26
In de overvloed van uw handel, was u vervuld van geweld en hebt u gezondigd. HET BOEK VAN EZECHIËl, OUDE TESTAMENT
ELIZABETH, NEW JERSEY
Na Sita’s ontsnappingspoging verzekerde Alexi zich ervan dat Sita opgesloten bleef in Igors verkrachtingskamertje. Iedere avond na het sluiten van de club kwam hij persoonlijk de deur op slot doen. Laat in de ochtend kwam hij dan weer terug om haar wat restjes eten te brengen. Hij zei geen woord tegen haar en zij keek bijna nooit op als hij er was.
Met het voorbijgaan van de tijd sloot de duisternis haar in. Ze gaf het op om haar gedichten te citeren, woordspelletjes te doen, net te doen alsof Ahalya naast haar zat, fantaseerde niet meer over geluk, dacht niet meer aan vroeger. Het grootste deel van de tijd zat ze naar de muur te staren en te piekeren over de onbegrijpelijkheid van haar karma.
Op een zondagavond, voordat de club openging, kwam Alexi haar halen. Hij bleef in de deuropening staan en zei maar één woord: ‘Kom.’
Gehoorzaam stond ze op en liep achter hem aan de gang door. Hij leidde haar door de kleedkamer – die nu helverlicht, maar verlaten was – naar de lounge erachter. Daar zat een blonde man in een chique broek en een donkere blazer in een van de fauteuils naar de paardenraces op de televisie te kijken. Hij knikte naar Alexi en gebaarde dat Sita voor hem moest komen staan.
In nauwkeurig gearticuleerd Engels met een licht accent zei hij: ‘Ze is prachtig,’ terwijl hij Sita van top tot teen opnam met een doordringende blik in zijn blauwe ogen. ‘En heel jong. Ik moet je broer complimenteren met zijn aankoop.’
‘Vasily wist dat ze u zou bevallen,’ antwoordde Alexi.
De man liep om Sita heen, streek met zijn vingertoppen langs haar nek. Hij ging weer voor haar staan en glimlachte flauwtjes naar haar. ‘Haar huidskleur is donker genoeg om exotisch te zijn, maar licht genoeg om te verleiden. Ze zal een hoge prijs opleveren.’
Sita’s maag draaide zich om en ze had het gevoel dat ze flauw ging vallen. De mannen praatten over haar alsof ze een paard was dat verhandeld werd op de markt.
‘Ik koop haar voor twintigduizend,’ zei de man.
Alexi zette zijn stekels op. ‘Ze is veertig waard en ik doe haar niet voor minder weg.’
Er begon een gebekvecht over de prijs en Sita sloot haar ogen. Ze werd wéér verkocht. De onbekende was de volgende schakel in de ketting van haar lot.
De verkoopprijs werd afgemaakt op dertigduizend dollar. De blonde man betaalde meteen; hij had een envelop vol cash bij zich. Toen verdween hij door de deur van de club.
De volgende twee nachten gingen redelijk rustig voorbij. Sita hoorde Igor in de gang grauwen tegen de meisjes, maar hij bleef weg uit haar kamertje. Haar eenzame afzondering werd alleen onderbroken door Alexi’s korte bezoekjes. Sita begon zich af te vragen of ze de transactie in de lounge misschien verkeerd had begrepen. Misschien had de blonde man Alexi wel betaald omdat hij haar überhaupt had weten te verkrijgen. Maar dat verklaarde haar aanwezigheid in de club niet, of Alexi’s gewelddadige optreden tegen Igors toenaderingen. Igor had gezegd dat Alexi haar bewaarde voor Dietrich. Wie was Dietrich in hemelsnaam?
Een deel van het antwoord op dat raadsel kwam die dinsdag, in de persoon van een zwarte man met een donkere zonnebril en een dikke gouden ketting om zijn hals.
‘Deze chick gaat helemaal naar Harrisburg?’ vroeg hij, toen Alexi de deur van Sita’s kamertje opende.
‘Ja,’ antwoordde Alexi. ‘De anderen gaan naar Philly.’
‘Ja, voor de techconventie. Manuel heeft me er alles over verteld.’ Hij keek Sita bozig aan. ‘Klaar, liefje?’
Sita wierp een blik op Alexi en wachtte op een seintje van hem.
‘Jij gaat nu met Darnell mee,’ zei hij.
‘Precies,’ bevestigde de man die Darnell heette. ‘En ik heb geen tijd of geduld met bitches die moeilijk doen.’ Hij deed zijn jas open om haar te laten zien dat hij een 9-mm-pistool bij zich had. ‘Als je lastig bent, zorg ik ervoor dat het ophoudt. Begrepen?’
Sita knikte bevend en trok haar jas aan. Darnell pakte haar arm beet en nam haar mee de club uit, naar een busje dat op de parkeerplaats stond. Er zaten al drie meisjes uit de club op het achterste bankje. Op de passagiersstoel zat een pezige latino. Hij was helemaal verdiept in een tijdschrift en had geen enkele interesse in Sita.
Sita ging op het bankje voor de drie meisjes zitten en staarde uit het raampje naar de straat. Het was bijna middag en druk. Niemand zou een doodnormaal busje of zijn menselijke vracht opmerken. Er reed een politieauto langs, maar ook die verdween net als de rest weer uit het zicht. Darnell sprong op de chauffeursstoel en reed het busje de parkeerplaats af. De straten in de stad zaten verstopt, maar zodra ze op de tolweg waren, hadden ze ruim baan. Zonder te stoppen reden ze anderhalf uur. Sita had dorst en moest naar de wc, maar durfde het niet te vragen. De meisjes achterin zeiden helemaal niets en Sita keek ook niet naar hen om.
Toen nam Darnell de brug, reed Philadelphia binnen en de afslag naar Broad Street op. Daar parkeerde hij langs de stoep in de buurt van het Marriott Hotel en belde vervolgens iemand met zijn mobiele telefoon. Even later kwam er een blanke man in een krijtstreeppak het hotel uit hun kant op lopen. Hij begroette Darnell en bekeek de meisjes die uit het busje stapten goedkeurend.
De blanke man overhandigde Darnell een envelop en zei: ‘Hier is het voorschot. De rest krijg je als je ze ophaalt.’
Darnell gromde: ‘Laat ze werken, die bitches.’
De blanke man glimlachte dunnetjes. ‘Werken zullen ze. We hebben al tweeëndertig klanten geboekt en de conventie is nog niet eens begonnen.’
‘Zo wil ik het horen.’
De blanke man liep met de meisjes naar het hotel en de latino nam zijn plek op de passagiersstoel weer in. Darnell keerde het busje en voegde zich weer in het verkeer. Bij een benzinestation hielden ze even halt om Sita de gelegenheid te geven naar de wc te gaan, maar daarna reden ze meteen weer door. Zo ging het de hele middag; ze stopten alleen om te tanken en eten te halen bij een McDonald’s drive-in. Sita had vreselijke honger, maar kokhalsde bijna van de hamburger die Darnell haar gaf. Het vette vlees en de zoetzure garnituur waren een aanslag op haar smaakpapillen.
Een halfuur voor zonsondergang bereikten ze Harrisburg. Darnell ging de snelweg af en reed de parkeerplaats van een vrachtwagenstandplaats op, die halfvol stond met enorme vrachtwagencombinaties.
‘Die bitch weet niet half hoe goed ze het heeft,’ mompelde Darnell tegen Manuel. ‘Als ik de baas was, moest ze nu de hoer gaan spelen. Dat zal haar respéct leren!’
Manuel lachte. ‘En daarom ben jíj nou degene die het busje bestuurt.’
‘Hou je kop, verdomme,’ antwoordde Darnell.
Na een korte stop voor de receptie van het motel waar Manuel een sleutel haalde, reden ze door naar de achterkant ervan en parkeerden daar. Manuel maakte de deur van een kamer open. Darnell sleurde Sita het busje uit en gooide haar op het bed. Sita kwam snel weer overeind en klemde een kussen tegen zich aan, bang dat ze haar gingen verkrachten. Darnell staarde haar een hele tijd dreigend aan en barstte toen in een schaterlach uit.
‘Kijk nou, Manuel,’ zei hij. ‘Ze is bang.’
Manuel negeerde hem en zette de televisie aan. Darnell pakte een tijdschrift en sloot zich, nog steeds lachend, in de badkamer op.
De duisternis viel in en het werd nacht. Darnell haalde eten bij Burger King, dat Sita met lange tanden opat. Om tien uur ontving Manuel een telefoontje op zijn mobiel. Hij bromde iets en liep naar het raam, waar hij door een spleet in het gordijn naar buiten tuurde.
‘Daar zijn ze,’ zei hij, terwijl hij de gordijnen opentrok om een bestelbusje te laten zien dat naast een rij vuilcontainers stond geparkeerd. Sita zag zeven meisjes uitstappen die zich verspreidden over de parkeerplaats waar het nu vol stond met vrachtwagens. Ze leken allemaal minderjarig.
‘Een hoop hoeren vanavond,’ was Darnells commentaar. ‘Hoeveel denk je dat ze vanavond binnenhalen?’
Manuel dacht even na. ‘Tweeduizend, misschien meer. De parkeerplaats staat helemaal vol.’
Darnell grinnikte. ‘Die vrachtwagenchauffeurs zijn vannacht niet eenzaam.’
Sita bestudeerde de verschoten sprei onder haar. De aanblik van die parkeerplaatshoertjes brak het laatste restje dat nog heel was van haar hart. Wat voor monsters waren dit; mensen die grappen maakten over kindermisbruik? Weer vroeg ze zich af wat ze toch met háár wilden. Wat kon in vredesnaam een prijs van dertigduizend dollar waard zijn?
Om middernacht ontving Manuel weer een telefoontje op zijn mobiel. Hij luisterde even en keek Darnell vervolgens aan. ‘Ze zijn klaar om te gaan.’
Darnell zette de televisie uit en pakte Sita’s arm ruw beet. ‘Tijd om te vertrekken.’
Manuel deed de deur open en Sita zag het bestelbusje een paar meter verderop staan. Het stond met draaiende motor achter een rij auto’s geparkeerd. Bij de achterkant stond een dikke vrouw met haar armen over elkaar te wachten. Darnell duwde Sita tussen de geparkeerde auto’s door en leverde haar af aan de vrouw. De vrouw duwde Sita op haar beurt in de richting van een man met een sigaret in zijn mond die uit de achterklep van het bestelbusje leunde en Sita aan haar jas naar binnen trok. Terwijl haar ogen zich aanpasten aan het donker, besefte Sita dat ze niet alleen was. Om haar heen zaten de parkeerplaatshoertjes.
De man gooide de klep van het busje dicht en draaide die op slot. Geen van de meisjes zei iets, maar een van hen zat te huilen. Het busje kwam in beweging. Het loeien van de motor overstemde het verdriet van het onzichtbare meisje. Sita sloeg haar armen om haar bovenlijf en deed haar ogen dicht. Haar gedachten waren verward en vaag, en haar ademhaling ging snel en oppervlakkig.
De auto was een minuut of twintig onderweg en stopte toen om daarna een paar meter achteruit te rijden. Toen de motor werd afgezet, luisterde Sita naar de stilte. Ergens in de verte blafte een hond. Dichterbij passeerde een auto. De meisjes bleven in het donker zitten totdat de man met de sigaret de klep opende. Het busje stond met de achterklep voor de ingang van een soort garage geparkeerd. De meisjes stonden op en stapten het busje uit. De man gebaarde dat Sita mee moest komen.
Sita liep door de garage achter een jong zwart meisje met smalle heupen aan dat een rokje met luipaardprint droeg. Ze volgde haar de trap af naar een kelder, waar een kaal peertje aan het plafond hing. De meisjes bleven daar allemaal op een kluitje naar de vloer staan staren. De dikke vrouw kwam de trap af en schoof een geweerrek weg, waarachter een verborgen deur tevoorschijn kwam. Die draaide ze van het slot en de deur zwaaide open. Sita zag dat de vloer van de kamer erachter vol lag met dekens. De meisjes liepen gedwee de kelderkamer in en de dikke vrouw draaide de deur achter hen op slot.
Onmiddellijk brak er een gevecht uit tussen de meisjes. Sita trok zich terug in een hoekje, waar ze zich langs de muur omlaag liet glijden totdat haar knieën haar kin raakten, en beschermde haar hoofd met haar armen.
‘Rot op, bitch,’ riep een van de meisjes.
‘Dit is míjn plek, gemeen kutwijf,’ gilde een ander.
‘Cassie, Latisha, hou je kop! Stop met ruziemaken!’ kwam een ferme stem tussenbeide.
De meisjes kalmeerden wat.
‘Wat is er verdomme met jullie aan de hand?’ vroeg de ferme stem. ‘Het is hier al erg genoeg zonder dat gezeik van jullie.’
‘Ze pikt altijd mijn plek in,’ klaagde een van de meisjes.
‘En jij ligt altijd half op me,’ zei de ander.
‘Ik kan er niet meer tegen hier,’ klonk een verstikte, vierde stem.
De ferme stem antwoordde: ‘Als je wilt, kun je vluchten, maar daarmee riskeer je je eigen huid. De laatste keer dat ik dat probeerde, hebben ze sigarettenpeuken op me uitgedrukt.’
Sita sloot haar ogen en vocht om niet te kokhalzen. De kamer stonk naar zweet en oude urine. Haar hand omklemde Hanoeman in de zak van haar jas en de tranen begonnen over haar wangen te biggelen. In haar hoofd probeerde ze de beelden en geluiden van de Coromandelkust op te roepen, maar de herinneringen glipten steeds weg. In plaats daarvan zag ze Suchir, Navin, Dmitri, Igor en de ingebeelde gezichten van de vrachtwagenchauffeurs die betaalde seks hadden gehad met de meisjes hier.
Het was koud in de kelder. Sita legde haar hoofd tegen de muur achter zich en wreef over haar armen in een poging warm te worden. Hoe ze ooit in slaap zou komen was haar een raadsel: ze zat opgevouwen en ongemakkelijk in haar hoekje gedrukt. Na een tijdje bewoog het meisje dat het dichtste bij haar lag en voelde Sita dat ze de punt van een deken in haar hand gedrukt kreeg. Langzaam trok ze de deken over haar knieën en ze begon iets warmer te worden. Na een tijdje draaide het meisje zich om en liet haar arm tegen Sita’s been rusten.
Sita ademde diep in en deed haar ogen dicht.
Op de een of andere manier zou ze de nacht wel doorkomen.