Woord van dank

Vanaf het eerste idee is Gestolen onschuld een gezamenlijk project – geholpen door een veelheid aan stemmen en handen. Een dankwoord als dit is lang niet toereikend om uit te drukken hoe groot mijn dank is.

      In India wil ik het heldhaftige team van opsporingsdeskundigen, juristen, sociaal werkers en vrijwilligers van de International Justice Mission bedanken voor het feit dat ze mij hebben laten meekijken in hun werk. Ik wil ook Shanmugam, Grace Pillai en Sadhanna Shine in Chennai bedanken voor hun gastvrijheid en hun verhalen over de tsunami.

      In Europa wil ik graag Elias Mallon en Michael Mutzner van Franciscans International bedanken omdat ze me in Frankrijk met de juiste mensen in contact hebben gebracht. In Parijs bedank ik Gérard Besser van Amicale du Nid en Jean-Sébastien Mallet van Fondation Scelles voor hun geweldige, boeiende interviews wat betreft mensenhandel in de Europese Gemeenschap.

      In Washington D.C. wil ik Pamela Gifford en haar team op het hoofdkantoor van IJM bedanken, omdat ze me toegang heeft verleend tot IJM’s Indiase operaties. Het was een voorrecht om samen aan dit project te werken. Dank ook aan Amy Lucia, Holly Burkhalter en Amy Roth van IJM voor het feit dat zij ervoor zorgden dat dit boek in belangrijke handen terechtkwam en voor jullie enthousiaste steun bij het uitgeven ervan. Heel veel dank aan March Bell van het ministerie van Justitie die me een inkijkje gaf in de mensenhandel hier in de Verenigde Staten en aan Charles Colson en Mariam Bell van PFM, die me in contact brachten met March.

      In Virginia wil ik mijn netwerkgoeroes en goede vrienden Nate en Sara Hagerty bedanken, Jonathan en Julie Baker, omdat ze mijn naam hebben doorgegeven aan de juiste mensen bij IJM; David Roberts omdat hij mij in contact heeft gebracht met Nathan Wilson van Project Meridian Foundation; Mark Johansen omdat hij me introduceerde bij zijn vrienden in Chennai; Bill Finley, Matt Brumbelow, Eric Nelson en Charles Dumaresq voor jullie steun en aanmoediging, Ash Sing die me over India heeft geleerd en allerlei boeken heeft aangeraden, Stephen Scott, Bob Kroner, Lamar Garren, Neil Walters en Chip Royer die me de professionele ruimte gaven om naar India te reizen; Scott en Palm Feist en Rick en Sue Shiflet voor het planten van zaadjes en hun vertrouwen in de goedheid van de aarde; Michael O’Brien voor zijn vriendelijkheid en inspiratie, en al mijn vrienden en familie die financieel hebben bijgedragen om dit project mogelijk te maken.

      Dank aan Wade Bradshaw, Keith en Claire Hume, Christy Tennant en Alex Mejias die de belangrijkste contacten legden om dit boek gepubliceerd te krijgen. Enorm veel dank aan John Grisham omdat hij een risico wilde nemen met een onbekende auteur door het manuscript te lezen en me daarna een geweldige aanbeveling gaf die vele deuren voor me heeft geopend. Dank ook aan Eric Stanford van Edit Resource, LLC, omdat hij een uitzonderlijke boekendokter is.

      Dank aan mijn literair agent en manager, Dan Raines van Creative Trust, aan mijn agent voor het buitenland, Danny Baror van Baror International, en aan hun geweldige personeel, voor hun geloof in het boek, hun opbouwende feedback en het presenteren ervan aan de juiste mensen, zodat het uitgebracht werd in de wereld. Het is een eer om jullie vrienden te mogen noemen.

      Dank aan mijn fantastische redacteuren aan beide kanten van de Atlantische Oceaan: Jane Wood en Jenny Ellis van Quercus Books in Londen; Lorissa Sengara van Harper Collins Canada en Nathaniel Marunas van Sterling Books in New York. Ik heb jullie de beste versie die ik kon schrijven gegeven en jullie hebben die zelfs nog beter gemaakt. Dank ook aan mijn uitgevers omdat jullie het een goed verhaal vonden, de boodschap alle aandacht kreeg en jullie je kennis en kunde hebben geïnvesteerd.

      Als laatste en belangrijkste wil ik mijn diepste dank uitspreken aan mijn vrouw, Marcy, die altijd aan mijn zijde heeft gestaan en vele offers heeft moeten brengen om dit project te laten slagen. Ik zal de dag nooit vergeten dat je tegen me zei dat ik dit boek moest gaan schrijven en dat ik daarvoor naar India moest. Dank uit de grond van mijn hart dat je in me hebt geloofd, me hebt gestimuleerd mijn droom na te jagen, me naar het andere einde van de wereld liet gaan om India aan den lijve te ondervinden, me de tijd hebt gegeven dit verhaal te schrijven en te herschrijven. Zonder jouw ruimhartigheid en wijsheid was dit boek er niet. Zonder jouw liefde was ik slechts een schaduw van mezelf.