47
Ik zit heel stil terwijl mijn hersenen proberen te verwerken wat mijn ogen net hebben gezien. Opeens heb ik het gevoel dat ik moet overgeven en met mijn hand voor mijn mond strompel ik naar de badkamer en ga boven de toiletpot hangen. Er gebeurt niets en langzaam neemt het gevoel van misselijkheid iets af. Ik kom overeind, neem een slokje water onder de kraan en kijk naar mijn bleke gezicht in de spiegel. Het was dus toch Sylvie. Haar motiefis in één klap glashelder geworden. Hoe is het mogelijk dat ik me zo voor de gek heb laten houden.
En hoe zit dat eigenlijk met Thomas? Heeft ze wel echt iets met hem? Misschien heeft ze hem als afleidingsmanoeuvre gebruikt.
In een impuls haal ik mijn mobiele telefoon uit mijn jaszak en bel Thomas op. Tot mijn wanhoop krijg ik zijn voicemail, en na een korte aarzeling spreek ik toch maar iets in.
'Thomas, met Marlieke. Ik heb eigenlijk maar één vraag aan je: heb jij iets met Sylvie, of heb je dat ooit gehad? Je zult je wel afvragen waarom ik dat wil weten, maar dat leg ik nog wel uit.' Ik wacht even, en wil eigenlijk ophangen maar dan voeg ik er toch nog aan toe: 'Ik ben nu namelijk in Sylvies huis en ik heb foto's gevonden van Raoul en haar. En ik heb nog iets ontdekt. Je zult niet geloven wat het is. Weet je nog dat ik vertelde dat Noorda me vroeg of ik ene Hubert Ykema kende? De eigenaar van het wapen waarmee Marjolein is doodgeschoten? Ik heb ontdekt dat Hubert Ykema Sylvies stiefvader is.'
Ik hang op en kijk besluiteloos om me heen. Het zou mooi zijn als ik het pistool kon vinden, maar de kans is klein dat ze dat hier heeft liggen. Waarschijnlijk heeft ze zich meteen van het wapen ontdaan. Misschien kan ik maar beter gaan, ik moet Noorda spreken.
Plots hoor ik beneden een deur open en dicht gaan.
Snelle voetstappen klinken op de trap.
Shit, dat zal Sylvie toch niet zijn! Nee, dat kan niet, het is pas kwart over zes. Het moet iemand zijn die boven haar woont. Maar dat is Nanda, en zij is gewoon thuis.
Er wordt een sleutel in het slot gestoken en ik bevries ter plekke. Mijn ogen schieten alle kanten op, op zoek naar een verstopplek, maar daar is geen tijd meer voor. Sylvie komt binnen met een plastic zak in haar hand waar een vettige lucht uit komt. Als ze mij ziet, blijft ze stomverbaasd staan.
'Marlieke! Wat doe jij hier nou?'
Ik kijk haar met een gemaakte glimlach aan en besluit maar hetzelfde verhaal aan te houden als ik Nanda heb voorgeschoteld. 'Ik was mijn huissleutel kwijt en ik dacht dat ik jou eens een reservesleutel had gegeven.'
'Nee, niet dat ik weet.'
We staan roerloos in de kamer en kijken elkaar aan. Mijn hart jaagt in mijn borst en ik voel de hitte op mijn gezicht.
Sylvie neemt me met een onderzoekende, wantrouwige blik op. 'Hoe ben je binnengekomen?'
'Je bovenbuurvrouw, Nanda, had nog een sleutel,' zeg ik. 'Van de vorige bewoners. Ik heb haar overgehaald om de deur voor me open te maken.'
' Lekker is dat!' Sylvie loopt langs me heen naar de keuken en met een schok dringt tot me door dat het plakboek open en bloot op haar bed ligt. De hoopvolle gedachte dat ze het niet zal zien, zodat ik de kans heb om het snel onder haar matras terug te leggen, verdwijnt net zo snel als die in me opkomt. In het voorbijgaan werpt Sylvie een blik in haar slaapkamer en... blijft staan. Ze kijkt door de openstaande deur haar slaapkamer in, naar het bed, waar het plakboek opengeslagen op het dekbed ligt. Langzaam draait ze zich naar mij toe.
'Dacht je dat je sleutel onder mijn matras lag?' vraagt ze, een stuk minder vriendelijk.
Ik zwijg. We zeggen geen van beiden iets maar de spanning doet de lucht tussen ons trillen.
'Nou ja, nu weet je het,' zegt Sylvie luchtig. 'Raoul en ik hebben een relatie. We houden het gezien de omstandigheden nog even stil, maar over een paar maanden kun je wel een bekendmaking verwachten. Wil je wat drinken? Ik neem een wijntje. Jij ook?' Ze loopt de keuken in. Ik volg haar en stel me op in de deuropening. Sylvie zet het plastic tasje op het aanrecht en haalt er twee kleine verse Turkse pizza's uit.
'Jij ook een?'
Ik schud mijn hoofd.
'Het etentje ging niet door,' zegt Sylvie. 'Mijn collegaatje werd ziek, dus ik heb haar naar huis gebracht.'
Ik kan haar alleen maar aanstaren. Het liefst zou ik haar naar de keel vliegen, haar in het gezicht slaan en mijn nagels in haar mooie gezicht zetten, maar ik ben van het soort dat na een schok totaal lamgeslagen de ene klap na de andere incasseert. Sylvie heefteen relatie met Raoul. Ze wachten nog even voor ze er ruchtbaarheid aan geven. En ik dan? En Marjolein?
Sylvie trekt haar jas uit, hangt hem op en dekt de tafel. Ze legt twee placemats neer, zet twee glazen wijn op tafel en haalt de borden met pizza's uit de keuken.
'Ga zitten.' Het klinkt als een bevel.
Ik ga zitten, maar alleen omdat ik antwoorden van haar wil. De deur is niet op slot en ik zit er vlakbij.
Als het nodig is kan ik op de vlucht slaan.
'Doe je jas maar uit, hoor. Zo koud is het hier toch niet?' Sylvie gaat zitten en ik neem tegenover haar plaats. 'Dus Nanda had nog een sleutel. Ook raar om die niet even te komen terugbrengen.' Syl- vie snijdt een stuk van de Turkse pizza af en steekt het in haar mond.
'Hij was nog van de vorige bewoners,' zeg ik. 'Ze zei dat ze die totaal vergeten was.'
'Jaja,' zegt Sylvie. 'Waar is die sleutel nu?'
Ik vis hem uit mijn broekzak en leg hem op tafel. 'Ik heb 'm meteen gehouden.'
'Wat aardig van je,' zegt Sylvie sarcastisch terwijl ze de sleutel oppakt en hem om en om draait. 'En toen dacht je dat je gelijk wel even onder mijn matras kon kijken?'
Ik zwijg.
Sylvie kijkt me over het randje van haar wijnglas aan. 'Of trok je toevallig het matras omhoog en vond je mijn plakboek?'
Het wordt tijd dat ik uit het beklaagdenbankje kom en zelf het gesprek ga leiden. Zo ontspannen mogelijk leun ik achterover en kijk Sylvie rustig aan. 'Vertel eens, hoe lang heb je al een relatie met Raoul?'
Het lijkt een gemoedelijk tafereeltje, twee vriendinnen tegenover elkaar aan tafel met een fles wijn en pizza's maar de spanning hangt als een magnetisch veld russen ons in.
Sylvie snijdt rustig haar pizza in stukjes. 'Ongeveer anderhalf jaar. AI hebben we elkaar het laatste halfjaar nauwelijks gezien.'
'Waarom niet?'
Sylvie zwijgt even.' Dat leek Raoul beter,' zegt ze, en in haar stem klinkt een vleugje bitterheid door. Ze kijkt naar me op en zegt: 'Ik dacht dat we onze verhouding wel goed geheim hadden gehouden. Hoe ben je erachter gekomen?'
'Ik vermoedde het.'
'En dus besloot je om een beetje te gaan rondsnuffelen in mijn huis. Je had het me ook gewoon kunnen vragen, Marlieke.' Ze kijkt me verwijtend aan.
Ik kijk spottend terug. 'Zou je het hebben toegegeven? Nadat je er zo lang over had gezwegen?'Sylvie neemt een hap van haar pizza en knikt. 'Ja, ik zou het loc- gegeven hebben. Wat heeft het voor zin om iets te ontkennen wat duidelijk genoeg is. Ik hou van hem. Ik hoef me niet voor mijn gevoelens te schamen.'
'O nee? Hij was wel getrouwd, en vader van een klein kind,' zeg ik scherp.
Sylvie is niet onder de indruk van die opmerking. 'Weet je, wat wij samen hebben gaat zo diep en is zo écht dat ik nooit getwijfeld heb dat we ooit bij elkaar zouden komen.' Ze praat met volle mond. 'Ik wist dat dat zou gebeuren.'
'O ja? Wist jij dat zo zeker?' Ik buig me iets naar haar toe. 'Ik ga je een vraag stellen, Sylvie, en ik verwacht een eerlijk antwoord.'
Sylvie neemt een slok wijn en kijkt me vragend aan.
Ik dwing mezelf haar in de ogen te kijken. Mijn vriendin, mijn rivale. De minnares van Raoul. 'Sylvie,' zeg ik met trillende stem, 'heb jij Marjolein vermoord?'