14

Een vlinder die om je heen fladdert, is betoverend, maar een paar honderd is ronduit eng.

Kiki en ik staan in een soort net en er klapperen zoveel glimmende dingen om ons heen dat je zou denken dat iemand zojuist heeft geroepen dat het middernacht is op oudejaarsavond. Ik voel me net Tippi Hedren uit The Birds. Ik ben ervan overtuigd dat ze een psychedelische wervelwind om mijn hoofd vormen, maar even later besef ik dat mijn ogen geen risico lopen eruit te worden gepikt, ze zijn alleen maar verbijsterd door het schitterende kleurenspel.

‘Ze zijn prachtig!’ zeg ik vol bewondering over de hemelsblauwe schittering van de Morpho menelaus. ‘Het is net alsof ze hun vleugels in de Grote Oceaan hebben gedoopt.’

‘Het doet me denken aan onze trouwdag,’ fluistert Kiki die haar adem inhoudt als een rood gestipte kleine apollovlinder op een blad naast haar neerstrijkt.

‘Hadden jullie vlinders tijdens de ceremonie?’ vraag ik terwijl ik ze in gedachten de rol geef die een witte duif normaalgesproken krijgt.

‘Van binnen,’ zegt ze en slaat op haar buik. ‘Ik was zo zenuwachtig toen ik me aan het aankleden was, dat ik bang was dat ik flauw zou vallen, maar toen ik Dean bij het altaar zag staan, veranderden mijn zenuwen in opwinding,’ glimlacht ze dromerig. ‘Ik voelde me de gelukkigste vrouw ter wereld en met elke stap die ik dichterbij hem kwam, beleefde ik alles nog intenser. Zelfs nu nog gaat er een golf van opwinding door me heen als hij de kamer binnenkomt.’ Dan houdt ze haar hoofd schuin. ‘En jij dan? Voel jij gefladder voor een bepaald iemand?’

‘De laatste tijd niet,’ mompel ik en draai me om, om een bruin exemplaar te bestuderen met een patroon dat lijkt op houtschaafsel ingelegd met glimmende zwarte kralen. Ik ben niet van plan mijn glansloze liefdesleven met een pas getrouwde vrouw of wie dan ook te bespreken.

‘Geen aanbidders thuis?’ vraagt ze door.

‘Nee.’

‘Wat zit daarachter?’ Ze blijft recht voor mijn neus stilstaan. ‘Een mooie meid als jij…’

‘Niets,’ onderbreek ik haar en duik weg voor een lila laagvlieger.

‘Er zit altijd wat achter,’ dringt ze aan.

‘Is dat zo?’ zeg ik ontwijkend en loop door zodat ze mijn ogen niet kan zien. Dit is met stip mijn minst favoriete onderwerp. Ik denk niet dat ik ooit met iemand heb gesproken over mannen of ex-vriendjes en met een goed gevoel ben achter gebleven. Ik heb geleerd dat het beter is om niets te zeggen. ‘Volgens de tabel is dit een glasvleugelvlinder,’ ga ik verder met mijn afleidingsmanoeuvre. ‘Zijn hun vleugeltjes niet net glas-in-loodramen? En deze…’ Ik staar met open mond naar een vlinder die net zeefdrukzijde lijkt. ‘Bijna alsof ze een designersjurk dragen…’

‘En je laatste vriendje dan? Vertel me eens iets over hem!’ eist Kiki.

Ik slaak een enorme zucht om mijn tegenzin en ongenoegen te laten blijken voor ik onthul: ‘Hij heette Nick.’

‘Hoe lang zijn jullie samen geweest?’

‘Te lang.’

Ze kijkt me met opgetrokken wenkbrauwen aan.

‘Een jaar.’

Ze lijkt onder de indruk. Genoeg vlees op het bot om weer even aan te knagen. Ik baal dat ik niet twee weken heb gezegd.

‘Wat ging er mis?’

Ik kijk haar aan alsof ik zeggen wil: ‘Dat is met geen pen te beschrijven’, maar kan aan haar zien dat het alleen maar kolen op het vuur is als ik niets zeg.

‘We waren gewoon niet voor elkaar bestemd. We zaten niet op dezelfde golflengte, wilden ander dingen.’ Ik vuur de clichés op haar af en bied haar een vleugje van de waarheid: ‘Uiteindelijk zag ik hem als mijn grootste prioriteit en hij ook.’

‘Dus het draaide allemaal om hem en jij raakte jezelf kwijt?’ zegt ze verhelderend.

‘Zoiets,’ zeg ik en krimp ineen. Ik wil niet dat zij – en belangrijker nog mijn vader – denkt dat ik makkelijk af te leiden ben. Ik probeer mezelf neer te zetten als een gemotiveerd, gefocust en ambitieus persoon. ‘Zo erg was hij niet,’ voeg ik toe. ‘Maar de ervaring wel. Ik ben niet van plan dat in de toekomst nog eens mee te maken.’

‘De enige manier om iemand echt te vergeten, is door iemand anders te leren kennen, toch?’ Ze staat nu pal naast me.

‘Dat heb ik weleens gehoord.’ Ik blijf vaag. Maar voor mij is het een vicieuze cirkel. Je zult altijd iemand nodig hebben om de vorige te vergeten. Ik geef er de voorkeur aan om de tijd tussen twee relaties aan mezelf te besteden om me eraan te herinneren hoe mijn leven voor hém was – de grote afleiding, de grote omleiding die mijn hoofd door elkaar schudde.

‘Er zijn best een paar leuke kandidaten hier in Manuel Antonio…’

Kiki helpt niet.

‘Heeft mijn vader je hiertoe opgezet?’ Ik draai me om om haar aan te kijken.

‘Nee, absoluut niet!’ stoot ze bijna beledigd uit. ‘Hoewel ik niet weet wat er mis mee is als hij wil dat jij net zo gelukkig bent als hij.’

Zo zijn tortelduifjes, die willen dat sentimentele gedoe graag delen.

Kiki pakt mijn hand. ‘Ik was net zo cynisch als jij als het om mannen ging, maar als je de ware tegenkomt…’ Ze kijkt me indringend aan. ‘Dan vergeet je alle slechte ervaringen in een klap.’

‘Heb jij eigenlijk wel eens een slechte ervaring gehad?’ vraag ik, helaas ben ik niet in staat al mijn irritaties te verbergen.

‘Ja.’ Ze lijkt van haar stuk gebracht.

‘Echt?’ Waarom geloof ik haar niet. ‘Vind je het leuk om erover te praten?’

Ze schudt haar hoofd.

‘Waarom wil je dan dat ik het doe?’

‘Ik probeer je alleen maar te helpen!’ jammert ze.

‘Eerlijk gezegd, Kiki, zou ik momenteel alleen nog maar een relatie overwegen met de ware. Ik wil het allemaal niet nog een keer meemaken voor iets dat misschien wat wordt. Het moet alles zijn wat ik ooit heb gewild, recht voor me staan, zonder obstakels, zonder drama’s en zonder trouwring die hij nog af moet doen…’ Ik volg een kleine vlinder met gevlamde vleugels en voeg daaraan toe: ‘Zelfde smaak qua muziek, afhaalmaaltijden, koffiemokken, alles.’

‘Je wilt alles?’

‘Of niets,’ glimlach ik. Ik kan gewoon niet langer tegen de pijn van weer een mislukking.

‘Nou goed, ik denk dat we dan maar beter een paar details kunnen noteren!’ Ik was vergeten dat ik met een makelaar te maken heb. Iemand die erop gebrand is de specifieke wensen van haar klant te vervullen.

‘Laten we beginnen met de muziek, afhaalmaaltijden en koffiemokken.’ Ze nodigt me uit om op de rand van een bloembed te gaan zitten.

Net als de vlinders zit ik gevangen, maar het kan geen kwaad om haar haar zin te geven. ‘Black Eyed Peas, zoetzure kip, grote witte kom.’

‘IJs?’ grinnikt ze.

‘Pistache,’ glimlach ik. Zo erg is dit niet.

‘Film?’

‘Lost in Translation.’

‘Jeetje, ik ken iemand die sprekend op Bill Murray lijkt!’

Ik leg mijn hand op haar onderarm om haar te kalmeren. ‘Bill Murray zelf, misschien. Iemand die op hem lijkt, nee bedankt.’

‘Oké dan, wie is je favoriete pin-up?’

‘Matthew McConaughey.’ Ik spreek zijn naam dromerig uit.

‘Met stoppelbaard of gladgeschoren?’

‘Ik vind hem altijd leuk.’

‘Ik bedoel mannen in het algemeen.’

Met stoppels.’

‘Diner bij kaarslicht of picknick op het strand?’

‘Diner bij…’ plotseling huiver ik. ‘Je gaat me toch niet op die internet-dating-site van je vriendin zetten?’

‘Nee, ik heb mijn eigen systeem,’ zegt ze en tikt tegen haar hoofd. ‘Familiemens of onafhankelijk?’

‘Onafhankelijk.’ Ik wil niet dat mijn vriend voorstelt dat we meer tijd met zijn moeder moeten doorbrengen.

‘Werken of spelen?’

‘Spelen.’ Ik wil niet zo’n workaholic als mijn vader.

‘Nonchalant of attent?’

‘Attent.’ Volgens mij kunnen we een hoop tijd en moeite besparen door gewoon te zeggen: ‘Het tegenovergestelde van mijn vader.’ Hoewel Kiki hem natuurlijk heel anders ziet dan ik.

Ze gaat nog vijf minuten door met haar kruisverhoor, dan trommelt ze op haar lippen en zegt: ‘Er is iemand… die aan een boel eisen voldoet.’

Ik krijg het ongemakkelijke gevoel dat ik in de val ben gelopen.

‘Woont hij hier?’ vraag ik en ben benieuwd of ik de struiken soms in moet voor een minnaar. Is het doorgestoken kaart?

‘Nee, hij werkt momenteel in Brazilië…’

Wat exotisch. Blijkbaar vertrekken Britten en masse naar Noord- en Zuid-Amerika.

‘…maar hij komt vrij gauw op bezoek,’ voegt ze toe. Ik slik mijn vrees weg en vraag: ‘Waar ken je hem van?’

‘We zaten alle twee op de universiteit van Bournemouth. Ik studeerde toerisme en hij sportpsychologie, maar de bar was gemeenschappelijk terrein.’

Nou, de leeftijd klopt in ieder geval, best een opluchting als je bedenkt wie het koppelen doet.

‘Is hij een ex van je?’ besluit ik brutaal te vragen.

Ze glimlacht. ‘Nee, hij heeft het wel aangeboden, maar hij is mijn type niet.’

‘Maar jij de zijne dus wel. Wat waarschijnlijk betekent...’

‘O, nee,’ schuift ze mijn bezorgdheid van tafel. ‘Hij zou jou zeker aantrekkelijk vinden. Absoluut.’

Een seconde krijg ik een kick van haar zelfvertrouwen, maar dan word ik nerveus. Het klinkt alsof ze het meent.

‘Ik weet dat hij al een tripje naar Tamarindo heeft gepland,’ maakt Kiki meteen gebruik van het moment. ‘Ik zal erop staan dat hij mee naar Manuel Antonio komt.’

‘O, nee. Breng hem maar niet van zijn schema af.’

‘Je bent het helemaal waard!’ glimlacht ze veelbetekenend.

‘Nee, dat ben ik niet!’ gil ik, want ik voel dat de spanning stijgt.

‘Och, kom op. Het is het minste dat ik kan doen voor al het harde werk dat je voor het café doet.’

Pas nu dringt het tot me door dat ik had verwacht continue met Kiki in de clinch te liggen, niet met Santiago. Het café zou toch voor haar zijn?

‘Nou, in het begin had ik er echt superveel zin in, maar toen heeft Santiago uitgelegd wat er dagelijks moet gebeuren en dat is best veel – verse bonen in de koffiemaler doen, de cacao- en kaneelstrooiers bijvullen, servetten en roerstaafjes bijvullen, de ijsmachine legen, het vuil buiten zetten… en nog veel meer dingen die ik niet graag doe …’

‘Zoals?’

‘Schoonmaken,’ grijnst ze. ‘Espressomachines, koffiefilters, tafels, kopjes, lepels, ramen, werkbladen, dienbladen en lichtknoppen; luchtventilatoren afstoffen; de vloer vegen; vuilnisemmers schoonspuiten.’ Ze trekt haar neus op.

‘Weet je, het klinkt misschien gek, maar ik vind het helemaal niet erg. Ramen lappen doe ik het liefst.’

‘Glas is het ergst!’ protesteert Kiki die vervolgens in de lucht springt omdat ze oog in oog met een vitrine vol kevers staat.

Na de verfijnde, zijdeachtige vleugels van de vlinders, is het weerzinwekkend om hun wasachtige zwarte schilden en glimmende tangen te aanschouwen.

‘Kijk eens hoe groot ze zijn,’ zeg ik en vraag me af wat ik in hemelsnaam doe in een land dat zulke verschrikkingen fokt.

‘Ik weet het!’ kirt Kiki. ‘Zie je deze hier?’ Ze wijst naar het meest groteske exemplaar. ‘We hadden er een binnen, een paar dagen geleden. Ik moest Santiago roepen om hem weg te halen.’

Hoe toepasselijk, iemand van zijn eigen soort. Dit lijkt me een geschikt moment om een vraag te stellen die al sinds het halfnaakte trapincident gisteravond door mijn hoofd spookt. ‘Hoe lang woont Santiago al bij mijn vader?’

‘Nou, hij was er al toen ik kwam, maar volgens mij is hij zes maanden daarvoor bij Dean ingetrokken.’

‘Weet je ook waarom?’

‘Ik denk dat het in het begin gewoon een praktische oplossing was. Ze werkten dag en nacht aan een appartementendeal van meerdere miljoenen en Santiago woonde ver buiten de stad… Uiteindelijk denk ik dat Dean gesteld raakte op zijn gezelschap.’

‘Jemig. En dat vind jij niet erg?’

Ze haalt haar schouders op. ‘Ik merk bijna niet dat hij er is. Hij is erg op zichzelf. Soms eet hij mee als er andere gasten zijn, maar verder eigenlijk niet zo vaak. Ik vind hem best aardig, maar eigenlijk praat hij alleen maar over het werk en als Dean thuis is, vind ik het prettiger als hij niet met zijn werk bezig is zodat hij zich kan ontspannen.’

Ik knik en voel een steek van jaloezie bij het woord ‘thuis.’ Dat lijkt zo lang geleden voor mij. Mijn huurflat in Bath was best aardig en soms als ik vanuit de kou met een afhaalmaaltijd binnenkwam en mijn favoriete tv-show op de buis was, had ik het gevoel dat ik nergens anders liever wilde zijn, maar thuis? Sinds mijn ouders zijn gescheiden en mijn moeder kleiner is gaan wonen, is dat concept verdwenen.

‘Zijn jouw ouders nog bij elkaar?’ vraag ik plotseling nieuwsgierig naar Kiki’s achtergrond.

Ze schudt haar hoofd, haar opgewektheid is meteen aanmerkelijk minder. Interessant. Misschien heeft ze toch wel wat meegemaakt. Een scheiding is nooit makkelijk, hoe vriendschappelijk het er ook aan toegaat.

‘Zie je ze vaak?’

‘Niet echt,’ zegt ze met een klein stemmetje.

‘Nou ja, natuurlijk is het ook een tikkeltje te ver om even koffie te komen drinken.’ Ik probeer aardig te zijn.

‘Mijn vader woont maar twee uur hier vandaan in Miami,’ zegt ze weemoedig.

‘Werkt hij daar?’

Ze knikt. ‘Hij is hotelmanager in South Beach. Zijn tweede vrouw is Amerikaanse…’ zegt ze, maar haar stem sterft weg.

‘Als hij met pensioen gaat, zijn ze misschien wat vaker in de gelegenheid om hierheen te komen,’ probeer ik haar op te vrolijken.

‘Reken daar maar niet op,’ zegt ze bijna bitter.

Kiki heeft duidelijk een probleem met haar vader. (Hebben we dat niet allemaal?) Zou dit verklaren waarom ze de vaderfiguurroute met mijn vader bewandelt? Ik zou haar nog wel meer willen vragen, maar ze lijkt zich bij dit onderwerp net zo slecht op haar gemak te voelen als ik bij relaties.

‘Klaar om te gaan?’ Kiki staat op en wil graag verder te lopen.

Gelukkig weet ik hoe ik haar weer in een goede stemming kan krijgen.

‘Nog even over die sexy vriend van je…’ begin ik over haar stokpaardje.

Op de terugweg naar het hotel steekt ze haar arm door die van mij en kletst honderduit over hoe ik halsoverkop verliefd op mr. Ryan Sheen zal worden.

Op dat moment besef ik dat er maar een reden is waarom ze geen interesse meer in het café heeft, ze heeft een nieuw project gevonden – mij!