Gesplitst!
Maandag na school racete ik naar huis, gooide mijn tas in de hoek, mijn jas over de stoel en drukte de knop van de computer in.
‘Hoe vaak moet ik het nog zeggen, jassen horen aan de kapstok,’ zei mijn moeder geërgerd terwijl ze de kamer in kwam lopen.
‘Dat doe ik zo mam, even wachten.’
De computer was opgestart, ik typte www.hcsv.nl in ( dat staat voor Hockeyclub StickVast) en klikte bij de teamindelingen op meisjes d2.
Mijn ogen tuurden over het scherm, vonden Bo en Lola en zochten Jip en mijn eigen naam. Raar, wij stonden er niet bij. Zouden ze ons vergeten zijn?
‘Komt er nog wat van?’ bromde mijn moeder.
Ik klikte op meisjes d1 en voorovergebogen, met mijn neus bijna in de computer, veegde ik met mijn vinger over het scherm en raakte mijn eigen naam aan. Dit kon niet waar zijn. Zag ik het goed? Het stond er echt! Meisjes d1, Falderie Brand, Jip Sikkens en nog een heleboel namen waarvan ik niet wist wie ze waren. Hoe kon dat nou? Door mij kregen we het eerste tegendoelpunt, ik wist niet waar mijn plek in het veld was en toen ik dacht dat ik goed stond opgesteld, stond ik bij het verkeerde team. Nu zat ik op dat andere niveau dat volgens Lola hetzelfde was als serieus en suf.
‘Wat doe je, Falderie?’ hoorde ik de stem van mijn moeder achter me.
‘Ik zit in d1, samen met Jip,’ antwoordde ik. ‘Maar Bo en Lola zitten in d2.’ Toen ik dat zei, voelde ik mijn blije hersenen kraken. Er was zojuist een klein probleempje ontstaan.
‘Wat goed van je. Gefeliciteerd,’ zei mijn moeder.
‘Dit moet ik Jip vertellen.’
‘Doe dat zo, laten we eerst nog even samen lezen, dan heb je dat maar gedaan.’
Ik schudde mijn hoofd. ‘Dat doe ik straks, mam. Ik beloof het. Dag.’ Ik sprong op, verdween zonder jas door de achterdeur en frommelde mezelf door het gaatje in de heg dat al bestond voordat wij naast Jip kwamen wonen. Springend over de prikplanten viel ik half struikelend over de rondslingerende takken met een dreun tegen de deur van nummer 24A. Nelli deed open. Ze droeg een groen gewaad en had een verlepte bloemenketting om haar nek. Haar rode krullen sprongen blij de lucht in. Vast niet van mijn gezicht.
‘Is Jip er?’ kreunde ik.
Nelli trok me overeind, wees met een kwast in haar hand naar de stralend blauwe hemel en verdween.
‘Jip, ben je daar,’ schreeuwde ik naar boven.
‘Ik ben hier,’ klonk het uit het open raam.
De bovenvoordeur stond op een kier. Jip zat in de keuken en at een boterham aan tafel die bezaaid lag met bruinwitte hageltjes. Ze lachte naar me met open mond die vanbinnen op een vuilnisbelt leek. Kees zei er niets van.
‘Ik heb goed en slecht nieuws,’ hakkelde ik.
Kees keek op van zijn krant. ‘Is je opa overleden?’
Ik schudde mijn hoofd. Mijn ene opa is allang dood en de ander heb ik nooit gekend dus ik vond het een rare vraag van Kees.
‘Eerst het slechte nieuws,’ zei Jip.
‘We zitten niet bij elkaar in het team.’
‘Hoe bedoel je?’ Jip stopte met kauwen.
‘Ik bedoel dat de teamindeling bekend is en jij en ik niet bij Bo en Lola in het team zitten.’
‘In welk team zitten wij dan?’
‘Dat is het goede nieuws,’ zei ik. ‘In d1!’ Ik stak mijn handen in de lucht alsof ik de toernooibeker gewonnen had. Ik verwachtte dat Jip op de tafel zou springen van blijdschap maar ze bleef gewoon op haar stoel zitten en kauwde rustig verder. ‘En Bo en Lo?’
‘Die zijn bij meisjes d2 ingedeeld,’ zei ik een stuk minder enthousiast.
Jip keek bedenkelijk. ‘En stond de naam van de coach genoemd?’
Ik knikte. ‘Bas doet d1, dat wist je toch?’
Jip stak haar vinger in haar mond en deed alsof ze moest kotsen.
‘Kom op, Jip,’ zei Kees, ‘hartstikke mooi dat je in d1 zit en Bas valt best mee. Hij is gewoon een keeper en die zijn vaak een beetje eigenaardig.’
Jip keek Kees aan, dacht even na en zei toen: ‘Misschien heb je gelijk.’ Ze propte haar laatste stuk boterham in haar mond en trok me aan mijn arm mee naar de deur. ‘Kom op, we gaan.’
‘Waarheen?’
‘Naar Bo en Lo natuurlijk.’
Op een drafje liepen we de straat uit, namen twee korte bochten naar rechts, één grote bocht naar links en doken aan het einde van de straat het steegje in dat uitkwam bij de achtertuin van Lola.
‘Hoor je die muziek?’ Jip pakte mijn hand, bleef stilstaan en hield haar vinger in de lucht.
Ik knikte, dat was de favoriete dansmuziek van Lola. Bo en Lola speelden vaak Popstars na. In de liveversie presenteerde Bo het programma en Lola trad op. Als Jip en ik er waren mochten wij jury zijn. Ik denk dat ik niet zo’n goed jurylid ben want ik weet niet zo veel van muziek. Gelukkig toeterde Lola altijd zelf door de microfoon dat ze het een zeer goede uitvoering vond en zeker door was naar de volgende ronde. Jip duwde het tuinhek open. Bo keek verrast op en tetterde door de microfoon dat ze ons echt niet verwacht had. Lola ging onverstoorbaar verder waar ze mee bezig was.
‘Stoppen, nu.’ Jip duwde een knop van de cd-speler in en Lola stopte met dansen. ‘Hebben jullie het al gezien?’ vroeg Jip. ‘Vast niet, anders had je al wel aan mijn deur gestaan,’ zei ze er snel achteraan.
‘Wat gezien? Is het spannend?’ Bo ging nietsvermoedend op de rand van de plantenbak zitten met haar benen over elkaar.
Lola vroeg of haar moeder het mocht horen anders deed ze de schuifpui even dicht.
‘De teamindeling is bekend,’ zei Jip.
‘Ik, ik ben nog niet thuis geweest, en na school meteen met Lola mee gegaan,’ stamelde Bo. ‘Is het goed nieuws?’
Jip wees met haar wijsvinger van Lola naar Bo en weer naar Lola. ‘Jullie zitten in meisjes d2, en wij…,’ ze legde haar arm om mijn schouder, ‘wij zitten in d1.’
‘O, wat erg,’ schreeuwde Lola. ‘Dat kan toch niet.’
‘Toch is het zo,’ zei Jip serieus.
‘Ik had nog zo gevraagd of jullie bij mij mochten. Waarom heeft Bas niet naar mij geluisterd?’ Het hoofd van Lola leek op een overrijpe tomaat die elk moment kon ontploffen. Ze ging zo hard tekeer dat Jackie van schrik naar buiten kwam rennen. Bo zat nog steeds op de rand van de plantenbak en ik zag dat ze tranen in haar ogen had. ‘Ik kan echt niet naar huis, mijn ouders zijn vast woest.’
Lola ging naast haar zitten en sloeg haar arm om Bo heen.
‘En nu? Wat doen we nu?’ zei Lola. ‘We hebben gezworen dat wij bij elkaar blijven.’
‘Iedereen bedenkt een oplossing, schrijft die op en zo gaan we stemmen wat we gaan doen,’ zei Jip.
‘Goed idee, Jip.’ Lola rende naar binnen en weer naar buiten, duwde iedereen een papiertje en een pen in de hand en begon te schrijven. ‘Ik weet wat we moeten doen,’ riep ze geheimzinnig. Ze vouwde het papiertje dubbel en gooide het in een lege bloempot.
Ik staarde naar het lege briefje en kon niet zo snel een goede oplossing bedenken.
‘Gooi je papiertje erbij dan kunnen we gaan kiezen,’ zei Jip ongeduldig.
Vlug schreef ik twee woorden op en liet het propje voor me in de bloempot vallen.
‘Ik mag voorlezen.’ Bo veegde haar tranen uit haar ogen, graaide in de bloempot en opende het eerste briefje. ‘We gaan van hockey af en op jazzballet.’
Er liep een rilling over mijn rug. Ik moest er niet aan denken. Ik haatte dansen, mijn benen en armen deden nooit wat ik graag wilde en slingerden alle kanten uit.
Lola zette de muziek aan en gilde: ‘En we beginnen nu.’
Gelukkig drukte Jip meteen weer op de uitknop. ‘Ballet is stom. Ga maar alleen dansen, ik heb daar geen zin in.’
Lola keek beteuterd terwijl ik een kleine opluchting voelde.
Bo opende het tweede briefje. ‘Oefenen,’ las ze voor.
‘Dat heb ik verzonnen,’ zei Jip. ‘Als we elke middag op het veldje bij mij voor de deur gaan hockeyen, worden jullie net zo goed als wij en komen jullie ook vast in d1.’
‘Ik wil niet elke middag oefenen, en ook niet in d1,’ snauwde Lola. ‘Komen jullie maar in d2.’
Ik vond het idee van Jip hartstikke goed en snapte niet waarom Lola zo reageerde. Misschien omdat ze haar zin niet kreeg.
‘Nog een selectiewedstrijd,’ zei Bo terwijl ze het derde briefje opende. Meteen zei ze erachteraan: ‘En dan vraag ik mijn vader of hij met de selectiecommissie gaat praten, dan komen we vast wel met z’n allen in d1.’
‘Dat gaan ze echt niet doen, Bo,’ zei Jip.
‘Ik heb al gezegd dat ik niet in dat tuttenteam wil, Bo. Jij toch ook niet?’ zei Lola.
‘Ja en nee. Mijn ouders willen graag dat ik in d1 zit maar voor mij hoeft het niet per se. d2 vind ik ook best leuk.’ Bo riep omdat het zo spannend was, en we nog één briefje te gaan hadden voordat de definitieve uitslag bekend werd gemaakt.
‘Laatste briefje,’ zei Jip.
‘Huh, hier staat op, “ik blijf”, kijk maar.’ Bo trok het witte stuk papier strak tussen haar handen en hield het voor zich.
‘Dat heb ik bedacht,’ zei ik zachtjes. ‘Ik denk dat het toch best leuk is.’
‘Vet Fal, dat je bij ons in het team blijft. Wij zijn natuurlijk ook het leukste,’ zei Lola met een grijns op haar gezicht. ‘Nou Jip, dan zit er voor jou niets anders op dan ook bij ons te komen.’ Lola omhelsde me alsof ze me een jaar niet had gezien. ‘Nu is het drie tegen één.’
Toen ik me uit de houdgreep van Lola had geworsteld, zag ik dat Jip me verbaasd aankeek. Ze gaf me een por met haar elleboog en haar ogen dwongen me om iets te zeggen. Ik was opgelucht dat Jip mijn woorden wel begreep, maar ik klemde mijn kaken stijf op elkaar.