De beslissende wedstrijd

Bo en Lola stonden al te wachten aan het einde van de straat toen Jip en ik aan kwamen fietsen.

‘We moeten racen anders zijn we te laat,’ zei Bo terwijl ze op haar horloge keek. ‘Ik heb mijn ouders beloofd dat ik me tweehonderd procent inzet vandaag. Volgens mijn vader kan het dan niet meer misgaan.’ Met haar roze glittertas om haar schouder en haar sticktas op haar rug stapte ze op haar fiets, aangeduwd door Lola die bij haar achterop sprong.

‘Mijn ouders willen dat ik in meisjes d1 kom.’ Bo trapte de pedalen sneller rond. ‘Ze vinden meisjes d2 beneden mijn niveau.’

Ik had mijn ouders nog nooit gehoord over mijn niveau en vroeg me af wat dat dan precies was, dat niveau van mij. ‘Het is toch allemaal hockey? En hockey is leuk, toch?’ zei ik.

‘Dus jij wil ook dat we samen blijven?’ Lola knipoogde naar me.

‘Ja hoor,’ zei ik nietsvermoedend. ‘Maakt me niet uit welk niveau.’

‘Ik vind dat we vandaag wel allemaal ons best moeten doen,’ zei Jip. ‘Ook jij, Lola.’

‘Vind ik ook,’ zei ik.

Lola ging steeds harder praten. ‘Hoezo, ons best doen? Het gaat er toch om dat we alle vier in hetzelfde team komen?’

‘Dat kan toch ook in d1?’ zei ik voorzichtig.

Lola keek me aan alsof ik zojuist iets heel raars had gezegd. ‘We komen echt niet alle vier in d1, Falderie. De meisjes die vorig jaar al in d1 zaten, zijn vast veel beter dan wij. En ook zo serieus.’

Aha, dus als je al een jaar in de d1 had gezeten zat je op een ander niveau.

Toen ik als eerste het hockeyterrein op reed, en ik Lola achter me nog steeds hoorde tetteren over d1, dat ze er suf uitzagen en je helemaal niet met ze kon lachen, zag ik dat iedereen al op het veld stond en Bas hesjes uitdeelde.

‘Oeps, ze zijn al begonnen.’ Bo zette haar fiets in het fietsenrek en rende het veld op.

‘Sinds wanneer is Bo zo fanatiek?’ Lola leunde op haar stick en wachtte op Jip en mij.

Met mijn stuiterende rugzak en stick in mijn hand rende ik het veld op, met Jip vlak achter me.

‘Jullie zijn niet op tijd.’ Bas tikte op zijn horloge.

‘Sorry,’ zei Bo.

‘Elf uur is niet hetzelfde als drie over elf.’

‘Wat maken die drie minuten nou uit?’ Lola zwierde haar stick in de lucht alsof het een marionettenstok was.

Bas zei niets en wierp ons een rood hesje toe. ‘Het rode team begint tegen het gele team op dit veld en de andere twee teams mogen zich melden bij Marloes, die dame met die rode staart, op veld B.’

Wij, Jip, Bo, Lola en ik, zaten bij elkaar en bij een paar meisjes die ik kende van e1. Dat was vorig jaar, toen we nog met z’n achten op een half veld speelden. Dit jaar in de D was het allemaal anders. We speelden op een heel veld, met elf in plaats van acht speelsters, waarvan er minstens vijf meisjes een kop groter waren dan ik. Iedereen koos een plek uit, links, midden of rechts zoals we gewend waren bij Nelli. Lola en Bo stonden samen in het midden, Jip liep naar de linkerkant van het veld en ik ging maar rechts staan waar nog veel ruimte was.

Bas was het hier niet mee eens, en hij dirigeerde iedereen naar een eigen plek in het veld. Hij riep dat het essentieel was om op je eigen positie te spelen. Ik werd vlak voor de keeper neergezet. Een nepkeep zonder legguards, maar met helm en van de scheidsrechter mocht ze als enige van ons team alle ballen met haar voeten spelen. Het beginsignaal klonk en het gele team mocht de bal uitnemen. Ik weet niet hoe het kon maar binnen een paar seconden kwamen er twee gelen op mij afgestormd. Ik liep op de gele met de bal af, ze speelde snel naar de ander, onze nepkeep stond in de verkeerde hoek van de goal en ‘boink’, één-nul achter. Dat was niet zo’n goed begin en dat vond Bas duidelijk ook.

‘Falderie, nooit naar de man met de bal, die is voor de keeper,’ brulde hij vanaf de zijlijn.

Ik haalde mijn bitje uit mijn mond en slikte wat speeksel weg. Daar had ik Nelli nog nooit over gehoord.

Het gele team had veel vaker de bal dan wij en voor de rust al vijf keer gescoord. Maar het had wel vijftien-nul kunnen zijn als ik de bal niet acht keer onderschept had en twee keer van de doellijn had gehaald.

 

‘Poeh, ik heb het heet,’ zei Lola met een diepe zucht. Ze pakte een bidon uit het krat en liet zich achterover in de dug-out vallen.

‘Je kan het niet warm hebben van te hard rennen,’ bromde Bas die er inmiddels bij was komen staan.

Ik wist dat hij een beetje gelijk had want Lola wilde de bal altijd precies in haar stick zodat ze niet hoefde te lopen. En als ze de bal had en weer kwijtraakte, rende ze er nooit achteraan, dat liet ze aan alle anderen in het veld over. Als iemand daar een opmerking over maakte, zei Lola dat ze echt geen kracht meer had om helemaal terug te rennen.

‘Allemaal luisteren, twee wijzigingen na de rust. Jip en Falderie, trek je hes uit en ruil met…’ Bas liet zijn vinger als een zoemende bij op zoek naar honing over het gele team gaan. ‘Anniek en Elisa.’ Bas wees twee meisjes aan terwijl ik nog met mijn schoenen vastgeplakt stond aan het kunstgras van schrik. Wilde hij echt dat ik meedeed met het andere team? Het team dat bestond uit bijna alle meisjes die vorig jaar al in d1 zaten? Dat andere niveau?

‘Nou, waar wacht je op.’ Bas gaf mij een duw in mijn rug, ik overhandigde mijn rode hes aan een van de twee meisjes, die een beetje boos keek en een geel hesje voor mijn voeten liet vallen.

‘Falderie, jij bent geen laatste man, jij gaat rechtsmidden spelen en Jip, jij staat voorstopper.’ Bas klapte zijn map dicht.

Rechtsmidden. Was dat nou rechts of in het midden? Nelli was tenminste duidelijk, je stond rechts, links of in het midden. Ik durfde het niet te vragen en keek Jip vragend aan.

‘Dat is aan de rechterkant halverwege, achter dat meisje met die staart,’ zei Jip en ze liep richting de goal.

Daar had ik wat aan… alle meisjes hadden een staart! Toen bijna iedereen op zijn plek stond zag ik een groene leegte vlak voor me. Daar moest het zijn, halverwege de rechterkant van het veld en Tess, een meisje met een staart, stond voor me. Eén grote stap over de zijlijn en mijn positie was gevuld. Ik stak mijn duim op naar Jip die druk gebaarde naar ik-weet-niet-wie en schreeuwde ‘Hier’.

‘Falderie, jij hebt geen rood hesje meer aan. Als de donder naar de andere kant van het veld,’ toeterde Bas van een meter afstand in mijn oor.

Ik keek naar beneden en rende met een gloeiend heet hoofd naar de plek waarvan Jip al vijf minuten geleden wist dat ie bestond.

De tweede helft begon en ik kreeg de bal aangespeeld van het meisje naast mij. Ik dribbelde langs de zijlijn naar voren en speelde bij het eerste meisje dat ik tegenkwam de bal door de benen, die ik achter haar weer oppikte en naar een teamgenoot pushte die op kop cirkel stond, wegdraaide en scoorde. De bal werd in het midden uitgenomen door Lola die Bo aanspeelde. Bo gaf een pass, recht in mijn stick. Dat was aardig van Bo, maar ik speelde ’m echt niet terug, ook al was ze mijn hartsvriendin. Ik rende hard naar voren met de bal aan mijn stick, hoorde mijn naam links van me en gaf een voorzet waar weer uit gescoord werd. Jammer genoeg scoorde ik de tweede helft zelf niet, dat zou helemaal top zijn geweest.

‘Allemaal in het midden bij mij verzamelen en hesjes in de blauwe tas,’ riep Bas.

Nadat wij als een soort hijgende schapen om Bas heen stonden, en iedereen enigszins gespannen wachtte op het grote teamindelingnieuws, vertelde hij doodleuk dat hij er nog niet uit was, maar dat er zeker veranderingen doorgevoerd zouden worden. Einde oefening, we konden vertrekken. Maandag zouden de teamindelingen op de website staan.

Lola en Bo zaten al op onze vaste plek in het clubhuis toen Jip en ik binnenkwamen.

‘Waarom moesten jullie met dat gele tuttenteam meedoen,’ schreeuwde Lola boven het geroezemoes uit toen ze ons gespot had.

‘Weet ik niet,’ antwoordde Jip.

‘Gaan jullie nu toch naar d1? Nee toch.’ Lola schonk voor ons alle vier limonade in een plastic bekertje. ‘Dat zou ik echt heel erg vinden.’

‘Nee joh,’ zei Bo, ‘dan hadden wij ook wel mee mogen doen.’

Ik keek naar Bo en vroeg me af of ze werkelijk dacht dat ze zo goed kon hockeyen als Fatima met de moeilijke achternaam. Die zat toch echt op een ander niveau.