13. Maar goed dat ik zo'n sterke maag heb
Carlisle en Rosalie vlogen ervandoor en schoten pijlsnel de trap op. Ik hoorde hen overleggen of ze het voor haar moesten opwarmen. Gatver. Ik vroeg me af welke spookhuisattributen ik hier eigenlijk nog meer kon verwachten. Koelkast vol bloed, check. Wat hadden ze nog meer? Een martelkelder? Een kamer vol doodskisten?
Edward bleef bij het bed en hield Bella's hand vast. Hij had weer die doodse uitdrukking op zijn gezicht gekregen en leek zelfs geen puf meer te hebben om dat kleine sprankje hoop dat hij net nog had gehad in stand te houden. Ze staarden in elkaars ogen, maar niet op een kleffe manier. Het leek wel alsof ze een gesprek aan het voeren waren. Deed me ergens een beetje aan Sam en Emily denken.
Nee, ze waren niet klef, maar dat maakte het alleen nog maar moeilijker om naar te kijken.
Ik besefte nu opeens echt hoe het voor Leah was, die dat ook de hele tijd moest aanzien, in Sams hoofd moest aanhoren. En natuurlijk voelden we allemaal met haar mee, we waren heus geen beesten – niet op die manier in elk geval. Maar we namen haar eigenlijk vooral kwalijk hoe ze ermee omging. Hoe ze naar iedereen uithaalde en ons allemaal net zo ellendig probeerde te laten voelen als zij zich voelde.
Ik zou haar nooit meer iets verwijten. Iedereen zou dit soort ellende op zijn omgeving afreageren, daar kon je niets aan doen. Niemand zou níét proberen de last een beetje te verlichten door een deel ervan op iemand anders af te schuiven.
En als ik dan kennelijk zo nodig een roedel moest hebben, dan kon ik haar toch niet kwalijk nemen dat ze daar gebruik van maakte? Ik zou hetzelfde doen. Als ik de kans zou krijgen om aan de pijn te ontsnappen, zou ik die ook met beide handen aangrijpen.
Even later vloog Rosalie de trap weer af en ze schoot als een rukwind door de kamer, waardoor ze haar brandende geur nog eens extra verspreidde. Ze bleef in de keuken staan en ik hoorde een krakend kastdeurtje opengaan.
‘Geen doorzíchtige, Rosalie,’ mompelde Edward. Hij rolde met zijn ogen.
Bella keek vragend, maar Edward schudde alleen maar zijn hoofd naar haar.
Rosalie stormde de kamer weer door en verdween naar boven.
‘Dus dit was jouw idee?’ fluisterde Bella. Haar stem klonk rauw doordat ze zich inspande om zo hard te praten dat ik het kon horen. Ze vergat dat ik een uitstekend gehoor had. Ik vond het eigenlijk wel leuk dat ze heel vaak leek te vergeten dat ik niet helemaal menselijk was. Ik kwam dichterbij zodat ze niet zo haar best hoefde te doen.
‘Ik kon er niets aan doen. Die vampier van je zat gewoon hatelijke opmerkingen uit mijn hoofd te plukken.’
Ze glimlachte zwakjes. ‘Ik had niet gedacht dat ik je nog terug zou zien.’
‘Ik ook niet,’ zei ik.
Het was raar om daar maar een beetje te staan, maar de vampiers hadden alle meubels opzijgeschoven voor de ziekenhuisopstelling. Ze hadden er zelf waarschijnlijk weinig last van – het maakte weinig uit of je zat of stond als je van steen was. Ik zou er normaal gesproken ook geen last van hebben gehad als ik niet zo verschrikkelijk moe was geweest.
‘Edward vertelde wat je hebt moeten doen. Wat erg voor je.’
‘Maakt niet uit. Vroeg of laat was ik waarschijnlijk toch wel geflipt door een of ander bevel van Sam,’ loog ik.
‘En Seth,’ fluisterde ze.
‘Die vindt het juist fijn dat hij kan helpen.’
‘Ik vind het zo erg dat je door mij in de problemen zit.’
Ik lachte kort – het was meer een blaf dan een lach.
Ze slaakte een heel licht zuchtje. ‘Dat is ook niets nieuws, hè?’
‘Nee, niet echt.’
‘Je hoeft niet te blijven als je het niet wilt zien,’ zei ze haast geluidloos.
Ik kon weggaan. Dat was waarschijnlijk een heel verstandig idee. Maar als ik dat deed, nu ze er zo slecht uitzag, miste ik misschien wel het laatste kwartier van haar leven.
‘Ik kan toch nergens anders heen,’ zei ik tegen haar, en ik deed mijn best om mijn stem vlak te houden. ‘Dat hele wolvengedoe is een stuk minder leuk nu Leah erbij zit.’
‘Leah?’ hijgde ze verbaasd.
‘Heb je dat niet verteld?’ vroeg ik aan Edward.
Hij haalde zonder zijn blik van haar gezicht af te wenden zijn schouders op. Ik zag dat hij het geen bijster interessant nieuws vond, niet belangrijk genoeg nu er veel grotere dingen speelden.
Bella nam het minder licht op. Zo te zien was het in haar ogen slecht nieuws.
‘Hoezo?’ fluisterde ze.
Ik had geen zin om haar het hele boekwerk te vertellen. ‘Om een oogje op Seth te houden.’
‘Maar Leah haat ons,’ fluisterde ze.
Óns. Lekker dan. Maar ik zag dat ze echt geschrokken was.
‘Leah zal niemand lastigvallen.’ Behalve mij. ‘Ze zit in mijn roedel,’ ik trok een grimas, ‘dus ze doet wat ik zeg.’ Bah bah.
Bella leek niet overtuigd.
‘Ben je nou bang voor Leah terwijl die blonde psychopate je beste vriendin is?’
Er klonk een zacht gesis vanaf de eerste verdieping. Mooi zo, ze had me gehoord.
Bella keek me verwijtend aan. ‘Niet doen. Rose… begrijpt het.’
‘Nou en of,’ gromde ik. ‘Ze begrijpt dat je doodgaat en het kan haar niks schelen, zolang zij haar mutantengebroed maar krijgt.’
‘Doe niet zo vervelend, Jacob,’ fluisterde ze.
Ze zag er zo verzwakt uit dat ik niet boos kon blijven. In plaats daarvan probeerde ik te glimlachen. ‘Maar ik ben toch altíjd vervelend.’
Bella deed nog even haar best om niet terug te lachen, maar uiteindelijk kon ze het niet tegenhouden en krulden haar krijtwitte mondhoeken omhoog.
En toen waren Carlisle en de psychopate in kwestie er weer. Carlisle had een witte plastic beker in zijn hand, met een deksel erop en een buigbaar rietje erin. O, ‘geen doorzichtige’, nu snapte ik het. Edward wilde dat Bella zo min mogelijk stil hoefde te staan bij wat ze deed. Je kon helemaal niet zien wat er in de beker zat. Maar ik kon het wel ruiken.
Carlisle stak de beker half naar haar uit maar aarzelde toen hij zag hoe bang Bella keek.
‘We kunnen ook iets anders proberen,’ zei Carlisle zacht.
‘Nee,’ fluisterde Bella. ‘Nee, ik probeer eerst dit. We hebben geen tijd…’
Eerst dacht ik nog even dat ze eindelijk bij zinnen was gekomen en zich zorgen maakte om zichzelf, maar toen fladderde haar hand zwakjes over haar buik.
Bella reikte naar de beker en pakte hem vast. Haar hand trilde een beetje en ik hoorde de inhoud klotsen. Ze probeerde zich op één elleboog overeind te duwen, maar ze kon zelfs maar nauwelijks haar hoofd optillen. Er ging een hete siddering langs mijn ruggengraat toen ik zag hoe broos ze binnen een dag was geworden.
Rosalie legde haar arm om Bella's schouders en ondersteunde tegelijkertijd haar hoofd, zoals je bij een baby doet. Alles draaide om baby's bij Blondie.
‘Dank je,’ fluisterde Bella. Haar ogen schoten naar ons. Ze was nog altijd genoeg bij kennis om zich opgelaten te voelen. Als ze niet helemaal leeggezogen zou zijn, had ze vast en zeker gebloosd.
‘Let maar niet op hen,’ mompelde Rosalie.
Ik voelde me niet op mijn gemak. Ik had weg moeten gaan toen Bella me de kans gaf. Ik hoorde hier niet, hoorde hier geen deel van uit te maken. Even overwoog ik 'm te smeren, maar toen besefte ik dat ik het dan alleen nog maar zwaarder zou maken voor Bella, dat dit dan nog moeilijker voor haar zou worden. Ze zou denken dat ik wegging uit walging. Wat bijna waar was.
Maar toch. Ik wilde niet de verantwoordelijkheid voor dit idee op me nemen, maar ik wilde het ook niet verpesten.
Bella bracht de beker naar haar gezicht en rook aan het uiteinde van het rietje. Ze kromp in elkaar en trok een benauwd gezicht.
‘Bella, lieverd, we verzinnen wel een makkelijker manier,’ zei Edward, en hij stak zijn hand uit naar de beker.
‘Knijp je neus dicht,’ stelde Rosalie voor. Ze keek zo boos naar Edwards hand dat ik bijna dacht dat ze hem zou bijten. Deed ze dat maar. Ik durfde te wedden dat Edward dát niet zomaar over zijn kant zou laten gaan, en ik zou het prachtig vinden als Blondie een ledemaat zou kwijtraken.
‘Nee, dat is het niet. Het…’ Bella haalde diep adem. ‘Het ruikt lekker,’ gaf ze met een klein stemmetje toe.
Ik slikte moeizaam en probeerde de walging die ik voelde niet op mijn gezicht te laten zien.
‘Mooi zo,’ zei Rosalie enthousiast tegen Bella. ‘Dat betekent dat we op de goede weg zijn. Probeer het maar eens.’ Blondie keek zo blij dat het me verbaasde dat ze er geen doelpuntendansje bij deed.
Bella duwde het rietje tussen haar lippen, kneep haar ogen dicht en trok haar neus op. Ik hoorde het bloed weer door de beker in haar bevende hand klotsen. Ze nam een klein slokje en kreunde toen zachtjes, haar ogen nog steeds gesloten.
Edward en ik deden allebei tegelijk een stap naar voren. Hij streelde haar gezicht. Ik hield mijn handen in gebalde vuisten achter mijn rug.
‘Bella, lieverd…’
‘Niets aan de hand,’ fluisterde ze. Ze deed haar ogen open en keek naar hem op. Haar uitdrukking was… verontschuldigend. Smekend. Bang. ‘Het smáákt ook lekker.’
Mijn maagzuur kolkte en dreigde omhoog te komen. Ik klemde mijn kaken op elkaar.
‘Mooi zo,’ herhaalde Blondie, nog steeds helemaal opgetogen. ‘Dat is een goed teken.’
Edward legde alleen maar zijn hand tegen Bella's wang en kromde zijn vingers om de vorm van haar breekbare botten.
Bella zuchtte en zette het rietje weer aan haar lippen. Dit keer zoog ze echt flink wat naar binnen. De handeling was minder zwak dan de rest van haar voorkomen. Alsof een of ander instinct het overnam.
‘Hoe is het met je maag? Ben je misselijk?’ vroeg Carlisle.
Bella schudde haar hoofd. ‘Nee, ik voel me helemaal niet ziek,’ fluisterde ze. ‘Weer eens iets nieuws, hè?’
Rosalie straalde. ‘Geweldig.’
‘Daar lijkt het me nog een beetje te vroeg voor, Rose,’ prevelde Carlisle.
Bella nam nog een flinke slok bloed. Toen wierp ze een snelle blik op Edward. ‘Gaat dit nou van mijn totaal af?’ fluisterde ze. ‘Of gaan we het pas bijhouden als ik een vampier ben geworden?’
‘Niemand houdt iets bij, Bella. En hier is sowieso niemand voor gestorven.’ Hij glimlachte levenloos. ‘Je hebt nog steeds een schone lei.’
Ik kon hen niet meer volgen.
‘Leg ik later nog wel uit,’ zei Edward, zo zacht dat de woorden slechts een ademtocht waren.
‘Hè?’ fluisterde Bella.
‘Ik zei even iets tegen mezelf,’ loog hij soepel.
Als dit ging lukken, als Bella bleef leven, dan zou Edward niet meer zo makkelijk met dit soort dingen wegkomen, want dan zouden haar zintuigen net zo scherp worden als de zijne. Hij mocht wel eens aan zijn eerlijkheid gaan werken.
Edwards mondhoeken trilden en hij deed zijn best om niet te glimlachen.
Bella klokte nog een flinke hoeveelheid bloed naar binnen en staarde afwezig langs ons heen naar het raam. Ze deed waarschijnlijk alsof we er niet waren. Of misschien alleen alsof ik er niet was. Ik was ongetwijfeld de enige in dit gezelschap die dit walgelijk vond. De rest dacht er waarschijnlijk heel anders over – ze moesten vast hun uiterste best doen om die beker niet uit haar handen te rukken.
Edward rolde met zijn ogen.
Jemig, hoe hielden die lui het uit met hem? Het was echt balen dat hij Bella's gedachten niet kon horen. Dan zou zij hem ook strontvervelend gaan vinden, en dan was ze vast heel gauw klaar met hem.
Edward grinnikte kort. Bella's ogen schoten onmiddellijk zijn kant op en ze glimlachte een beetje om zijn vrolijke gezicht. Ik had zo'n vermoeden dat ze dat al een hele tijd niet meer had gezien.
‘Wat is er zo leuk?’ vroeg ze zachtjes.
‘Jacob,’ antwoordde hij.
Ze schonk mij ook een vermoeide glimlach. ‘Altijd lachen met Jake,’ beaamde ze.
Fijn, dus nu was ik opeens de hofnar. ‘Tada béng,’ mompelde ik in een zwakke drumroffel-imitatie.
Ze glimlachte weer en nam toen nog een slok uit de beker. Ik kromp in elkaar toen er alleen nog maar lucht door het rietje omhoogkwam en er een hard slurpend geluid klonk.
‘Het is me gelukt,’ zei ze tevreden. Haar stem was helderder – nog steeds rauw, maar dit was voor het eerst vandaag dat ze niet fluisterde. ‘Carlisle, als ik dit binnenhoud, haal je dan de slangen uit mijn lijf?’
‘Zo snel mogelijk,’ beloofde hij. ‘Ze helpen eerlijk gezegd toch niet erg veel.’
Rosalie gaf Bella een klopje op haar voorhoofd en ze keken elkaar hoopvol aan.
En iedereen kon zien dat de beker mensenbloed onmiddellijk effect had. De kleur keerde terug op haar gezicht: haar wasachtige wangen werden weer een heel klein beetje roze. Ze leek nu al minder op Rosalie te leunen, haalde makkelijker adem en ik zou zweren dat haar hartslag sterker en regelmatiger was geworden.
Alles veranderde opeens.
Er gloorde nu heel duidelijk hoop in Edwards ogen.
‘Wil je nog wat meer?’ drong Rosalie aan.
Bella liet haar schouders hangen.
Edward keek Rosalie boos aan en zei toen tegen Bella: ‘Je hoeft niet meteen nog meer te drinken, hoor.’
‘Nee, dat weet ik wel. Maar… ik wíl het wel,’ gaf ze mismoedig toe.
Rosalie liet haar dunne, puntige vingers door Bella's slappe haar glijden. ‘Daar hoef je je helemaal niet voor te schamen, Bella. Je lichaam heeft bepaalde behoeften. Dat begrijpen wij allemaal.’ Haar toon was eerst sussend, maar toen zei ze er scherp achteraan: ‘En iedereen die dat níét begrijpt kan maar beter gaan.’
Die was natuurlijk voor mij bedoeld, maar ik was niet van plan om me door Blondie op de kast te laten jagen. Ik was blij dat Bella zich beter voelde. Wat deed het ertoe dat ik het een gore methode vond? Ik had braaf mijn mond gehouden.
Carlisle pakte de beker uit Bella's hand. ‘Ik ben zo terug.’
Bella staarde naar me terwijl hij wegliep.
‘Jake, je ziet er vreselijk uit,’ kraste ze.
‘Moet je horen wie het zegt.’
‘Nee, echt – wanneer heb je voor het laatst geslapen?’
Daar dacht ik even over na. ‘Hmm. Ik weet het eigenlijk niet precies.’
‘O, Jake. Nu breng ik jouw gezondheid ook nog in gevaar. Doe nou niet zo dom.’
Ik knarste met mijn tanden. Zíj mocht doodgaan voor een monster, maar ik mocht niet een paar nachten overslaan om haar te zien sterven?
‘Ga nou alsjeblieft even liggen,’ ging ze verder. ‘Boven staan een paar bedden – die mag je allemaal gebruiken.’
Aan de uitdrukking op Rosalies gezicht te zien mocht ik die helemaal niet gebruiken. Ik vroeg me af waar onze schone slapeloze überhaupt een bed voor nodig had. Was ze echt zo bezitterig wat haar toneelattributen betrof?
‘Bedankt, Bells, maar ik slaap liever op de grond. Even uit de stank, snap je.’
Ze trok een grimas. ‘Ik snap het.’
Op dat moment kwam Carlisle terug, en Bella stak werktuiglijk haar hand uit naar het bloed, alsof ze eigenlijk aan iets anders dacht. Met dezelfde afwezige blik als net begon ze aan het rietje te zuigen.
Ze zag er echt al beter uit. Ze duwde zichzelf met slangetjes en al voorzichtig omhoog tot ze overeind zat. Rosalie was vlakbij en hield haar handen al klaar om Bella op te vangen als ze in elkaar zou zakken, maar Bella had haar niet nodig. Ze dronk snel, met diepe ademteugen tussen de slokken door, en algauw was ook de tweede beker leeg.
‘Hoe voel je je nu?’ vroeg Carlisle.
‘Niet misselijk. Ik heb een soort honger… Al weet ik niet zeker of ik honger of dórst heb, als je begrijpt wat ik bedoel.’
‘Carlisle, moet je haar nou toch eens zien,’ mompelde Rosalie, zelfingenomen als een poes die net de kanarie verorberd heeft. ‘Dit is duidelijk wat haar lichaam wil. Ze moet nog meer drinken.’
‘Ze is nog steeds een mens, Rosalie. Ze heeft ook gewoon voedsel nodig. We geven haar even de tijd om te kijken welk effect dit heeft, en dan kunnen we misschien nog iets te eten proberen. Heb je ergens zin in, Bella?’
‘In eieren,’ zei ze onmiddellijk, en toen wisselde ze een blik en een glimlach met Edward. Zijn glimlach was een beetje bibberig, maar zijn gezicht stond veel levendiger dan eerst.
Ik knipperde met mijn ogen, en vergat toen bijna hoe ik ze weer open moest doen.
‘Jacob,’ prevelde Edward. ‘Je moet echt even slapen. Je bent uiteraard van harte welkom in onze gastenkamers, zoals Bella al aangaf, maar waarschijnlijk wil je liever naar buiten. Maak je maar geen zorgen – ik beloof dat ik je weet te vinden als het nodig is.’
‘Tuurlijk, tuurlijk,’ mompelde ik. Nu Bella kennelijk nog wel een paar uur te leven had, kon ik hier weg, me ergens onder een boom nestelen… Ver genoeg uit de buurt om de stank niet meer te hoeven ruiken. De bloedzuiger zou me wakker maken als er iets misging. Dat was hij me wel verschuldigd.
‘Dat is zo,’ beaamde Edward.
Ik knikte en legde mijn hand op die van Bella. Hij was ijskoud.
‘Ik hoop dat je je gauw weer beter voelt,’ zei ik.
‘Dank je wel, Jacob.’ Ze draaide haar hand om en kneep in de mijne. Ik voelde haar smalle trouwring los om haar magere vinger schuiven.
‘Ze heeft een deken nodig,’ mompelde ik terwijl ik me omdraaide naar de deur.
Nog voor ik over de drempel was werd de ochtendstilte verstoord door een snerpend, tweestemmig gejank. Het was meteen duidelijk dat het dringend was – dit kon niet verkeerd geïnterpreteerd worden.
‘Verdomme,’ grauwde ik terwijl ik de deur uit rende. Ik gooide mezelf van de veranda af en liet het vuur me midden in de lucht kapot rijten. Er klonk een hard scheurend geluid toen mijn korte broek aan flarden werd getrokken. Shit. Dat was het enige kledingstuk dat ik had. Deed er nu niet toe. Ik kwam op poten neer en zette koers naar het westen.
Wat is er? schreeuwde ik in gedachten.
Ze komen eraan, antwoordde Seth. Minstens drie.
Hebben ze zich opgesplitst?
Ik ren zo snel ik kan langs de grens terug naar Seth, beloofde Leah. Ik voelde de lucht door haar longen gieren terwijl ze haar lijf met een ongelooflijke snelheid voortjoeg. Het bos schoot langs haar heen. Tot nu toe vallen ze ons alleen daar aan.
Seth, je mag ze níét uitdagen. Wacht op mij.
Ze minderen vaart. Bah, het is zo raar om ze niet te kunnen horen. Volgens mij…
Nou?
Volgens mij staan ze stil.
Wachten ze op de rest van de roedel?
Ssst. Voel je dat?
Ik liet mijn hoofd vollopen met zijn gewaarwordingen. Een flauwe, geluidloze flikkering in de lucht.
Iemand die van gedaante verandert?
Zo voelt het wel, beaamde Seth.
Leah vloog de kleine open plek op waar Seth stond te wachten. Ze zette haar nagels in de grond en schoot door als een raceauto die uit de bocht vliegt.
Ik dek je, broertje.
Ze komen eraan, zei Seth zenuwachtig. Langzaam. Lopend.
Ben er bijna, zei ik tegen ze. Ik probeerde net zo te vliegen als Leah. Het was afschuwelijk om niet bij Seth en Leah te zijn terwijl er gevaar dreigde, gevaar dat dichter bij hen was dan bij mij. Het voelde verkeerd. Ik zou bij hen moeten zijn, tussen hen en datgene wat er aankwam in.
Kijk nou toch wie er allemaal vaderlijke gevoelens ontwikkelt, dacht Leah zuur.
Hou je kop erbij, Leah.
Vier, besloot Seth. Dat joch had goede oren. Drie wolven, één man.
Op dat moment kwam ik de open plek op en ik ging onmiddellijk voor hem staan. Seth slaakte een zucht van opluchting en rechtte vervolgens zijn rug; hij stond al op de juiste plek aan mijn rechterflank. Leah voegde zich iets minder enthousiast aan mijn linkerzijde.
Dus nu sta ik lager dan Seth, gromde ze tegen zichzelf.
Wie het eerst komt, die het eerst maalt, dacht Seth zelfgenoegzaam. En bovendien ben jij nog nooit de derde wolf geweest. Ben je toch nog bevorderd.
Onder mijn kleine broertje staan noem ik geen bevordering.
Ssst! zei ik geïrriteerd. Het kan mij niks schelen waar jullie staan. Hou je mond en zet je schrap.
Een paar seconden later kwamen ze tevoorschijn, lopend, zoals Seth al had gedacht. Jared voorop, in zijn mensenlichaam, met zijn handen omhoog. Paul, Quil en Collin op vier poten achter hem. Hun houding straalde geen agressie uit. Ze bleven een eindje achter Jared staan, hun oren gespitst, alert maar rustig.
Maar… het was raar dat Sam Collin stuurde in plaats van Embry. Dat zou ik niet doen als ik een diplomatieke afvaardiging naar vijandelijk terrein stuurde. Ik zou geen kind sturen, maar een ervaren soldaat.
Een afleidingsmanoeuvre? dacht Leah.
Waren Sam, Embry en Brady van plan om met z'n drieën aan te vallen? Dat leek me niet waarschijnlijk.
Zal ik gaan kijken? Ik kan in twee minuten heen en weer rennen langs de grens.
Moet ik de Cullens gaan waarschuwen? vroeg Seth zich af.
Stel nou dat ze ons juist uit elkaar willen drijven? vroeg ik. De Cullens weten dat er onraad dreigt. Die zijn al voorbereid.
Sam zou nooit zo stom zijn om… fluisterde Leah terwijl de angst door haar ziel sneed. Ze zag voor zich hoe Sam met slechts twee helpers de Cullens aanviel.
Nee, dat zou hij nooit doen, stelde ik haar gerust, hoewel ik zelf ook een beetje onrustig werd van het beeld in haar hoofd.
Al die tijd staarden Jared en de drie wolven ons afwachtend aan. Het was griezelig om niet te kunnen horen wat Quil, Paul en Collin tegen elkaar zeiden. Hun uitdrukkingen waren neutraal – ondoorgrondelijk.
Jared schraapte zijn keel en gaf me toen een knikje. ‘We komen met een witte vlag, Jake. We willen praten.’
Zou dat waar zijn? vroeg Seth.
Het klinkt logisch, maar…
Inderdaad, beaamde Leah. Maar.
We ontspanden ons niet.
Jared fronste zijn wenkbrauwen. ‘Het praat een stuk makkelijker als ik jou ook kan horen.’
Ik keek hem net zolang aan tot hij zijn ogen neersloeg. Ik zou pas veranderen als ik een beter gevoel had over deze situatie. Als ik de logica ervan inzag. Waarom Collin? Dat was het gedeelte dat me het meest dwarszat.
‘Oké. Dan praat ik wel als enige,’ zei Jared. ‘Jake, we willen dat je terugkomt.’
Achter hem liet Quil een zacht, instemmend gejank horen.
‘Je hebt onze familie verscheurd. Dit kan nooit de bedoeling zijn.’
Daar was ik niet geheel mee oneens, maar daar ging het verder niet om. Sam en ik hadden momenteel een aantal onopgeloste meningsverschillen.
‘We weten dat de situatie met de Cullens je… aan het hart gaat. We weten dat dat een probleem is. Maar deze reactie is overdreven.’
Seth gromde. Overdreven? En onze bondgenoten zonder waarschuwing aanvallen is niet overdreven?
Seth, heb je ooit wel eens van een pokerface gehoord? Hou je hoofd koel.
Sorry.
Jareds ogen schoten naar Seth en weer terug naar mij. ‘Sam is bereid om het rustig aan te doen, Jacob. Hij is gekalmeerd, heeft met de andere oudsten gepraat. Ze hebben besloten dat het op dit moment in niemands belang is om halsoverkop actie te ondernemen.’
Oftewel: ze waren het verrassingselement al kwijt, dacht Leah.
Het was vreemd hoe we ons al helemaal van hen hadden afgezonderd in ons gezamenlijke denken. De roedel was al Sams roedel, was al ‘ze’ geworden. Iets waar wij buiten stonden. Het was vooral vreemd om Leah op die manier te horen denken en te beseffen dat ze al volledig bij ‘ons’ hoorde.
‘Jacob, Billy en Sue zijn het met je eens dat we kunnen wachten tot Bella… het probleem niet meer bij zich draagt. We vinden het allemaal geen prettig idee dat we haar zouden moeten doden.’
Hoewel ik Seth er nota bene net een uitbrander voor had gegeven, kon ik nu zelf ook een zachte grom niet binnenhouden. Dus ze vonden een moord ‘geen prettig idee’?
Jared stak zijn handen weer in de lucht. ‘Rustig maar, Jake. Je weet best wat ik bedoel. Het gaat erom dat we even afwachten en de situatie dan opnieuw bekijken. We besluiten later of het… ding een probleem is.’
Ja hoor, dacht Leah. Wat een gelul.
Geloof je het niet?
Ik weet wat ze denken, Jake. Wat Sám denkt. Ze gokken erop dat Bella toch wel doodgaat. En vervolgens gaan ze ervan uit dat jij zo boos zult zijn dat…
Dat ik zelf de aanval zal inzetten. Mijn oren lagen plat langs mijn schedel. Volgens mij sloeg Leah de spijker op zijn kop. En het zou goed kunnen dat het nog echt zo zou gaan ook. Als… áls Bella doodging door dat ding, was de kans groot dat ik vergat hoe ik op dit moment over Carlisles gezin dacht. Ik zou hen waarschijnlijk gewoon weer als vijanden, als parasiterende bloedzuigers beschouwen.
Ik help het je wel herinneren, fluisterde Seth.
Dat weet ik wel, jochie. De vraag is alleen of ik naar je zal luisteren.
‘Jake?’ vroeg Jared.
Ik slaakte een zucht.
Leah, maak eens een ronde om te checken of het echt veilig is. Ik zal echt even met hem moeten praten, en ik wil zéker weten dat er niets anders gebeurt als ik mens ben.
Alsjeblieft zeg, Jake. Je kunt best veranderen waar ik bij ben. Ik heb altijd mijn uiterste best gedaan om het te voorkomen, maar helaas heb ik je al vaker naakt gezien – ik word er niet echt wild van, dus maak je maar geen zorgen.
Jouw onbezoedelde blik kan me niets schelen, maar onze veiligheid wel. Rennen.
Leah snoof kort en schoot toen als een pijl uit een boog het bos in. Ik hoorde haar nagels in de aarde klauwen om haar sneller vooruit te stuwen.
Naaktheid was een ongemakkelijk maar onvermijdelijk onderdeel van het roedelleven. We hadden er allemaal nog nooit echt bij stilgestaan, tot Leah erbij kwam. Toen werd het gênant. Leah had haar opvliegendheid in het begin nog lang niet altijd onder controle – net als bij de rest duurde het een tijdje voor ze niet meer elke keer dat ze pissig werd uit haar kleren barstte. We hadden allemaal wel eens een glimp opgevangen. En het was beslist niet vervelend om naar haar te kijken, maar het was wel verschrikkelijk vervelend als ze je later betrapte terwijl je aan haar zat te denken.
Jared en de anderen staarden achterdochtig naar de plek waar ze tussen de struiken was verdwenen.
‘Waar gaat zij heen?’ vroeg Jared.
Ik negeerde hem, deed mijn ogen dicht en concentreerde me. De lucht om me heen leek te trillen, alsof hij in kleine golfjes uit me sidderde. Ik ging precies op het juiste moment op mijn achterpoten staan, zodat ik net rechtop stond toen ik flikkerend mijn mensengedaante aannam.
‘O,’ zei Jared. ‘Hé, Jake.’
‘Hé, Jared.’
‘Fijn dat je met me wilt praten.’
‘Ja.’
‘We willen dat je terugkomt, joh.’
Quil jankte weer.
‘Ik weet niet of het zo simpel is, Jared.’
‘Kom naar huis,’ zei hij en hij boog zich naar voren. Smekend. ‘We komen er wel uit. Je hoort hier niet. En laat Seth en Leah ook naar huis komen.’
Ik lachte. ‘Juist ja. Alsof ik ze daar niet van begin af aan om gesmeekt heb.’
Achter me liet Seth een snuivend geluid horen.
Jared liet het even bezinken en zijn ogen werden weer behoedzaam. ‘Maar wat doen we dan nu?’
Ik dacht een tijdje na en hij wachtte af.
‘Ik weet het niet. Maar ik weet sowieso niet of alles weer normaal zou kunnen worden, Jared. Ik weet niet hoe dit werkt – ik heb niet het gevoel dat ik dat alfagedoe zomaar even aan en uit kan zetten wanneer ik er zin in heb. Het voelt nogal blijvend.’
‘Maar toch hoor je bij ons.’
Ik trok mijn wenkbrauwen op. ‘Er kunnen niet twee alfa's in één roedel zitten, Jared. Je hebt toch zelf gezien dat het bijna op een gevecht uitliep gisteravond? Het instinct is te dominant.’
‘Dus nu blijven jullie maar de rest van je leven bij die parasieten?’ hoonde hij. ‘Jullie hebben geen huis hier. Jij hebt zelfs al geen kleren meer,’ merkte hij op. ‘Wilde je de hele tijd wolf blijven? Je weet dat Leah er niet van houdt om als wolf te eten.’
‘Leah mag doen waar ze zin in heeft als ze honger krijgt. Ze heeft er zelf voor gekozen om hier te zijn. Ík zeg niet tegen mensen wat ze moeten doen.’
Jared zuchtte. ‘Sam heeft spijt van de manier waarop hij je behandeld heeft.’
Ik knikte. ‘Ik ben niet boos meer.’
‘Maar?’
‘Maar ik kom niet terug, nu niet. Wij wachten ook af om te zien hoe dit zich gaat ontwikkelen. En we zullen de Cullens net zo lang beschermen als ons nodig lijkt. Want wat jullie ook mogen denken, dit gaat niet alleen om Bella. We beschermen degenen die beschermd moeten worden. En de Cullens vallen daar ook onder.’ Een groot aantal van de Cullens dan in elk geval.
Seth kefte zacht om te laten merken dat hij het ermee eens was.
Jared fronste zijn wenkbrauwen. ‘Dan vrees ik dat het hier ophoudt.’
‘Voorlopig wel. We zien wel hoe het loopt.’
Jared wendde zich tot Seth en concentreerde zich nu helemaal op hem. ‘Sue vroeg of ik je wilde vragen – nee, of ik je wilde smeken – om weer naar huis te komen. Ze is ontroostbaar, Seth. Helemaal alleen. Ik begrijp niet hoe jij en Leah haar dit aan kunnen doen. Dat jullie haar zo in de steek kunnen laten, terwijl jullie vader nog maar net is overleden…’
Seth jankte.
‘Niet zo streng, Jared,’ waarschuwde ik.
‘Ik zeg gewoon de waarheid.’
Ik snoof. ‘Vast.’ Sue was een taaie, veel harder dan wie dan ook. Harder dan mijn vader, harder dan ik. Hard genoeg om op het gemoed van haar kinderen te spelen als ze ze daarmee naar huis kreeg. Maar het was niet eerlijk om Seth op die manier onder druk te zetten. ‘Hoe lang weet Sue nu dat Seth en Leah bij mij zijn? En hoeveel uur heeft ze sinds die tijd met Billy, Oude Quil en Sam doorgebracht? Ja, ik weet zeker dat ze wégkwijnt van eenzaamheid. Maar je mag gaan wanneer je wilt, Seth, dat weet je.’
Seth snufte.
Een seconde later spitste hij een van zijn oren naar het noorden. Leah kwam er zeker aan. Jemig, wat was dat kind snel. Twee tellen later kwam Leah slippend tot stilstand in een bosje een paar meter verderop. Ze trippelde naar ons toe en ging voor Seth staan. Ze hield haar neus in de lucht en keek overduidelijk vooral níét mijn kant op.
Dat kon ik wel waarderen.
‘Leah?’ vroeg Jared.
Ze keek hem aan en trok haar bovenlip een beetje op om haar tanden te laten zien.
Haar vijandigheid leek hem niet te verbazen. ‘Leah, je wéét dat je hier niet wilt zijn.’
Ze gromde naar hem. Ik wierp haar een waarschuwende blik toe die ze niet opmerkte. Seth jankte en gaf haar een duw met zijn schouder.
‘Sorry,’ zei Jared. ‘Misschien moet ik daar niet klakkeloos van uitgaan. Maar je hebt geen enkele band met die bloedzuigers.’
Leah keek heel overdreven naar haar broer en toen naar mij.
‘Ja, je wilt Seth beschermen, dat begrijp ik,’ zei Jared. Zijn ogen gleden over mijn gezicht en gingen toen weer terug naar haar. Hij vroeg zich waarschijnlijk af waar die tweede blik op sloeg – net als ik. ‘Maar Jake zorgt er heus wel voor dat hem niets overkomt, en hij vindt het niet erg om hier te zijn.’ Jared trok een grimas. ‘Toe nou, Leah. Alsjeblieft. We willen dat je terugkomt. Sam wil dat je terugkomt.’
Leahs staart bewoog even.
‘Sam zei dat ik moest smeken. Hij zei dat ik letterlijk op mijn knieën moest gaan als het nodig was. Hij wil dat je naar huis komt, Lee-lee, waar je thuishoort.’
Ik zag Leah in elkaar krimpen toen Jared Sams oude koosnaampje voor haar gebruikte. En daarna, toen hij die laatste drie woorden eraan toevoegde, kwamen haar nekharen overeind en stootte ze met opeengeklemde kaken een lange serie grommen uit. Ik hoefde niet in haar hoofd te zitten om te horen hoe ze hem er vloekend en tierend van langs gaf, en hij ook niet. Je kon bijna horen welke woorden ze precies gebruikte.
Ik wachtte tot ze klaar was. ‘Ik wil graag even benadrukken dat Leah overal thuishoort waar ze zelf wil.’
Leah gromde, maar aangezien ze boos naar Jared bleef kijken nam ik aan dat het instemmend bedoeld was.
‘Hoor eens, Jared, we zijn nog steeds familie. We komen hier heus wel uit, maar tot die tijd kunnen jullie misschien beter op je eigen land blijven. Zodat er geen misverstanden kunnen ontstaan. Niemand heeft toch zin in een familieruzie? Sam vast ook niet.’
‘Natuurlijk niet,’ snauwde Jared. ‘We zullen op ons land blijven. Maar waar is jóúw land, Jacob? Is dat vampierland?’
‘Nee, Jared. Op dit moment ben ik nergens thuis. Maar maak je maar geen zorgen – dit gaat niet eeuwig zo door.’ Ik moest even ademhalen. ‘Zo veel tijd is er niet… meer. Snap je? En dan zullen de Cullens waarschijnlijk vertrekken, en komen Seth en Leah naar huis.’
Leah en Seth jankten in koor en draaiden allebei tegelijk hun kop naar me toe.
‘En jij dan, Jake?’
‘Terug naar het bos, denk ik. Ik kan moeilijk in La Push blijven. Met twee alfa's ontstaat er te veel spanning. En ik was trouwens toch al van plan die kant weer op te gaan, voordat al deze ellende begon.’
‘En als we willen overleggen?’ vroeg Jared.
‘Dan jank je – als je maar op de grens let, goed? Wij komen wel naar jullie toe. En Sam hoeft echt niet zo veel afgevaardigden te sturen. We zijn niet uit op een gevecht.’
Jared trok een chagrijnig gezicht, maar knikte wel. Hij vond het niet prettig dat ik voorwaarden stelde voor Sam. ‘Ik zie je nog wel, Jake. Of niet.’ Hij zwaaide halfhartig.
‘Wacht even, Jared. Hoe gaat het met Embry?’
Hij keek verbaasd. ‘Met Embry? Gewoon, prima. Hoezo?’
‘Ik vroeg me gewoon af waarom Sam Collin heeft gestuurd.’
Ik keek goed naar zijn reactie, want ergens was ik er nog steeds op bedacht dat het een list was. Ik zag aan zijn ogen dat er iets aan de hand was, maar niet zoals ik had verwacht.
‘Dat zijn jouw zaken niet meer, Jake.’
‘Dat zal wel niet. Ik was gewoon benieuwd.’
In mijn ooghoek zag ik iets bewegen, maar ik ging er niet op in omdat ik Quil niet wilde verraden. Hij reageerde op ons gesprek.
‘Ik zal je… instructies aan Sam overbrengen. Tot ziens, Jacob.’
Ik zuchtte. ‘Ja. Dag, Jared. Hé, wil je tegen mijn vader zeggen dat alles goed met me gaat? En dat het me spijt, en dat ik van hem hou.’
‘Ik zal het doorgeven.’
‘Bedankt.’
‘Kom, jongens,’ zei Jared. Hij draaide zich om en liep weg om verderop van gedaante te veranderen, waar Leah hem niet kon zien. Paul en Collin volgden hem op de voet, maar Quil aarzelde. Hij kefte zacht en ik deed een stap naar hem toe.
‘Ja, ik mis jou ook, bro.’
Quil draafde naar me toe en liet zijn kop mismoedig hangen. Ik klopte hem op zijn schouder.
‘Het komt wel goed.’
Hij jankte.
‘Zeg maar tegen Embry dat ik jullie mis aan mijn flanken.’
Hij knikte en drukte zijn neus tegen mijn voorhoofd. Leah snoof. Quil keek op, maar niet naar haar. Hij keek over zijn schouder naar de plek waar de anderen waren verdwenen.
‘Ja, ga maar gauw,’ zei ik tegen hem.
Quil kefte nog een keer en rende toen achter de anderen aan. Jared stond vast niet al te geduldig op hem te wachten. Zodra hij weg was liet ik de warmte uit het binnenste van mijn lijf door mijn ledematen stromen. In één hete flits stond ik weer op vier poten.
Ik dacht even dat jullie zouden gaan tongen, gniffelde Leah besmuikt.
Ik negeerde haar.
Was het goed zo? vroeg ik aan hen. Ik vond het lastig om voor hen te moeten praten terwijl ik niet precies kon horen wat ze dachten. Ik wilde niet zomaar klakkeloos van dingen uitgaan, zoals Jared. Heb ik iets gezegd waar jullie het niet mee eens waren? Heb ik iets níét gezegd wat ik wel had moeten zeggen?
Je was fantastisch, Jake! dacht Seth bemoedigend.
Je had Jared best mogen slaan, dacht Leah. Had ik helemaal niet erg gevonden.
Ik denk dat we nu wel weten waarom Embry niet mocht komen, peinsde Seth.
Ik begreep het niet. Niet mócht komen?
Jake, heb je Quil niet gezien? Hij was echt behoorlijk van slag. Ik durf te wedden dat Embry het er nog veel zwaarder mee heeft. En Embry heeft geen Claire. Quil kan niet zomaar zijn boeltje pakken en La Push de rug toekeren. Maar Embry wel. Dus Sam wil koste wat kost voorkomen dat hij misschien overloopt. Hij wil niet dat onze roedel nog groter wordt.
Echt? Denk je dat? Ik denk dat Embry best een paar Cullens aan stukken zou willen scheuren.
Maar hij is je beste vriend, Jacob. Hij en Quil staan liever achter je dan dat ze in een gevecht tegenover je komen te staan.
Nou, dan ben ik blij dat Sam hem thuis gehouden heeft. Deze roedel is groot genoeg. Ik zuchtte. Goed dan. Voorlopig hoeven we ons geen zorgen te maken. Seth, vind je het erg om even een oogje in het zeil te houden? Leah en ik moeten echt even pitten. Dit léék oprecht, maar wie zal het zeggen? Misschien was het wel een afleidingsmanoeuvre.
Normaal gesproken was ik niet zo paranoïde, maar ik wist nog goed hoe overtuigd Sam van zijn zaak was geweest. Hij was volledig geconcentreerd op het gevaar dat in zijn ogen uit de weg geruimd moest worden. Zou hij gebruikmaken van het feit dat hij nu tegen ons kon liegen?
Geen probleem! Seth was dolblij dat hij iets kon doen. Zal ik het aan de Cullens uitleggen? Zij zitten waarschijnlijk nog best een beetje in spanning.
Ik ga wel. Ik wil toch kijken hoe de situatie daar is.
Ze vingen een glimp op van de beeldenstorm in mijn doorgedraaide hoofd.
Seth jankte van verbazing. Ieuw.
Leah schudde haar kop alsof ze het beeld op die manier kwijt probeerde te raken. Dat is echt het allervieste wat ik ooit heb gehoord. Gatver. Als er iets in mijn maag zat zou het er nu weer uit komen.
Het blijven natuurlijk wel vampiers, gaf Seth na een tijdje toe om Leahs reactie een beetje af te zwakken. Ik bedoel, het is eigenlijk wel logisch. En als Bella er beter van wordt is het toch goed?
Leah en ik staarden hem allebei aan.
Wat nou?
Mama heeft hem heel vaak laten vallen toen hij nog een baby was, zei Leah tegen mij.
Op zijn hoofd, blijkbaar.
Hij knauwde ook vaak op de spijlen van zijn bedje.
Loodhoudende verf?
Zo te zien wel, dacht ze.
Seth snoof. Heel grappig. Hou je mond en ga slapen, man.