33
Ik heb morgenavond een date.' De woorden dansen uit Sylvies mond en haar voeten maken een paar sierlijke pasjes.
'Wat leuk!' Ik draai mijn bureaustoel in haar richting, weg van het beeldscherm van mijn computer. 'Met wie? Vertel op!'
Ze lacht plagerig tegen me. 'Dat zou je wel willen weten, hè?'
'Met wie?' dring ik aan. 'Met Thomas?'
Ze lacht weer en maakt nog een danspasje. 'Hij heeft me laten beloven dat ik er niets over zou zeggen, dus dat doe ik ook niet.'
'Waarom mag je er niets over zeggen?' vraag ik verbaasd.
'Omdat het geheim is.' Sylvie lacht plagerig en gaat op de rand van de tafel zitten en vouwt haar armen over elkaar, maar nog geen halve minuut later drentelt ze alweer door de kamer. Ze lijkt wel statisch geladen, zoveel positieve energie heeft ze opeens.
Ik ben blij voor haar. Ze is mijn vriendin en ik gun haar dit geluk waar ze al zo lang naar verlangt. Ik bedoel, het is overduidelijk dat ze
eindelijk een date met Thomas voor elkaar heeft gekregen. En toch voel ik ergens, diep vanbinnen, ook een pijnlijke steek. Ik begrijp wel waarom Thomas liever niet heeft dat ik ervan weet. We zijn al zo lang vrienden...
'Waarom vertel je het me dan, als hij dat niet wilde?' vraag ik, met een lichte terechtwijzing in mijn stem.
Sylvie kijkt me verwonderd aan. 'Omdat je mijn vriendin bent! Ik zou het ook willen weten als jij de date van je leven had. Mannen begrijpen niet hoe belangrijk het is voor vrouwen om daar met elkaar over te praten. Trouwens, ik vind het een beetje onzin. Waarom zou jij je buitengesloten voelen? Er verandert toch niets?'
'Nee,'geef ik toe.
'Zeg er toch maar niets over. Weet je, ik móést je dit gewoon vertellen! Ik was gisteravond, toen ik hem tegenkwam en hij me mee uit vroeg, zo opgewonden dat ik nauwelijks kon slapen.' Sylvie straalt bij de herinnering.
'Hebben jullie... zijn jullie...' begin ik moeizaam.
'We hebben gezoend.' Ze lacht weer en knipoogt naar me.
Gezoend, ze hebben alleen maar gezoend. De voorstelling van Sylvie en Thomas, met verstrengelde lichamen onder de lakens, schiet weg van mijn netvlies. Tot mijn verbazing ben ik opgelucht, maar toch steekt die ene zoen een beetje.
'Gezoend? Goh, nou, zolang je het maar veilig gedaan hebt,' zeg ik een beetje stekelig en ik draai mijn stoel terug naar mijn computer. Zonder nog een woord te zeggen ga ik verder met photoshop- pen.
'Je bent weer aan het werk!' realiseert Sylvie zich opeens. 'Wat goed van je!'
Over mijn schouder kijkt ze mee naar de foto die ik aan het bewerken ben. Het is een stilleven van een halve schaal fruit, op een net zichtbare hoek van een tafel. Door een boogvenster valt zonlicht naar binnen dat een gouden gloed werpt op een sierlijk gedrapeerd gordijn en een vloermozaïek.
'Mooi,' zegt Sylvie.
'Hmm,' brom ik. 'Dat zonlicht is niet goed. Te kunstmatig.'
'Het is wel fel,' geeft Sylvie toe.
' Dat komt omdat het geen echt zonlicht is maar een laserbeam.'
'Een wat?'
'Kunstlicht. Ik heb een lamp achter dat venster gezet maar nu is het licht een beetje te fel in verhouding met de rest van de foto. Zie je, hier is het veel te donker. Nou ja, met photoshoppen maak ik dat wel in orde. Een baan met stofdeeltjes lijkt me wel mooi.' Ik hou mijn hoofd schuin en kijk peinzend naar het beeldscherm.
'Is er nog nieuws?' vraagt Sylvie, alsof er een logisch verband bestaat tussen de schaal fruit en het politieonderzoek. Ik begrijp onmiddellijk wat ze bedoelt maar ik geef niet meteen antwoord.
'Nee,' zeg ik na een tijdje. 'Niet veel. Het onderzoek is vastgelopen, dat is wel duidelijk. Hoe dat mogelijk is begrijp ik niet want de zaak lijkt me zo klaar als een klontje. In een land als Nederland zal de dader waarschijnlijk wel weer meer rechten hebben dan het slachtoffer, en zullen procedurefouten, onrechtmatig verkregen bewijs en dat soort gelul Bilal Assrouti #el op vrije voeten houden.'
'Hmm,' zegt Sylvie peinzend. 'Weet je, ik heb zitten denken. We zijn er tot nu toe steeds van uitgegaan dat die Marokkaanse leerling van Marjolein haar heeft doodgeschoten. Maar ais de politie die jongen niets kan maken, misschien was hij het dan wel niet.'
Ik draai me weer naar haar toe. 'En wie zou het dan geweest moeten zijn?'
Sylvie haalt haar schouders op.
'Precies.' Ik draai me weer terug en richt mijn blik op het beeldscherm.
'Jij bent er echt van overtuigd dat Bilal het heeft gedaan, hè?' zegt Sylvie. 'Jij denkt: hij had problemen met Marjolein, hij is een Marokkaan en dus is hij de dader.'
'Dat heeft niets met zijn nationaliteit te maken,' zeg ik fel, 'maar wel met het feit dat hij problemen had met mijn zus en haar zelfs bedreigd heeft. Een en een is nog altijd twee, en ik begrijp niet waarom de politie hem niets kan maken. Het is overduidelijk! Trouwens, Bilal hoeft niet eens zélf de trekker te hebben overgehaald.'
Vanaf het randje van het bureau kijkt Sylvie ernstig op me neer. 'Denk je dat hij hulp heeft gehad?'
'Wie weet. Hij heeft twee oudere broers die de familie-eer hoog opnemen. Ze ontkenden dat ze iets met Marjoleins dood te maken hadden en de politic kon ze niets maken. Maar Bilal heeft ook een aantal van die onfrisse vriendjes die hem misschien wel een dienst wilden bewijzen. Daar is nauwelijks onderzoek naar verricht. Ze hebben alleen gekeken of hij een alibi heeft.' Ik zwijg maar ik weet dat mijn ogen fonkelen. 'Weet je, de laatste dagen krijg ik steeds sterker de behoefte om zelf eens een gesprekje aan te knopen met die Bilal.'
'Wat?' Sylvie duikelt van schrik bijna van het bureau af. 'Dat meen je toch hopelijk niet serieus!'
'Waarom niet? Ik weet in welke buurt die jongen woont, ik weet waar hij uitgaat. Ik zou hem wel eens willen spreken, dat meen ik.' Tot nu toe was dit niet meer dan een vage gedachte, maar nu ik het uitgesproken heb, verandert het opeens in een concreet voornemen. Ja, waarom niet? Ik hoef Bilal Assrouti alleen maar een keer goed aan te kijken en zijn stem te horen als hij de naam van mijn zus uitspreekt, en ik weet of hij de waarheid spreekt.
'Marlieke, dat doe je niet echt, hoor. Het lijkt me erg riskant,' zegt Sylvie ongerust. 'Als hij écht is wat jij denkt, en jij steekt je neus in zijn zaken...'
'Ik wil alleen maar een gesprekje met hem aanknopen,' zeg ik. 'Ik doe net alsof ik in zijn onschuld geloof. Ik stel me voor, vraag hoe het met hem gaat en of hij goed behandeld is door de politie, waar ik niet aan twijfel. Dat kan toch geen kwaad? Ik zou niet weten waarom hij me niet te woord wil staan. Tenzij hij iets met de dood van Marjolein te maken heeft, natuurlijk. Dan zal hij me niet eens recht in de ogen willen kijken. Er zijn allerlei manieren om jezelf te verraden, zelfs als je niets zegt.'
'En dan?' vraagt Sylvie weinig enthousiast. 'Stel dat zijn lichaamstaal hem verraadt, wat doe je dan met die kennis?'
Daar heb ik nog niet over nagedacht. Maar hoe sceptischer Sylvie kijkt, hoe meer ik ervoor voel om hem vanmiddag nog op te zoeken. Alles is beter dan lijdzaam in mijn fotostudio rondhangen en doen alsof het leven weer normaal is.
'Nou?' dringt Sylvie aan. 'Wat ga je dan doen?'
'Dat zie ik dan wel weer,' antwoord ik.