12. Sommige mensen snappen het begrip ‘ongewenst’ gewoon niet

Ik stond op het punt om in slaap te vallen.

De zon was een uur geleden opgekomen achter de wolken; het bos was nu grijs in plaats van zwart. Seth was rond een uur of één gaan pitten en ik had hem bij het ochtendgloren wakker gemaakt voor de wisseling van de wacht. Mijn hersenen wilden hun mond niet houden en ik had moeite om de slaap te vatten, ook al had ik de hele nacht gerend, maar Seths ritmische passen hielpen wel. Eén, twee-drie, vier, één, twee-drie, vier – tam ta-dam tam: telkens weer kwamen zijn poten met een doffe plof neer op de vochtige grond terwijl hij in een wijde cirkel om het land van de Cullens heen rende. We sleten al een pad uit in de aarde. Seths hoofd was leeg, zijn gedachten bestonden alleen uit de groene en grijze flitsen van het bos dat voorbijschoot. Het was rustgevend. Ik liet me meevoeren door wat hij zag, zodat mijn eigen beelden niet op de voorgrond konden treden.

En toen werd de vroege ochtendstilte ruw verstoord door Seths snerpende gejank.

Ik sprong met een ruk overeind; mijn voorpoten kromden zich al om te rennen toen mijn achterpoten nog op de grond lagen. Ik sprintte naar de plek waar Seth stokstijf was blijven staan en luisterde samen met hem naar de poten die onze kant op kwamen.

Môgge, jongens.

Er kwam een geschrokken gejammer uit Seths bek. Toen drongen we dieper in de nieuwe gedachten door en begonnen we allebei te grommen.

O, nee! Ga weg, Leah! kreunde Seth.

Ik stopte toen ik bij Seth was. Hij had zijn kop in zijn nek gelegd, klaar om weer een gejank uit te stoten – klaaglijk, dit keer.

Kappen met die herrie, Seth.

O ja. Bah! Bah! Bah! Hij jammerde en klauwde over de grond zodat er diepe groeven in de aarde ontstonden.

Leah kwam op een drafje tevoorschijn, haar kleine grijze lijf zigzagde door de struiken.

Hou eens op met dat gejengel, Seth. Wat ben je toch ook een baby.

Ik gromde naar haar en legde mijn oren plat langs mijn kop. Ze deed automatisch een sprong achteruit.

Waar ben je mee bezig, Leah?

Ze slaakte een diepe zucht. Nou, dat lijkt me duidelijk, hè? Ik kom bij die sneue, miezerige afvalligenroedel van jullie. De waakhonden van de vampiers. Ze liet een sarcastisch, blaffend gelach horen.

O nee, ik dacht het niet. Wegwezen hier, voor ik een van je hamstrings kapot ruk.

Alsof je me ooit te pakken zou kunnen krijgen. Ze grijnsde en kromde haar lijf, klaar voor de start. Wou je een wedstrijdje doen, o onverschrokken leider?

Ik haalde diep adem en zoog mijn longen vol tot mijn borst helemaal opzwol. Toen ik zeker wist dat ik niet zou schreeuwen ademde ik met een diepe zucht weer uit.

Seth, ga tegen de Cullens zeggen dat het alleen maar die stomme zus van je was. Ik dacht de woorden zo hardvochtig mogelijk. Ik handel dit wel af.

Komt voor elkaar! Seth was maar wat blij dat hij weg kon. Hij verdween in de richting van het huis.

Leah jankte en leunde naar voren alsof ze hem achterna wilde gaan. Haar nekharen kwamen overeind. Laat je hem zomaar in zijn eentje naar die vampiers toe gaan?

Ik weet zeker dat hij liever door hen van kant wordt gemaakt dan dat hij nog een seconde langer bij jou in de buurt zou moeten blijven.

Hou je mond, Jacob. Oeps, sorry – ik bedoel: hou je mond, allerhoogste opperalfa.

Wat kom je hier in vredesnaam doen?

Dacht je dat ik gewoon rustig thuis bleef zitten terwijl mijn kleine broertje zich vrijwillig heeft aangemeld als vampierkauwspeeltje?

Seth zit niet op jouw bescherming te wachten en die heeft hij ook helemaal niet nodig. Sterker nog, niemand zit hier op jou te wachten.

Ooeeh, au, die hakt er echt in, blafte ze. Ha, als er wél iemand op me zit te wachten ben ik er zo weer vandoor.

Dus dit heeft eigenlijk helemaal niets met Seth te maken?

Natuurlijk wel. Ik wil alleen maar zeggen dat ik het wel gewend ben om ergens niet welkom te zijn. Daar krijg je me niet zo snel mee weg, als je begrijpt wat ik bedoel.

Ik knarste met mijn tanden en probeerde mijn gedachten op een rijtje te zetten.

Heeft Sam je gestuurd?

Als ik hier als Sams loopmeisje was, zou je me niet kunnen horen. Mijn loyaliteit ligt niet langer bij hem.

Ik luisterde zorgvuldig naar de gedachten tussen de woorden door. Als dit een afleidingsmanoeuvre of list was, moest ik waakzaam genoeg zijn om het door te hebben. Maar dat was het niet. Ze sprak de waarheid. De schoorvoetende, bijna wanhopige waarheid.

Dus van nu af aan ben je trouw aan mij? vroeg ik vol sarcasme. Ja ja. Tuurlijk.

Ik heb niet veel keus. Ik moet het doen met de mogelijkheden die ik heb. Ik vind dit net zo vervelend als jij, hoor.

Dat was niet waar. Haar gedachten hadden een scherpe, opgewonden ondertoon. Ze was hier niet blij mee, maar ze zat ook in een soort vreemde roes. Ik doorzocht haar hoofd in een poging er wijs uit te worden.

Ze verzette zich boos toen ik zomaar bij haar binnendrong. Meestal deed ik mijn best om Leah niet te horen – ik had nog nooit geprobeerd haar te begrijpen.

We werden onderbroken door Seth, die zijn uitleg aan Edward dacht. Leah jankte bezorgd. Edwards gezicht, omlijst door hetzelfde raam als vannacht, vertoonde geen enkele reactie op zijn nieuws. Het was emotieloos, doods.

Wow, wat ziet hij er slecht uit, mompelde Seth tegen zichzelf. Op die gedachte reageerde de vampier ook niet. Hij verdween in het huis. Seth draaide zich om en kwam weer naar ons toe. Leah ontspande een beetje.

Wat is er aan de hand? vroeg Leah. Vertel eens wat er allemaal gebeurd is.

Dat heeft geen zin. Jij gaat zo weer weg.

Nee, meneer de alfa, ik blijf. Blijkbaar móét ik bij iemand horen. Denk maar niet dat ik niet geprobeerd heb om er in mijn eentje mee te kappen, maar jij weet zelf ook dat dat gewoon niet gaat. Dus toen heb ik maar voor jou gekozen.

Leah, jij mag mij niet. Ik mag jou niet.

En bedankt, commandant Open Deur. Dat kan me niets schelen. Ik blijf bij Seth.

Je hebt een hekel aan vampiers. Vind je dat zelf ook niet een beetje tegenstrijdig?

Jij hebt ook een hekel aan vampiers.

Maar ik ben wél trouw aan dit bondgenootschap. Jij niet.

Ik zal wel een beetje bij ze uit de buurt blijven. Ik kan hier de grenzen bewaken, net als Seth.

En dan moet ik jou zomaar even vertrouwen?

Ze strekte haar hals, ging op haar tenen staan en probeerde net zo groot als ik te worden terwijl ze me strak aankeek. Ik zal mijn roedel niet verraden.

Ik had zin om mijn kop in mijn nek te gooien en te janken, net als Seth eerder had gedaan. Dit isjouw roedel niet! Dit is niet eens een roedel! Dit ben ik, in mijn eentje! Wat hebben jullie Clearwaters toch? Waarom laten jullie me niet gewoon met rust?

Seth, die net achter ons tevoorschijn kwam, jankte beledigd. Ook dat nog.

Maar ik heb je toch goed geholpen, Jake?

Je bent niet héél vervelend geweest, jochie, maar als ik Leah er gratis bij krijg… Als ik alleen van haar afkom door jou naar huis te sturen… Tja, dan kun je me het toch moeilijk kwalijk nemen als ik wil dat je weggaat?

Jemig, Leah, jij verpest ook altijd alles!

Ja, ik weet het, zei ze tegen hem, en ze klonk opeens vreselijk ellendig.

Ik voelde de pijn in die vier woordjes, en hij was heviger dan ik gedacht had. Ik wilde dat niet voelen. Ik wilde geen medelijden met haar hebben. Ze had het niet gemakkelijk in de roedel, dat was waar, maar ze maakte het er zelf naar met die verbittering die al haar gedachten vervuilde en ervoor zorgde dat het een nachtmerrie was om in haar hoofd te moeten zijn.

Seth voelde zich ook schuldig. Jake… Je stuurt me toch niet echt weg, hè? Leah valt heus wel mee. Echt. Met haar erbij kunnen we een nog grotere ronde maken. En Sams roedel bestaat nog maar uit zeven wolven. Hij zal ons nooit aanvallen nu hij zo sterk in de minderheid is. Misschien is het juist wel goed…

Je weet dat ik geen roedel wil leiden, Seth.

Dan leid je ons toch niet, stelde Leah voor.

Ik snoof. Klinkt me als muziek in de oren. En dan nu gauw naar huis.

Jake, dacht Seth. Ik ben hier op mijn plek. Ik heb géén hekel aan vampiers. Niet aan de Cullens, in elk geval. Voor mij zijn het gewoon mensen en ik zal ze beschermen, want dat is onze taak.

Misschien dat jij hier op je plek bent, knul, maar je zus niet. En als jij weggaat, gaat zij…

Ik zweeg toen ik plotseling iets opving. Iets wat Leah uit haar gedachten had willen houden.

Leah zou helemaal niet weggaan.

Ik dacht dat dit om Seth ging, dacht ik zuur.

Ze kromp in elkaar. Natuurlijk ben ik hier vanwege Seth.

En omdat je niet meer bij Sam wilt zijn.

Ze klemde haar kaken op elkaar. Ik ben jou geen verklaring schuldig. Ik hoef alleen maar te doen wat me gezegd wordt. Ik hoor bij jóúw roedel, Jacob. Punt uit.

Ik liep grommend bij haar vandaan.

Shit. Ik zou nooit meer van haar afkomen. Ze mocht dan een hekel aan me hebben, de Cullens haten, alle vampiers met plezier nu meteen een kopje kleiner maken en het verschrikkelijk vinden dat ze hen in plaats daarvan moest beschermen, maar vergeleken met hoe het voor haar voelde om verlost te zijn van Sam stelde het allemaal niets voor.

Leah vond mij niet aardig, dus vond ze het ook niet zo erg om mij de hele tijd te horen denken dat ze moest oprotten.

Maar ze hield van Sam. Nog steeds. En om hém te horen wensen dat ze zou oprotten deed zo veel pijn dat ze er niet meer mee wilde leven nu ze een keus had. Ze zou elke andere mogelijkheid hebben aangegrepen. Al had ze als schoothondje bij de Cullens moeten intrekken.

Ik weet niet of ik zó ver zou gaan, dacht ze. Ze probeerde de woorden stoer en strijdlustig te laten klinken, maar haar onverschillige houding begon diepe barsten te vertonen. Ik denk dat ik eerst een paar goede pogingen zou doen om mezelf van kant te maken.

Luister eens, Leah…

Nee, luister jíj maar eens, Jacob. Hou nou maar op met dat geruzie, want het heeft toch geen zin. Ik zal je niet voor de voeten lopen, goed? Ik zal alles doen wat je wilt. Behalve teruggaan naar Sam om de treurige ex-vriendin uit te hangen van wie hij maar niet afkomt. Als je wilt dat ik wegga – ze ging op haar achterpoten zitten en keek me strak aan –, dan zul je me moeten dwín gen.

Ik grauwde lang en boos. Ik begon zowaar begrip te krijgen voor Sam, ondanks alles wat hij mij en Seth had aangedaan. Geen wonder dat hij de roedel altijd zo rondcommandeerde. Anders kreeg je toch nooit iets voor elkaar?

Seth, zou je boos worden als ik je zus vermoordde?

Hij deed net alsof hij er even over na moest denken. Ehm… ja, waarschijnlijk wel.

Ik zuchtte.

Goed dan, mevrouw Ik-Doe-Alles-Wat-Je-Wilt. Vertel maar eens wat je allemaal weet, dan maak je jezelf tenminste nog nuttig. Wat is er gebeurd nadat wij vannacht zijn weggegaan?

Een boel gejank. Maar dat hebben jullie ongetwijfeld gehoord. Het was zo'n herrie dat het even duurde voor we erachter kwamen dat we jullie niet meer konden horen. Sam was… Haar woorden stokten, maar we zagen het in haar hoofd. Seth en ik krompen ineen. Daarna was het al vrij snel duidelijk dat we nog eens goed over onze plannen moesten nadenken. Sam wilde 's ochtends meteen met de andere oudsten overleggen. Het was de bedoeling dat we daarna weer bij elkaar zouden komen om een strategie uit te werken. Maar ik kon wel merken dat hij niet van plan was om meteen weer een aanval te organiseren. Het zou zelfmoord zijn nu Seth en jij weg waren en de bloedzuigers hadden gewaarschuwd. Ik weet niet precies hoe ze het willen aanpakken, maar ik zou niet in mijn eentje door het bos gaan wandelen als ik een bloedzuiger was. De jacht op de vampiers is geopend.

Dus je bent niet naar de vergadering van vanochtend geweest? vroeg ik.

Toen we ons vannacht moesten opsplitsen om patrouille te lopen heb ik gevraagd of ik naar huis mocht, om mijn moeder te vertellen wat er was gebeurd…

O, nee hè! Heb je het aan mama verteld? gromde Seth.

Seth, even geen familiegedoe nu. Ga verder, Leah.

Dus zodra ik weer mens was besloot ik even de tijd te nemen om na te denken. Nou ja, even, de hele nacht eigenlijk. De anderen zullen wel gedacht hebben dat ik in slaap was gevallen. Maar dat hele ‘twee afzonderlijke roedels dus ook twee afzonderlijke roedelgeesten’-idee hield me wel een tijdje bezig. Uiteindelijk heb ik Seths veiligheid en de, eh, andere voordelen afgewogen tegen het feit dat ik een verrader zou worden en ik weet niet hoe lang in die vieze vampierstank zou moeten zitten. Je weet waar ik voor gekozen heb. Ik heb een briefje voor mijn moeder achtergelaten. We zullen het wel horen als Sam erachter komt…

Leah spitste een van haar oren richting het westen.

Ja, dat zal wel, beaamde ik.

Dat is alles wat ik weet. Wat doen we nu? vroeg ze.

Seth en zij keken me allebei verwachtingsvol aan.

Dit was nou precies waar ik echt helemaal geen zin in had.

Laten we voorlopig maar gewoon een oogje in het zeil blijven houden. Meer kunnen we ook niet doen. Ga jij maar even slapen, Leah.

Jij hebt net zo weinig geslapen als ik.

Ik dacht dat je zou doen wat ik zei?

Juist. Die hebben we nou wel gehoord, morde ze, en toen gaapte ze. Nou ja, wat jij wilt. Het maakt mij niet uit.

Ik ga de grens wel bewaken, Jake. Ik ben helemaal niet moe. Seth was zo blij dat ik hen niet naar huis had gestuurd dat hij bijna op en neer stond te springen van opwinding.

Tuurlijk, tuurlijk. Dan ga ik zo even kijken hoe het bij de Cullens is.

Seth rende weg over het nieuwe pad dat we in de vochtige aarde hadden uitgesleten. Leah keek hem bedachtzaam na.

Misschien nog twee rondjes voor ik ga pitten… Hé, Seth, zullen we kijken hoe vaak ik je kan inhalen?

Nee!

Met een zwaar, grinnikend geblaf sprong Leah door de bomen achter hem aan.

Ik gromde gelaten. Daar ging m'n rust.

Leah deed haar best, voor haar doen dan. Ze probeerde haar honende opmerkingen zoveel mogelijk te beperken terwijl ze langs de grens sjeesde, maar je kon je niet onttrekken aan haar zelfingenomen stemming. Ik moest denken aan die uitdrukking die zegt dat drie te veel is. Die was nu niet echt van toepassing, want ik vond het met z'n tweeën eigenlijk al veel te druk. Maar ik als we dan per se met z'n drieën moesten zijn, dan niet met háár erbij. Volgens mij kon ik niemand bedenken die ik nog vervelender zou vinden.

Paul? opperde ze.

Misschien, gaf ik toe.

Ze lachte in zichzelf, te nerveus en te opgefokt om zich beledigd te voelen. Ze was in een roes omdat ze aan Sams medelijden was ontsnapt, maar ik vroeg me af hoe lang die nog zou duren.

Dan wordt dat mijn streven – om minder irritant dan Paul te zijn.

Ik zou zeggen: doe je best.

Een paar meter voor het gazon veranderde ik van gedaante. Ik was helemaal niet van plan geweest om hier veel als mens te zijn, maar ik was ook niet van plan geweest om Leah in mijn hoofd te hebben. Ik trok mijn versleten korte broek aan en liep naar het huis.

Nog voor ik bij het trapje was ging de deur al open, en tot mijn verrassing kwam niet Edward, maar Carlisle naar buiten. Zijn gezicht zag er uitgeput en verslagen uit. Mijn hart stond even stil. Ik bleef wankelend staan en kon niets zeggen.

‘Gaat het wel goed met je, Jacob?’ vroeg Carlisle.

‘Gaat het wel goed met Bélla?’ stootte ik uit.

‘Haar toestand is nog vrijwel hetzelfde als gisteravond. Het spijt me als ik je heb laten schrikken. Edward zei dat je in je menselijke gedaante kwam en ik ben naar buiten gekomen om je op te vangen, want hij wilde haar niet alleen laten. Ze is wakker.’

En Edward wilde elke minuut bij haar zijn omdat er niet veel tijd meer was. Carlisle zei het niet hardop, maar ik wist zo ook wel wat hij bedoelde.

Het was alweer een tijdje geleden dat ik had geslapen – nog voor mijn laatste wachtronde. Dat begon ik nu echt te voelen. Ik deed een stap naar voren, ging op de verandatrap zitten en zakte tegen de leuning in elkaar.

Carlisle ging onhoorbaar, zoals alleen een vampier dat kon, op dezelfde tree zitten, tegen de andere leuning.

‘Ik heb gisteravond niet de kans gekregen om je te bedanken, Jacob. Je hebt geen idee hoezeer ik je… medeleven waardeer. Ik weet dat het jou om Bella's veiligheid gaat, maar dankzij jou is ook de rest van mijn gezin gered. Edward heeft me verteld wat je ervoor hebt moeten doen…’

‘Laat maar zitten,’ mompelde ik.

‘Als je dat liever hebt.’

We bleven zwijgend zitten. Ik hoorde de anderen in het huis. Emmett, Alice en Jasper stonden boven met zachte, ernstige stemmen te praten. Esmé neuriede wat voor zich uit in een andere kamer. De ademhaling van Rosalie en Edward klonk vlakbij – ik kon niet horen wie wie was, maar ik hoorde wel het verschil met Bella's moeizame gehijg. Ik hoorde haar hart ook. Het klonk… onregelmatig.

Het leek wel alsof het lot eropuit was om me in één etmaal alles te laten doen waarvan ik had gezworen dat ik het nooit zou doen. Daar zat ik dan, doelloos af te wachten tot ze dood zou gaan.

Ik wilde het niet meer horen. Praten was beter dan luisteren.

‘Hoort ze voor jou bij het gezin?’ vroeg ik aan Carlisle. Het was me opgevallen dat hij had gezegd dat ik de rést van het gezin ook had geholpen.

‘Ja. Bella is voor mij nu al een dochter. Een zeer dierbare dochter.’

‘Maar toch laat je haar sterven.’

Hij was zo lang stil dat ik opkeek. Zijn gezicht stond heel, heel erg moe. Ik wist hoe hij zich voelde.

‘Ik kan me voorstellen dat je me dat heel erg kwalijk neemt,’ zei hij uiteindelijk. ‘Maar ik moet haar wens respecteren. Het zou niet juist zijn om die keuze voor haar te maken, om haar te dwingen.’

Ik wilde boos op hem zijn, maar hij maakte het me niet gemakkelijk. Het leek wel alsof hij me met mijn eigen woorden om mijn oren sloeg, alleen dan een beetje door elkaar gehusseld. Maar nu Bella's leven op het spel stond dacht ik er plotseling heel anders over. En toch… Ik dacht terug aan hoe het voelde om gebroken voor Sam op de grond te liggen, om tegen mijn wil betrokken te worden bij de moord op iemand van wie ik hield. Maar dit was anders. Sam vergiste zich. En Bella hield van dingen waar ze niet van zou moeten houden.

‘Denk je dat er een kans bestaat dat ze het overleeft? Als vampier en zo, bedoel ik. Ze heeft me verteld over… over Esmé.’

‘Ik zou zeggen dat het op dit moment fiftyfifty is,’ antwoordde hij zacht. ‘Ik heb zelf gezien dat vampiergif wonderen kan verrichten, maar soms is een toestand zo kritiek dat zelfs ons gif er niet tegenop kan. Haar hart werkt te hard – als het ermee ophoudt… dan kan ik niets meer voor haar doen.’

Bella's hartslag bonkte en haperde om zijn woorden nog eens akelig duidelijk te benadrukken.

Misschien was de aarde de andere kant op gaan draaien. Misschien verklaarde dat waarom alles opeens precies het tegenovergestelde van gisteren was – waarom ik hoopte op iets wat me ooit mijn grootste nachtmerrie had geleken.

‘Wat doet dat ding met haar?’ fluisterde ik. ‘Gisteravond leek het opeens veel slechter te gaan. Ik zag… al die slangetjes en zo. Door het raam.’

‘Haar lichaam kan de foetus niet aan. Hij is sowieso te sterk, maar dat zou ze waarschijnlijk wel een tijdje volhouden. Het grootste probleem is dat ze door hem geen voedingsstoffen meer binnenkrijgt, terwijl ze die wel nodig heeft. Haar lichaam weigert alle vormen van voedsel. Ik heb het met een infuus geprobeerd, maar ze neemt het simpelweg niet op. Daardoor gaat haar toestand nog sneller achteruit. Ik zie haar – en haar niet alleen, maar de foetus ook – per uur verder wegkwijnen. Ik kan er niets aan doen en ik kan het proces ook niet afremmen. Ik begrijp maar niet wat hij wíl.’ Zijn vermoeide stem stokte.

Ik voelde me net zoals ik me gisteren had gevoeld toen ik de paarszwarte plekken op haar buik zag: woedend, en een beetje krankzinnig.

Ik balde mijn handen tot vuisten om het beven onder controle te krijgen. Ik haatte dat ding dat haar pijn deed. Het monster vond het niet genoeg om haar van binnenuit bont en blauw te schoppen. Nee, hij hongerde haar ook nog uit. Hij wilde waarschijnlijk gewoon iets om zijn tanden in te zetten – een hals om leeg te zuigen. En omdat hij nog niet groot genoeg was om iemand anders te vermoorden, zoog hij Bella's leven maar uit haar lijf.

Ik wist precies wat hij wilde: lijken en bloed, bloed en lijken.

Mijn huid werd helemaal heet en kriebelig. Ik ademde diep in en uit en concentreerde me om mezelf te kalmeren.

‘Ik wou dat ik wist wat het precies is,’ prevelde Carlisle. ‘De foetus is heel goed beschermd. Ik heb er geen echo van kunnen maken. Ik denk niet dat ik een naald door het vruchtvlies kan krijgen, maar dat mag ik van Rosalie toch nooit proberen.’

‘Een naald?’ mompelde ik. ‘Wat moet je daar nou mee?’

‘Als ik meer over de foetus te weten kom, kan ik ook beter inschatten waar hij toe in staat zal zijn. Ik zou heel wat overhebben voor een druppeltje vruchtwater. Al wist ik alleen maar hoeveel chromosomen hij heeft…’

‘Ik volg je niet meer, dokter. Nu even voor de dommerds onder ons?’

Hij grinnikte kort – zelfs zijn lach klonk uitgeput. ‘Goed dan. Hoeveel biologie heb je gehad? Hebben jullie chromosomen behandeld?’

‘Ik geloof het wel. We hebben drieëntwintig paar, toch?’

‘Mensen wel.’

Ik knipperde met mijn ogen. ‘Hoeveel hebben jullie er dan?’

‘Vijfentwintig.’

Ik keek met gefronste wenkbrauwen naar mijn vuisten. ‘Wat betekent dat?’

‘Ik dácht dat het betekende dat onze soorten volledig verschilden, dat ze nog minder verwant waren dan een leeuw en een huiskat. Maar dit nieuwe leven lijkt te suggereren dat we genetisch gezien toch meer met elkaar gemeen hebben dan ik vermoedde.’ Hij slaakte een bedroefde zucht. ‘Ik was me er niet van bewust dat ik ze had moeten waarschuwen.’

Ik zuchtte ook. Het was makkelijk om Edward te haten omdat hij zo onwetend was geweest. Ik haatte hem er nog steeds om. Maar het viel niet mee om ook zo over Carlisle te denken. Misschien ook omdat ik niet stikjaloers op Carlisle was.

‘Misschien zou het helpen als ik wist hoeveel chromosomen de foetus heeft – als ik wist of hij meer op ons of op haar lijkt. Als ik wist wat we konden verwachten.’ Toen haalde hij zijn schouders op. ‘En misschien zou het ook wel niets helpen. Eigenlijk wil ik gewoon iets kunnen onderzoeken, denk ik, iets kunnen dóén.’

‘Ik vraag me af wat voor chromosomen ik heb,’ mompelde ik terloops. Ik dacht weer aan die dopingcontroles bij de Olympische Spelen. Zouden ze daar ook aan dna-onderzoek doen?

Carlisle kuchte een beetje opgelaten. ‘Jij hebt vierentwintig paar, Jacob.’

Ik draaide me langzaam opzij en keek hem met opgetrokken wenkbrauwen aan.

Hij keek gegeneerd. ‘Ik was… nieuwsgierig. Ik ben zo vrij geweest om ernaar te kijken toen ik je in juni behandelde.’

Ik dacht even na. ‘Waarschijnlijk zou ik nu boos moeten worden. Maar het kan me eigenlijk niet veel schelen.’

‘Het spijt me. Ik had het moeten vragen.’

‘Maakt niet uit, dokter. Je had er geen kwade bedoelingen mee, toch?’

‘O nee, absoluut niet. Ik… Ik vind jullie soort gewoon fascinerend. Ik denk dat ik de kenmerken van vampiers door de eeuwen heen als heel normaal ben gaan beschouwen. De manier waarop jouw familie van gewone mensen afwijkt is veel interessanter. Bijna magisch.’

‘Bibbidi bobbidi boo,’ mompelde ik. Hij klonk net als Bella met die magische onzin.

Carlisle liet opnieuw een vermoeid lachje horen.

Toen hoorden we Edwards stem in het huis, en we zwegen allebei om te luisteren.

‘Ik ben zo terug, Bella. Ik wil heel even met Carlisle praten. Rosalie, zou jij misschien even mee kunnen komen?’ Edward klonk anders. Er zat weer een heel klein beetje leven in zijn dode stem. Een zweem van iets – nog geen hoop, maar misschien de wíl om te hopen.

‘Wat is er, Edward?’ vroeg Bella schor.

‘Niets om je zorgen over te maken, lieverd. We zijn zo weer terug. Ga je mee, Rose?’

‘Esmé?’ riep Rosalie. ‘Wil jij even op Bella passen voor me?’

Ik hoorde een zachte windvlaag toen Esmé de trap af snelde.

‘Natuurlijk,’ zei ze.

Carlisle ging verzitten en keek verwachtingsvol naar de deur. Edward kwam eerst naar buiten, met Rosalie achter zich aan. Net als zijn stem was ook zijn blik minder doods. Hij leek intens geconcentreerd. Rosalie keek achterdochtig.

Edward deed de deur achter haar dicht.

‘Carlisle,’ mompelde hij.

‘Wat is er, Edward?’

‘Misschien hebben we dit verkeerd aangepakt. Ik zat naar jou en Jacob te luisteren, en toen jullie het hadden over wat… de foetus wil, dacht Jacob iets heel interessants.’

Ík? Ik had volgens mij alleen maar gedacht dat ik het ding hartgrondig haatte. Wat dat betreft was ik in elk geval niet de enige: ik zag dat Edward er al moeite mee had om de relatief onschuldige term ‘foetus’ te gebruiken.

‘Vanuit die invalshoek hebben we het eigenlijk nog helemaal niet bekeken,’ ging Edward verder. ‘We hebben geprobeerd om aan Bella's behoeften tegemoet te komen, en haar lichaam accepteert die voeding net zomin als onze vampierlichamen zouden doen. Misschien moeten we ons in eerste instantie meer op de behoeften van… van de foetus richten. Als we zijn honger kunnen stillen, kunnen we haar misschien ook beter helpen.’

‘Ik kan je niet volgen, Edward,’ zei Carlisle.

‘Ga maar na, Carlisle. Als dat wezen meer vampier dan mens is, dan kun je toch wel raden wat het het allerliefst wil, en niet krijgt? Jacob wist het ook.’

Is dat zo? Ik ging in gedachten het gesprek nog eens na en probeerde te bedenken wat ik niet hardop had gezegd. Op hetzelfde moment dat Carlisle het begreep, wist ik het ook weer.

‘O,’ zei hij verrast. ‘Denk je dat het… dorst heeft?’

Rosalie siste zacht. Ze keek niet achterdochtig meer. Haar afschuwelijk volmaakte gezicht lichtte helemaal op en haar ogen werden groot van opwinding. ‘Natuurlijk,’ mompelde ze. ‘Carlisle, we hebben nog een heleboel van dat o-negatief dat we voor Bella apart gehouden hebben. Het is een goed idee,’ zei ze erachteraan, zonder mij aan te kijken.

‘Hmm.’ Carlisle legde peinzend zijn hand op zijn kin. ‘Wie weet… En hoe zouden we haar dat dan het beste kunnen toedienen…’

Rosalie schudde haar hoofd. ‘We hebben geen tijd voor een creatieve oplossing. Ik stel voor dat we gewoon met de ouderwetse manier beginnen.’

‘Wacht eens even,’ fluisterde ik. ‘Time-out. Willen jullie – willen jullie Bella blóéd laten drinken?’

‘Het was je eigen idee, hond,’ zei Rosalie terwijl ze me een zijdelingse, chagrijnige blik toewierp.

Ik negeerde haar en keek naar Carlisle. Diezelfde glimp hoop die op Edwards gezicht had gelegen, blonk nu ook in de ogen van de dokter. Hij tuitte nadenkend zijn lippen.

‘Dat is echt…’ Ik kon niet op het juiste woord komen.

‘Wanstaltig?’ opperde Edward. ‘Weerzinwekkend?’

‘Zoiets, ja.’

‘Maar stel nou dat ze er beter van wordt?’ fluisterde hij.

Ik schudde boos mijn hoofd. ‘Hoe zie je dat voor je? Wou je soms een slang in haar keel duwen?’

‘Ik was van plan om te vragen wat ze er zelf van vindt. Ik wilde het alleen eerst met Carlisle bespreken.’

Rosalie knikte. ‘Als je zegt dat de baby er beter van wordt doet ze alles. Zelfs als we hun door een slang bloed moeten voeren.’

Op dat moment – toen ik haar stem mierzoet hoorde worden bij het woord ‘baby’ – besefte ik dat Blondie overal mee in zou stemmen waar dat kleine, parasiterende monstertje bij gebaat zou kunnen zijn. Zat dat er soms achter, was dat het geheimzinnige element dat hen bond? Wilde Rosalie het kind?

Vanuit mijn ooghoek zag ik Edward een kort, afwezig knikje geven. Hij keek voor zich uit, maar ik wist dat hij mijn vragen beantwoordde.

Hmm. Ik had niet gedacht dat die ijskoude barbie moedergevoelens zou hebben. Dus ze wilde Bella helemaal niet beschermen – Rosalie zou die slang waarschijnlijk eigenhandig door Bella's keel proppen.

Edwards mond vertrok tot een harde streep, en ik wist dat ik alweer gelijk had.

‘Nou, we hebben geen tijd om hier eindeloos over door te blijven discussiëren,’ zei Rosalie ongeduldig. ‘Wat zeg je ervan, Carlisle? Mogen we het proberen?’

Carlisle haalde diep adem en stond toen opeens op. ‘We zullen het aan Bella vragen.’

Blondie glimlachte zelfgenoegzaam: ze wist zeker dat ze haar zin zou krijgen als Bella de knoop moest doorhakken.

Ik sleepte mezelf de veranda op en liep achter hen aan het huis in. Ik wist niet goed waarom. Een soort ziekelijke nieuwsgierigheid misschien. Het was net een horrorfilm. Een en al monsters en bloed.

Of misschien kon ik gewoon geen nee zeggen tegen een vers shot van mijn steeds kleiner wordende drugsvoorraad.

Bella lag op haar rug in het ziekenhuisbed. Haar buik bolde als een berg op onder de deken en ze leek wel van was, zo bleek was ze, bijna doorschijnend. Je zou haast denken dat ze al dood was, tot je zag dat haar borst heel licht op en neer ging en ze oppervlakkig ademhaalde. En dat haar ogen ons met uitgeputte argwaan volgden.

De anderen schoten met plotselinge, snelle bewegingen door de kamer en stonden al naast haar. Het was een griezelig gezicht. Ik sjokte langzaam achter hen aan.

‘Wat is er aan de hand?’ vroeg Bella op een krasserige fluistertoon. Haar wasachtige hand kwam met een schokkerig gebaar omhoog – alsof ze haar ballonvormige buik probeerde te beschermen.

‘Jacob had een idee dat wel eens zou kunnen werken,’ zei Carlisle. Ik wou dat hij mij erbuiten liet. Ik had helemaal niets gezegd. Alle eer mocht naar die bloedzuigende echtgenoot van haar, aan wie hij toekwam. ‘Het zal niet… prettig zijn, maar.’

‘Maar het is goed voor de baby,’ onderbrak Rosalie hem gretig. ‘We hebben een betere manier bedacht om hem te voeden. Misschien.’

Bella's oogleden trilden even. Toen stootte ze een zwak, kuchend gegrinnik uit. ‘Niet prettig?’ fluisterde ze. ‘Sjonge, dat zal wel even wennen zijn.’ Ze keek naar het slangetje in haar arm en kuchte opnieuw.

Blondie lachte met haar mee.

Dat kind zag eruit alsof ze nog maar een paar uur te leven had, ze had ongetwijfeld ontzettend veel pijn, en toch lag ze nog grappen te maken. Typisch Bella. Ze probeerde de spanning te doorbreken en iedereen om haar heen een goed gevoel te geven.

Edward ging voor Rosalie staan, met een ernstig gezicht dat geen spoortje vrolijkheid vertoonde. Daar was ik blij om. Het hielp een heel klein beetje dat hij het nog zwaarder had dan ik. Hij pakte haar hand, maar niet de hand die nog steeds haar opgezwollen buik beschermde.

‘Bella, lieverd, we gaan iets wanstaltigs van je vragen,’ zei hij, en hij gebruikte dezelfde woorden die hij net tijdens ons gesprek had gesuggereerd. ‘Iets weerzinwekkends.’

Nou, hij wond er in elk geval geen doekjes om.

Ze haalde gejaagd en oppervlakkig adem. ‘Hoe erg dan?’

Carlisle gaf antwoord. ‘We denken dat de smaak van de foetus misschien dichter bij de onze ligt. We denken dat hij dorst heeft.’

Ze knipperde met haar ogen. ‘O. Ó.’

‘Jouw toestand – die van jullie allebei – gaat heel snel achteruit. We hebben geen tijd te verliezen, geen tijd om een aangenamere oplossing te bedenken. De snelste manier om onze theorie te testen…’

‘Is door het te drinken,’ fluisterde ze. Ze knikte heel lichtjes – ze had nauwelijks genoeg energie om haar hoofd op en neer te laten gaan. ‘Dat lukt me wel. Kan ik vast oefenen voor straks, hè?’ Er verscheen een zwakke grijns om haar lippen terwijl ze naar Edward keek. Hij lachte niet terug.

Rosalie begon ongeduldig met haar voet te tikken. Het was een verschrikkelijk irritant geluid. Ik vroeg me af wat ze zou doen als ik haar nu door de muur zou gooien.

‘En, wie gaat er een grizzlybeer voor me vangen?’ fluisterde Bella.

Carlisle en Edward wisselden een snelle blik. Rosalie hield op met tikken.

‘Wat is er?’ vroeg Bella.

‘We moeten de test zo goed mogelijk uitvoeren, Bella,’ zei Carlisle.

‘Áls de foetus bloed wil,’ legde Edward uit, ‘dan wil hij geen dierenbloed.’

‘Voor jou maakt het niets uit, Bella. Je moet er gewoon niet over nadenken,’ zei Rosalie bemoedigend.

Bella's ogen werden groot. ‘Van wie?’ fluisterde ze, en haar blik schoot even naar mij.

‘Ik ben hier niet als donor, Bells,’ gromde ik. ‘En trouwens, dat ding wil mensenbloed, dus volgens mij is dat van mij niet geschikt om…’

‘We hebben bloed in huis,’ zei Rosalie nog voor ik mijn zin had afgemaakt, alsof ik er niet was. ‘Voor jou – gewoon voor het geval dat. Jij hoeft je nergens zorgen om te maken. Alles komt goed. Ik heb hier een heel goed gevoel bij, Bella. Ik denk dat het veel beter zal zijn voor de baby.’

Bella's hand gleed over haar buik.

‘Nou,’ kraakte ze nauwelijks hoorbaar. ‘Ík ben uitgehongerd, dus hij vast ook.’ Ze probeerde er weer een grapje van te maken. ‘We gaan ervoor. Mijn eerste vampierdaad.’