21

Het buurtonderzoek in het flatgebouw waar Ingegerd Melander haar nek had gebroken, had een eensluidend resultaat opgeleverd: zondagavond was er een luidruchtig feest geweest met veel herrie in de flat van Melander. Diverse buren konden getuigen van harde muziek, mensen die kwamen en gingen en er had iemand in de bosjes in de binnentuin staan plassen.

‘We hebben al zo vaak geklaagd, we kunnen er nu niet meer tegen’, zei de naaste buurvrouw, Anja Wilson, een vrouw van in de dertig. ‘En er gebeurt niets.’

Tegen half twaalf was het aanzienlijk rustiger geworden. Diverse feestgangers hadden de flat met veel kabaal verlaten. Maar de muziek was tot middernacht doorgegaan. Vlak daarna was een hevig tumult ontstaan.

‘Het klonk alsof ze de meubels kort en klein sloegen’, zei de buurman recht onder de flat van Melander.

De politie had een totaal vernielde stoel in de slaapkamer van Ingegerd aangetroffen, dat was alles. Maar een stoel in de handen van de verkeerde persoon kan veel kabaal veroorzaken, zoals Beatrice het uitdrukte.

Daarna was het rustig geworden.

‘Johnny Andersson was in slaap gevallen’, constateerde Sammy Nilsson.

Niemand had het gehoord toen Ingegerd van de trap was gevallen.

‘Ze is in elk geval onmiddellijk overleden.’

Beatrice keek hem aan. Ze zaten in de kantine van het hoofdbureau over de zaak-Melander te praten.

‘Ze had niet zo veel alcohol in haar lichaam’, zei Bea.

‘Voldoende om mis te stappen.’

Sammy Nilsson wilde niet aan die ongelukkige vrouw denken. Terwijl ze op de uitspraak van de schouwarts en de sectie zaten te wachten, had Beatrice het buurtonderzoek gecoördineerd en biografische gegevens over Ingegerd Melander verzameld. Ingegerd Melander had een zus in Norrköping, die inmiddels was geïnformeerd. Ze had Johnny Andersson nogmaals ondervraagd en in de tussentijd had Sammy een paar uur aan de dertien namen van het bandyteam besteed. De lijst was die middag uitgebreid tot vijftien namen; kroegbaas Svensson had gebeld en de lijst aangevuld met de twee resterende spelers op de foto.

Tot nu toe had Sammy niets sensationeels gevonden. Vijf bandyspelers kwamen in het belastingregister voor wegens kleine vergrijpen, evenveel in het bestand van de dienst Beslagleggingen. Een van hen, een terminale kankerpatiënt, lag in een hospice en twee bevonden zich al geruime tijd in het buitenland. Ze hadden hetzelfde adres in een badplaats op de Filippijnen. Sammy had dadelijk de conclusie getrokken dat het pedofielen waren.

De lijst was gereduceerd tot twaalf namen. Met zeven van hen had Sammy inmiddels contact gehad. Ze waren er allemaal van op de hoogte dat hun teamgenoot een gewelddadige dood was gestorven, geen van hen had de laatste jaren contact met Gränsberg gehad, eigenlijk niet sinds hij zijn schaatsen aan de wilgen had gehangen. Sammy had voorzichtig in Anders Brant zitten wroeten, maar niets zinnigs gevonden.

En nu wilde hij helemaal niet zitten speculeren over de ongelukkige val en dood van een alcoholistische vrouw, maar de resterende vijf personen te pakken zien te krijgen.

‘Het is wel opvallend,’ vervolgde Beatrice, ‘de vrouw sterft terwijl ze het huishouden aan het doen is en de man ligt zijn roes uit te slapen.’

Sammy Nilsson zuchtte.

‘Wat zei Johnny?’

Beatrice vertelde dat hij had bevestigd dat ze ruzie hadden gehad, niets ernstigs volgens hem, aangezien hij te dronken was. ‘Dronkemansgezwam’ had hij hun woordenwisseling genoemd, er had geen handgemeen plaatsgevonden. De kapotgeslagen stoel had hij verklaard door te zeggen dat Ingegerd zich had verschanst in de slaapkamer en de stoel tegen de deur had gezet om te voorkomen dat Johnny binnen zou komen. ‘Ik wilde alleen een beetje knuffelen’, had hij verklaard. Toen hij de deur wilde forceren, was de stoel de kamer in getuimeld en toen hij binnenkwam, was hij erover gestruikeld. Uit woede had hij hem beetgepakt en tegen de muur gesmeten. Er waren ook sporen op de slaapkamermuur te zien, ongeveer op borsthoogte.

‘Een stoel stukslaan is toch ook een handgemeen?’ zei Sammy.

Hij kon de scène al voor zich zien.

‘Ja, maar hij heeft háár niet geslagen, alleen die muur.’

‘Ze had een behoorlijke blauwe plek op haar arm en schouder’, zei Sammy.

‘Van die val van de trap’, meende Amrén.

Jonas Amrén was de forensisch patholoog-anatoom. Sammy had hem omgedoopt tot ‘de Stille’ omdat hij altijd zo zwijgzaam was.

‘Ik denk dat we de zaak-Melander ter zijde moeten leggen’, zei Sammy.

‘Een misdrijf kan niet worden bewezen’, zei Beatrice met een bittere ondertoon in haar stem.

Sammy Nilsson dacht dat ze vermoedde dat Johnny Andersson Melander wellicht had mishandeld en haar misschien gewoon van de trap had geduwd, maar ze wisten allebei dat er op dit moment niets was dat een dergelijk scenario kon bevestigen. Er was niets om mee naar het Openbaar Ministerie te gaan.

‘Toen we Johnny vanochtend lieten gaan, had hij het alleen maar over de flat van Ingegerd Melander, of hij een kans had om die over te nemen.’

‘Maar dat is toch een gemeentelijke huurwoning?’

‘Ja, woningbouwvereniging Uppsalahem heeft haar eigen wachtlijst, maar hij zat te speculeren dat hij hem misschien kon onderhuren, overnemen of zo. Geen woord dat hij verdrietig was dat ze haar nek had gebroken.’

‘Hij wil verder met het leven,’ zei Sammy lichtzinnig, terwijl hij opstond, ‘en ik moet verder met die sportkameraden.’