O kerkklok van mijn dorp

O kerkklok van mijn dorp, 
Klaaglijk in de kalme namiddag, 
Tot binnen in mijn ziel weerklinkt 
Je elke en iedere klepelslag.


En zo langzaam is je luiden, 
Zo bijna triest van dit leven, 
Dat je eerste slag zelfs lijkt 
Reeds eerder te zijn gegeven.


Al luid je ook nog zo nabij 
Wanneer ik langsloop, dwalend immer, 
Je bent als een droom voor mij. 
Je klinkt in mijn ziel van ginder.


Bij elke slag van jou in mij, 
Trillend in de open hemel, 
Voel ik verder het verleden, 
Voel ik verlangen dichter bij.



(1913)