Trigger / druk 1
Wat als je moet kiezen tussen je man en je kind? Trigger is een ijzersterke psychologische thriller waarin angst, geweld en paranoia de lezer meevoeren naar een schokkende ontknoping. Klinisch psycholoog Ellen Roth wordt ingeroepen om een ernstig mishandelde en getraumatiseerde vrouw te bezoeken. De onbekende vrouw is doodsbang en smeekt om bescherming tegen de Zwarte Man, een angstaanjagend figuur uit een oud Duits kinderrijmpje. Ellen bezoekt de vrouw op twee opeenvolgende dagen, maar als zij op de derde dag de kamer van de vrouw in loopt, kan ze haar nergens vinden. En er is niemand op de psychiatrische afdeling die van haar bestaan afweet. Ellen kan niet geloven dat de vrouw is verdwenen en dat alleen zij haar heeft gezien. Dan wordt ze gebeld op haar geheime nummer. Een zware mannenstem vraagt of zij ook bang is voor de Zwarte Man. Het is het begin van een angstaanjagend kat-en-muisspel, met het leven van de onbekende vrouw als inzet… ‘Alsof David Lynch een roman van Stephen King heeft verfilmd. Geweldig!’ Thomas Thiemeyer (auteur van Het oog van Medusa) Het gezicht van de vrouw was slechts enkele centimeters van dat van Ellen verwijderd. Ellen voelde een geweldige kracht in de handen die haar bovenarmen omklemd hielden – de greep van pure angst. ‘Als hij komt, moet je weglopen,’ siste de vrouw haar toe. De stank uit haar mond was misselijkmakend. Ellen had al haar zelfbeheersing nodig om niet over te geven; ze moest zich beheersen om niet hard te gaan schreeuwen. Tenminste, nog niet meteen… ‘Beloof dat je me zult beschermen als hij me komt halen!’ De stem van de vrouw was indringend, maar nog altijd gedempt, alsof ze bang was dat degene die haar in elkaar had geslagen haar kon horen. Ze keek Ellen angstig aan, drukte zich nog dichter tegen haar aan en wachtte op haar antwoord. ‘Alsjeblieft! Beloof het me.’ ‘Ik… beloof het,’ kreunde Ellen. ‘Eerlijk? ’ ‘Ja, eerlijk. ’ Ellen slikte. Dat was niet verstandig als je op het punt stond om over te geven. En toch hielp het. ‘Eerlijk, ’ herhaalde ze, ditmaal indringender. De vrouw liet haar los en trok zich weer terug in haar hoek. ‘Hij is heel, heel erg kwaad,’ mompelde ze. ‘En hij is slim. O, hij is zo verdomd slim. ’ Toen begon ze de melodie van het kinderrijmpje over de Zwarte Man voor zich uit te neuriën.