1
Op de ochtend dat hij werd opgeroepen om de beruchtste seriemoordenaar van het land te vervolgen, dacht Robert Austin slechts aan honkbal. Het was vrijdag 1 oktober en hij zou de volgende middag zijn vijftienjarige dochter Sara meenemen naar een thuiswedstrijd van de Yankee's. De Orioles waren in de stad voor de play-offs van de American League en Andy Pettitte zou de werper zijn. Via een van zijn duizend dollar per uur rekenende advocaten vriendjes had hij stoelen weten te bemachtigen van waaraf Sara de verrichtingen van de beroemde pitcher prima zou kunnen bestuderen. Dankzij Austins bemoeienissen had ze een betere werpersarm ontwikkeld dan menige jongen van haar leeftijd, en zeker een beter spelinzicht. Sinds ze in de stedelijke competitie van New York speelde, had hij haar zien opbloeien, terwijl ze zich gretig de trucjes eigen maakte die hij in zijn jeugd geleerd had. En nu zou, mede door haar inbreng, haar team op 21 oktober om het stadskampioenschap spelen.
Het telefoontje kwam om vijf uur 's ochtends. Austin ontwaakte uit een ondiepe, rusteloze slaap, tastte naar de cellulaire telefoon op zijn nachtkastje, rolde uit bed en sloop de donkere slaapkamer uit zonder zijn vrouw Cassandra wakker te maken.
'Bobby, ' hoorde hij Jonathan Christopher zeggen, 'zet je maar schrap, ik heb groot nieuws. '
Austin kon de nauwelijks onderdrukte opwinding in de stem van zijn vriend horen. Hij stond in de kleine Pullman-keuken van het Tri-BeCa-appartement, activeerde de computer en klikte op het icoon van het automatische koffiezetapparaat dat Cassandra de vorige avond had gevuld. De timer was op halfacht ingesteld, de tijd dat ze normaal gesproken opstonden, en hij schakelde over op Manual. Cassandra, die helemaal gek was van computers, had vrijwel alle vertrekken geautomatiseerd.
'Jij hebt altijd groot nieuws, ' zei hij in de telefoon. Austin kreeg op het bureau van de D. A., de openbaar aanklager, altijd de gruwelijkste en gevoeligste zaken toebedeeld, de processen die ze per se wilden winnen. Dat kwam omdat Christopher hem daarvoor vroeg. Christopher was inspecteur bij Moordzaken en zijn succes bij het opsporen van seriemoordenaars en meervoudige verkrachters had hem een begerenswaardige relatie met de D. A. en met bijna het hele New Yorkse politiekorps opgeleverd. Christopher kon eisen stellen op het bureau van de D. A., en kreeg, als hij een onderzoeksteam wilde samenstellen, van alle politiedistricten altijd de volledige medewerking. 'De D. A. is volgens mij minstens vijfentwintig kilo aangekomen sinds ik voor hem werk. Het enige wat hij nog doet, is driegangenlunches met politico's naar binnen werken. '
'Als hij zich kandidaat stelt voor het burgemeesterschap zal hij jou ongetwijfeld meenemen, ' lachte Christopher. Hij was achter in de dertig, maar als hij sprak, voelde Austin altijd onmiddellijk het gewicht van zijn ervaring. Hij deed niets anders dan werken. Het leek zijn lust en zijn leven. 'Jij maakt gehakt van zijn tegenstanders. '
'Ja, ja, dat zal wel. '
'Gelul. Ik zie toch hoe jij de grote zaken afhandelt die ik je toeschuif. Jij bent hun grote ster. '
'Veroordelingen, daar gaat het om. ' De geur van koffie vulde de keuken en Austin pakte zijn favoriete mok, de mok die Sara hem had gegeven toen ze zeven was. Er stond een groot, rood hart op, met daaronder Papa. 'Jon, wat is er aan de hand? Je hebt me de afgelopen zes maanden drie zaken toegespeeld, maar ik ken jou. Je bent al die tijd stilletjes met iets anders bezig geweest. En daar kom je nu eindelijk mee op de proppen, heb ik gelijk of niet?'
'Goed gegokt. ' Christopher stond nog net niet te juichen. 'Je nieuwe zaak zit op dit moment duimen te draaien in Chinatown. Als het goed is, staat er over tien minuten een patrouillewagen bij je voor de deur. '
Austin nam een te grote slok koffie en verbrandde bijna zijn tong. 'Officieel vervoer. Dat krijg ik niet elke dag. Nu heb je zéker mijn aandacht. '
'Verdomme, Bobby, het is zover. ' Eindelijk liet Christopher zijn opwinding de vrije loop. ' We hebben de Witte Engel te pakken. '
'Mijn God!' Austin liet bijna zijn mok vallen, terwijl hij een steek van opwinding in zijn maag voelde. 'Daar ben je dus mee bezig geweest. '
'Ja. En het wordt nog beter. We hebben hem klem, hebben hem op de plaats van de misdaad gearresteerd; hij zat onder het bloed van zijn slachtoffer. Het enige dat nog ontbreekt is het moordwapen, maar dat vinden we ook nog wel. '
Zelfs nu, na eenentwintig slachtoffers, waren de motieven van de Witte Engel, en zelfs het wapen van zijn keuze, nog onduidelijk. Iets heel scherps en heel langs. Zoiets als een ouderwets scheermes, maar misschien ook niet, want het maakte zowel steek- als snijwonden. Maar in ieder geval was het, vergeleken met een pistool of een machinepistool, een ouderwets wapen.
Eén ding was echter wel duidelijk: de Witte Engel was graag dicht bij zijn slachtoffers, wat tot de speculatie had geleid dat hij wellicht een voormalige commando was. Maar aangezien hij vrijwel geen forensisch bewijsmateriaal achterliet, was zijn identiteit al die tijd een volkomen raadsel gebleven voor het legertje aan forensische psychologen die er herhaaldelijk bij waren geroepen om zich over de foto's van de plaats van de misdaad te buigen, als oude zieners die betekenis zoeken in de darmen van geofferde geiten. De man zaaide dood en verderf, maar niemand wist waarom.
En nu hadden ze hem.
Austin had weinig tijd voor dergelijke overpeinzingen. Het bekende gevoel van gretige anticipatie en afschuw vermengde zich met de spijt en schuldgevoelens die hem even vertrouwd waren als een oude trui. 'O, shit. '
'Wat bedoel je daar verdomme mee? Ik lever jou de zaak van het decennium - nee, verdomme, waarschijnlijk van de eeuw, en dan heb jij niet meer te zeggen dan "O, shit"?'
'Ik was van plan Sara mee te nemen naar de play-offs. '
'De Pettitte-wedstrijd, hè?' Ze kenden elkaar zo goed dat ze vaak het soort steno spraken dat echtparen erop na hielden. 'Lullig. '
'Ja, dat is nog zachtjes uitgedrukt. ' Austin schonk zich nog een kop koffie in. 'Ik kan me de tijd niet meer heugen dat ik mijn dochter langer dan een uur achter elkaar heb gezien. '
'Bobby, ik ga niet het mes op je keel zetten. Zal ik deze zaak teruggeven aan de D. A. ? Hij zal hem waarschijnlijk doorschuiven naar Jonas. '
'Dat stuk onbenul? Die zal het zeker voor je verpesten. '
'Daarom wil ik ook jou. ' Christophers stem klonk luid en duidelijk. 'Heb je je koffie al op?'
Austin zette de mok neer, precies op het moment dat Cassandra de keuken binnenkwam. 'Nog een paar minuten, dan ben ik zover. Zeg die uniformen maar dat ze moeten blijven waar ze zijn. '
'Oké. ' Christopher lachte.
'Maar waarom Chinatown? Ik dacht dat een klootzak van deze orde wel op Manhattan South zou worden opgesloten. '
'We moesten een plek hebben waar we de Witte Engel konden afschermen van de media tot de commissaris zijn verhaaltje voor de persconferentie klaar heeft. ' Christophers stem kreeg nu een andere klank. 'Luister, Bobby, wees nou niet kwaad. Ook als de ophef rond deze zaak allang weer is weggeëbd, gooit Sara nog steeds die gemene spuugbal die jij haar geleerd hebt. '
'Waar heb je het over? Een spuugbal mag helemaal niet. Ze gooit een met twee vingers gestuurde vorkbal, dat weet jij net zo goed als ik. '
'Ja, ja, al goed, ' mompelde Christopher. 'Ik zie je in Chinatown. '
'Hé, ' schreeuwde Austin in de telefoon, 'gefeliciteerd, maat!'
Austin verbrak de verbinding en draaide zich om.
'Zeg me alsjeblieft dat dat Christopher niet was. ' Cassandra had zijn mok opgepakt en nam kleine slokjes van de hete koffie. Voor haar geen onmatig geslurp.
Austin keek in haar rustige ogen. 'Ik heb je de hele week nog niet gezien. Kan er geen normale begroeting meer af, bijvoorbeeld "Hoi, schat, hoe is het met je?'" Cassandra had, in tegenstelling tot hijzelf, de bijna griezelige eigenschap om volledig wakker te zijn zodra ze haar ogen opende.
Ze tuitte gemaakt schuldig haar lippen en kuste hem op zijn mond. 'Mmm. Toen ik gisteravond thuiskwam, heb ik dat ook gedaan. Jammer dat je niet reageerde. '
'Ik was pas vlak voor middernacht thuis. Daarna heb ik het licht uitgedraaid om mijn ogen wat rust te gunnen. '
'Je was volkomen van de wereld. '
'Een overdosis rechtszaal. '
Ergens gedurende dit jaar had ze haar blonde haar zo kort laten knippen dat ze er nooit meer naar om hoefde kijken. Ze was lang en tanig als een amazone, had het stoutmoedige gezicht van een ontdekkingsreiziger en de koele, calculerende blik van iemand die risico's durft te nemen. Er was iets heel erotisch in de manier waarop ze haar lichaam bewoog zonder dat ze zich daarvan bewust leek. Ze was nog steeds de jongensachtige meid op wie hij vroeger verliefd was geworden en wier seksualiteit mysterieus onder het oppervlak schemerde, hetgeen haar des te begeerlijker maakte.
'Dat is de schuld van Christopher. '
'Ik dacht dat we het daar niet meer over zouden hebben?'
Cassandra begon te glimlachen. 'Nou ja, verdomme, Bobby, ik wilde iets vieren. Het is Dillard en mij eindelijk gelukt! We hebben met succes een gen getransplanteerd. ' Ze zette de mok neer en sloeg haar armen om hem heen. Ze rook naar citrusvruchten en slaap. 'We hebben het gen dat we uit de pijnappelklier hebben geïsoleerd in de zygote van een laboratoriumrat geplant. Je weet toch wat een zygote is?'
'Een ongedeeld, bevrucht ei. Ik zou die definitie zelfs in mijn slaap kunnen oplepelen. '
'Van embryo tot foetus tot de groeisnelheid van de pasgeboren Minnie - het is ongelooflijk. '
'Minnie?'
'Zo heb ik de vrouwelijke laboratoriumrat genoemd. Minnie. En het mooiste is dat we feitelijk in staat zijn de groeisnelheid te controleren via injecties met tetracycline. Dat bewijst dat mijn theorie klopt ; als een bus. De pijnappelklier is de belangrijkste actieve regulator bij het ouder worden!'
'Misschien dat dr. Hork dat wetenschappelijke jargon romantisch vindt, Cass, maar ik in ieder geval niet. ' Op momenten als deze had hij er wat voor over als Cassandra geen doctor in de moleculaire biologie, genetica en embryologie was geweest.
'Wat wil je daarmee zeggen? En ik heb liever niet dat je hem dr. Hork noemt. '
'Het betekent dat hij urenlang om je heen hangt als jullie tweeën samen in het lab zijn. '
'Hutton is ongevaarlijk. Hij wil me alleen maar beschermen, verder niets. ' Ze trok Austin dicht tegen zich aan en keek hem plagerig aan. 'Niet jaloers wezen, schat. De afgelopen weken in het lab waren hectisch. Maar kun je niet een klein beetje gelukkig voor me zijn? Nee? Dan ben ik wel gelukkig voor ons allebei. ' Ze stak haar hand tussen zijn benen. 'Hoe zit het eigenlijk met deze klier -'
Austin maakte zich van haar los. 'Mijn God, Cass, wat is je timing weer beroerd. ' Hij rende al door de gang.
'Ik ken die klank in je stem. ' Cassandra volgde hem vasthoudend als een hond naar de slaapkamer. Dezelfde vasthoudendheid die haar lot zo'n goed onderzoekster maakte, kon thuis soms hemeltergend zijn. 'En hoe zit het met je plannen voor morgen?'
'Dat kan ik nu nog niet zeggen. '
'O, Bobby, we weten allebei wat dat betekent. Je afspraakje met Sara is verleden tijd. '
Hij trok de boxershort uit waar hij 's nachts altijd in sliep. 'Neem jij haar dan mee naar de wedstrijd. Ze moet Pettitte zien pitchen. '
Cassandra kreunde. 'Kon ik dat maar. Gerry heelt een afspraak voor me gemaakt voor een interview in Dean Koenigs programma. ' Gerry Costas was directeur van het Vertex Instituut - de mensen met geld die het lab sponsorden.
'Daar kun je toch gemakkelijk onderuit. Laat dr. Hork dat maar opknappen. Hij en Costas zijn vier handen op één buik. Zijn ze niet beiden aan Yale afgestudeerd, of zoiets?'
'Harvard. '
'Elite verloochent zich niet, mijn beste, ' zei Austin, met een bekakte stem.
'En ik vind het nog steeds niet leuk als je hem dr. Hork noemt. Hij heet Dillard. Trouwens, hij is dan wel mijn collega, maar ik ben hoofd van het lab. Ik kan dat interview niet laten lopen, Bobby. Dat zou slecht overkomen bij Vertex. Dean Koenig probeert ons lab weer dicht te krijgen, en het zou hem dit keer wel eens kunnen lukken ook. Hij is er in geslaagd de christelijke goegemeente achter zich te krijgen. Koenig en zijn verdomde gelijkhebberige ethiek. '
'Het is gewoon weer het aloude hel en verdoemenis. '
'Dat weet ik, maar hij weet als geen ander in te spelen op onwetendheid en angst, en er is tegenwoordig heel wat om bang voor te zijn. Ik kan niet toestaan dat hij ons schade berokkent. Helix Technologies, onze belangrijkste concurrent, zal een dergelijk voordeel direct uitbuiten en onze klanten van ons afpikken. ' Ze haalde diep adem. 'Zeg nu eens voor één keer nee tegen Christopher. Alsjeblieft. '
'Ik vind dit al net zo vervelend als jij, maar dat kan ik niet. ' Hij liep de badkamer in, met Cassandra op zijn hielen. 'Deze zaak is zo belangrijk dat ik hem onmogelijk kan laten schieten. Dat ben ik aan Jon verplicht. '
'En aan je dochter ben je niets verplicht?' Haar gezicht was hard en onverzoenlijk geworden. Het was de indrukwekkende gelaatsuitdrukking die ze gebruikte als ze was gedwongen haar controversiële theorieën over DNA-replicering te verdedigen. 'Het is al erg genoeg dat wij elkaar zo weinig zien, maar zij - verdomme, Bobby. '
Met zijn hand op de douchekraan draaide hij zich om "Cass, je begrijpt het niet. Ze hebben de Witte Engel gepakt en Jon heeft me gevraagd hem te vervolgen. Die schoft is een geboren moordenaar. Hoe kan ik nu nee zeggen?'
Als hij had verwacht dat ze zou inbinden, had hij het verkeerd. 'Die Witte Engel kan me gestolen worden. Natuurlijk ben ik blij dat hij in hechtenis zit, maar hij maakt goddank geen deel uit van onze wereld. En, trouwens, wat voor monster die Witte Engel ook is, het is geen "geboren moordenaar". '
Heet water joeg de stoom als de tong van een draak omhoog naar het wit betegelde plafond. 'Moet ik nu ook nog luisteren naar de privé-theorietjes van dr. Hork?'
'Ik ben het wat dit betreft toevallig helemaal eens met Hutton. En ik zeg het voor je eigen bestwil, Bobby. Het komt gewoon heel erg dom over als je dergelijke dingen zegt. Heel veel karaktereigenschappen zijn erfelijk - genetisch bepaalde ziektes, zoals jouw hoge bloeddruk bijvoorbeeld, of kanker of diabetes, vetzucht en alcoholisme. En in de categorie geloof-het-of-niet is er zelfs gedocumenteerd medisch bewijsmateriaal dat patiënten met getransplanteerde levers en harten dezelfde smaken en voorkeuren krijgen als hun donors. Maar moorddadige neigingen zijn beslist geen overgeërfde eigenschap- Mensen worden geboren met een bepaalde persoonlijkheid, dat is duidelijk zat. Hutton heeft ruim tien jaar onderzoek naar dit onderwerp gedaan; hij heeft zijn hele wetenschappelijke reputatie opgehangen aan het feit dat omgeving, opvoeding of het gebrek daaraan - de ervaringen uit de jeugd - de beslissende factoren zijn als het gaat om extreme afwijkingen als moordzucht. '
'Maar jullie twee wonderkinderen hebben dat nog niet kunnen bewijzen, is het wel?' Natuurlijk wist hij al dat dat niet het geval was. 'Het is nog steeds niet meer dan een theorie die je niet kunt-'
'Ik weiger in debat te gaan over wetenschappelijke theorieën als we ook met elkaar zouden kunnen vrijen, ' zei Cassandra.
'Sorry, je hebt gelijk. '
'Als Christopher met alle geweld vierentwintig uur per dag wil werken omdat zijn persoonlijke leven een puinhoop is, moet hij dat weten. Maar ik wil niet dat jij je daardoor laat meeslepen. '
'Cass, dat is niet eerlijk. '
'Kan me niet schelen. Sara rekent op je. Verdomme, Bobby, je hebt haar en mij een belofte gedaan en ik verwacht dat je je daaraan houdt. Je trekt tegenwoordig meer op met Christopher dan met haar - of mij. '
'Ho nou eens even, ja? Jij bent degene die almaar samen met dr. Hork naar pipetten zit te koekeloeren. '
'Bobby, houd daarmee op. Ik breng misschien tijd in het lab door met Hutton, maar -'
Hij stapte onder de douche en begon zich in te zepen, maar ze liet hem niet gaan. Ze pakte het douchegordijn beet en stak haar hoofd naar binnen. Een fijne nevel bedekte haar gezicht en kleine druppeltjes hingen als tranen aan haar wimpers.
'Ik dacht dat we dit alles al hadden uitgepraat toen ik die beurs aangeboden kreeg. De mogelijkheid om het eerste volwaardige DNA-biolab op te zetten, was te goed om te laten lopen. We hebben toen gezamenlijk besloten dat in de tijd die ik nodig had om het lab op poten te zetten en goed te laten functioneren, jij wat meer tijd aan Sara zou besteden, weet je nog?'
Austin spoelde zich af. 'Oké, maar dat was achttien maanden geleden en ik zie nog geen verandering in dat schema. '
'Dat komt door het onderzoek, dat heb ik je toch al gezegd? En nu we onze doorbraak hebben, zijn we een heel stuk dichter bij een oplossing voor het ouder worden. Dat zal Koenig de mond snoeren en van alle anderen volgelingen maken. We zijn er zo dichtbij dat ik het als het ware in mijn hand kan voelen -'
Austin stapte uit de douche en begon zich af te drogen. 'Schatje, luister nu eens naar jezelf. '
'En kijk nu eens naar jou - om vijf uur 's ochtends de deur uit rennen omdat Jon Christopher het zo wil. '
'Overdrijven is ook een kunst. ' Hij gooide de handdoek op de grond en liep terug naar de slaapkamer om zich aan te kleden.
'Vind je? Elke keer als hij opbelt, weet je niet hoe gauw je ervandoor moet. Bobby, het kan zo niet verder. Wat moet er anders van Sara worden? Straks heeft ze helemaal geen ouders meer. '
Austin trok zijn onderbroek en broek aan en ging op zoek naar een schoon overhemd. 'Liefje, laten we dit nu even laten rusten, oké?' Hij bedacht dat hij beter had moeten weten dan om halfzes 's ochtends een twistgesprek met zijn vrouw aan te gaan. Hij had al nooit een weerwoord, laat staan op dit tijdstip. Hij pakte zijn tweed overjas en versleten attachékoffertje. 'Dit is de laatste keer dat ik haar teleurstel, dat beloof ik je. Ik zal tegen Jon zeggen dat hij me zodra deze zaak voorbij is een tijdje met rust moet laten. ' Hij sloeg zijn vrije arm om haar heen terwijl ze met hem meeliep de gang door. 'Oké?'
Cassandra's grijze ogen keken hem onderzoekend aan. 'Het zal jouw taak zijn om Sara te vertellen dat ze niet naar de wedstrijd gaat. '
'Zodra ik weer thuis ben. ' Austin was met zijn gedachten al bij de eerste vragen die hij de Witte Engel zou stellen. 'Ik bedenk wel iets om de klap wat te verzachten. '
'Dat is je geraden, ' zei ze, terwijl ze naar de keuken liep. 'O ja, je bent vergeten je te scheren. '
Hij wreef over zijn stoppelige kin en kreunde. Hij had nu geen tijd meer. Op weg naar de voordeur opende hij Sara's deur op een kier. Ze lag op haar zij, aan de andere kant van haar lichtblauwe kamer. Een nachtlampje in de vorm van een schedel dat ze voor Halloween had gekregen, toverde een vage halo rond haar hoofd. Haar ademhaling ging langzaam en gelijkmatig. Net zulk blond haar als dat van haar moeder waaierde als gesponnen goud uit over haar kussen, maar haar donkere ogen, die nu gesloten waren, had ze van hem.
Haar rechterarm lag gebogen voor haar hoofd, de vingers even open en onschuldig als de uitdrukking op haar gezicht. Ze was op die rare leeftijd dat het uiterlijk van een kind te groot en bijna mismaakt leek. Ze was zo mooi. Voor Austin zag ze eruit als de engel waarover zijn moeder in een sprookje had voorgelezen toen hij nog een kleine jongen was.
Eén lang moment keek hij naar zijn slapende dochter en vroeg zich af of er op de wereld iets waardevollers bestond dan een kind.
De eerste zonnestralen van deze prachtige, perfecte ochtend in oktober gleden over de bovenkant van het World Trade Center toen de patrouillewagen richting Chinatown raasde. De rest van het gebouw lag nog in de schaduw en de donkere massa's glas trokken de blik onvermijdelijk omlaag naar de ginkgobomen en platanen. Binnen het uur zouden de herfstbladeren schitteren in een roodachtige gloed. Tegen die tijd zou Austin met het onbekende zijn geconfronteerd: de man die men slechts kende als de Witte Engel.
Dit was de moeder aller strafzaken. Zoals Christopher al had gezegd, zou het beslissend zijn voor zijn carrière. Hij zou er behoorlijk beroemd door raken. Niet dat beroemd zijn hem iets deed. Hij was binnen zijn beroepsgroep al bekend en alom gerespecteerd en dat was wat hem betrof genoeg erkenning. Hij was tenslotte geen advocaat geworden om faam of rijkdom te verwerven. Verre van dat zelfs. Austin geloofde heilig dat het enige wat er zo ongeveer toe deed, was dat je je eigen plekje in deze wereld veroverde. En Austin was heel zeker van zijn plaats op deze wereld, zijn rol in het grote geheel. Als dat niet zo was geweest, had hij 's nachts niet kunnen slapen.
Banden piepten toen de patrouillewagen East Broadway opdraaide. In de loop der jaren hadden de Italiaanse en joodse immigranten steeds meer plaats moeten maken voor de Chinezen, die langzaam maar zeker de grenzen van hun getto verlegden. Het politiebureau lag aan een stuk East Broadway dat naar Kowloon rook; de sterke en onmiskenbare geuren van gember en steranijs kropen naar buiten vanachter met stalen rolluiken afgesloten winkelpuien. Het gebouw was zo vervallen dat het al jaren geleden afgebroken had moeten worden. De enige reden dat het er nog stond, was het gebrek aan geld van de gemeente. Maar op deze ochtend was het dan toch voor even het belangrijkste pand van de hele NYPD.
Terwijl Austin de trap opliep, tuurde hij in het halfduister naar de twee agenten die in de schaduwen aan weerskanten van de deur stonden. De oude glazen lichtbollen, kapotgegooid door straatschoffies, waren nooit vervangen. Hij zag Reuven Esquival, Christophers van de FBI geleende gedragstherapeut.
'We verwachtten je al een half uur geleden. '
'Je zit hier zeker al de halve nacht, ' zei Austin.
'Nou, zeg maar gerust de hele nacht. '
'Shit. '
Esquival haalde zijn schouders op. 'Tja, aan het front leer je wel zonder slaap te leven. '
'Vertel mij wat. '
Austin deed de deur open en liep het bureau in. Binnen was het vochtig; er hing de verschaalde geur van Big Macs, zweet en angst. Boven hem doorbraken kale gloeilampen de duisternis. Een kalende rechercheur in burger knikte naar Austin en gebaarde hem te volgen. Zijn naam, Walter Kowalchuk, stond op een plastic naamkaartje dat aan zijn revers was bevestigd.
'Hebben jullie die schoft al kunnen identificeren?'
Kowalchuk gromde. 'Nee, totaal geen aanwijzing; en geen enkele medewerking van die klootzak. Het enige dat we met zekerheid kunnen zeggen, is dat hij een blanke man van begin dertig is. We lopen nu zijn vingerafdrukken na. '
Dat leek het einde van de krampachtige conversatie.
De bijna verlaten gangen echoden spookachtig. De eindeloze rijen stalen dossierkasten leken symptomatisch voor de mislukte aspiraties van de lange rij criminelen die door deze gangen naar hun verhoorkamers waren gebracht. En nu was ook de Witte Engel die weg gegaan.
Hun schoenzolen schuurden met een onplezierig geluid over de oude houten, met linoleum beklede vloer, en dat deed Austin denken aan de rapporten die hij had gelezen over het handwerk van de Witte Engel. Het was echt iets om nachtmerries van te krijgen. Toch was het onmogelijk die verslagen neer te leggen - het was net zoiets als wanneer je langs een kettingbotsing op de Long Island Expressway reed. Je ging ondanks jezelf toch langzamer rijden. Hoe meer bloed, hoe verwrongener de wrakken, hoe langzamer je reed, tot je merkte dat je helemaal stilstond en half beschaamd, net als honderden andere als verlamde automobilisten, naar de ravage staarde.
Als een scheermes dat werd gewet, zo klonk dat geluid. Was dat hetzelfde geluid als het onbekende wapen maakte wanneer het door huid en weefsel heen drong? Vraag het aan de Witte Engel. Austin vroeg zich af binnen welke categorie hij zou vallen. Was hij een van die stumperds die zo naar aandacht snakten dat hij elke moord tot in de meest afschuwwekkende details zou opbiechten, of zou hij onbewogen en doof voor welke ondervraging dan ook blijven zitten, een martelaar voor een zaak die alleen in zijn eigen verwarde geest duidelijk was.
Een of andere paranormaal begaafde druiloor was uit zijn hol te voorschijn gekropen en had, in een interview in de Post, de dolleman de Witte Engel genoemd, naar een sjamanistische god die ten tijde van het millennium zou herrijzen. Onzin of niet, Witte Engel was precies de mediagenieke naam waar de pers van kwijlde, en aldus was de seriemoordenaar gedoopt en een beroemdheid geworden waarvoor het Amerika van tegen het einde van de twintigste eeuw een vreemde en ongezonde interesse toonde.
Kowalchuk bleef aan het einde van de gang staan. Voor een deur zonder opschrift stonden twee agenten. Austin zag in een hoek een stapeltje vettige kartonnen bakjes liggen. De stank van gestold frituurvet deed zijn maag bijna omkeren. Of misschien was het de spanning over wat hem achter die gesloten deur wachtte.
'Ik had er meer verwacht, ' zei hij, daarmee zijn zenuwachtigheid verradend.
'Meer wét?' vroeg Lowalchuk.
'Agenten. '
'Die zijn hier twintig minuten geleden vertrokken, ' zei Kowalchuk. 'Een of andere gek heeft een overval gepleegd op het hoofdpostkantoor aan Fortieth. Hij heeft een scherpschuttersgeweer; twee burgers zijn al neergeschoten. '
Austin knikte zwijgend. De stad wankelde voort, overvol woede en frustratie. Hij sloot even zijn ogen, stelde zich een honkbalruit voor, de bal die door het binnenveld werd rondgegooid en eindigde in de handschoen van de werper. Hij concentreerde zich op het spel. Het langzame, bijna rituele tempo maakte dat zijn zenuwen wat kalmeerden en gedachten van buitenaf uit zijn hoofd werden geweerd. Zo ging het altijd. Tijdens zijn rechtenstudie gebruikte hij altijd de laatste tien minuten voor een tentamen om in gedachten elk detail van een honkbal-inning nogmaals te beleven. De zenuwen gekalmeerd, het hoofd bevrijd van verkeerde gedachten, kwam hij met glans door het tentamen. Studeerde af met lof. Dat was ook de reden dat hij al die aanbiedingen van gerenommeerde advocatenkantoren aan zich voorbij had laten gaan en ervoor had gekozen om assistent van de openbaar aanklager te worden. Hij kon nu tenminste nog steeds in de spiegel kijken. Die aasgieren van de chique kantoren aan Park Avenue hadden allemaal hun eigen oorlogsverhalen over aalgladde beklaagden die ze vrij hadden gekregen. Wat ze ook mochten beweren, ze hadden allemaal hun prijs. Austin was anders.
'Klaar?'
Austin opende zijn ogen.
Kowalchuk staarde hem aan. Austin knikte en de rechercheur gaf hem een stapeltje papieren en opende de deur.
Het individu dat in het cel-achtige vertrek zat, zag er niet bijzonder uit: een man van gemiddelde lengte, gespierd, maar niet overdreven. Hij zat aan een oude, pisgele tafel die aan de vloer was vastgeklonken. Het tafelblad was bezaaid met brandplekken van sigaretten en uitgebeten koffievlekken. Zijn stoel was ook vastgeklonken, net als de tweede stoel aan de andere kant van de tafel. De man droeg een geruit flanellen overhemd, een spijkerbroek en al niet meer zo nieuwe werkmansschoenen. Een spijkerjack met een wollen voering was op de tafel gesmeten. Austin zag dat zijn riem en de veters van zijn schoenen waren verwijderd. Toen zag hij dat de man ook om been, pols en middel geboeid was.
'Wat moet dit voorstellen?'
'Orders van Christopher. ' Kowalchuk, laconiek als altijd, propte twee repen kauwgom in zijn mond.
'En zijn rechten dan? Hij zit vastgebonden als een dolle hond. '
'Een goeie vergelijking, ' zei Kowalchuk. 'Wij zien het trouwens liever zo dat we de rechten beschermen van de eenentwintig mensen die hij heeft vermoord. '
'Niet dat ik het er per se mee oneens ben, ' zei Austin. 'Maar ik wil niet dat de hem toegewezen advocaat gelijk al het comité voor de mensenrechten erbij haalt. '
'Laat dat maar aan Christopher over. We hebben het hier over het kwaad met een hoofdletter. ' Kowalchuk liet een sleutel tussen zijn vingers bungelen. 'Die klootzak heeft maandenlang in kringetjes om ons heen gelopen. We zijn niet van plan om ook maar enig risico met hem te lopen. '
De man in kwestie leek de woordenwisseling totaal niet te horen, hoewel het toch over hem ging. Hij staarde als gebiologeerd naar de rug van zijn vierkante, krachtige, diep gebruinde handen die op de smoezelige tafel lagen. Austin kon de hoofdhuid onder zijn melkwitte haar zien. Die was zongebrand en glansde zacht in het felle licht.
Hij keek plotseling op, zich bewust van Austins aanwezigheid. Zijn ogen puilden uit en schoten als Mexicaanse springbonen alle kanten op. Ze lagen diep boven een mooie, gekromde adelaarsneus en een brede, bijna wellustige mond. Dit was een man die, hoewel niet helemaal nietszeggend, in een menigte niet gauw zou opvallen. Het soort man van wie zijn buren bij ondervraging zouden zeggen: 'Goh, het was zo'n gewone man, aardig en beleefd. Wie had nu gedacht dat hij tot zo'n monster zou uitgroeien?'
'Wie bent u?' vroeg de man. 'Er wordt al urenlang geen antwoord op mijn vragen gegeven. Doet u dat wel?' Zijn intonatie leek in niets op het hoekige New Yorks; er klonk eerder een zekere zachtheid door in zijn klinkers, die deed denken aan een jeugd in het midden van het land of misschien nog wel verder naar het westen.
Terwijl Austin zijn koffertje op tafel legde, merkte hij dat Kowalchuk nog steeds in het vertrek was. 'Ik wil alleen zijn met deze kerel. '
'Dat zou niet mijn eerste keus zijn. ' Kowalchuk kauwde met overgave op zijn kauwgom. Misschien was hij een zoetekauw. Of misschien was hij ook gewoon nerveus. 'Als ik jou was. '
Austin ging zitten. 'Dan zijn er twee blij dat jij mij niet bent. '
Kowalchuk gromde wat en opende de deur net genoeg om er zijdelings doorheen te glippen. 'Amuseer je. Wij staan voor de deur. Klop maar als je er genoeg van hebt. ' De deur werd achter hem op slot gedraaid.
Was dat de schaduw van een glimlach op het gezicht van de man? 'Het stond me wel aan wat u zojuist zei. Het is toch ook een naar mens?'
Een vreemd ouderwetse woordkeus, dacht Austin, net als zijn keus voor een mysterieus moordwapen. 'Mijn naam is Robert Austin. Ik ben van het bureau van de openbaar aanklager. Wie verdedigt u, een pro-Deo-advocaat?'
'Ik weet haar naam niet. Ik heb haar weggestuurd. '
'Wat? Ik kan geen verklaring afnemen tenzij -'
'Ik heb geen behoefte aan een advocaat. ' De man glimlachte nerveus. 'Weet u, ik vertrouw u, mr. Austin, hoewel u mij misschien nog niet vertrouwt. Vertrouwen is naar mijn mening de belangrijkste menselijke eigenschap in de wereld van vandaag. '
Daar had Austin geen weerwoord op. Terwijl hij een draagbare computer uit zijn koffertje haalde, gebaarde de man met zijn kin. 'Klaar voor een eerste versie. '
'We maken niet eerst een ruwe versie als we een verklaring afnemen. '
'Dat bedoel ik ook niet. '
Austin knipperde met zijn ogen. 'Pardon?'
De man klonk plotseling wat feller. 'Het boek, daar denkt u toch aan? Levert al gauw een paar miljoen op, en dan reken ik de filmrechten nog niet eens mee. U kunt beter een agent nemen, zodat u er zoveel mogelijk uitsleept. In het huidige tijdsgewricht weten maar weinig zaken de mensen lang te boeien. ' Zijn stem, die vol bitter zelfbeklag was geweest, kreeg nu weer de zachte klank van daarvoor. 'Sorry, ik kan niet helder denken. Ik weet echt niet waarom ik hier ben. '
'U zult spoedig aangeklaagd worden wegens moord in de eerste graad. En er zullen ongetwijfeld nog meer aanklachten volgen. ' Austin wierp een blik op zijn papieren. 'U bent aangetroffen op de plaats van een misdaad - in de noordwestelijke kwadrant van het Tompkins Square Park in de East Village - gebogen over het slachtoffer. U weigerde uw naam te noemen of enige andere identificatie te overleggen aan de agenten die u aanhielden, noch in daaropvolgende verhoren door inspecteur Christopher of -'
'Het is Morris. Jack Morris, ' gooide de man eruit. 'En ik weet niets van die vermoorde man. Ik zag hem daar liggen, verkreukeld als een leeg pakje sigaretten, en ik liep ernaar toe om hem te helpen. Arme stakker. '
'Hoe laat was dat?'
Morris hief zijn geboeide handen op om zijn nagels te tonen. Er zat vuil onder. 'Mr. Austin, kijk nu zelf eens. Ik ben een eenvoudige arbeider - een monteur. Het is toch voor iedereen duidelijk wat ik doe? Ik zorg dat motoren lopen, niet dat ze stilstaan. '
'Werkelijk?' Austin raadpleegde zijn papieren. 'Om ongeveer twee uur vannacht zorgde u ervoor dat het hart van William Cotton ermee ophield. '
'Wie?'
'De man die u hebt vermoord, mr. Morris. Zijn naam was William Cotton. '
'Daar weet ik echt niets van. '
'Zijn bloed, mr. Morris. Uw handen zaten tot aan uw polsen onder-'
'Nee. ' De man tegenover Austin fronste zijn wenkbrauwen. 'Ik zie dat dit bij u niet werkt. '
'- alsof u zich als een fret in zijn borst had ingegraven. '
Morris zat er stijfjes bij, alsof hij zich ernstig beledigd voelde. 'Dat zou heiligschennis zijn. Ik verzeker u dat het zo niet gegaan is. '
'Nee? Als u me dan eens vertelt wat u met zijn ogen heeft gedaan? U hebt ze uit de oogkassen gewipt en wat hebt u er daarna mee gedaan?'
Het gezicht van de man werd grauw van woede. 'Ik beklaag u. U bent hier in opdracht van instituties zó kolossaal dat ze alle reden van bestaan verloren hebben. ' Hij leunde vol overgave naar voren, zoals mannen in bars vaak doen als het gesprek op het cruciale punt aanbelandt. 'Kijk, in tegenstelling tot u waardeer ik het leven. U vernietigde het uwe op het moment dat u voor hen ging werken. Als een os onder het juk van een autoriteit die niet méér om uw welzijn geeft dan een olifant om een vlo. Dergelijke instituties zeggenschap geven is hetzelfde als een aap van een machinegeweer voorzien. Je weet nooit wat er zal gebeuren, alleen dat het heel erg zal zijn. '
'Kunnen we het nu misschien weer over de moord hebben?'
'Als u erop aandringt. ' Morris leunde achterover, ontspannen en tevreden. Austin had ooit een kat gehad die er precies zo uitzag nadat hij een haarbal had uitgekost die hem wel heel erg dwarszat. 'Ik heb hem vermoord, net als al die anderen. '
'Hoeveel anderen?'
'Twintig. Maar er volgen er nog meer. Dit was slechts het voorspel. '
Austins ogen flikkerden. 'Even ter controle, mr. Morris, maar weet u wel waar u zich op dit moment bevindt?'
'Ik ben in hechtenis genomen door inspecteur Christopher. '
Austin schonk hem een meelijwekkende glimlach, dun als een scheermes. 'Laten we het voor het moment maar even bij William Cotton houden. Waarom hebt u hem vermoord?'
'Hij was een van de vice-presidenten van Advent On-Line, wist u dat?'
'De Internet-provider?' Austin sloeg een bladzij om. 'Dus het was geen toeval dat u hem vermoordde. '
'Niets in dit universum is toeval. ' Morris legde zijn handen op elkaar. Toen hij dat deed, maakte de ketting tussen de handboeien een geluid dat veel weg had van het gerinkel van een paardentuig.
'Niet één van de moorden was toeval, is dat wat u wilt zeggen? Ze zijn allemaal onderdeel van een plan?'
'Bravo, mr. Austin! Het slimste jongetje van de klas!'
Een rilling tapdanste langs Austins ruggengraat. 'Vertelt u me eens wat meer over dat plan. '
'Kaart u wel eens, mr. Austin?'
Austin keek de andere man sceptisch aan.
'Dat is niet zomaar een vraag, dat verzeker ik u. En het is ook niet het gebazel van een gek. '
'Ik heb geen tijd om te kaarten, ' zei Austin ten slotte.
'Maar u heeft wel tijd voor een computer, zie ik. '
'Die heb ik nodig voor mijn werk. '
'Echt? Wat is er mis aan een blocnote en een pen?' Hij maakte met zijn kin een rukkende beweging naar Austins laptop. 'Hoeveel heeft dat ding u gekost? Duizend dollar? Tweeduizend?'
'Mr. Morris, dit lijkt me niet het moment om -'
'U wilt toch een antwoord op uw vraag, of niet?'
Austin zuchtte. 'Ergens ertussenin. '
'Voor twee dollar had u een pak kaarten kunnen kopen en dan had u heel wat meer lol gehad in de werkelijke wereld dan door in te loggen op een virtueel netwerk. '
Austin leunde achterover. 'Ik begrijp het. U bent een van die - hoe noem je het ook alweer?'
'Neo-Luddieten. '
'Precies, van die mensen die tegen de vooruitgang zijn. Net als de Unabomber. '
Morris haalde zijn schouders op. 'Als die analogie voor u werkt, waarom dan niet? We staan midden in een culturele omwenteling die niet minder angstaanjagend is dan de Industriële Revolutie. Net als toen zullen miljoenen mensen hun banen verliezen. Hele industrieën worden weggevaagd in een vloedgolf van siliconenchips en ethernetten. Terwijl die arme drommels worden gemarginaliseerd, op z'n best, en op z'n slechtst gewoon overbodig worden, verdient een nieuwe generatie roofridders - de mannen die de mammoetbedrijven als Microsoft, Intel en Disney leiden - meer geld dan je kunt bevatten. Een prachtig en heilzaam informatietijdperk ligt voor ons, houden de media ons voor, maar heilzaam voor wie? De media zijn zelf opgeschrokt, zijn zelf een mammoetbedrijf geworden en niet langer te vertrouwen, als ze dat al ooit waren. Vertel eens, wat zal er gebeuren met de hordes werklozen die voor zichzelf geen plaats meer zien in deze mooie, nieuwe wereld?'
'Dus uw antwoord hierop is de mensen te vermoorden die verantwoordelijk zijn voor deze revolutie?'
'Een voor een, ' zei Morris. 'Het is de enige manier om de krachten van de chaos en het kwaad te bestrijden, het verval van onze moraal, het verlies van de werkethiek, de opkomst van een soort fundamentalisme dat het tweelingbroertje is van totalitarisme. Begrijpt u het dan niet? Ik voer een ritueel uit. Het is een wake voor de slachtoffers van de Amerikaanse droom. '
Hier dacht Austin even over na. 'Misschien moet u dat enigszins specificeren. Wat is de betekenis van de merktekens die u op het voorhoofd van uw slachtoffers kerft?'
'De runentekens. '
Austin wapperde met zijn hand. 'Een of ander oud schrift dat niemand meer begrijpt, niet?'
'Raadpleeg uw software-dictionaire, mr. Austin. ' De man verschoof onrustig op zijn aan de vloer geklonken stoel. 'Ondertussen zou ik graag even opstaan en een eindje lopen. '
'Ik ben bang dat ik dat niet kan toestaan. '
Morris haalde zijn schouders op en begon weer met het bestuderen van zijn viezige vingernagels, terwijl Austin de dictionaire van zijn computer raadpleegde. Na enkele ogenblikken keek Austin op. 'Hier staat dat een rune "een karakter is uit de verschillende alfabetten die werden gebruikt door de oude Germaanse volkeren van tussen de derde en de dertiende eeuw". '
Morris glimlachte. 'Typisch. Dat is wel een heel beperkte omschrijving. Een ruimere is dat een rune een incantatie van magische kracht is. '
'Geef eens een voorbeeld. '
Morris schudde zijn hoofd. 'Runen mogen niet worden uitgesproken, alleen opgeschreven. '
Austin draaide de computer om, zodat het toetsenbord nu naar de man aan de andere kant van de tafel stond. 'Laat me maar eens zien wat u in het voorhoofd van uw slachtoffer hebt gekerfd. '
'Niet met dat ding. ' Hij gebaarde naar het attachékoffertje. 'Heeft u
geen pen en een blocnote in uw koffertje zitten?'
Austin pakte een notitieblok en een Bic-pen uit zijn tas en bleef toen even zitten, alsof hij geen besluit kon nemen.
'Ik kan u verzekeren, ' zei Morris, 'dat ik u en niemand anders de waarheid vertel. '
Terwijl Austin hem het notitieblok en de pen overhandigde, maakte een plotselinge ingeving dat hij vroeg: 'Gelooft u in God?'
'God, ' antwoordde de Witte Engel, alsof hij de vraag had verwacht, 'en de duivel. ' Hij boog zich met zijn hele lichaam over de tafel en bracht met een ruk zijn linkerarm naar voren, zich schijnbaar onbewust van de handboei, die daardoor diep in zijn linkerpols sneed. Kettingen rinkelden dreigend toen de metalen punt en het plastic omhulsel van de pen zo diep in Austins linkeroog drongen dat ze er dwars doorheen gingen, tot in zijn hersens. Hij schoot achteruit en schommelde woest heen en weer, als een kleine boot in ruw weer. Hij opende zijn mond, maar er kwam geen geluid uit.
'Geen bloed ook, ' zei de Witte Engel, alsof hij zijn gedachten kon lezen. 'U leeft nog, in zekere zin. '
Vastgenageld aan zijn stoel zag Austin met zijn onbeschadigde oog hoe het gezicht van de Witte Engel als een enorme maan voor hem opdoemde. Hij leek getransformeerd. De ogen, waarin nu een sluwe blik lag, namen gretig alles in zich op, alsof ze hem in één keer wilden verslinden. Zijn brede mond leek wel een messnede, een wapen dat vastzat aan machtige kaken, het sluitstuk van een nieuw vernietigingswapen. Of eentje zo oud als de Tijd.
'Weet u, het brein is een wonderbaarlijk orgaan. Het kan een kogel verdragen, een spijker die er dwars doorheen gedreven wordt, allerlei akelige, fysieke beschadigingen zonder dat het hele mechanisme onmiddellijk ophoudt met functioneren. Ik denk zelfs dat als u nu direct naar het ziekenhuis werd gebracht, u het wel zou overleven. Maar dat is helaas niet mogelijk. Uw bestemming ligt elders. '
Dit wezen voerde zijn handwerk met ongewone precisie uit. Als er al ergens pijn in zijn lichaam was, dan was Austin er zich niet van bewust.
Plotseling glimlachte de Witte Engel, alsof hij zich een goede mop herinnerde. 'Ik weet alles van je, Robert, waar je bent geboren, op welke school je hebt gezeten, elk meisje dat je hebt ontmoet, met wie je uit bent geweest en dat je vervolgens aan de kant hebt geschoven. ' Hij drukte zijn wijsvinger tegen zijn lippen. 'Maar als ik een gokker was, waar zou ik dan op gokken? Dat je bij Cassandra zult blijven of haar zult verlaten? Nee, je blijft. Je moet tenslotte om Sara denken, niet? Ja. '
De Witte Engel knipperde met zijn ogen, alsof hij zich plotseling herinnerde waar hij was. Hij schudde zijn vinger en de kettingen rinkelden opnieuw. 'Ben je er ook ingestonken, net als al die anderen? Dit is bloed, Robert, geen vuil. Het is er zo door en door ingetrokken dat ik een schoonmaakmiddel en een borstel nodig zou hebben om het weg te krijgen. Maar waarom zou ik. Het bloed is een tastbaar bewijs van mijn werk, de oude huid van creatieve inspanning die van mijn ziel is geschraapt. Het is het rudiment van de duivel in mij. Het is de drijfveer, de stimulans, dat wat mijn leven zin geeft. ' Hij glimlachte en toonde daarbij de gele tanden van een vos. 'Als ik het zo eens bekijk, zal het niet lang duren voor jij diezelfde duivel binnenin je vindt. '
Austin, die niet kon praten, die zelfs zijn hoofd niet heen en weer kon bewegen, was gedwongen om zwijgend deze schunnigheid over zich heen te laten komen, als was het niet meer dan een goochelact in Las Vegas.
'O, je zult deze best mogen als ik haar oproep, ' zei de Witte Engel. 'Je zult haar in haar feeksengezicht kijken en dan zul je haar naam weten. Je hebt haar ongetwijfeld als kind al eens gezien. '
De Witte Engel tuitte zijn lippen 'Onze jeugd is waar we gevormd zijn, zeggen ze. En als dat zo is, zul je wel nieuwsgierig zijn naar de mijne. Ik ben echter bang dat ik je dat niet kan vertellen. Daar zou mijn herinnering voor nodig zijn, en herinnering is een valse vriend. Herinnering haalt niet naar boven wat er gebeurd is; het herschept het verleden tot de meest geschikte versie voor onze huidige behoeften. Vergeet die herinnering dus maar; berg ze op in een koffer aan het voeteneinde van je bed, alsof ze nooit bestaan heeft. ' Hij hield zijn hoofd schuin. 'Begrijp je hier iets van, Robert? Ik hoop echt dat dat het geval is. '
De Witte Engel bracht zijn gezicht tot vlak voor dat van Austin. 'Wat mijn aanklacht betreft, natuurlijk ben ik schuldig. Ik neem de volle verantwoordelijkheid voor wat ik heb gedaan. En voor wat ik nog ga doen. Daar gaat het om. Mijn zelf is alles wat ik heb. Het is alles wat ik ben of ooit zal zijn. Mijn ouders heb ik al lang geleden verworpen. Ik verbrandde een foto van hen en toen waren ze weg. ' Hij bracht zijn vingertoppen bij elkaar. 'Poef!' Alleen morgen bestaat, als een lamp die brandt in de nacht. En het zal een verschrikkelijke morgen zijn, dat kan ik je verzekeren. Het einde van de wereld zoals wij die kennen, metafysisch gesproken natuurlijk. Ik weet dit met een zekerheid die in mijn ziel gekerfd is, want ik ben de boodschapper, de gezalfde, de Witte Engel. '
Hij zweeg even en liet zijn blik bijna liefdevol over Austins gezicht gaan. 'Het lot heeft mij jou geschonken voor mijn doeleinden - of misschien heb ik het lot de gelegenheid gegeven om zijn gang te gaan. Jij zult me wel begrijpen als ik jou mijn geheim vertel, hè, Robert? Ja, ik geloof dat je het zult begrijpen, want, weet je, je bent er zo nauw bij betrokken.
Ik zal je om te beginnen vertellen waarom ik de ogen van Cotton nodig heb. ' Hij leunde naar voren en begon in Austins linkeroor te fluisteren. Hij deed dat met opzet, want hij wist dat Austin met zijn rechteroor niets meer hoorde.
Terwijl hij sprak, ging Austins goede oog langzaam dicht. Onder het ooglid vormde zich één enkele traan. Hij welde op, ondanks zijn krampachtige pogingen hem tegen te houden, en gleed langzaam omlaag langs zijn wang, tot hij de kin bereikte, waar hij bleef hangen, trillend als een spinnenweb in een bries.
'O, ja. ' De Witte Engel schepte de traan op zijn vingertop. 'Ik wist dat je het zou begrijpen. ' Hij likte de druppel op, genoot van de zoutige smaak, en draaide toen Austins laptop om zodat hij weer naar hem gericht stond. 'Nu weet je wat ik van plan ben, en waarom. Het wordt tijd om de duivel op te roepen. '
Toen rechercheur Kowalchuk de scherpe klop op de deur hoorde, stond hij net stiekem een sigaret te roken. Het was tegen de regels om binnen een politiebureau een sigaret op te steken, zelfs als het zo vervallen was als dit, maar Kowalchuk was zo kwaad dat hij dacht: Krijg allemaal de klere. Hij was al kwaad sinds die bijgoochem van een assistent-D. A. hem het vertrek uit had gewerkt alsof hij een hoop stront in het toilet was. En dat alleen omdat hij en Christopher holmaten waren.
Kowalchuk nam nog een diepe haal en schudde vol afkeer zijn hoofd. Tekort aan mankracht of niet, hij had hier meer mannen moeten hebben. Het was gewoon misdadig wat de burgemeester het korps aandeed; hij perste hen uit als rotte sinaasappelen. Kowalchuk droomde al van zijn pensioen op de Florida Keys: een hete zon, prachtig lichtblauw water, terwijl hij op de voorplecht van een kleine boot stond en een flinke vis omhooghaalde...
Er werd opnieuw geklopt, dit keer dringender. Onze steraanklager wilde daar toch zo graag alleen binnen zijn? Laat hem er dus maar zo lang mogelijk van genieten. Kowalchuk zoog sigarettenrook in zijn longen en liet die weer langzaam door zijn neusgaten ontsnappen. Romero was halverwege een van zijn gigantische Snickers-repen, die zo zoet waren dat Kowalchuks tanden er pijn van deden. Borrows was naar het toilet en stond zich waarschijnlijk af te rukken. Dat was het enige waar Borrows goed in was, voorzover Kowalchuk wist, en dat was dan aan hém toegewezen. Nog een reden voor Kowalchuk om pisnijdig te zijn. Waren die bureaucraten van het korps gek of alleen maar simpel? Voor mensen als hij, die gewoon hun werk wilden doen, waren ze in ieder geval een ramp.
Hij nam nog een laatste, lange trek van zijn saffie, schoot de filter tegen de vuile vloer en ontsloot, met één hand op de kolf van zijn in het holster hangende dienstrevolver, de deur.
De rook ontsnapte uit zijn half geopende mond toen hij de openbaar aanklager met zijn bovenlichaam over de tafel zag liggen. 'Wat is er verdomme -?'
'Een hartaanval, ' zei de Witte Engel. 'Hij sloeg zo maar ineens voorover en -'
'Ga bij hem vandaan, onmiddellijk!' Kowalchuk, zijn revolver nu getrokken en gericht op de man die vlakbij hem stond, liep op de tafel af.
'Ik zeg je toch, man -'
'Houd je akelige kop, stuk vullis!' Kowalchuk boog zich over de onbeweeglijke gestalte. Met angst in zijn hart stak hij zijn hand uit en kneep in de schouder. 'Hé, 'zei hij. 'Hé! Als deze man is gestorven tijdens mijn dienst, ben ik mooi de lul, dacht hij.
Kowalchuk schreeuwde geluidloos toen hij de pen door Austins oog zag steken. Hij gromde zwaar toen de vuist van de Witte Engel hem zo hard in zijn zij trof, dat twee ribben braken. Hij probeerde het wapen te richten, maar een volgende vernietigende klap trof hem vol op zijn luchtpijp. Hij kokhalsde en viel op zijn knieën terwijl de tranen uit zijn ogen liepen en de gal in zijn keel brandde. Toen trof de punt van de werkschoen van de Witte Engel hem tegen zijn slaap en verloor hij het bewustzijn.
Tegen die tijd had ook Romero zijn wapen getrokken. Het laatste stuk van de Snickers-reep stak nog uit zijn mond toen hij het vertrek inliep en de Witte Engel hem doodschoot met Kowalchuks wapen. Toen hij op de grond zakte, doorzocht de Witte Engel al Kowalchuks zakken. Hij vond de sleutel van zijn boeien en bevrijdde zichzelf.
Toen hij de gang inliep, kwam Borrows net uit het herentoilet. Hij schoot de stomverbaasde agent één keer in het voorhoofd. Ineens hoorde hij snel naderende voetstappen en hij gebruikte de verstevigde hoek van Austins attachékoffertje om een raam van draadglas in te slaan. Aan het einde van de gang vlogen deuren open. Hij zag minstens vier geüniformeerde agenten, allen met getrokken pistool. Geen tijd om de glasscherven weg te slaan die nog in de sponning zaten. Een van de agenten vuurde en een kogel floot door de gang en sloeg in het pleisterwerk van de muur vlak naast het hoofd van de Witte Engel. Hij gooide het koffertje op de grond en hees zich door het gebroken raam. Tegen de tijd dat de agenten zich de omvang van de ramp die hun maten was overkomen bewust werden, was hij al opgegaan in de blauwe herfstschaduwen die samen met de daklozen over de straten van de stad gleden.