Eenentwintig
Vandaag waren er geen moppenclubs of er hadden er geen geweest moeten zijn. Meneer Brok heeft gisteren tegen Mischa twee en Joege gezegd dat de moppenclubs de rest van de week niet meer bij elkaar mogen gaan staan in de pauze. Als straf voor de vechtpartij. Melis noemde het een samenscholingsverbod. Dat is volgens hem het echte woord als je niet als groep bij elkaar mag staan.
Dat samenscholingsverbod is een rare maatregel van meneer Brok, want er lopen in de pauze natuurlijk toch altijd groepjes kinderen samen over de speelplaats. Het zou raar zijn als iedereen apart over het speelplein zou gaan lopen of ergens helemaal alleen zou gaan staan.
En het was dus vandaag ook niet zo, dat er géén groepjes waren. Maar de moppenclubs stonden in ieder geval niet op hun vaste plaats. De moppenclub van Mischa twee liep in kleine groepjes wat rond. Ik geloof niet dat ze elkaar moppen vertelden.
Joege had met zijn moppenclub iets aparts bedacht. Iedereen van Joeges club had thuis een paar moppen op briefjes geschreven. Ze liepen allemaal apart van elkaar over het schoolplein en gaven elkaar steeds zo’n moppenbriefje door als ze elkaar tegenkwamen. Slim bedacht. En meneer Brok kon er natuurlijk niks tegen doen. Soms kregen ook kinderen die niet bij Joeges moppenclub horen een briefje in hun handen gestopt. En zij gaven die briefjes dan weer door aan andere kinderen. Daardoor had aan het einde van de grote pauze bijna iedereen wel een mop gelezen. Ik zelfs twee:
Een vrouw ligt op een bankje in bet park. Dan komt er een zwerver aan en die vraagt aan haar: “Wil je vrijen?”
“Nee, natuurlijk niet!” antwoordt de vrouw, waarop de zwerver zegt: “Ga dan van mijn bed af!”
De juf zegt: “Wie zichzelf dom vindt, moet gaan staan.”
Iedereen blijft zitten.
Maar ineens gaat Jantje staan.
“Waarom ga je nu staan, Jantje?” vraagt de juf. “Vind je jezelf dom?”
“Nee, hoor,” zegt Jantje, “maar ik vind het zo zielig als u in uw eentje staat.”
Het viel me op dat het niet eens vieze moppen waren. Die mop over de juffrouw heeft iemand van Joeges club natuurlijk expres opgeschreven omdat onze juffrouw gisteren zo boos was. Ook vandaag was ze nog niet erg vrolijk.
Dat kwam ook omdat Lucy en Xandra vanmorgen meteen weer ruzie met elkaar aan het maken waren. Lucy vindt nog steeds dat het Xandra’s schuld is dat haar jas kapot is gegaan. Ze wil dat ze een nieuwe betaalt. Maar Xandra doet dat zeker niet. Ze lachte Lucy gewoon uit, die daardoor natuurlijk nog driftiger werd. Dat komt niet meer goed tussen die twee dit jaar, denk ik.
Het schooljaar is toch al minder leuk dan ik vooraf had gedacht. Het komt vooral doordat er in de klas nu twee kampen zijn: de moppenclub van Mischa twee en de moppenclub van Joege. En daartussen zitten dan nog kinderen die nergens bij horen, zoals ik nu ook. Ik moet nog zien hoe dat over een paar maanden gaat als we de musical moeten instuderen voor het afscheid van school.
Want dat doet groep 8 elk jaar: een musical opvoeren. Ik heb de vorige musicals van andere groepen altijd heel mooi gevonden. Daarom leek het me ook zo fijn om nu zelf een keer mee te mogen spelen in een musical. Maar nu heb ik er juist helemaal geen zin in. Natuurlijk ook omdat mama er niet bij zal zijn. Maar ook door die twee kampen in de klas. Misschien dat de juffrouw er nog iets op gaat bedenken. Bijvoorbeeld dat ze de hoofdrollen geeft aan de kinderen die niet bij een moppenclub zitten.
Dan maak ik nog kans op een hoofdrol. Maar ik weet niet of ik die zou willen. Een hoofdrol spelen in een musical terwijl je moeder net een paar maanden dood is. Want ja, dat is nu wel zeker: dat mama snel dood zal gaan. Misschien zou ik het doen als het een droevige musical is.
Maar de meeste musicals op school zijn juist vrolijk.
Mama zelf zou het trouwens niet erg vinden als ik de hoofdrol zou spelen in een vrolijke musical. Dat weet ik zeker. Ze zou juist graag willen dat ik zo’n hoofdrol zou nemen. “Als ik straks niet meer leef, moet jij voor twee leven,” zei ze pas tegen mij, “voor jezelf en voor mij.”
Ik weet het niet. Ik weet dat mama doodgaat. Maar ik weet niet hoe ik zal reageren. Ik zal elke dag wel heel vaak aan haar denken. Ik zal haar vreselijk missen. ‘s-Morgens bij het ontbijt; ‘s-middags als ik uit school kom en op mijn kamer zit; ‘s-avonds als ik op de bank zit en naar de televisie kijk, overal en altijd. Maar als mama wil dat ik voor twee leef, ga ik dat doen. Ik ga het in ieder geval proberen te doen. Alleen weet ik nog niet hoe het moet.
Twee keer 20 aardig zijn voor opa en oma? Dubbel 20 hard lachen als er iets leuks gebeurt?