15

Vrijdag 16 mei – zaterdag 31 mei

Mikael Blomkvist werd op vrijdag 16 mei vrijgelaten uit de gevangenis van Rullåker, nadat hij daar twee maanden eerder was opgesloten. Dezelfde dag dat hij zich had gemeld had hij, zonder veel hoop, een verzoek ingediend tot straftijdverkorting. Hij had nooit hoogte gekregen van de technische redenen waarom hij werd vrijgelaten, maar hij meende dat het er mogelijk mee te maken had dat hij geen gebruikmaakte van zijn weekendverloven en dat de bezetting van de inrichting momenteel 42 personen bedroeg, terwijl het aantal plaatsen berekend was op 31. Hoe dan ook, de directeur, een veertigjarige Pool in ballingschap genaamd Peter Sarovski, met wie Mikael het zeer goed kon vinden, schreef een aanbeveling dat de straftijd verkort zou moeten worden.

De tijd in Rullåker was rustig en aangenaam geweest. De inrichting was, zoals Sarovski het uitdrukte, voor raddraaiers en alcomobilisten, maar niet voor echte misdadigers. De dagelijkse routine deed denken aan het verblijf in een jeugdherberg. Zijn 41 medegevangenen, waarvan de helft tweedegeneratieallochtonen waren, zagen Mikael als een soort vreemde eend in de bijt, wat hij ook was. Hij was de enige gevangene over wie wat werd gezegd op tv, hetgeen hem een bepaalde status gaf, maar geen van zijn medegevangenen beschouwde hem als een serieuze misdadiger.

De directeur al evenmin. De eerste dag werd Mikael opgeroepen voor een gesprek, waar hem therapie, een opleiding binnen het volwassenenonderwijs of de mogelijkheid voor andere studies evenals loopbaanbegeleiding werden aangeboden. Mikael had gezegd dat hij weinig behoefte had aan sociale aanpassing, dat hij zijn studie twee decennia terug al had afgerond en dat hij al werk had. Daarentegen vroeg hij toestemming om zijn iBook in zijn cel te mogen houden, zodat hij verder kon werken aan het boek waar hij momenteel een contract voor had. Zijn verzoek werd zonder probleem ingewilligd en Sarovski stelde hem zelfs een afsluitbare kast ter beschikking, zodat hij zijn computer onbewaakt in zijn cel kon achterlaten zonder dat deze gestolen of gesloopt zou worden. Niet dat een van de medegevangenen zoiets zou doen – die hielden Mikael eerder een hand boven het hoofd.

Mikael bracht zodoende twee relatief aangename maanden door waarin hij ongeveer zes uur per dag werkte aan de familiekroniek van het geslacht Vanger. Het schrijven werd alleen dagelijks onderbroken door een paar uur schoonmaakwerkzaamheden of recreatie. Mikael en twee medegevangenen, waarvan de een uit Skövde kwam en de ander zijn roots in Chili had, hadden de taak om elke dag de gymzaal schoon te maken. De recreatie bestond uit tv-kijken, kaarten of fitnessen. Mikael ontdekte dat hij best goed was in poker, maar verloor toch elke dag een paar munten van 50 öre. De regels van de instelling stonden het spelen om geld toe als de totale pot maar beneden de 5 kronen lag.

Op een dag nam Sarovski hem mee naar zijn kantoor en bood hem een borrel aan. Hij kreeg te horen dat hij de volgende dag zou worden vrijgelaten. Vervolgens besteedde Mikael de avond aan het inpakken van zijn kleren en zijn blocnotes.

Na zijn vrijlating reisde Mikael direct terug naar zijn huisje in Hedeby. Toen hij over de brug liep, hoorde hij een gemiauw en kreeg hij gezelschap van de roodbruine kat, die hem verwelkomde door langs zijn benen te strijken.

‘Goed, kom maar binnen,’ zei hij. ‘Maar ik heb nog geen melk kunnen kopen.’

Hij pakte zijn bagage uit. Hij had het gevoel dat hij vakantie had gehad en ontdekte dat hij Sarovski en het gezelschap van zijn medegevangenen miste. Hoe absurd het ook klonk, hij had het naar zijn zin gehad in Rullåker. Zijn vrijlating was echter zo onverwacht geweest, dat hij het nog aan niemand had kunnen vertellen.

Het was even na zessen ’s avonds. Hij liep snel naar de Konsum voor de noodzakelijkste levensmiddelen voordat de supermarkt dichtging. Toen hij thuiskwam, zette hij zijn mobiele telefoon aan en belde hij Erika, maar die was momenteel niet bereikbaar. Hij sprak een boodschap in dat ze de volgende dag contact zouden hebben.

Daarna wandelde hij naar zijn werkgever, die zich op de benedenverdieping bevond en verbaasd zijn wenkbrauwen optrok toen hij Mikael zag.

‘Ben je ontsnapt?’ waren de eerste woorden van de oude man.

‘Wettig vervroegd vrijgelaten.’

‘Wat een verrassing.’

‘Voor mij ook. Ik hoorde het gisteravond pas.’

Ze keken elkaar een paar seconden aan. Daarna verraste de oude man Mikael door zijn armen om hem heen te slaan en hem stevig tegen zijn borst te drukken.

‘Ik wilde net gaan eten. Houd me gezelschap.’

Anna serveerde spekpannenkoeken met vossenbessen. Ze zaten nog bijna twee uur in de eetkamer na te praten. Mikael vertelde hoe ver hij met de familiekroniek was gekomen en waar nog het een en ander ontbrak. Ze spraken niet over Harriët Vanger, maar hadden een uitgebreid gesprek over Millennium .

‘We hebben drie bestuursvergaderingen gehad. Juffrouw Berger en jullie partner Christer Malm zijn zo vriendelijk geweest om twee van de vergaderingen hier te houden, terwijl Dirch mij vertegenwoordigd heeft bij een vergadering in Stockholm. Ik zou echt willen dat ik een paar jaar jonger was, maar de waarheid is dat het te vermoeiend voor me is om zo ver te reizen. Ik zal proberen in de zomer naar Stockholm te komen.’

‘Ik vind dat ze die vergaderingen best hier kunnen houden,’ antwoordde Mikael. ‘En hoe voelt het om aandeelhouder van het blad te zijn?’

Henrik Vanger antwoordde met een scheef lachje. ‘Het is het leukste wat ik in jaren heb gedaan. Ik heb naar de financiën gekeken, en het ziet er goed uit. Ik hoef niet zoveel geld te schuiven als ik dacht, het gat tussen inkomsten en uitgaven wordt kleiner.’

‘Ik heb van de week een keer met Erika gesproken. Ik heb begrepen dat er weer meer geadverteerd wordt.’

Henrik Vanger knikte. ‘Het tij keert, maar dat kost tijd. In eerste instantie kochten bedrijven van het Vanger-concern de advertentieruimte op. Maar er zijn nu alweer twee oude adverteerders, mobiele telefoons en een reisbureau, terug.’ Hij glimlachte breeduit. ‘We zijn ook bezig met een wat meer persoonlijke campagne onder Wennerströms oude vijanden. En neem van mij aan, dat is een lange lijst!’

‘Heb je iets van Wennerström gehoord?’

‘Tja, niet echt. Maar we hebben laten uitlekken dat Wenner-ström de boycot tegen Millennium organiseert. Daardoor komt hij kleinzielig over. Een journalist van Dagens Nyheter schijnt hem daarnaar gevraagd te hebben en kreeg een snauwerig antwoord terug.’

‘Daar geniet je wel van, hè?’

‘Genieten is niet het juiste woord. Ik had dit jaren eerder moeten doen!’

‘Wat is er eigenlijk tussen jou en Wennerström?’

‘Probeer het niet. Dat krijg je tegen nieuwjaar te weten.’

Er hing een behaaglijk lentegevoel in de lucht. Toen Mikael tegen negenen bij Henrik wegging, was het buiten donker. Hij aarzelde even. Toen liep hij naar het huis van Cecilia Vanger en klopte aan.

Hij wist niet zeker wat hij verwachtte. Cecilia Vanger zette grote ogen op en zag er ogenblikkelijk ongemakkelijk uit, maar liet hem binnen in de hal. Ze bleven staan, plotseling onzeker van elkaar. Ook zij vroeg of hij ontsnapt was en hij legde uit hoe de vork in de steel zat.

‘Ik wilde alleen even gedag zeggen. Kom ik ongelegen?’

Ze ontweek zijn blik. Mikael merkte meteen dat ze niet erg blij was hem te zien.

‘Nee ... nee, kom binnen. Wil je koffie?’

‘Graag.’

Hij liep met haar mee naar de keuken. Ze stond met haar rug naar hem toe terwijl ze het koffiezetapparaat met water vulde. Mikael liep naar haar toe en legde een hand op haar schouder. Ze verstijfde.

‘Cecilia, ik geloof niet dat je veel zin hebt om me koffie aan te bieden.’

‘Ik verwachtte je pas over een maand,’ zei ze. ‘Je hebt me verrast.’

Hij voelde haar weerzin en draaide haar rond, zodat hij haar gezicht kon zien. Zo bleven ze even staan. Ze wilde hem nog steeds niet aankijken.

‘Cecilia. Laat die koffie maar zitten. Wat is er aan de hand?’

Ze schudde haar hoofd en haalde diep adem.

‘Mikael, ik wil dat je gaat. Vraag niets. Ga gewoon.’

Mikael wandelde eerst naar huis, maar bleef besluiteloos bij het hek staan. In plaats van naar binnen te gaan, liep hij naar het water bij de brug en ging hij op een steen zitten. Hij stak een sigaret op terwijl hij zijn gedachten ordende en zich afvroeg waardoor Cecilia Vangers houding tegenover hem zo drastisch kon zijn veranderd.

Hij hoorde plotseling het geluid van een motor en zag een grote witte boot de zee-engte onder de brug binnenvaren. Toen hij passeerde, zag Mikael dat Martin Vanger aan het roer stond, maar zijn blik was op het water gericht om blinde klippen te omzeilen. De boot was een 12 meter lange motorkruiser, een imposant geheel. Mikael stond op en liep over de strandpromenade met de boot mee. Hij ontdekte plotseling dat er al meer boten aan verschillende steigers in het water lagen, een mengeling van motorboten en zeilboten. Er waren meerdere Pettersson-boten en aan een van de steigers lag een IF-boot, een driepersoonszeilboot, te deinen op de golfslag. Andere boten waren nog wéér grotere en duurdere vaartuigen. Hij noteerde een Hallberg-Rassy. De zomer was begonnen. Daarmee werd ook de onderverdeling in klassen van het watersportleven in Hedeby zichtbaar – Martin Vanger had ongetwijfeld de grootste en de duurste boot in de omgeving.

Mikael bleef voor het huis van Cecilia Vanger staan en gluurde naar de verlichte ramen op de bovenverdieping. Daarna ging hij naar huis om koffie te zetten. Hij nam een kijkje in zijn werkkamer terwijl hij wachtte tot de koffie klaar was.

Toen hij de gevangenis inging, had hij het grootste gedeelte van Henrik Vangers documentatie over Harriët teruggebracht. Het leek hem onverstandig om alle bescheiden gedurende langere tijd in een leeg huis achter te laten. Nu gaapten de kasten hem leeg aan. Alles wat hij nog van het onderzoek had, waren vijf van Henrik Vangers eigen blocnotes, die hij had meegenomen naar Rullåker en die hij nu zo langzamerhand uit zijn hoofd kende. En, constateerde hij, een fotoalbum boven in de boekenkast, dat hij vergeten was.

Hij pakte het album en nam het mee naar de keukentafel. Hij schonk koffie in, ging zitten en begon te bladeren.

Het waren de foto’s die genomen waren op de dag dat Harriët was verdwenen. Eerst kwam de laatste foto van Harriët, genomen tijdens de optocht in Hedestad. Daarna volgden ruim 180 haarscherpe foto’s van het ongeluk met de tankauto op de brug. Hij had het album al diverse keren foto voor foto met een vergrootglas bekeken. Nu keek hij het verstrooid door; hij wist dat hij niets zou vinden wat hem wijzer zou maken. Hij was het raadsel-Harriët Vanger plotseling zat en sloeg het album met een klap dicht.

Hij liep rusteloos naar het keukenraam en keek naar buiten de duisternis in.

Toen richtte hij zijn blik weer op het fotoalbum. Hij kon het gevoel niet precies verklaren, maar opeens ging er een flits van een gedachte door hem heen, alsof hij had gereageerd op iets wat hij net had gezien. Het was alsof er een onzichtbaar wezen voorzichtig in zijn oor had geblazen en zijn nekharen gingen een beetje overeind staan.

Hij ging zitten en sloeg het album weer open. Hij bladerde het pagina voor pagina door en onderzocht elke foto van de brug. Hij keek naar de jongere uitgave van een in olie gedrenkte Henrik Vanger en een jongere Harald Vanger, een man die hij nog steeds niet had gezien. De kapotte reling van de brug, de gebouwen, de ramen en de voertuigen die op de foto’s te zien waren. Hij had geen moeite de twintigjarige Cecilia Vanger te identificeren tussen de vele toeschouwers. Ze droeg een lichte jurk en een donker jasje, en was op een twintigtal foto’s in het album te zien.

Hij voelde plotseling een opwinding. Door de jaren heen had Mikael geleerd te vertrouwen op zijn instinct. Hij had gereageerd op iets in het album, maar hij kon niet precies zeggen op wat.

Hij zat nog steeds aan de keukentafel naar de foto’s te staren toen hij tegen elven de buitendeur hoorde opengaan.

‘Mag ik binnenkomen?’ vroeg Cecilia Vanger. Zonder op antwoord te wachten ging ze tegenover hem aan de keukentafel zitten. Mikael kreeg een wonderlijk gevoel van een déjà vu. Ze was gekleed in een wijde, lichte jurk en een grijsblauw jasje, kleren die haast identiek waren aan die ze op de foto’s van 1966 droeg.

‘Jij bent het probleem,’ zei ze.

Mikael trok zijn wenkbrauwen op.

‘Sorry, maar je hebt me volledig overrompeld toen je daar vanavond voor mijn deur stond. Nu ben ik zo ongelukkig dat ik niet kan slapen.’

‘Waarom ben je ongelukkig?’

‘Begrijp je dat dan niet?’

Hij schudde zijn hoofd.

‘Kan ik het vertellen zonder dat je me uitlacht?’

‘Ik beloof dat ik niet zal lachen.’

‘Toen ik je deze winter verleidde, was dat een impulsieve handeling. Ik wilde plezier hebben, verder niets. Die eerste avond was ik alleen maar ondeugend en was ik helemaal niet van plan iets langdurigs met je te beginnen. Daarna werd het wat anders. Ik wil dat je weet dat de weken waarin je mijn occasional lover was, de meest aangename van mijn leven waren.’

‘Ik vond het ook erg gezellig.’

‘Mikael, ik heb de hele tijd tegen jou en tegen mezelf gelogen. Ik ben nooit erg losbandig geweest op seksueel gebied. Ik heb vijf sekspartners in mijn hele leven gehad. Mijn debuut was op mijn eenentwintigste. Toen met mijn man, die ik heb leren kennen toen ik vijfentwintig was en die een klootzak bleek te zijn. En sindsdien een paar keer met drie mannen die ik met een tussenpoos van een paar jaar heb ontmoet. Maar jij maakte iets bij me los. Ik kon er gewoon geen genoeg van krijgen. Dat had ermee te maken dat alles bij jou zo ongedwongen was.’

‘Cecilia, je hoeft niet ...’

‘Ssst, onderbreek me niet. Dan zal ik dit nooit kunnen vertellen.’

Mikael zweeg.

‘De dag waarop je naar de gevangenis vertrok was ik zo ongelukkig. Opeens was je weg, net alsof je er nooit geweest was. Het was donker hier in het gastenverblijf. Het was koud en leeg in bed. Plotseling was ik weer die zesenvijftigjarige oude taart.’

Ze zweeg even en keek Mikael in de ogen.

‘Ik ben deze winter verliefd op je geworden. Dat was niet de bedoeling, maar het gebeurde nu eenmaal. En opeens zag ik in dat je hier maar tijdelijk bent en dat je op een dag voorgoed verdwenen zult zijn, terwijl ik hier de rest van mijn leven blijf zitten. Dat deed zo’n ontzettende pijn dat ik besloot om je niet meer binnen te laten als je uit de gevangenis zou komen.’

‘Het spijt me.’

‘Het is niet jouw fout.’

Ze zwegen een tijdje.

‘Toen je vanavond vertrokken was, heb ik zitten janken. Ik wilde dat ik de kans kreeg om mijn leven over te doen. En toen heb ik een beslissing genomen.’

‘Wat dan?’

Ze keek omlaag naar de tafel.

‘Dat ik hartstikke gek ben als ik nu stop met je te zien alleen omdat je op een dag zult vertrekken. Mikael, kunnen we opnieuw beginnen? Kun je vergeten wat er eerder vanavond gebeurd is?’

‘Dat is al vergeten,’ zei Mikael. ‘Maar bedankt dat je het hebt verteld.’

Ze keek nog steeds omlaag.

‘Als je me nog steeds wilt, dan wil ik dat heel graag.’

Ze keek hem plotseling weer aan. Vervolgens stond ze op en liep ze naar de slaapkamer. Ze liet haar jasje op de grond vallen en trok haar jurk tijdens het lopen over haar hoofd.

Mikael en Cecilia werden tegelijkertijd wakker doordat de buitendeur openging en er iemand door de keuken liep. Ze hoorden de bons van een tas die op de vloer bij het ijzeren fornuis werd neergezet. Toen stond Erika plotseling in de deuropening van de slaapkamer met een glimlach die overging in ontzetting.

‘Och, jezus.’ Ze deed een stap terug.

‘Hé, Erika,’ zei Mikael.

‘Hé. Sorry. Het spijt me dat ik zo binnen kom vallen. Ik had moeten kloppen.’

‘We hadden de buitendeur op slot moeten doen. Erika, dit is Cecilia Vanger. Cecilia, Erika Berger is de hoofdredacteur van Millennium .’

‘Dag,’ zei Cecilia.

‘Dag,’ zei Erika. Ze keek alsof ze niet kon beslissen of ze naar haar toe moest lopen om haar welopgevoed een hand te geven of dat ze weg moest gaan. ‘Eh, ik ... ik kan een wandeling gaan maken ...’

‘Wat zou je ervan zeggen om koffie te zetten?’ Mikael keek op de wekker op het nachtkastje. Het was even na twaalven.

Erika knikte en trok de slaapkamerdeur achter zich dicht. Mikael en Cecilia keken elkaar aan. Cecilia keek opgelaten. Ze hadden tot vier uur ’s ochtends gevreeën en liggen praten. Toen had Cecilia gezegd dat ze van plan was te blijven slapen en dat ze er in het vervolg lak aan had dat de mensen wisten dat ze het met Mikael deed. Ze had met haar rug naar hem toe geslapen, met zijn arm om haar borst.

‘Luister eens, niets aan de hand,’ zei Mikael. ‘Erika is getrouwd en ze is niet mijn vriendin. We gaan soms met elkaar naar bed, maar het kan haar echt niet schelen dat jij en ik iets met elkaar hebben. Ze zal zich momenteel hoogstens nogal gegeneerd voelen.’

Toen ze even later de keuken binnenkwamen, had Erika de tafel gedekt met koffie, sinaasappelsap, marmelade, kaas en geroosterd brood. Het rook heerlijk. Cecilia liep meteen naar haar toe en gaf haar een hand.

‘Het ging wat snel zonet. Dag.’

‘Het spijt me, Cecilia, dat ik als een olifant binnenstormde,’ zei een diepbeschaamde Erika.

‘Vergeet dat in godsnaam. Nu gaan we koffiedrinken.’

‘Hoi,’ zei Mikael en hij omhelsde Erika voor hij ging zitten. ‘Hoe ben je hier gekomen?’

‘Vanochtend van huis vertrokken, natuurlijk. Ik kreeg je berichtje om twee uur vannacht en heb geprobeerd je te bellen.’

‘Ik had mijn telefoon uitgezet,’ zei Mikael en hij lachte naar Cecilia Vanger.

Na het ontbijt verontschuldigde Erika zich en liet ze Mikael en Cecilia alleen onder het voorwendsel dat ze Henrik Vanger gedag moest zeggen. Cecilia ruimde de tafel af met haar rug naar Mikael gekeerd. Hij ging naar haar toe en sloeg zijn armen om haar heen.

‘En nu?’ vroeg Cecilia.

‘Niets. Zo is het gewoon. Erika is mijn beste vriendin. Zij en ik hebben de afgelopen twintig jaar op gezette tijden wat met elkaar gehad en dat zal de komende twintig jaar hopelijk ook zo blijven. Maar we zijn nooit een stel geweest en we staan elkaars romances nooit in de weg.’

‘Is dat wat wij hebben? Een romance?’

‘Ik weet niet wat we hebben, maar we kunnen het blijkbaar goed met elkaar vinden.’

‘Waar moet ze vannacht slapen?’

‘We regelen wel ergens een kamer voor haar. Een logeerkamer bij Henrik. Ze slaapt in elk geval niet in mijn bed.’

Cecilia dacht even na.

‘Ik weet niet of ik dat kan. Bij jullie werkt dat blijkbaar zo, maar ik weet niet ... Ik heb nooit ...’ Ze schudde haar hoofd. ‘Ik ga nu naar huis. Ik moet hier even over nadenken.’

‘Cecilia, je hebt het me eerder gevraagd en ik heb verteld over mijn relatie met Erika. Haar bestaan kan geen verrassing voor je zijn.’

‘Dat is waar. Maar zolang ze op comfortabele afstand in Stockholm zat, kon ik haar negeren.’

Cecilia trok haar colbertje aan.

‘Het is een kostelijke situatie,’ lachte ze. ‘Kom vanavond bij me eten. En neem Erika mee. Ik geloof dat ik haar wel mag.’

Erika had de logeerkwestie zelf al afgehandeld. De keren dat ze in Hedeby was geweest voor besprekingen met Henrik Vanger had ze overnacht in een van zijn logeerkamers en ze had gewoon gevraagd of ze die kamer weer mocht gebruiken. Henrik had zijn vreugde bijna niet kunnen verbergen en had haar verzekerd dat ze te allen tijde welkom was.

Nu deze formaliteit uit de weg was geruimd, maakten Mikael en Erika een wandelingetje over de brug en namen ze vlak voor sluitingstijd plaats op het terras van Susannes Brugcafé.

‘Ik ben diep ontevreden,’ zei Erika. ‘Ik was gekomen om je welkom te heten in de vrijheid en dan tref ik je in bed aan met de femme fatale van het dorp.’

‘Pardon?’

‘Hoe lang doen jij en miss Big Tits het eh ... al?’ Erika draaide met haar wijsvinger in het rond.

‘Ongeveer sinds Henrik mede-eigenaar werd.’

‘Aha.’

‘Aha, wat?’

‘Gewoon nieuwsgierigheid.’

‘Cecilia is een aardige vrouw. Ik mag haar graag.’

‘Ik bekritiseer niets. Ik ben gewoon ontevreden. Heb ik snoep binnen handbereik en dan moet ik aan de lijn doen. Hoe was de gevangenis?’

‘Een prettige werkvakantie. Hoe gaat het nu met Millennium ?’

‘Beter. Nog steeds gerommel in de marge, maar voor het eerst in een jaar neemt het advertentievolume weer toe. We zitten nog steeds ver onder wat we een jaar geleden hadden, maar er is in elk geval weer een stijgende lijn. Dat is Henriks verdienste. Maar het vreemde is dat het aantal abonnees ook toeneemt.’

‘Dat fluctueert altijd.’

‘Ja, een paar honderd meer of minder. Maar er zijn de laatste drie maanden 3.000 abonnees bij gekomen. De toename is vrij constant, met ruim 250 nieuwe per week. Ik dacht eerst dat het toeval was, maar er blijven steeds nieuwe abonnees komen. Het is de grootste afzonderlijke oplagetoename ooit. Die abonnees betekenen meer dan de advertentie-inkomsten. Tegelijkertijd lijken onze oude abonnees hun abonnement over de hele linie consequent te verlengen.’

‘Hoe komt dat?’ vroeg Mikael verbaasd.

‘Ik weet het niet. Niemand van ons begrijpt het. We hebben geen advertentiecampagne gehad. Christer heeft een week besteed aan het steekproefsgewijs kijken wat het voor mensen zijn. Ten eerste zijn het volstrekt nieuwe abonnees. Ten tweede is zeventig procent vrouw. Normaal is zeventig procent van de abonnees man. Ten derde kunnen de abonnees worden omschreven als mensen uit de voorsteden met een gemiddeld inkomen: leraren, lagere leidinggevenden, ambtenaren.’

‘De opstand van de middenklasse tegen het grootkapitaal?’

‘Geen idee. Maar als het zo doorgaat, betekent dat een behoorlijke verandering van het abonneebestand. We hadden twee weken geleden een redactievergadering en hebben besloten om gedeeltelijk nieuw materiaal aan het blad toe te voegen; ik wil meer artikelen hebben over vakbondskwesties met een link naar de tco , de vakbond voor kantoorpersoneel, en dat soort teksten, maar ook meer onderzoeksreportages over bijvoorbeeld vrouwenvraagstukken.’

‘Pas op dat je niet te veel verandert,’ zei Mikael. ‘Als we nieuwe abonnees krijgen, zijn die vermoedelijk tevreden met wat er momenteel in het blad staat.’

Cecilia Vanger had ook Henrik Vanger te eten gevraagd, mogelijk om pijnlijke gespreksonderwerpen te vermijden. Ze had een wildschotel gemaakt en schonk rode wijn in. Erika en Henrik besteedden een groot deel van het gesprek aan een discussie over de ontwikkeling van Millennium en de nieuwe abonnees, maar het gesprek ging op een gegeven moment over op andere dingen. Erika wendde zich plotseling tot Mikael en vroeg hem hoe zijn werk vorderde.

‘Ik denk dat ik over een maand een concept van de familiekroniek klaar heb, waar Henrik dan naar kan kijken.’

‘Een kroniek in de geest van The Addams Family ,’ lachte Cecilia.

‘Er zitten bepaalde historische aspecten in,’ moest Mikael toegeven.

Cecilia gluurde naar Henrik Vanger.

‘Mikael, Henrik is eigenlijk niet geïnteresseerd in die familiekroniek. Hij wil dat je het raadsel over de verdwijning van Harriët oplost.’

Mikael zei niets. Sinds hij zijn verhouding met Cecilia begonnen was, had hij met haar tamelijk open over Harriët gesproken. Cecilia had al uitgevist dat dat zijn eigenlijke opdracht was, hoewel hij het formeel nooit erkend had. Hij had daarentegen nooit aan Henrik verteld dat Cecilia en hij het onderwerp besproken hadden. Henriks borstelige wenkbrauwen trokken enigszins samen. Erika zweeg.

‘Luister eens,’ zei Cecilia tegen Henrik. ‘Ik ben niet gek. Ik weet niet precies welke overeenkomst je met Mikael hebt, maar zijn verblijf hier in Hedestad heeft te maken met Harriët. Heb ik gelijk of niet?’

Henrik knikte en keek Mikael aan.

‘Ik heb je gezegd dat ze scherp was!’ Hij richtte zich vervolgens tot Erika. ‘Ik neem aan dat Mikael je verteld heeft waar hij hier in Hedeby mee bezig is?’

Ze knikte.

‘En ik neem aan dat je van mening bent dat dat een zinloze bezigheid is? Nee, je hoeft geen antwoord te geven. Het is een absurde en zinloze bezigheid. Maar ik móét het gewoon weten.’

‘Ik heb daar geen mening over,’ zei Erika diplomatiek.

‘Natuurlijk wel.’ Hij richtte zich weer tot Mikael. ‘Het jaar is bijna voor de helft om. Vertel. Heb je überhaupt iets gevonden wat we nog niet tot op de bodem hebben uitgezocht?’

Mikael vermeed Henriks blik. Hij moest onmiddellijk denken aan het vreemde gevoel dat hij had gehad toen hij de avond ervoor in het fotoalbum had zitten bladeren. Het gevoel had hem de hele dag achtervolgd, maar hij had nog geen tijd gehad om rustig te gaan zitten en het album weer open te slaan. Hij wist niet zeker of hij fantaseerde of niet, maar hij wist dat hij onbewust iets had opgemerkt. Hij had op het punt gestaan een doorslaggevende gedachte te formuleren. Uiteindelijk keek hij Henrik Vanger aan en schudde hij zijn hoofd.

‘Ik ben geen steek verder gekomen.’

De oude man keek hem plotseling met een waakzame blik aan. Hij gaf geen commentaar op Mikaels repliek en knikte uiteindelijk.

‘Ik weet niet hoe het is met de jongelui, maar voor mij is het tijd om me terug te trekken. Bedankt voor het eten, Cecilia. Slaap lekker, Erika. Kom nog even gedag zeggen voor je morgen weggaat.’

Toen Henrik Vanger de buitendeur achter zich dicht had getrokken, werd het volkomen stil. Cecilia was degene die de stilte doorbrak.

‘Mikael, wat was er aan de hand?’

‘Henrik Vanger is net zo gevoelig voor de reactie van mensen als een seismograaf. Gisteravond toen je bij me kwam, zat ik in dat fotoalbum te bladeren.’

‘Ja?’

‘Ik zag iets. Ik weet niet wat en ik kan het ook niet benoemen. Het was iets wat meteen een gedachte werd, maar ik kon hem niet oppikken.’

‘Maar waar dacht je dan aan?’

‘Ik weet het gewoon niet. En toen kwam jij en toen ... eh ... had ik leukere dingen om aan te denken.’

Cecilia begon te blozen. Ze ontweek Erika’s blik en vertrok naar de keuken om koffie te zetten.

Het was een warme, zonnige meidag. Het werd buiten steeds groener en ook op Mikael had dat invloed. Hij merkte dat hij het bekende zomerliedje Den blomstertid nu kommer liep te neuriën.

Erika bracht de nacht door in Henriks logeerkamer. Na het avondeten had Mikael gevraagd of Cecilia gezelschap wilde hebben. Ze had gezegd dat ze het druk had met rapportenvergaderingen en dat ze moe was en wilde slapen. Erika had Mikael op zijn wang gekust en had het eiland maandagmorgen vroeg verlaten.

Toen Mikael medio maart de gevangenis in was gegaan, was het landschap nog bedekt geweest onder een dikke laag sneeuw. Nu werden de berken groen en het gras om zijn huisje was dik en gedijde goed. Hij kon voor het eerst het hele eiland bekijken. Tegen achten liep hij naar de overkant en vroeg hij Anna of hij een thermosfles mocht lenen. Hij sprak kort met Henrik, die net was opgestaan, en kreeg zijn kaart van het eiland mee. Een plaats die hij nader wilde onderzoeken was het huisje van Gottfried, dat in het politieonderzoek indirect diverse keren naar voren was gekomen, omdat Harriët daar vrij veel tijd had doorgebracht. Henrik vertelde dat het huisje eigendom was van Martin Vanger, maar dat het door de jaren heen voornamelijk had leeggestaan. Heel af en toe was er een familielid dat het wilde gebruiken.

Mikael kon Martin Vanger nog net aanschieten toen deze naar zijn werk in Hedestad wilde vertrekken. Hij vertelde wat hij van plan was en vroeg of hij de sleutel mocht lenen. Martin keek hem met een geamuseerd lachje aan.

‘Ik neem aan dat de familiekroniek nu bij het hoofdstuk over Harriët is aangeland?’

‘Ik wil alleen even rondkijken ...’

Martin Vanger vroeg hem even te wachten en kwam vlak daarop met de sleutel terug.

‘Dus je hebt er geen bezwaar tegen?’

‘Wat mij betreft trek je erin, als je daar zin in hebt. Afgezien van het feit dat het aan de andere kant van het eiland staat, is het op zich een gezelliger plek dan het huis waarin je nu woont.’

Mikael zette koffie en smeerde een paar boterhammen. Hij vulde een fles met water voordat hij op pad ging en stopte alles in een rugzak, die hij over een van zijn schouders hing. Hij volgde een smalle en half overwoekerde weg, die langs de baai aan de noordkant van het eiland liep. Het huisje van Gottfried lag op een landtong zo’n 2 kilometer van het dorp en het kostte Mikael slechts een halfuur in een rustig tempo om de afstand af te leggen.

Martin Vanger had gelijk. Toen Mikael de hoek van de smalle weg om kwam, opende zich een lommerrijke plek aan het water. Het uitzicht was schitterend: de monding van de rivier Hedeälven recht vooruit, de passantenhaven links en de industriehaven rechts.

Het verbaasde hem dat niemand in Gottfrieds huis was getrokken. Het was een rustiek geheel van horizontale, donker gebeitste balken met een pannendak en groene raamkozijnen, en met een kleine, zonnige veranda bij de voordeur. Het was echter duidelijk dat er al lang niets aan het onderhoud van het huis en de grond eromheen was gedaan. De verf op de deurposten en de kozijnen was afgebladderd en wat ooit een grasmat was geweest, bestond nu uit metershoge struiken. Het rooien met een zeis en een takkenschaar zou een flinke dagtaak zijn.

Mikael maakte de deur open en schroefde vanaf de binnenkant de luiken los. De kern van het huis leek te bestaan uit een oude schuur van circa 35 vierkante meter. De binnenkant was met planken bekleed en bestond uit één grote ruimte met brede ramen naar het water aan beide kanten van de buitendeur. Helemaal achter in het huis leidde een trap naar een open slaapzolder, die over het halve huis liep. Onder de trap was een kleine nis met een kooktoestel op flessengas, een aanrecht en een wastafelmeubel. De inrichting was eenvoudig; aan de lange kant links van de deur stonden een aan de wand bevestigde bank, een beschadigd bureau en een teakhouten wandrekje. Iets verder aan dezelfde kant stonden drie garderobekasten. Rechts van de deur stond een ronde eettafel met vijf houten stoelen en aan de korte kant was een open haard.

Er was geen elektriciteit, maar er waren diverse petroleumlampen. In de vensterbank stond een oude transistorradio van het merk Grundig. De antenne was afgebroken. Mikael drukte op de on-toets, maar de batterijen waren leeg.

Mikael liep de smalle trap op en keek op de zolder om zich heen. Er stonden een tweepersoonsbed met een matras zonder beddengoed, een nachtkastje en een ladekast.

Mikael besteedde een tijdje aan het doorzoeken van het huis. De ladekast was leeg op een paar handdoeken en hemden met een vage geur van schimmel na. In de garderobekasten lag wat oude werkkleding: een overall, een paar kaplaarzen, een paar versleten gymschoenen, en er stond een petroleumkachel. In de lades van het bureau lagen schrijfpapier, potloden, een leeg schetsboek, een kaartspel en een paar boekenleggers. De keukenkast bevatte servies, koffiekopjes, glazen, kaarsen en een paar achtergebleven pakken zout, theezakjes en dergelijke. In een lade van de keukentafel lag bestek.

De enige overblijfselen van intellectuele aard vond hij in het wandrek boven het bureau. Mikael pakte een keukenstoel en ging erop staan om de inhoud van de planken te bekijken. Op de onderste plank lagen oude nummers van Se, Rekordmagasinet, Tidsfördriv en Lektyr van eind jaren vijftig en begin jaren zestig. Ook lagen daar exemplaren van Bildjournalen uit 1965 en 1966, Mitt Livs Novell en een paar stripbladen: 91:an, Fantomen en Romans . Mikael sloeg een nummer van Lektyr uit 1964 open en constateerde dat de pin-up er vrij onschuldig uitzag.

Er waren een stuk of vijftig boeken. Ongeveer de helft daarvan waren pockets; detectives uit de Manhattan-serie van uitgeverij Wahlström: Mickey Spillane, met titels als De dolgedraaide detective en Een graf vol graten met de klassieke omslagen van Bertil Hegland. Hij vond ook een half dozijn Nancy Drew -boeken, een paar boeken van De vijf detectives van Enid Blyton en een boek van Sivar Ahlrud over ‘de Tweelingdetectives’: Het geheim van de ondergrondse . Mikael glimlachte herkennend. Drie boeken van Astrid Lindgren: Wij uit Bolderburen, Hier spreekt superdetective Blomkwist en Pippi Langkous komt thuis . De bovenste plank bevatte een boek over kortegolfradio’s, twee boeken over astronomie, een vogelboek, een boek met de titel Het kwaadaardige imperium , dat over de Sovjet-Unie ging, een boek over de Finse Winteroorlog, Luthers catechismus, het psalmboek en de Bijbel.

Mikael sloeg de bijbel open en las aan de binnenkant van de kaft: Harriët Vanger, 12/5 1963 . Harriëts catechisatiebijbel. Hij zette het boek somber weer terug.

Vlak achter het huis was een gecombineerde hout- en gereedschapsschuur met een zeis, een hark, hamers en een doos met ongesorteerde spijkers, schaven, zagen en ander gereedschap. De plee lag 20 meter in oostelijke richting in het bos. Mikael neusde een tijdje buiten rond en keerde daarna terug naar het huis. Hij haalde een stoel van binnen, ging op de veranda zitten en schonk koffie in uit de thermosfles. Hij stak een sigaret op en keek door het gordijn van bomen en struiken uit over de baai.

Het huis van Gottfried was veel eenvoudiger dan hij had verwacht. Dit was dus de plaats waar de vader van Harriët en Martin zich had teruggetrokken toen zijn huwelijk met Isabella eind jaren vijftig op de klippen liep. Hier had hij gewoond en gezopen. En daar, ergens bij de steiger, was hij verdronken met een hoog promillage in zijn bloed. Het verblijf in het huisje was in de zomer vermoedelijk aangenaam geweest, maar als de temperatuur naar de nul graden zakte, moest het guur en ellendig geweest zijn. Naar wat Henrik had verteld, was Gottfried tot 1964 zijn werk binnen het Vanger-concern gewoon blijven doen, met onderbrekingen in de periodes dat hij enorm aan de drank was. Dat hij min of meer permanent in het huis had kunnen wonen en toch gewassen, geschoren en in het pak gestoken op het werk had kunnen verschijnen, duidde ondanks alles op een zekere persoonlijke discipline.

Maar dit was ook de plek waar Harriët Vanger zo vaak geweest was en het was een van de eerste plaatsen geweest waar men naar haar had gezocht. Henrik had verteld dat Harriët het laatste jaar vaak naar het huis was gegaan, blijkbaar om tijdens de weekenden en vakanties met rust gelaten te worden. De laatste zomer had ze hier drie maanden gewoond, hoewel ze wel elke dag in het dorp kwam. Hier had ze ook haar vriendin Anita Vanger, Cecilia Vangers zus, zes weken op bezoek gehad.

Wat had ze hier in haar eentje uitgespookt? De bladen Mitt Livs Novell en Romans , evenals de Nancy Drew -boeken spraken voor zich. Misschien was het schetsboek van haar geweest. Maar hier stond ook haar bijbel.

Had ze in de buurt willen zijn van haar verdronken vader – een rouwperiode die ze moest doormaken? Was de verklaring zo eenvoudig? Of had het te maken met haar religieuze overpeinzingen? Het huisje was karig en ascetisch; deed ze alsof ze in een klooster woonde?

Mikael volgde het strand naar het zuidoosten, maar het terrein zat zo vol kloven en er groeide zoveel jeneverbeshout, dat het haast onbegaanbaar was. Hij liep terug naar het huis en liep van daaraf een stuk terug over de weg naar Hedeby. Volgens de kaart zou er een pad door het bos moeten gaan naar iets wat het Fort werd genoemd. Het kostte hem twintig minuten om de dichtgegroeide zijweg te vinden. Het Fort was het overblijfsel van de kustverdediging uit de Tweede Wereldoorlog; betonnen bunkers met schuttersputten verspreid rond een commandogebouw. Alles was overwoekerd door kreupelbos.

Mikael liep langs het pad naar een boothuis op een open plek aan zee. Naast het boothuis vond hij het wrak van een Pettersson-boot. Hij keerde terug naar het Fort en volgde een pad tot een afrastering – hij was vanaf de achterkant bij Östergården gekomen.

Hij volgde het slingerende pad door het bos, dat gedeeltelijk parallel liep aan de akker van Östergården. Het pad was moeilijk begaanbaar en er waren nogal wat drassige stukken waar hij langs moest zien te komen. Uiteindelijk kwam hij uit bij een veenmoeras met een schuur. Voor zover hij kon zien hield het pad daar op, maar hij bevond zich maar 100 meter van de weg af naar Östergården.

Aan de andere kant van de weg lag Söderberget. Mikael liep tegen een steile heuvel op en moest het laatste stuk zelfs klimmen. De berg eindigde in een haast loodrechte klip naar het water. Mikael volgde de bergrug terug naar Hedeby. Hij bleef bovenaan staan, waar hij op de bebouwing neerkeek en genoot van het uitzicht over de oude vissershaven en de kerk, en helemaal beneden, zijn eigen gastenverblijf. Hij ging op een rots zitten en dronk het laatste restje lauwe koffie.

Hij had geen idee wat hij in Hedeby deed, maar hij vond het uitzicht prachtig.

Cecilia Vanger hield zich op afstand en Mikael wilde niet opdringerig zijn. Na een week ging hij toch maar naar haar toe en klopte hij aan. Ze liet hem binnen en zette koffie.

‘Je zult wel denken dat ik gestoord ben, een zesenvijftigjarige, respectabele lerares die zich als een bakvis gedraagt.’

‘Cecilia, je bent een volwassen vrouw die het recht heeft om te doen wat ze wil.’

‘Ik weet het. Daarom heb ik besloten om onze verhouding te beëindigen. Ik red het niet om ...’

‘Je bent mij geen verklaring schuldig. Ik hoop dat we nog steeds vrienden zijn.’

‘Ik wil graag bevriend met je blijven. Maar een relatie met jou kan ik niet aan. Ik ben nooit goed geweest in relaties. Ik wil een tijdje alleen zijn.’

Millennium 1 - Mannen Die Vrouwen Haten
titlepage.xhtml
09-0721_awb_-_mannen_die_haten_9e_druk_split_0.xhtml
09-0721_awb_-_mannen_die_haten_9e_druk_split_1.xhtml
09-0721_awb_-_mannen_die_haten_9e_druk_split_2.xhtml
09-0721_awb_-_mannen_die_haten_9e_druk_split_3.xhtml
09-0721_awb_-_mannen_die_haten_9e_druk_split_4.xhtml
09-0721_awb_-_mannen_die_haten_9e_druk_split_5.xhtml
09-0721_awb_-_mannen_die_haten_9e_druk_split_6.xhtml
09-0721_awb_-_mannen_die_haten_9e_druk_split_7.xhtml
09-0721_awb_-_mannen_die_haten_9e_druk_split_8.xhtml
09-0721_awb_-_mannen_die_haten_9e_druk_split_9.xhtml
09-0721_awb_-_mannen_die_haten_9e_druk_split_10.xhtml
09-0721_awb_-_mannen_die_haten_9e_druk_split_11.xhtml
09-0721_awb_-_mannen_die_haten_9e_druk_split_12.xhtml
09-0721_awb_-_mannen_die_haten_9e_druk_split_13.xhtml
09-0721_awb_-_mannen_die_haten_9e_druk_split_14.xhtml
09-0721_awb_-_mannen_die_haten_9e_druk_split_15.xhtml
09-0721_awb_-_mannen_die_haten_9e_druk_split_16.xhtml
09-0721_awb_-_mannen_die_haten_9e_druk_split_17.xhtml
09-0721_awb_-_mannen_die_haten_9e_druk_split_18.xhtml
09-0721_awb_-_mannen_die_haten_9e_druk_split_19.xhtml
09-0721_awb_-_mannen_die_haten_9e_druk_split_20.xhtml
09-0721_awb_-_mannen_die_haten_9e_druk_split_21.xhtml
09-0721_awb_-_mannen_die_haten_9e_druk_split_22.xhtml
09-0721_awb_-_mannen_die_haten_9e_druk_split_23.xhtml
09-0721_awb_-_mannen_die_haten_9e_druk_split_24.xhtml
09-0721_awb_-_mannen_die_haten_9e_druk_split_25.xhtml
09-0721_awb_-_mannen_die_haten_9e_druk_split_26.xhtml
09-0721_awb_-_mannen_die_haten_9e_druk_split_27.xhtml
09-0721_awb_-_mannen_die_haten_9e_druk_split_28.xhtml
09-0721_awb_-_mannen_die_haten_9e_druk_split_29.xhtml
09-0721_awb_-_mannen_die_haten_9e_druk_split_30.xhtml
09-0721_awb_-_mannen_die_haten_9e_druk_split_31.xhtml
09-0721_awb_-_mannen_die_haten_9e_druk_split_32.xhtml
09-0721_awb_-_mannen_die_haten_9e_druk_split_33.xhtml
09-0721_awb_-_mannen_die_haten_9e_druk_split_34.xhtml
09-0721_awb_-_mannen_die_haten_9e_druk_split_35.xhtml
09-0721_awb_-_mannen_die_haten_9e_druk_split_36.xhtml
09-0721_awb_-_mannen_die_haten_9e_druk_split_37.xhtml
09-0721_awb_-_mannen_die_haten_9e_druk_split_38.xhtml
09-0721_awb_-_mannen_die_haten_9e_druk_split_39.xhtml
09-0721_awb_-_mannen_die_haten_9e_druk_split_40.xhtml
09-0721_awb_-_mannen_die_haten_9e_druk_split_41.xhtml
09-0721_awb_-_mannen_die_haten_9e_druk_split_42.xhtml