23 december
Nog 9 dagen te gaan…

De boomhut

11.00 uur

Buiten de boomhut scheen de zon. De vogels in een boom vlakbij kwetterden zo hard dat ik Winter door de telefoon nauwelijks kon verstaan.

‘Praat eens wat harder,’ zei ik.

‘Ik ben helemaal klaar,’ zei ze, iets harder, met een stem die trilde van opwinding. ‘Nelson haalt eerst Josh op, dan mij en daarna komen we jou ophalen. Hij kan elk moment hier bij het motel zijn… Ik geef het niet graag toe, Cal, maar ik ben bloednerveus. Stel je voor dat er iets misgaat.’

‘Dat mogen we gewoon niet laten gebeuren,’ zei ik, al had ik het zelf ook niet meer van de zenuwen over wat we gingen doen. ‘Enneh… de naam is Matt, hè?’

11.21 uur

Ik wachtte en intussen controleerde ik telkens weer mijn rugzak om er zeker van te zijn dat ik alles had wat ik nodig had. We moesten om één uur op het vliegveld zijn, want onze vlucht ging om drie uur. Ik streek met mijn vingers door mijn haar en haalde het naar voren, zodat het over mijn voorhoofd hing en bijna mijn ogen bedekte.

De contactlenzen! Ik was de donkere contactlenzen die Winter me had gegeven bijna vergeten. Snel viste ik ze uit mijn rugzak. Ik knipperde als een gek met mijn ogen toen ik ze indeed.

11.29 uur

Zodra ik de auto van Sharkey bij het achterhek hoorde stoppen, keek ik of de kust veilig was, klauterde langs het touw naar beneden en sloop voor de laatste keer de tuin van de familie Lovett uit.

‘Goedemorgen, meneer,’ zei ik voor de grap toen ik in Sharkey’s auto stapte.

Sharkey lachte onhandig, waardoor ik nog zenuwachtiger werd dan ik al was. Ik keek naar mijn vrienden. Ze leken zich allebei heel ongemakkelijk te voelen.

‘Wat is er?’ vroeg ik. ‘Ik bedoel, afgezien van het voor de hand liggende feit dat jullie zogenaamd een groep scholieren zijn die de beruchte psycho-tiener helpen het land uit te vluchten.’

‘Sharkey kwam net met slecht nieuws,’ antwoordde Boges.

‘De komende vier dagen wordt er een grote veiligheidsconferentie gehouden,’ zei Sharkey terwijl we naar het vliegveld reden. ‘Anti-terrorismeteams van over de hele wereld zijn naar de stad gekomen. Ze gaan oefeningen houden: gebouwen bestormen, wegen en bruggen beveiligen, het vliegveld hermetisch afsluiten, dat soort dingen.’

‘Het vliegveld afsluiten?’ vroeg ik en ik dacht aan wat Eric Blair me had verteld over Team Predator.

‘Er was al sprake van verscherpte controles op de vliegvelden, maar de beveiliging is nu verdrievoudigd,’ ging Sharkey verder. ‘Ik heb gehoord dat er tijdens de oefeningen ook controles gehouden zullen worden van willekeurige auto’s en het openbaar vervoer.’

Boges schudde zijn hoofd. ‘Het wordt nog erger. De hoofdcommissaris van politie heeft gezegd dat de oefeningen geen loze operatie zullen zijn, maar dat ze het programma een echt doel hebben gegeven, door jouw arrestatie op de agenda te zetten. Het schijnt dat de autoriteiten zelfs bij wijze van steekproef vingerafdrukken gaan nemen in de vertrekhal.’

‘Wat moeten we doen?’ vroeg ik vertwijfeld.

‘We kunnen niets doen,’ antwoordde Sharkey. ‘We moeten gewoon alles doen zoals we het hebben afgesproken en hopen dat we er op een of andere manier doorheen glippen.’

Ik zuchtte diep en staarde door het raampje naar de wereld die buiten voorbij gleed.

‘Kom op,’ zei Winter en ze klopte me bemoedigend op mijn knie. ‘We komen er wel door. Ik voel het gewoon.’

Ik draaide me naar haar toe en glimlachte geforceerd. Ze droeg een smaragdgroene baret en haar donkere haren vielen over haar schouders. Ik hoopte dat haar gevoel klopte.

‘Hebben jullie allemaal je verhaal paraat?’ vroeg Sharkey.

‘Absoluut,’ antwoordde ik, blij met iets wat me kon afleiden van het gevoel dat er een steen in mijn maag zat. ‘Ik ben Matt Marlow en ik ben op weg naar Ierland met mijn vrienden Joshua Stern en Grace Lee, en onze geschiedenisleraar meneer Nelson Sharkey.’

Sharkey knikte, maar ik zag dat zelfs hij nerveus was. Hij was gewend om aan de goede kant van de wet te staan en nu was hij de medeplichtige van een gezochte crimineel.

Hoe dichter we bij het vliegveld kwamen, hoe meer politieauto’s er op de weg waren, en hoe meer politiehelikopters in de lucht. Gelukkig was de rijbaan naar de vertrekhal die de politie had gereserveerd voor willekeurige controles vol toen we erlangs reden.

12.25 uur

Sharkey parkeerde de auto en met z’n allen begonnen we onze zenuwslopende tocht naar binnen. Ik probeerde niet steeds om me heen te kijken, maar ik kon er niets aan doen dat het zweet op mijn voorhoofd stond. Ik wist dat de mensen van de paspoortcontrole erop waren getraind om uit te kijken naar verdachte personen, en als ik zo bleef zweten en steeds zenuwachtig rond bleef spieden, zouden ze me er zeker uit pikken.

Op het hele vliegveld was het een drukte van belang, zo vlak voor Kerstmis. Ik nam aan dat de meeste reizigers op vakantie gingen of misschien op familiebezoek, net als Sharkey. Iedereen was druk in de weer met bagagelabels, rende achter kinderen aan of sleepte rond met koffers die waarschijnlijk uitpuilden van de cadeautjes. Ik had het gevoel dat ons bedrukte groepje behoorlijk uit de toon viel.

Voor mij was dit het eerste deel van de laatste hindernis in een zoektocht die nu bijna een jaar duurde. Ik kon de overwinning al bijna ruiken. Ik verschoof het gewicht van mijn rugzak. Er zaten warme kleren in die Boges me had geleend voor de Ierse winter en daaronder zat een mapje met het raadsel, het juweel en onze aantekeningen. Ik zou mijn rugzak niet inchecken. Niets of niemand kon me scheiden van alles wat erin zat.

‘Rustig aan, Matt,’ fluisterde Winter, die wel in de gaten had hoe ik eraan toe was.

‘Ik doe mijn best, Grace,’ zei ik tussen mijn opeengeklemde tanden door.

‘Goed,’ zei Nelson. ‘We hebben ons verhaal paraat, dus laten we gaan inchecken. Als er vragen worden gesteld, stuur je ze maar naar mij.’

Ik keek op en zag dat ook Sharkey pareltjes zweet op zijn voorhoofd had staan. Hij leek echt zenuwachtig. Zijn ogen vlogen langs de incheckbalies voor internationale vluchten.

We moesten hoe dan ook aan boord van dat vliegtuig zien te komen.

13.21 uur

We waren alle vier zonder problemen langs de incheckbalie gekomen – tot nu toe waren onze valse papieren geaccepteerd – en we liepen achter Sharkey aan naar de rij bij de paspoortcontrole. Geen van ons had een woord gezegd nadat we hadden ingecheckt, we waren allemaal veel te gespannen.

Plotseling hield Sharkey zijn pas in, zodat we achter hem abrupt tot stilstand moesten komen. Hij draaide zich nonchalant naar ons om, maar de blik in zijn ogen was meer dan onheilspellend.

Ik keek snel langs hem heen en verstijfde van schrik toen ik besefte dat we recht op de balie afliepen waar de mensen van de veiligheidsconferentie vingerafdrukken namen.

‘Wat moeten we doen?’ fluisterde Winter.

Sharkey keek verslagen.

‘Loop er gewoon langs, zo zelfverzekerd als je kunt,’ zei hij uiteindelijk, terwijl hij net deed alsof hij iets in zijn portefeuille zocht. ‘We kunnen niet meer terug. We zijn gewoon een groepje van school, weten jullie nog? Hopelijk pikken ze ons er niet uit en laten ze ons doorlopen. Als ze ons wel staande houden, kunnen we alleen nog maar bidden om een wonder.’

Mijn hart bonkte bijna mijn borstkas uit toen Sharkey zich omdraaide en doorliep. Mijn twee vrienden en ik hadden geen andere keus dan hem te volgen.

‘Neem me niet kwalijk, meneer,’ klonk een stem van achter de beveiligingsbalie. ‘Wilt u met uw groepje even hierheen komen voor een steekproef met vingerafdrukken?’

De woorden raakten me als een stomp in mijn maag. Zo’n stomp waar je van dubbelslaat. Zo’n stomp waar je niet meer van bijkomt.

Ik raakte in paniek en keek Boges en Winter radeloos aan. Ze zagen er al net zo bang uit als ik.

Sharkey wendde zich weer tot ons en ik werd misselijk. ‘Kom even mee, jongens,’ zei hij tegen ons, maar ik zag aan zijn treurige blik dat hij wist dat onze zoektocht voorbij was. Over een paar tellen zouden ze onze vingerafdrukken nemen en dat betekende dat de politie had gewonnen. Ze stonden op het punt om hun prooi te vangen.

Het was ons niet gelukt. Het oplossen van het GMO zat er gewoon niet in.

Ik deed mijn ogen dicht en dacht aan het leven dat ik wilde leiden, een doodgewoon leven met mam, Gabi, Rafe en mijn tweelingbroer. Het leven waar ik van droomde, was nu bijna voor altijd buiten mijn bereik.

Plotseling sloeg de stemming onder de mensen om ons heen razendsnel om. De politieagenten en beveiligingsbeambten achter de balie verdwenen ineens alle kanten op. Bewakers verlieten hun post en haastten zich naar een televisiescherm. Anderen pakten snel hun walkietalkie.

Wat gebeurde er allemaal?

Mijn hart bonkte in mijn keel en mijn blik schoot van links naar rechts, terwijl ik probeerde te ontdekken wat al die commotie te betekenen had. Hadden ze me in het vizier op de beveiligingscamera’s? Stond er een arrestatieteam klaar om me tegen de grond te werken?

Waar kon ik me verstoppen? Waar kon ik heen? Ik zat in de val!

Ik draaide om mijn as. Het hele vliegveld veranderde in één grote chaos. Reizigers lieten hun bagage vallen en holden naar de televisieschermen om te zien wat er aan de hand was, intussen opgewonden pratend en gebarend.

Wat gebeurde er?

‘Kijk!’ riep Winter en ze wees op een kleiner scherm dat achter de paspoortcontrole hing.

We tuurden alle vier omhoog naar het scherm. Er was een nieuwsuitzending. Onder in beeld liep een tekst met het laatste nieuws.

Voortvluchtige tiener Callum Ormond,’ las ik, ‘leidt de politie in een wilde achtervolging. Hoofdcommissaris roept op tot kalmte.’

Winter greep mijn arm.

‘We onderbreken deze uitzending voor een actueel bericht,’ kondigde de nieuwslezer aan.

Ik spitste mijn oren om het te kunnen verstaan boven het rumoer op het vliegveld uit.

‘We gaan over naar onze verslaggever ter plaatse. Anton, we hebben vernomen dat Callum Ormond gelokaliseerd is. Kun je ons vertellen of het waar is dat Callum Ormond de politie probeert voor te blijven in een áúto? Waar is hij en wat gebeurt er op dit moment?’

‘Het is hier een grote chaos, Julia. Het schijnt dat de voortvluchtige, Callum Ormond, kort na twee uur vanmiddag met een auto de glazen deuren van het hoofdbureau van politie heeft geramd. Daarna is hij uit de auto gesprongen en te voet gevlucht. Enige minuten geleden is hij voor het stadhuis aangehouden. Het hele incident is vastgelegd op bewakingscamera’s en de politie heeft bevestigd dat ze Ormond hebben gearresteerd en dat hij in hechtenis is genomen.’

Wát?

Boges, Winter en Sharkey stonden naast me met open mond naar het scherm te staren.

‘Wat is er aan de hand?’ siste Boges. ‘Ze hebben Callum Ormond gearresteerd? Hoe…’

‘Ryan,’ riep ik zachtjes. ‘Hier moet Ryan achter zitten! Hij wist dat mijn vlucht vandaag was! Hij heeft dit gedaan om te zorgen dat ik het land uit kan komen.’

Boven ons hoofd hoorden we hoe de helikopters die in de buurt van het vliegveld hingen, zich verwijderden in de richting van de stad.

De agent die ons eerder bij zich had geroepen, gebaarde nu dat we door moesten lopen.

‘Laten we maken dat we wegkomen,’ zei Sharkey en het zelfvertrouwen keerde terug in zijn blik. Hij straalde terwijl hij ons meevoerde naar de douane, waar de verwarring compleet was. Hij wist dat we in veiligheid waren. Er zou nu niemand meer naar mij op zoek zijn.

14.32 uur

We hadden het gehaald. We ploften alle vier neer op de harde stoelen van de wachtruimte voor vertrekkende passagiers. We waren uitgeput, leeg en opgelucht. Over een paar minuten zouden we in het vliegtuig zitten.

Ik pakte mijn mobiel om hem alvast uit te zetten, toen ik zag dat ik ongeveer een uur geleden een sms’je had ontvangen.

Cal, ga zo iets waanzinnigs doen… hoop echt dat het je helpt in het vliegtuig te komen. wie weet krijg ik nu zelfs onze moeder te zien. hoop dat de politie gelooft dat het alleen maar een mislukte rijles was. :) Veilige reis bro! zie je snel!