3 juni
Nog 212 dagen te gaan…

22.12 uur

Alweer een dag verspild in het scoutinggebouw… En alweer een slapeloze nacht in het vooruitzicht…

Ik was naar buiten gegaan om te peilen hoe het met de wegafzettingen was gesteld. De plaatselijke bevolking was er zo te zien al aan gewend dat de stad was omsingeld door de politie. Het is verbazingwekkend hoe snel mensen zich aan bepaalde omstandigheden kunnen aanpassen, dacht ik bij mezelf. Voor mij gold dat niet: ik verzette me nog steeds tegen het feit dat ik voortvluchtig was, ik weigerde het te accepteren. Ik bleef voor ogen houden dat op een dag het leven weer normaal zou zijn.

Maar goed. Dat veranderde niets aan het feit dat ik de hele dag doodsbenauwd was geweest dat er een zoekactie op touw gezet zou worden en dat ze het scoutinggebouw zouden komen controleren. Of dat er een groep kinderen langs zou komen, of een theekransje voor mijn part. Ik was constant gespannen en stond bij het minste of geringste teken van onraad klaar om mijn rugzak te grijpen en door het raam te verdwijnen. Ik wilde zo graag iets nuttigs doen zolang het te onveilig was om hier te vertrekken. Maar het lukte me niet om me te ontspannen en rustig door m’n spullen te gaan. Telkens als ik me voornam om alles nog eens door te nemen, op zoek naar dingen die ik misschien tot nu toe gemist had, betrapte ik me er een moment later alweer op dat ik door het raam zat te kijken of er niemand aankwam. Oplettendheid was een tweede natuur geworden.