30. Onweerstaanbaar
Er waren zo veel dingen om over na te denken.
Waar moest ik de tijd vandaan halen om in mijn eentje J. Jenks op te sporen, en waarom wilde Alice dat ik van zijn bestaan wist?
Als Alice' aanwijzing niets met Renesmee te maken had, wat kon ik dan doen om mijn dochter te redden?
Hoe moesten Edward en ik de situatie morgen uitleggen aan Tanya's familie? Stel dat ze op dezelfde manier zouden reageren als Irina? Stel dat het op een gevecht zou uitdraaien?
Ik kon helemaal niet vechten. Hoe moest ik dat in een maand tijd leren? Was er überhaupt een kans dat ik het snel genoeg zou kunnen leren om wellicht een gevaar te vormen voor een van de Volturi? Of was ik gedoemd om volslagen nutteloos te zijn? Een van de vele nieuwelingen om even korte metten mee te maken?
Ik had een heleboel antwoorden nodig, maar ik kreeg de kans niet om mijn vragen te stellen.
Omdat ik wilde dat Renesmees leven zo normaal mogelijk zou blijven, stond ik erop dat ik haar rond bedtijd naar ons huisje zou brengen. Jacob voelde zich momenteel prettiger in zijn wolvengedaante, hij kon makkelijker met de stress omgaan als hij klaar was om te vechten. Ik wou dat ik me ook zo voelde, dat ik ook voorbereid was. Hij rende door het bos om de wacht te houden.
Toen ze in slaap was gevallen legde ik Renesmee in haar bedje en liep naar de voorkamer om mijn vragen aan Edward te stellen. De vragen die ik hem kón stellen in elk geval. Eigenlijk vond ik het het allermoeilijkst dat ik mijn best moest doen om iets voor hem verborgen te houden, zelfs met het voordeel van mijn onleesbare gedachten.
Hij stond met zijn rug naar me toe in het vuur te staren.
‘Edward, ik…’
Hij draaide zich om en leek op hetzelfde moment aan de andere kant van de kamer te zijn, alsof er helemaal geen tijd verstreken was. Ik ving nog net een glimp op van de felle blik in zijn ogen voor hij zijn lippen op de mijne drukte en zijn armen als ijzeren klemmen om me heen sloeg.
De rest van die nacht dacht ik niet meer aan mijn vragen. Binnen de kortste keren begreep ik waar zijn stemming door veroorzaakt werd, en bovendien voelde ik me precies hetzelfde.
Ik had gedacht dat het jaren zou gaan duren voor ik de overweldigende lichamelijke hartstocht die ik voor hem voelde enigszins in de hand zou hebben. En dat ik daarna nog eeuwen zou hebben om ervan te genieten. Als we nog maar een maand samen hadden… Tja, ik kon me niet voorstellen dat ik het zou kunnen verdragen als dit op zou houden. Op dit moment kon ik even alleen maar aan mezelf denken. Het enige wat ik wilde was hem zoveel mogelijk lief te hebben in de korte tijd die ons nog restte.
Het kostte veel moeite om mezelf van hem los te rukken toen de zon opkwam, maar we moesten onze opdracht uitvoeren, een opdracht die misschien nog wel moeilijker zou worden dan alle zoektochten van onze familieleden bij elkaar. Zodra ik begon na te denken over wat ons te wachten stond, werd ik één brok spanning. Het voelde alsof mijn zenuwen op een pijnbank werden uitgerekt en steeds dunner en dunner werden.
‘Ik zou willen dat we er op de een of andere manier eerst achter konden komen wat Eleazar weet voor we ze over Nessie vertellen,’ mompelde Edward terwijl we ons haastig aankleedden in de enorme kast die me nu veel meer dan me lief was aan Alice deed denken. ‘Gewoon voor het geval dat.’
‘Maar dan weet hij nog niet welke informatie hij moet geven,’ antwoordde ik. ‘Denk je dat ze ons de kans zullen geven om het uit te leggen?’
‘Ik heb geen idee.’
Ik tilde Renesmee, die nog steeds lag te slapen, uit haar bedje en hield haar zo dicht tegen me aan dat haar krullen tegen mijn gezicht drukten. Haar zoete geur, zo dichtbij, verdrong alle andere geuren.
Ik mocht vandaag geen seconde verspillen. Ik had antwoorden nodig, en ik wist niet precies hoeveel tijd Edward en ik vandaag samen zouden hebben. Als alles goed verliep met Tanya's familie zouden we hopelijk voor langere tijd gezelschap hebben.
‘Edward, wil je me leren vechten?’ vroeg ik aan hem, en ik zette me schrap voor zijn antwoord terwijl hij de deur voor me openhield.
Hij reageerde precies zoals ik had verwacht. Hij verstijfde en toen gleden zijn ogen met een veelbetekenende blik over mijn lijf, alsof dit de eerste of de laatste keer was dat hij me zag. Zijn ogen bleven hangen bij onze dochter die in mijn armen lag te slapen.
‘Als het op een gevecht aankomt zullen we geen van allen veel kunnen uitrichten,’ zei hij ontwijkend.
Zonder mijn stem te verheffen vroeg ik: ‘Maar je zou toch niet willen dat ik volslagen weerloos ben?’
Hij slikte moeizaam en de deur trilde met protesterende scharnieren toen hij zijn hand dichtkneep. Toen knikte hij. ‘Als je het zo bekijkt… Dan kunnen we maar beter zo snel mogelijk aan de slag gaan.’
Ik knikte ook, en daarna gingen we op weg naar het grote huis. We haastten ons niet.
Ik vroeg me af of ik iets zou kunnen doen waarmee ik heel misschien nog van enige betekenis kon zijn. Ergens was ik natuurlijk een piepklein beetje bijzonder – als je een bovennatuurlijk dikke hersenpan echt als bijzonder kon zien. Zou ik daar op de een of andere manier gebruik van kunnen maken?
‘Wat is volgens jou hun allersterkste punt? Hebben ze eigenlijk wel zwakheden?’
Edward begreep meteen dat ik de Volturi bedoelde.
‘Alec en Jane zijn hun belangrijkste aanvallers,’ zei hij emotieloos, alsof we het over een basketbalteam hadden. ‘Hun verdedigers hoeven bijna nooit in actie te komen.’
‘Omdat Jane je kan verschroeien waar je bij staat – mentaal dan. Wat doet Alec? Heb je niet een keer gezegd dat hij zelfs nog gevaarlijker was dan Jane?’
‘Ja. Op een bepaalde manier doet hij het tegenovergestelde van Jane. Zij laat je de allerergste pijn voelen die je je maar kunt voorstellen. Maar Alec laat je juist níéts voelen. Helemaal niets. Soms, als de Volturi in een aardige bui zijn, laten ze iemand eerst door Alec verdoven voor ze hem terechtstellen. Als het slachtoffer zich heeft overgegeven of als ze om een andere reden tevreden over hem zijn.’
‘Verdoven? Maar waarom is hij dan gevaarlijker dan Jane?’
‘Omdat hij al je zintuigen blokkeert. Je voelt geen pijn meer, maar je ziet, hoort of ruikt ook niets meer. Je krijgt geen enkele zintuiglijke prikkel meer. Je bent helemaal alleen in het donker. Je voelt het niet eens als ze je verbranden.’
Ik huiverde. Was dat het beste waar we op konden hopen? Dat we de dood niet zouden zien of voelen als hij ons kwam halen?
‘Daarmee zou hij in principe even gevaarlijk zijn als Jane,’ ging Edward op diezelfde afstandelijke toon verder, ‘omdat ze je allebei buitenspel kunnen zetten, je in een hulpeloze prooi kunnen veranderen. Maar het verschil tussen die twee is als het verschil tussen Aro en mij. Aro hoort slechts de gedachten van één persoon tegelijkertijd. Jane kan alleen degene pijn doen op wie ze haar blik richt. Ik hoor iedereen tegelijk.’
Ik werd koud toen ik begreep wat hij bedoelde. ‘En Alec kan ons allemaal tegelijkertijd uitschakelen?’ fluisterde ik.
‘Ja,’ zei hij. ‘Als hij zijn gave op ons aanwendt staan we allemaal blind en doof te wachten tot ze zin hebben om ons te vermoorden – misschien verbranden ze ons wel gewoon, zonder eerst de moeite te nemen ons uit elkaar te scheuren. En we kunnen heus wel proberen terug te vechten, maar de kans is groter dat we elkaar iets aandoen dan een van hen.’
We liepen een paar seconden zwijgend verder.
Er kwam een idee in me op dat langzaam vaste vormen aannam. Het stelde niet veel voor, maar het was beter dan niets.
‘Denk je dat Alec goed kan vechten?’ vroeg ik. ‘Als je even buiten beschouwing laat wat hij kan, bedoel ik. Stel dat hij zonder zijn gave zou moeten vechten. Ik vraag me af of hij het wel eens geprobeerd heeft…’
Edward keek me scherp aan. ‘Waar zit je aan te denken?’
Ik keek strak voor me uit. ‘Nou, hij zal bij mij waarschijnlijk weinig kunnen uithalen, denk je ook niet? Als het bij hem net zo werkt als bij Aro en Jane en jou. Stel je voor… als hij zichzelf nooit echt heeft hoeven verdedigen… en ik een paar trucjes zou leren…’
Edward onderbrak me. ‘Hij is al eeuwen bij de Volturi,’ zei hij, en zijn stem klonk plotseling bang. Waarschijnlijk zag hij hetzelfde beeld voor zich als ik: de Cullens die als weerloze, nietsvoelende pilaren op het slagveld stonden – behalve ik. Ik zou de enige zijn die nog zou kúnnen vechten. ‘Ja, je zult ongetwijfeld immuun voor hem zijn, maar je bent nog zo jong, Bella. Ik kan je niet binnen een paar weken zo goed leren vechten. Hij heeft vast de nodige training gehad.’
‘Wie weet. Maar dat is het enige wat alleen ík kan, en verder niemand. Zelfs al zou ik hem alleen maar een tijdje kunnen afleiden…’ Zou ik het lang genoeg volhouden om de anderen een kans te geven?
‘Bella, alsjeblieft,’ siste Edward. ‘Ik wil het er niet over hebben.’
‘Wees nou even redelijk.’
‘Ik zal mijn best doen om je zoveel mogelijk te leren, maar ik moet er niet aan denken dat jij jezelf opoffert als afleidingsmanoeuvre…’ Zijn stem brak en hij zweeg.
Ik knikte. Dan hield ik mijn plannen wel voor me. Eerst Alec en daarna, als ik op wonderbaarlijke wijze van hem zou weten te winnen, Jane. Ik moest de balans een beetje gelijk zien te trekken en mijn best doen om de enorme aanvallende voorsprong van de Volturi weg te nemen. Misschien hadden we dan een kans… Mijn gedachten waren alweer verder. Stel dat ik hen inderdaad zou kunnen afleiden of misschien zelfs uitschakelen? Want zeg nou zelf, waarom zouden Jane of Alec ooit de moeite genomen hebben om te leren vechten? Ik kon me niet voorstellen dat die kribbige kleine Jane haar gave ooit een moment opzij zou zetten, zelfs niet om iets te leren.
Wat zou het een verschil maken als het me zou lukken om die twee te doden.
‘Ik moet alles leren. Alles wat je de komende maand maar in mijn hoofd kunt stampen,’ mompelde ik.
Hij deed net alsof ik niets gezegd had.
Goed, wie moest de volgende worden? Ik kon mijn plannen maar beter goed uitdenken, zodat ik, als ik de aanval op Alec overleefde, zonder aarzelen nog een keer zou kunnen toeslaan. Ik probeerde te bedenken in welke situaties mijn ondoordringbare schedel me nog meer van pas zou komen. Ik wist te weinig over wat de anderen konden. Tegen vechtersbazen als die enorme Felix kon ik uiteraard niets beginnen, maar ik kon wel mijn best doen om ervoor te zorgen dat Emmett een eerlijke kans kreeg tegen hem. Over de rest van de Volturiwacht wist ik bijna niets, behalve dan over Demetri…
Ik hield mijn gezicht strak in de plooi terwijl ik over Demetri nadacht. Hij kon vechten, dat moest wel. Anders was hij allang een keer gedood bij een van zijn vele aanvallen. Hij moest altijd voorop, want hij was hun spoorzoeker – ongetwijfeld de beste ter wereld. Als er een betere was geweest, zouden de Volturi hem wel ingeruild hebben. Aro duldde alleen de crème de la crème om zich heen.
Als Demetri er niet meer was, zouden we wél kunnen vluchten. Degenen die er dan nog over waren in elk geval. Mijn dochter die nu nog warm in mijn armen lag… Iemand zou met haar kunnen vluchten. Jacob, of Rosalie, afhankelijk van wie er nog leefde.
En… als Demetri er niet meer was, zouden Alice en Jasper voor altijd veilig zijn. Was dat wat Alice had gezien? Dat een deel van ons gezin zou kunnen blijven voortbestaan? In ieder geval zij tweeën, en misschien nog wel meer?
Hoe zou ik haar dat kunnen ontzeggen?
‘Demetri…’ zei ik.
‘Demetri is voor mij,’ zei Edward op een harde, barse toon. Ik keek even opzij en zag dat hij een agressieve blik in zijn ogen had gekregen.
‘Hoezo?’ fluisterde ik.
In eerste instantie gaf hij geen antwoord. We waren al bij de rivier toen hij eindelijk mompelde: ‘Voor Alice. Dat is de enige manier waarop ik haar op dit moment voor de afgelopen vijftig jaar kan bedanken.’
Dus hij dacht er net zo over als ik.
Ik hoorde Jacobs zware poten over de bevroren grond bonzen. Binnen een paar seconden liep hij naast me met zijn donkere ogen op Renesmee gericht.
Ik begroette hem met een kort knikje en ging toen weer verder met mijn vragen. Er was nog maar zo weinig tijd.
‘Edward, waarom zou Alice gezegd hebben dat we Eleazar naar de Volturi moeten vragen? Is hij onlangs nog in Italië geweest of zo? Wat zou hij kunnen weten?’
‘Eleazar weet alles als het op de Volturi aankomt. Ik was vergeten dat je dat niet wist. Hij is ooit een van hen geweest.’
Ik siste onwillekeurig. Jacob gromde.
‘Echt?’ vroeg ik verontwaardigd terwijl ik de mooie, donkere man die op onze bruiloft was geweest opeens voor me zag in een lange, grauwe mantel.
Edwards gezicht ontspande en hij glimlachte licht. ‘Eleazar is heel zachtaardig. Hij was niet erg gelukkig bij de Volturi, maar hij had eerbied voor de wet en besefte dat die gehandhaafd diende te worden. Hij had het gevoel dat hij bijdroeg aan een betere samenleving. Hij heeft geen spijt van zijn tijd bij hen. Maar toen hij Carmen tegenkwam, vond hij zijn plaats in de wereld. Ze lijken erg op elkaar; ze zijn voor een vampier allebei erg barmhartig.’ Hij glimlachte weer. ‘Toen ontmoetten ze Tanya en haar zussen en hebben ze het verleden achter zich gelaten. Deze levensstijl is hen op het lijf geschreven. Als ze Tanya nooit waren tegengekomen, vermoed ik dat ze uiteindelijk zelf ook wel een manier gevonden zouden hebben om zonder mensenbloed te leven.’
Ik kon de tegenstrijdige beelden in mijn hoofd niet verenigen. Een barmhartige Volturiwacht?
Edward keek even naar Jacob en gaf antwoord op een stilzwijgende vraag. ‘Nee, hij hoorde niet bij hun soldaten, om het zo maar te zeggen. Hij heeft een gave die ze erg handig vonden.’
Jacob stelde kennelijk ook de voor de hand liggende vervolgvraag.
‘Hij voelt intuïtief de gaven van anderen aan – de speciale talenten die sommige vampiers hebben,’ zei Edward tegen hem. ‘Hij hoefde alleen maar bij een willekeurige vampier in de buurt te zijn, en dan kon hij Aro een globale beschrijving geven van wat diegene ongeveer in zijn mars had. Dat kwam goed van pas als de Volturi moesten vechten. Hij kon ze waarschuwen als iemand van de tegenpartij een gave had die wel eens voor problemen zou kunnen zorgen. Dat kwam overigens maar zelden voor; er is heel wat voor nodig om de Volturi ook maar enig ongemak te bezorgen. Het gebeurde vaker dat Aro door zijn waarschuwing iemand kon redden die hij kon gebruiken. Eleazars gave werkt tot op zekere hoogte ook bij mensen. Hij moet zich dan alleen heel goed concentreren, omdat het bij hen nog heel onduidelijk is wat ze eventueel zouden kunnen. Hij moest potentiële nieuwe leden altijd testen van Aro om te zien of ze talent hadden.’
‘En lieten ze hem zomaar gaan?’ vroeg ik. ‘Zonder slag of stoot?’
Edwards glimlach werd donkerder en zijn gezicht betrok een beetje. ‘De Volturi worden over het algemeen niet als de slechteriken beschouwd, ook al komen ze op jou wel zo over. Ze staan aan de basis van onze vrede en beschaving. Elk lid van de wacht kiest ervoor om hen te dienen. Het is een hele eer; iedereen is trots om erbij horen, niemand wordt gedwongen.’
Ik sloeg boos mijn ogen neer.
‘Alleen misdadigers vinden dat het kwaadaardige monsters zijn, Bella.’
‘Wij zijn geen misdadigers.’
Jacob liet een instemmend gesnuif horen.
‘Dat weten zij niet.’
‘Denk je echt dat we ze misschien kunnen tegenhouden om ze naar ons verhaal te laten luisteren?’
Edward aarzelde een fractie van een seconde en haalde toen zijn schouders op. ‘Als we genoeg vrienden kunnen vinden die ons bijstaan misschien wel.’
Áls. Opeens besefte ik hoe belangrijk deze dag was. Edward en ik versnelden onze pas en begonnen te rennen. Jacob kwam vlug achter ons aan.
‘Tanya kan hier elk moment zijn,’ zei Edward. ‘We moeten ons voorbereiden.’
Maar hoe? We hadden alles uitgedacht en weer omgegooid, overwogen en heroverwogen. Renesmee in het volle zicht? Of verstopt? Jacob in de kamer? Of buiten? Hij had tegen zijn roedel gezegd dat ze in de buurt moesten blijven maar zich niet mochten laten zien. Moest hij hun voorbeeld volgen?
Uiteindelijk hadden we besloten dat Jacob (in zijn mensengedaante), Renesmee en ik om de hoek van de voordeur in de eetkamer zouden wachten, rond de grote, glanzende tafel. Ik mocht Renesmee vasthouden van Jacob, want hij wilde meteen kunnen veranderen als dat nodig mocht zijn.
Hoewel ik het fijn vond dat ze in mijn armen lag, kreeg ik er ook een nutteloos gevoel van. Het deed me weer beseffen dat ik in een gevecht met volwassen vampiers een makkelijk doelwit was; ik hoefde mijn handen niet eens vrij te hebben.
Ik dacht aan de bruiloft en probeerde me Tanya, Kate, Carmen en Eleazar weer voor de geest te halen. Hun gezichten waren wazig in mijn schimmige herinneringen. Ik wist alleen dat ze beeldschoon waren, twee blondines en twee donkerharige vampiers. Ik kon me niet herinneren of hun ogen enige warmte hadden uitgestraald.
Edward stond roerloos tegen het achterraam geleund en staarde naar de voordeur. Ik had niet het idee dat hij de kamer echt zag.
We luisterden naar de auto's die over de snelweg voorbijraasden en geen van alle afremden.
Renesmee nestelde zich tegen mijn hals. Haar handje lag op mijn wang, maar ik kreeg geen beelden in mijn hoofd. Ze had geen plaatjes voor wat ze nu voelde.
‘Stel dat ze me niet aardig vinden?’ fluisterde ze, en al onze ogen schoten naar haar gezicht.
‘Natuurlijk vinden ze je wel…’ begon Jacob, maar ik legde hem met een blik het zwijgen op.
‘Ze begrijpen je niet, Renesmee, omdat ze nog nooit iemand zoals jij ontmoet hebben,’ zei ik tegen haar, want ik wilde niet tegen haar liegen en dingen beloven die misschien niet zouden gebeuren. ‘Daarom moeten we ervoor proberen te zorgen dat ze je wél begrijpen.’
Ze zuchtte en in mijn hoofd flitsten we allemaal achter elkaar voorbij. Vampier, mens, weerwolf. Ze hoorde nergens bij.
‘Jij bent heel bijzonder, en dat is helemaal niet erg.’
Ze schudde haar hoofd. Ze dacht aan onze gespannen gezichten en zei: ‘Dit is mijn schuld.’
‘Nee,’ zeiden Jacob, Edward en ik in koor, maar voor we er verder op in konden gaan hoorden we het geluid waar we op hadden zitten wachten: een motor die vaart minderde op de snelweg, banden die van asfalt op een bospad overgingen.
Edward vloog de hoek om en ging bij de deur staan wachten. Renesmee verstopte haar gezicht in mijn haar. Jacob en ik staarden elkaar boven de tafel met vertwijfelde gezichten aan.
De auto reed snel door het bos, sneller dan Charlie en Sue altijd reden. We hoorden hoe hij het gazon op draaide en vervolgens voor de veranda bleef staan. Vier portieren gingen open en dicht. Ze zeiden niets terwijl ze naar de deur liepen. Edward deed open voor ze konden kloppen.
‘Edward!’ zei een vrouwenstem dweperig.
‘Hallo, Tanya. Kate, Eleazar, Carmen.’
Drie gemompelde begroetingen.
‘Carlisle zei dat hij ons onmiddellijk moest spreken,’ zei de eerste stem, Tanya. Ik hoorde dat ze allemaal nog steeds buiten stonden. Ik vermoedde dat Edward in de deuropening stond en hun de weg versperde. ‘Wat is het probleem? Trammelant met de weerwolven?’
Jacob trok een geïrriteerde grimas.
‘Nee,’ zei Edward. ‘Ons verbond met de weerwolven is sterker dan ooit.’
Een vrouwenstem grinnikte.
‘Mogen we nog binnenkomen?’ vroeg Tanya, en zonder op een antwoord te wachten vervolgde ze: ‘Waar is Carlisle?’
‘Carlisle moest weg.’
Het was even stil.
‘Wat is er aan de hand, Edward?’ wilde Tanya weten.
‘Ik hoop dat jullie me een paar minuten het voordeel van de twijfel willen geven,’ antwoordde hij. ‘Ik moet iets lastigs uitleggen, en ik wil vragen of jullie onbevooroordeeld naar me willen luisteren tot het duidelijk is.’
‘Gaat alles goed met Carlisle?’ vroeg een mannenstem bezorgd. Eleazar.
‘Het gaat met ons allemaal niet goed,’ zei Edward, en toen gaf hij ergens een klopje op, Eleazars schouder waarschijnlijk. ‘Maar lichamelijk gezien gaat het prima met Carlisle.’
‘Lichamelijk?’ vroeg Tanya scherp. ‘Hoe bedoel je?’
‘Ik bedoel dat mijn hele familie in groot gevaar is. Maar voor ik het uitleg moet ik vragen of jullie me iets willen beloven. Luister naar alles wat ik te zeggen heb voor jullie reageren. Laat me alsjeblieft uitpraten.’
Het bleef nog langer stil na zijn verzoek. Jacob en ik keken elkaar in de gespannen sfeer zwijgend aan. Zijn roodbruine lippen werden bleek.
‘Zeg het maar,’ zei Tanya uiteindelijk. ‘We zullen je hele verhaal aanhoren voor we ons een mening vormen.’
‘Dank je wel, Tanya,’ zei Edward uit de grond van zijn hart. ‘We zouden jullie hier niet bij betrokken hebben als we een andere mogelijkheid hadden gezien.’
Edward stapte opzij. We hoorden vier paar voeten door de deuropening komen.
Er snoof iemand. ‘Ik wist wel dat die weerwolven er iets mee te maken hadden,’ mopperde Tanya.
‘Ja, en ze staan aan onze kant. Alweer.’
Die waarschuwing snoerde Tanya de mond.
‘Waar is Bella?’ vroeg een van de andere vrouwenstemmen. ‘Hoe is het met haar?’
‘Ze zal zich zo bij ons voegen. Het gaat goed met haar, dank je. De overgang naar de onsterfelijkheid gaat haar buitengewoon goed af.’
‘Vertel eens waarom jullie in gevaar zijn,’ zei Tanya zacht. ‘We zullen luisteren, en we staan aan jullie kant, waar we horen.’
Edward haalde diep adem. ‘Ik wil graag dat jullie eerst heel goed opletten. Luister – in de andere kamer. Wat horen jullie?’
Ze zwegen, en toen klonk er geschuifel.
‘Eerst alleen luisteren, alsjeblieft,’ zei Edward.
‘Een weerwolf, neem ik aan. Ik hoor zijn hart,’ zei Tanya.
‘En wat nog meer?’ vroeg Edward.
Het bleef even stil.
‘Wat is dat voor gezoem?’ vroeg Kate of Carmen. ‘Is dat… een vogel of zo?’
‘Nee, maar onthoud goed wat je hoort. Goed, wat ruiken jullie? Naast de weerwolf.’
‘Zit er een mens in die kamer?’ fluisterde Eleazar.
‘Nee,’ wierp Tanya tegen. ‘Het is geen mens, maar… het lijkt meer op een mens dan de andere geuren hier. Wat is dat, Edward? Ik geloof niet dat ik die geur ooit eerder geroken heb.’
‘Dat heb je ook niet, Tanya. Vergeet alsjeblíéft niet dat dit iets is wat jullie nog nooit eerder hebben meegemaakt. Zet al je vooroordelen opzij.’
‘Ik heb beloofd dat ik zou luisteren, Edward.’
‘Goed dan. Bella? Zou je alsjeblieft hiernaartoe willen komen met Renesmee?’
Ik had een raar, verdoofd gevoel in mijn benen, maar ik wist dat het tussen mijn oren zat. Ik dwong mezelf om overeind te komen en niet te sloffen terwijl ik de paar stappen naar de hoek zette. Jacob volgde me op de voet, de hitte van zijn lichaam vlamde achter me op.
Ik stapte de grotere kamer in en bleef toen stokstijf aan – het lukte me niet om nog verder te lopen. Renesmee haalde diep adem en gluurde toen met gespannen schoudertjes onder mijn haar vandaan, bang dat er iemand boos op haar zou worden.
Ik had gedacht dat ik voorbereid was op hun reactie. Op beschuldigingen, geschreeuw, de onbeweeglijkheid van hevige schrik.
Tanya's rossige krullen trilden terwijl ze vier passen achteruit schuifelde, als iemand die plotseling een giftige slang voor zich ziet. Kate maakte een enorme sprong terug naar de voordeur en zette zich daar schrap tegen de muur. Er kwam een geschokt gesis tussen haar tanden door. Eleazar ging in een verdedigende positie voor Carmen staan.
‘O, alsjeblíéft zeg,’ hoorde ik Jacob binnensmonds klagen.
Edward legde zijn arm om Renesmee en mij heen. ‘Jullie hebben beloofd dat jullie zouden luisteren,’ hielp hij hen herinneren.
‘Sommige dingen mogen niet gehoord worden!’ riep Tanya uit. ‘Hoe heb je dit kunnen doen, Edward? Weet je dan niet wat dit betekent?’
‘We moeten hier weg,’ zei Kate bang met haar hand op de deurklink.
‘Edward…’ Eleazar leek met stomheid geslagen.
‘Wacht nou even,’ zei Edward op hardere toon. ‘Denk aan wat je hoort, aan wat je ruikt. Renesmee is niet wat jullie denken.’
‘Deze regel kent geen uitzonderingen, Edward,’ snauwde Tanya tegen hem.
‘Tanya,’ zei Edward fel, ‘je hoort haar hartslag toch! Denk nou eens even na over wat dat betekent.’
‘Haar hartslag?’ fluisterde Carmen terwijl ze om Eleazars schouder heen gluurde.
‘Ze is geen vol vampierkind,’ antwoordde Edward, en hij richtte zijn aandacht op Carmens minder vijandige uitdrukking. ‘Ze is half mens.’
De vier vampiers staarden hem aan alsof hij een voor hen volslagen onbekende taal sprak.
‘Luister.’ Edwards stem kreeg een fluweelzachte, overredende klank. ‘Renesmee is enig in haar soort. Ik ben haar vader. Niet haar schepper, maar haar biologische vader.’
Tanya schudde haast onmerkbaar haar hoofd. Ze leek het zelf niet eens in de gaten te hebben.
‘Edward, je kunt niet van ons verwachten dat we…’ begon Eleazar.
‘Geef maar eens een andere passende verklaring, Eleazar. Je voelt de warmte van haar lichaam in de lucht. Er stroomt bloed door haar aderen, Eleazar. Je kunt het ruiken.’
‘Hoe kan dat?’ fluisterde Kate.
‘Bella is haar biologische moeder,’ zei Edward tegen haar. ‘Renesmee is verwekt en geboren toen Bella nog mens was. Het is bijna haar dood geworden. Ik heb ternauwernood genoeg gif in haar hart kunnen krijgen om haar te redden.’
‘Zoiets heb ik nog nooit gehoord,’ zei Eleazar. Zijn schouders waren nog steeds stijf en zijn ogen stonden kil.
‘Lichamelijke relaties tussen vampiers en mensen zijn nu eenmaal vrij zeldzaam,’ antwoordde Edward met zwarte humor in zijn toon. ‘En het komt al helemaal niet vaak voor dat een mens zo'n rendez-vous overleeft, toch, nichtjes van me?’
Kate en Tanya keken hem allebei kwaad aan.
‘Toe nou, Eleazar. Je ziet toch wel dat ze op ons lijkt?’
Het was Carmen die antwoord gaf. Ze kwam achter Eleazar vandaan, negeerde zijn halfgemompelde waarschuwing en kwam voorzichtig naar me toe. Ze boog zich een beetje voorover en keek Renesmee onderzoekend aan.
‘Je lijkt de ogen van je moeder te hebben,’ zei ze zacht en rustig, ‘maar het gezicht van je vader.’ En vervolgens, alsof ze er zelf ook niets aan kon doen, glimlachte ze naar haar.
Renesmee glimlachte oogverblindend terug. Zonder haar blik van Carmen af te wenden raakte ze mijn gezicht aan. Ze stelde zich voor dat ze Carmens gezicht aanraakte en vroeg zich af of dat mocht.
‘Vind je het goed als Renesmee je iets over zichzelf vertelt?’ vroeg ik aan Carmen. Ik kon nog steeds alleen maar fluisteren van de spanning. ‘Ze kan dingen op een heel bijzondere manier uitleggen.’
Carmen glimlachte nog steeds naar Renesmee. ‘Kun je praten, kleintje?’
‘Ja,’ antwoordde Renesmee met haar klingelende sopraanstem. Tanya's hele familie kromp in elkaar toen ze haar stem hoorden, behalve Carmen. ‘Maar ik kan je meer laten zien dan dat ik je kan vertellen.’
Ze legde haar kleine, mollige handje op Carmens wang.
Carmen verstijfde alsof ze een elektrische schok kreeg. Eleazar stond in een oogwenk naast haar en legde zijn handen op haar schouders alsof hij haar weg wilde trekken.
‘Wacht,’ zei Carmen ademloos terwijl ze Renesmee strak bleef aankijken.
Renesmee liet Carmen heel lang haar uitleg ‘zien’. Edward keek met een gespannen gezicht naar Carmen en ik wenste vurig dat ik zou kunnen horen wat híj nu hoorde. Achter me ging Jacob ongeduldig van de ene op de andere voet staan en ik wist dat hij hetzelfde dacht.
‘Wat laat Nessie haar zien?’ bromde hij binnensmonds.
‘Alles,’ prevelde Edward.
Er ging nog een minuut voorbij en toen haalde Renesmee haar hand van Carmens gezicht. Ze glimlachte innemend naar de verblufte vampier.
‘Ze is echt jullie dochter, hè?’ fluisterde Carmen, en haar grote topaaskleurige ogen schoten naar Edwards gezicht. ‘Wat een levendige gave! Die kan ze alleen van een heel begaafde vader hebben gekregen.’
‘Geloof je wat ze je heeft laten zien?’ vroeg Edward met een gespannen uitdrukking.
‘Absoluut,’ zei Carmen kort en bondig.
Eleazars gezicht stond strak van ontzetting. ‘Carmen!’
Carmen pakte zijn handen en gaf er een kneepje in. ‘Het lijkt onmogelijk, maar Edward heeft geen woord gelogen. Het kind zal het je laten zien.’
Carmen duwde Eleazar naar ons toe en knikte toen naar Renesmee. ‘Laat het hem maar zien, mi querida.’
Renesmee was duidelijk heel blij dat Carmen overtuigd was en legde grijnzend haar handje heel zachtjes op Eleazars voorhoofd.
Ay caray!’ riep hij uit terwijl hij zich losrukte.
‘Wat deed ze?’ wilde Tanya weten terwijl ze behoedzaam dichterbij kwam, en ook Kate sloop langzaam naar voren.
‘Ze probeert je gewoon haar kant van het verhaal te laten zien,’ zei Carmen sussend tegen hem.
Renesmee fronste ongeduldig haar wenkbrauwen. ‘Kijk nou, alsjeblieft,’ zei ze bevelend tegen Eleazar. Ze stak haar hand naar hem uit en hield haar vingers afwachtend een paar centimeter voor zijn gezicht.
Eleazar keek haar argwanend aan en wierp toen een hulpzoekende blik op Carmen. Die knikte bemoedigend. Eleazar haalde diep adem en strekte zijn nek tot zijn voorhoofd weer tegen haar hand aan kwam.
Hij huiverde toen het begon, maar hij bleef dit keer wel stilstaan, met gesloten ogen van de concentratie.
‘Aah,’ zuchtte hij toen hij ze een paar minuten later weer opendeed. ‘Ik begrijp het.’
Renesmee glimlachte naar hem. Hij aarzelde even en lachte toen een beetje schoorvoetend terug.
‘Eleazar?’ vroeg Tanya.
‘Het is allemaal waar, Tanya. Dit is geen onsterfelijk kind. Ze is half mens. Kom. Dan kun je het zelf zien.’
Tanya zweeg en kwam wantrouwig voor me staan, en daarna was Kate aan de beurt. Allebei keken ze geschokt toen Renesmee hen aanraakte en ze het eerste beeld doorkregen. Maar zodra het afgelopen was leken ze, net als Carmen en Eleazar, volledig overtuigd.
Ik wierp een blik op Edwards uitdrukkingsloze gezicht en vroeg me af of het echt zo makkelijk was. Zijn gouden ogen stonden helder, zonder reserves. Ze meenden het echt.
‘Bedankt dat jullie naar me wilden luisteren,’ zei hij zacht.
‘Maar je zei dat jullie in groot gevaar waren,’ zei Tanya. ‘Van dit kind zelf hebben jullie niets te vrezen, begrijp ik, maar van de Volturi kennelijk wel. Hoe zijn ze achter haar bestaan gekomen? Wanneer komen ze?’
Het verbaasde me niet dat ze het zo snel doorhad. Alleen de Volturi konden immers een bedreiging vormen voor een familie die zo sterk was als de mijne. ‘Toen Bella Irina laatst zag in de bergen,’ legde Edward uit, ‘had ze Renesmee bij zich.’
Kate siste en haar ogen werden spleetjes. ‘Heeft Irína jullie dit aangedaan? Jou? En Carlisle? Irína?’
‘Nee,’ fluisterde Tanya. ‘Het moet iemand anders geweest zijn…’
‘Alice heeft gezien dat ze naar hen toe ging,’ zei Edward. Ik vroeg me af of het de anderen ook opviel dat hij heel licht in elkaar kromp toen hij Alice’ naam uitsprak.
‘Hoe kon ze?’ vroeg Eleazar aan niemand in het bijzonder.
‘Stel je voor dat je Renesmee alleen van een afstandje had gezien. Dat je onze uitleg niet had afgewacht.’
Tanya kneep haar ogen samen. ‘Het doet er niet toe wat ze dacht… Jullie zijn onze familie.’
‘We kunnen nu niets meer aan Irina's keuze doen. Het is te laat. Volgens Alice hebben we nog een maand.’
Tanya en Eleazar hielden allebei hun hoofd schuin. Kate fronste haar voorhoofd.
‘Zo lang?’ vroeg Eleazar.
‘Ze komen met z'n allen. Dat vereist blijkbaar de nodige voorbereidingen.’
Eleazar hapte naar adem. ‘De hele wacht?’
‘Niet alleen de wacht,’ zei Edward met gespannen kaken. ‘Aro, Caius, Marcus. Zelfs de vrouwen.’
Hun ogen kregen een geschokte blik.
‘Ondenkbaar,’ zei Eleazar wezenloos.
‘Twee dagen geleden zou ik hetzelfde gezegd hebben,’ zei Edward.
Eleazars gezicht betrok en zijn stem klonk bijna grommend. ‘Maar dat slaat nergens op. Waarom zouden ze zichzelf en hun vrouwen in gevaar brengen?’
‘Het slaat ook nergens op als je het zo bekijkt. Alice zei dat ze niet alleen komen om ons te straffen voor wat wij bij hun weten hebben gedaan. Ze dacht dat jij ons misschien meer zou kunnen vertellen.’
‘Ze komen niet alleen om te straffen? Maar waarom dan nog meer?’ Eleazar begon te ijsberen; hij beende naar de deur en weer terug alsof wij er niet waren en staarde met gefronste wenkbrauwen naar de grond.
‘Waar zijn de anderen, Edward? Carlisle, Alice en de rest?’ vroeg Tanya.
Edwards weifeling was nauwelijks merkbaar. Hij beantwoordde haar vraag slechts ten dele. ‘Op zoek naar vrienden die ons misschien kunnen helpen.’
Tanya boog zich naar hem toe en stak haar handen uit. ‘Edward, hoeveel vrienden jullie ook bij elkaar roepen, we kunnen jullie niet helpen wínnen. We kunnen alleen maar samen met jullie sterven. Dat begrijpen jullie toch ook wel? En misschien verdienen wij vieren dat ook na wat Irina heeft gedaan, en nadat we jullie in het verleden al eens in de steek hebben gelaten – ook al omwille van haar.’
Edward schudde vlug zijn hoofd. ‘We vragen jullie niet om met ons te vechten en te sterven, Tanya. Je weet dat Carlisle dat nooit zou vragen.’
‘Wat vragen jullie dan wel, Edward?’
‘We zijn alleen op zoek naar getuigen. Als we ze heel even kunnen tegenhouden, heel even maar… Als we het mogen uitleggen…’ Hij raakte Renesmees wang aan; ze pakte zijn hand en drukte hem tegen haar huid. ‘Het is haast onmogelijk om nog aan ons verhaal te twijfelen als je het zelf gezien hebt.’
Tanya knikte langzaam. ‘Denk je dat ze haar verleden zo belangrijk zullen vinden?’
‘Ja, omdat hij ook haar toekomst laat zien. Het verbod is opgelegd om ervoor te zorgen dat we niet ontmaskerd zouden worden, om ons te beschermen tegen de gewelddadigheden van de kinderen die niet in bedwang gehouden konden worden.’
‘Ik ben helemaal niet gevaarlijk,’ merkte Renesmee op. Ik luisterde met nieuwe oren naar haar hoge, heldere stem en stelde me voor hoe hij op anderen overkwam. ‘Ik heb opa, Sue of Billy nog nooit pijn gedaan. Ik hou van mensen. En van wolfmensen zoals mijn Jacob.’ Ze liet Edwards hand los en reikte naar achteren om Jacob een klopje op zijn arm te geven.
Tanya en Kate wisselden een vlugge blik.
‘Als Irina niet zo snel gekomen was,’ peinsde Edward, ‘hadden we dit allemaal kunnen voorkomen. Renesmee groeit buitengewoon hard. Over een maand zal ze qua ontwikkeling alweer een halfjaar verder zijn.’
‘Nou, daar kunnen we in elk geval een verklaring over afleggen,’ zei Carmen vastbesloten. ‘We kunnen zweren dat we haar met eigen ogen hebben zien groeien. Zulk bewijs kunnen de Volturi toch niet terzijde schuiven?’
‘Dat zou je denken,’ mompelde Eleazar, maar hij keek niet op en bleef heen en weer lopen alsof hij helemaal niet op ons lette.
‘Ja, we kunnen voor jullie getuigen,’ zei Tanya. ‘Dat is wel het minste. We zullen nadenken over wat we nog meer kunnen doen.’
‘Tanya,’ protesteerde Edward, die in haar gedachten meer hoorde dan in haar woorden. ‘We verwachten niet dat jullie met ons meevechten.’
‘Als de Volturi niet zullen wachten om onze getuigenis aan te horen, dan kunnen we niet zomaar aan de zijlijn blijven staan,’ hield Tanya vol. ‘Maar ik kan uiteraard alleen voor mezelf spreken.’
Kate snoof. ‘Heb je echt zo weinig vertrouwen in me, zus?’
Tanya lachte breed naar haar. ‘Het is wel een zelfmoordmissie, natuurlijk.’
Kate grijnsde terug en haalde toen achteloos haar schouders op. ‘Ik doe mee.’
‘Ook ik zal alles doen wat ik kan om dit kind te beschermen,’ knikte Carmen. Toen, alsof ze de verleiding niet kon weerstaan, stak ze haar armen uit naar Renesmee. ‘Mag ik je even vasthouden, bebé linda?’
Renesmee was dolgelukkig met haar nieuwe vriendin en strekte zich gretig naar Carmen uit. Carmen knuffelde haar stevig en prevelde Spaanse woordjes in haar oor.
Het ging net zoals het met Charlie was gegaan, en daarvoor met alle Cullens. Renesmee was onweerstaanbaar. Op de een of andere manier had ze iets waardoor iedereen voor haar viel en zelfs zijn leven wilde geven om haar te beschermen.
Heel even dacht ik dat onze poging echt kans van slagen had. Misschien kon Renesmee het onmogelijke doen en onze vijanden voor zich winnen, zoals ze ook met onze vrienden had gedaan.
En toen bedacht ik opeens weer dat Alice ons had verlaten, en mijn hoop vervloog net zo snel als hij gekomen was.