29

De volgende ochtend word ik voor de tweede keer deze week blij wakker omdat er de vorige avond niets is gebeurd. Ik kan Santiago onder ogen komen zonder me ordinair te voelen, zelfs wanneer hij langs me heen kijkt als ik mijn kamer uitkom om te kijken of er niet een zeker iemand in mijn bed ligt.

Onderweg is hij continu aan het bellen dus ik krijg geen kans om zijn humeur te peilen, hoewel het feit dat hij liever met iemand anders praat natuurlijk boekdelen spreekt. Deze trend houdt de hele week aan. Ik neem aan dat hij besloten heeft om zaken en relaties niet te mixen. Het maakt het in ieder geval makkelijker om niet over hem te zwijmelen – niets is dodelijker voor je fantasieën dan tijd doorbrengen met iemand die zich gedraagt alsof je niet bestaat. Ik zeg tegen mezelf dat deze reality check erg goed is – als ik een week lang was verwaarloosd, was ik nog gaan geloven dat we iets bijzonders hadden samen, iets dat zelfs kon worden uitgebouwd tot een goede relatie.

In plaats daarvan stappen we opzij, zeggen ‘pardon’ en wisselen werkgerelateerde beslommeringen uit zonder oogcontact. Ik besef dat in mij een klein kindje haar armen uitgestrekt houdt en ernaar verlangt te worden opgepakt en geknuffeld, maar wederom vraag ik het aan de verkeerde man.

Als ik mijn vader weer zie, is hij zo opgelucht dat Ryan me geen aanzoek heeft gedaan dat ik vermoed dat ik me al deze jaren niet heb verloofd, omdat hij dat zo heeft gewild. Toen hij er overigens achter kwam dat Ryan een verjaardagstripje voor ons allemaal naar Punta Islita had georganiseerd, zei hij dat hij misschien toch zo slecht nog niet was.

‘Ik kreeg de indruk dat hij overal een slaatje uit wilde slaan,’ vertrouwde mijn vader me toe op een van zijn dagelijkse snuffeltochtjes. ‘Maar nu zie ik dat hij zowel geeft als ontvangt.’

‘Precies hoeveel wordt er gegeven en ontvangen?’ vraagt Ollie me op dag zeven van de laten-we-het-rustig-aan-doen missie.

‘Niet zo veel,’ geef ik toe. ‘In een notendop: ik heb Ryan drie van de zes avonden gezien waarvan twee met mijn vader en Kiki.’

‘Wat heeft hij de overige drie avonden gedaan?’

‘Dat weet ik niet, ik was degene die niet wilde. We proberen nu namelijk ook de vroege vogels mee te pakken, mensen die naar het park willen voordat het te broeierig wordt en anderen die op weg naar huis zijn nadat ze een nachtje hebben doorgehaald. Dus beginnen we al om half zes.’ Ik gaap bij de gedachte alleen al. Ik ben echt doodop, zeventien uur per dag werken eist zijn tol. Het is ook een geweldig excuus om Ryan op afstand te houden.

‘Je krijgt mijn volle aandacht zodra ik weet welke kant het met Café Tropicana opgaat,’ heb ik tegen hem gezegd.

‘Geen seks dus.’ Ollie windt er geen doekjes om.

‘Geen seks,’ bevestig ik. ‘Best vreemd, in het begin leek het zo’n geil type, maar nu lijkt hij te accepteren dat zijn kruis even in de ijskast moet. In feite zijn we net vrienden.’

‘En hoe vind jij dat?’

Ik slaak een zucht en neem even een momentje om goed over die vraag na te denken. Mijn geest is zo druk met de bekendmaking van de café-eigenaar die voor morgen op het programma staat dat ik maar doorga en mezelf het gebruikelijke overanalyseren van elke actie bespaar.

‘Nou, in het begin kun je die ander wel opvreten – je wilt hem dolgraag aanraken en hij lijkt al je dromen te kunnen vervullen, maar als je langer praat, luistert en kijkt, veranderen die gevoelens.’

‘Met een beetje geluk verlang je nog meer naar hem,’ suggereert Ollie.

‘Ja, dat zou kunnen. Of je beseft dat jullie misschien toch niet zo goed bij elkaar passen als je had gehoopt. Je raakt een beetje ontmoedigd en dat heeft weer effect op je libido. Dat is in ieder geval mijn theorie. Niet dat deze ervaring alleen voor Ryan geldt. Ik heb gewoon het gevoel dat er iets ontbreekt…’

Typisch eigenlijk – ik wil de intimiteit die ik bij Santiago voelde met Ryan, en dat Ryan zijn verlangen op Santiago overbrengt.

‘Zo steekt een mens nu eenmaal in elkaar. We hopen allemaal de leemte te vullen, maar alle oplossingen zijn slechts tijdelijk,’ zegt Ollie. ‘Barbara Streisand zei er gisteravond op tv nog iets over in een interview. Ze zei: “Dat waar we ons tegen verzetten, blijft voortduren”! We proberen de leegte tevergeefs te vullen terwijl het juist de truc is te accepteren dat je je altijd zo zult voelen.’

‘Wat deprimerend!’ jammer ik.

‘Zij vond het tegenovergestelde. Blijkbaar werkt het bevrijdend als je dat gevoel accepteert.’

‘Echt waar?’ vraag ik fronsend. ‘Ik zal eraan denken, maar ik moet gaan. Ik heb een afspraakje met Ryan, we gaan snorkelen…’

‘Midden op de dag?’

‘Mijn vader heeft Santiago en mij twee uur vrij gegeven zodat hij een eindoordeel kan vormen zonder dat wij hem continu op zijn vingers kijken.’

‘Schrijf Ryan nog niet af,’ adviseert Ollie.

‘Dat doe ik ook niet. Ik heb het gevoel dat hij op Punta Islita helemaal losgaat.’

‘O-o! Iemand zal eindelijk worden….’

‘Hij is er.’

‘Oké. Goed dan.’

‘Doeg.’

‘Adiós.’

Ere wie ere toekomt, Ryan heeft me kennis laten maken met een aantal leuke nieuwe activiteiten. Niet dat ik van plan ben om binnenkort weer te gaan ziplijnen of quadrijden, maar snorkelen blijkt absoluut betoverend te zijn. Zelfs ondanks het feit dat Kiki zichzelf heeft uitgenodigd. Wederom. Eigenlijk was het te verwachten. Mijn vader is aan het werk, wij zijn meer van haar leeftijd, Ryan is een van haar beste vrienden… Ik voel me nog steeds niet compleet op me gemak in haar buurt, maar haar vreemde concurrentiegedrag lijkt iets minder te zijn. Op een gegeven moment zegt ze zelfs dat ze Ryan en mij een leuk stel vindt. Het is niet waar, maar ik waardeer de goede bedoeling achter haar leugen.

We varen in een klein speedbootje het blauwe water op en worden verwelkomd door een lekker briesje, vervolgens gaan we om een paar rotsen heen en wordt de motor afgezet. Ryan rust me uit met zwemvliezen, een masker en een mondstuk. Eerst wil ik kokhalzen en het plastic uitspuwen, maar Ryan houdt me gefocust door me te instrueren om luidruchtig in en uit te ademen om eraan te wennen dat ik alleen mijn mond gebruik. Daarna manoeuvreert hij me richting het kleine zilveren trapje. Door mijn flippers die aanvoelen als clownschoenen beoordeel ik elke stap verkeerd en struikel en ploeter ik onhandig verder. Als ik eindelijk in zee stort, doe ik een zenuwachtig hondengekrabbel na totdat Ryan naast me is en me genoeg kalmeert zodat ik met mijn hoofd onder water kan.

Omdat ik weet dat ik vanuit elke hoek kan worden bekeken, heb ik een surfbroek en een tankini aangetrokken, maar Kiki is voor een klein roze bikinietje gegaan zodat iedere onwillekeurige blik in haar richting als een ondergoedshowtje voelt.

Eest tel ik nog hoe vaak Ryan naar haar kijkt, maar ik kan het hem niet kwalijk nemen. Ze ziet er geweldig uit in de doorschijnende glans van het zonverlichte water dat over haar huid jaagt. Bovendien voel ik me niet meer zo onveilig zodra ik mijn eerste school vissen spot. Ik volg ze schichtig om de rots heen en zie daar staalblauwe chirurgijnvissen, fluorescerend citroengeel met zwarte doktersvissen en honderden piepkleine stukjes zilver die als een geheel bewegen. Ze veranderen van richting, duiken en kronkelen en dat alles vlekkeloos synchroon. Het is zo hypnotiserend dat ik al het gevoel voor tijd en richting vergeet, en bovendien voor Ryan en Kiki.

Ik steek mijn hoofd boven water om te kijken of ik ze ergens zie, zelfs de boot zou op dit moment al leuk zijn, als er plotseling iets aan mijn been rukt. Het is een enorme opluchting dat de hand om mijn enkel van Ryan is en niet van een of andere verdronken piraat. Als ik zie dat hij een gele bal vlak onder het wateroppervlak houdt, ben ik lichtelijk verbijsterd. Hij blijft er overdreven naar wijzen tot ik doorheb dat het een kogelvis is! Helemaal opgezet! Hij gebaart dat ik hem aan moet raken. Ik schat de afstand tussen ons verkeerd in en ondanks zijn stekels deukt mijn vinger zijn rubberachtige buitenkant.

‘Mmhngd!’ mijn woorden vervormen achter het mondstuk en het pijpje. Dit is een van de coolste dingen die ik ooit heb gezien. Die verbijsterde kleine oogjes, dat kleine pruilmondje en zijn enorme opgeblazen lijf! Zodra Ryan hem loslaat zoeft hij als een lekgeprikte ballon weg. Ik geef het ‘alles oké’ teken om mijn goedkeuring te tonen en dan is hij weer verdwenen.

In sommigen opzichten vind ik Ryans onafhankelijkheid en de vrijheid die het me geeft leuk, maar het voelt niet alsof we samen iets beleven zoals Santiago en ik bij de schildpadden. Jemig, Santiago en die achterlijke schildpadden! Ik scheld op mezelf omdat ik weer een ongegronde steek voel. Leef in het moment! instrueer ik mezelf als het volgende glimmende wonder mijn blik vangt.

Als ik eindelijk klaar ben met mijn horizontale sightseeing ben ik verbaasd dat ik Kiki en Ryan op de boot aantref en ze genietend van een biertje op mij zitten te wachten.

‘Al je zover bent…’ plaagt Ryan.

Ik vat het letterlijk op, zwem naar de boot, trek mijn zware zwemvliezen uit, zwiep ze aan boord, geniet van het koele water aan mijn blote voeten en zwem nog een rondje voor ik mezelf aan boord hijs.

Als we terugvaren ervaar ik een nieuw gevoel, ik bibber zowaar in Costa Rica! En dat komt niet alleen doordat ik nat ben en de zeewind verkwikkend is. Deels komt het doordat ik besef dat mijn vader een beslissing heeft genomen over wie de eigenaar van Café Tropicana zal zijn. Ja, natuurlijk zal hij de cijfers nog een keer bekijken als hij weer in zijn hotel is, misschien piekert hij de hele avond nog over de gegevens, beoordeelt hij elke factor weer opnieuw en bespreekt hij alle voors en tegens met Kiki, maar diep van binnen weet hij het. Ik voel me misselijk bij de gedachte. Vooral omdat ik niet geloof dat ik Kiki’s steun krijg.

Santiago denkt waarschijnlijk dat ik bij haar loop te slijmen, mezelf opdring, maar in werkelijkheid zeggen we nauwelijks iets tegen elkaar als we samen zijn. Het is een vrij groot contrast als je weet hoe spraakzaam ze in het begin was en hoe graag ze vrienden wilde zijn. Ollies theorie is dat ze zich nog steeds schaamt voor haar gedrag met betrekking tot Ryan. Ze beseft dat ze zichzelf voor gek heeft gezet en dus schaamt ze zich en voelt ze zich slecht op haar gemak als ik in de buurt ben. Ryan lijkt op zijn beurt Santiago een ongemakkelijk gevoel te bezorgen. Als hij het café inloopt, ramt Santiago de borden geestdriftig in de vaatwasser, praat hij wat harder tegen degene die toevallig naast hem staat en lijkt hij altijd te vinden dat de plek die Ryan heeft uitgekozen om met mij te praten de doorgang verspert en Ryan dus in de weg staat. Ik vermoed dat hij bang is dat wanneer ik win, ik hem door Ryan vervang. Maar dat is niet zo. Borsthaar naast de cakejes voldoet niet aan mijn hygiënestandaard.