenloop. unitor was betrokken bij projecten in Uganda. Robert Otien had Frank Frølich getipt over een industrieketen met filialen in Uganda. Ze hadden gesproken over fabrieken die werden gebouwd met behulp van Noors ontwikkelingsgeld. Takeyo had een opleiding gevolgd aan de Makere-universiteit in Kampala, de hoofdstad van Uganda. Misschien zou de politie deze samenloop een spoor noemen, maar moest ze contact opnemen met Frank? Waarschijnlijk had hij allang hetzelfde gelezen als zij. Toch pakte ze de telefoon en belde.

Een vrouw beantwoordde Frølichs telefoon. Hij was niet aanwezig.

Ze kopieerde het internetadres van het rapport in Norwatch, plus de boodschap van Robert Otien en voegde ze aan een e-mailbericht toe. Moest er nog iets bij?

Ze wist niets van Frank Frølich, behalve dat ze hem leuk vond. Wat moest ze schrijven? Wat wilde ze hem duidelijk maken? Zou ze schrijven: Hallo, we hebben het heel erg leuk gehad maar ik ken je niet, jij kent mij niet en ik weet niet of ik het aandurf … nee, ik weet niet of ik puf genoeg heb om te ontdekken … Daarom hou ik me liever bij nietszeggende one night stands, omdat die minder verplichtingen scheppen, en ik wil niet meer van mezelf aan mannen geven dan … dan …

Ze schudde het sentimentele gevoel van zich af en schreef: Hallo Frank, ik stuur hierbij een bericht van Robert. Daarna zocht ik op het net en heb wat gevonden over Noorse betrokkenheid bij de ontwikkeling van de visindustrie rond het Victoriameer, een aantal jaren geleden. Ik probeer meer uit te vinden en zal een van de komende dagen contact met je opnemen. Check dit internetadres, Lise.

Ze stuurde het mailtje weg en zocht het telefoonnummer van norad op.

Een meer van leugens
titlepage.xhtml
Een_meer_van_leugens_split_0.xhtml
Een_meer_van_leugens_split_1.xhtml
Een_meer_van_leugens_split_2.xhtml
Een_meer_van_leugens_split_3.xhtml
Een_meer_van_leugens_split_4.xhtml
Een_meer_van_leugens_split_5.xhtml
Een_meer_van_leugens_split_6.xhtml
Een_meer_van_leugens_split_7.xhtml
Een_meer_van_leugens_split_8.xhtml
Een_meer_van_leugens_split_9.xhtml
Een_meer_van_leugens_split_10.xhtml
Een_meer_van_leugens_split_11.xhtml
Een_meer_van_leugens_split_12.xhtml
Een_meer_van_leugens_split_13.xhtml
Een_meer_van_leugens_split_14.xhtml
Een_meer_van_leugens_split_15.xhtml
Een_meer_van_leugens_split_16.xhtml
Een_meer_van_leugens_split_17.xhtml
Een_meer_van_leugens_split_18.xhtml
Een_meer_van_leugens_split_19.xhtml
Een_meer_van_leugens_split_20.xhtml
Een_meer_van_leugens_split_21.xhtml
Een_meer_van_leugens_split_22.xhtml
Een_meer_van_leugens_split_23.xhtml
Een_meer_van_leugens_split_24.xhtml
Een_meer_van_leugens_split_25.xhtml
Een_meer_van_leugens_split_26.xhtml
Een_meer_van_leugens_split_27.xhtml
Een_meer_van_leugens_split_28.xhtml
Een_meer_van_leugens_split_29.xhtml
Een_meer_van_leugens_split_30.xhtml
Een_meer_van_leugens_split_31.xhtml
Een_meer_van_leugens_split_32.xhtml
Een_meer_van_leugens_split_33.xhtml
Een_meer_van_leugens_split_34.xhtml
Een_meer_van_leugens_split_35.xhtml
Een_meer_van_leugens_split_36.xhtml
Een_meer_van_leugens_split_37.xhtml
Een_meer_van_leugens_split_38.xhtml
Een_meer_van_leugens_split_39.xhtml
Een_meer_van_leugens_split_40.xhtml
Een_meer_van_leugens_split_41.xhtml
Een_meer_van_leugens_split_42.xhtml
Een_meer_van_leugens_split_43.xhtml
Een_meer_van_leugens_split_44.xhtml
Een_meer_van_leugens_split_45.xhtml
Een_meer_van_leugens_split_46.xhtml
Een_meer_van_leugens_split_47.xhtml
Een_meer_van_leugens_split_48.xhtml
Een_meer_van_leugens_split_49.xhtml
Een_meer_van_leugens_split_50.xhtml