19

20.00 uur


Michener leidde katerina het Café Krom binnen. Ze hadden twee uur in zijn kamer zitten praten. Hij had haar een beknopte versie gegeven van de veranderingen die hij de afgelopen maanden had waargenomen in het gedrag van Clemens xv. Ook had hij haar de reden verteld waarom hij naar Roemenië was gekomen. Hij had alleen verzwegen dat hij de brief van Clemens aan Tibor had gelezen. Met niemand, behalve kardinaal Ngovi, zou hij ook maar overwogen hebben over zijn zorgen te praten. En zelfs met Ngovi was discretie de betere tactiek. Vaticaanse allianties wisselden als eb en vloed. Wie vandaag een vriend was, kon morgen een vijand zijn. Maar Katerina had geen bondgenoten in de Kerk en ze kende het derde geheim van Fatima. Ze had hem verteld van een artikel dat ze voor een Deens magazine had geschreven in 2000, toen Johannes Paulus ii het geheim openbaar had gemaakt. Het ging over een marginale sekte die geloofde dat het derde geheim een apocalyptisch visioen was, en dat de complexe metaforen van de Maagd duidelijk het einde der tijden aankondigden. Ze was tot de conclusie gekomen dat degenen die dat geloofden allemaal volkomen geschift waren en haar artikel had de waanzin aangepakt die dit soort sekten uitlokten. Maar nadat Michener de reactie van Clemens in de Riserva had gezien, was hij niet meer zo zeker van die waanzin. Hij hoopte dat pastor Tibor een einde zou maken aan de verwarring.

De oude priester wachtte hen op bij een raam in vlakglas. Buiten verlichtte een amberkleurige gloed de mensen en het verkeer. Mist onttrok de nachtlucht aan het gezicht. De bistro lag in het hartje van de stad, vlak bij het Revolutieplein en op vrijdagavond was het er altijd erg druk. Tibor had zich omgekleed en zijn zwarte priesterkleed ingeruild voor een spijkerbroek en coltrui. Hij stond op toen Michener hem aan Katerina voorstelde.

‘Mevrouw Lew werkt op mijn kantoor. Ik heb haar meegebracht om eventueel aantekeningen te maken.’ Hij had van tevoren besloten dat Katerina moest horen wat Tibor te vertellen had, en dat een leugen beter was dan de waarheid.

‘Als dat de wens is van de pauselijke secretaris,’ zei Tibor, ‘wie ben ik dan helemaal om daar vragen bij te stellen?’ De toon van de priester klonk luchtig en Michener hoopte dat de bitterheid van daarstraks verdwenen was. Tibor trok de aandacht van de serveerster en bestelde nog twee bier. Toen schoof de oude priester een envelop over de tafel. ‘Dit is mijn antwoord op het verzoek van Clemens.’

Michener raakte het pakketje niet aan.

‘Ik heb er de hele middag over nagedacht,’ zei Tibor. ‘Ik wilde nauwkeurig zijn, dus heb ik het opgeschreven.’
De serveerster zette twee kroezen donkerbruin bier op de tafel. Michener nam een slokje van het schuimende brouwsel. Katerina ook. Tibor was al aan zijn tweede kroes begonnen, de eerste stond leeg op de tafel.
‘Ik heb in lange tijd niet meer aan Fatima gedacht,’ zei Tibor rustig.
Katerina nam het woord. ‘Heb je lang in het Vaticaan gewerkt?’
‘Acht jaar, eerst voor Johannes xxiii en daarna voor Paulus vi. Naderhand ben ik weer missiewerk gaan doen.’
‘Was je er werkelijk bij toen Johannes xxiii het derde geheim las?’ vroeg Michener. Hij wilde het terrein voorzichtig aftasten en niet laten merken wat hij uit de brief van Clemens had opgemaakt.
Tibor keek lange tijd door het raam naar buiten. ‘Ik was er.’
Michener wist wat Clemens aan Tibor had gevraagd, dus drong hij aan. ‘Pastor, de paus maakt zich ergens grote zorgen over. Kun je me helpen hem te begrijpen?’
‘Ik kan zijn angst begrijpen.’
Michener probeerde achteloos te klinken. ‘Enig idee waarom?’
De oude man schudde het hoofd. ‘Veertig jaar later begrijp ik het zelf nog niet eens.’ Hij keek opzij terwijl hij sprak, alsof hij niet zeker was van wat hij zei. ‘Zuster Lucia was een vrome vrouw. De Kerk heeft haar onheus behandeld.’
‘Hoe bedoel je?’ vroeg Katerina.
‘Rome heeft het zo geregeld dat ze een afgezonderd bestaan leidde. Je zult je herinneren dat alleen Johannes xxiii en zij het derde geheim in 1959 kenden. Daarop heeft het Vaticaan bevolen dat alleen haar naaste familieleden haar voortaan mochten bezoeken en dat ze met niemand over de verschijningen mocht praten.’
‘Maar ze was erbij toen Johannes Paulus het geheim in 2000 openbaar maakte,’ zei Michener. ‘Ze zat op het podium toen de tekst in Fatima aan de wereld werd voorgelezen.’
‘Ze was in de negentig. Haar gehoor en haar gezicht lieten naar het schijnt te wensen over. En vergeet niet dat het haar verboden was om over het onderwerp te praten. Ze heeft geen commentaar gegeven. Helemaal niets heeft ze gezegd.’
Michener nam nog een slok bier. ‘Maar waarom is de houding van het Vaticaan tegenover zuster Lucia een probleem? Wilden ze haar niet gewoon beschermen tegen elke mafkees op aarde die haar met vragen wou lastigvallen?’
Tibor kruiste zijn armen voor zijn borst. ‘Ik verwacht niet dat je het begrijpt. Jij bent een product van de curie.’
Michener was beledigd omdat hij dat nou juist níét was. ‘Mijn paus is geen vriend van de curie.’
‘Het Vaticaan eist absolute gehoorzaamheid. En anders stuurt de Apostolische Penitentiarie je wel een brief om je naar Rome te ontbieden en rekenschap te vragen. We moeten doen wat ons gezegd wordt. Zuster Lucia was een loyale dienares. Ze deed wat haar gezegd werd. Geloof me nou maar, het laatste wat Rome wou, was dat zij de wereldpers te woord stond. Johannes heeft haar het zwijgen opgelegd omdat hij geen keus had, en elke paus na hem heeft dat bevel bevestigd omdat ook zij geen keus hadden.’
‘Zoals ik het me herinner, heeft zowel Paulus vi als Johannes Paulus ii haar opgezocht. Johannes Paulus vroeg zelfs haar mening voordat hij het derde geheim bekendmaakte. Ik heb bisschoppen en kardinalen gesproken die aanwezig waren bij de openbaarmaking. Ze heeft haar handschrift geauthentiseerd.’
‘Welk handschrift?’
Een vreemde vraag.
‘Zeg je nu dat de Kerk over de boodschap heeft gelogen?’ vroeg Katerina.
Tibor pakte zijn bierkruik op. ‘Dat zullen we nooit weten. De goede non, Johannes xxiii en Johannes Paulus ii zijn niet langer onder ons. Ze zijn allemaal dood, behalve ik.’
Michener besloot van onderwerp te veranderen. ‘Zeg ons dan wat je weet. Wat gebeurde er toen Johannes xxiii de boodschap las?’
Tibor leunde achterover in de gammele eiken stoel en scheen de vraag belangstellend te overwegen. Uiteindelijk zei de oude priester: ‘Goed dan. Ik zal jullie precies vertellen wat er gebeurde.’

‘Ken je Portugees?’ vroeg monseigneur Capovilla.

Tibor keek op vanuit zijn stoel. Hij werkte nu tien maanden in het Vaticaan en het was de eerste keer dat iemand van de vierde verdieping het woord tot hem richtte. En dat was niemand minder dan de privé-secretaris van Johannes xxiii. ‘Ja, monseigneur.’
‘De Heilige Vader heeft jouw hulp nodig. Wil je pen en papier pakken en met

me meekomen?’ Hij volgde de priester naar de lift en in stilte gingen ze naar de vierde verdieping waar hij het pauselijke appartement werd binnengebracht. Johannes xxiii zat over een schrijftafel gebogen. Er stond een kleine houten kist op de tafel waarvan het lakzegel gebroken was. De paus had twee vellen papier in zijn hand.

‘Pastor Tibor, kunt u deze documenten lezen?’ vroeg Johannes.

Tibor pakte ze aan en las de woorden. Hij registreerde de betekenis niet, alleen het feit dat hij ze kon begrijpen. ‘Ja, Heilige Vader.’
Er verscheen een glimlach op het ronde gezicht. De glimlach die de rooms-katholieken overal ter wereld gegalvaniseerd had. De pers had zich aangewend hem Papa Johannes te noemen, een etiket dat de paus dierbaar was. Tijdens de lange ziekte van Pius xii waren de ramen van het Vaticaan afgedekt gebleven, de dichtgetrokken gordijnen waren een teken van rouw. Nu waren de luiken opengegooid en de Italiaanse zon stroomde naar binnen, een signaal voor iedereen die het Sint-Pietersplein opliep dat deze Venetiaanse kardinaal zich inzette voor een reveil.
‘Wees zo goed hier bij het raam plaats te nemen en een Italiaanse vertaling neer te pennen,’ zei Johannes. ‘Elk op een apart blad, zoals de originelen.’
Tibor had er bijna een uur over gedaan om er zeker van te zijn dat zijn twee vertalingen nauwkeurig waren. Het origineel was duidelijk in een vrouwelijk handschrift geschreven en het Portugees was wat oubollig, een beetje zoals de taal omstreeks de eeuwwisseling had geklonken. Talen vertoonden de neiging om net als volken en culturen met hun tijd mee te gaan, maar voor iemand met zijn opleiding was het een relatief eenvoudige klus. Johannes had weinig op hem gelet terwijl hij zat te werken en praatte zachtjes met zijn secretaris. Toen hij klaar was, overhandigde hij zijn werkstuk aan de paus. Hij wachtte op een reactie terwijl de paus het eerste blad las. Niets. Toen las de paus het tweede blad. Het bleef even stil.
‘Dit heeft niets te maken met mijn pontificaat,’ zei Johannes zacht.
Gezien de woorden die op de twee vellen stonden, vond hij dat een vreemd commentaar, maar hij zei niets. Johannes vouwde ieder van de vertalingen samen met het origineel op en maakte er twee aparte hoopjes van. De paus bleef even zwijgen en Tibor bewoog zich niet. Na een pontificaat van amper negen maanden had deze paus de rooms-katholieke wereld grondig veranderd. Een van de redenen waarom Tibor naar Rome was gekomen, was dat hij er deel van wilde uitmaken. De wereld was klaar voor iets nieuws en God, zo leek het wel, had voor dat laatste gezorgd.
Johannes zette zijn mollige vingertoppen tegen elkaar voor zijn mond en zat zachtjes te schommelen. ‘Pastor Tibor, ik wil dat je jouw paus en jouw God zweert dat je nooit openbaar zult maken wat je net hebt gelezen.’
Tibor begreep hoe belangrijk een dergelijke gelofte was. ‘Ik geef u mijn woord, Heilige Vader.’
De waterige ogen van Johannes staarden hem aan met een blik die zijn ziel doorboorde. Er liep een koude rilling over zijn ruggengraat en hij moest de aanvechting onderdrukken om zijn gewicht van zijn ene voet naar de andere over te brengen.
De paus leek zijn gedachten te lezen. ‘Je mag er zeker van zijn,’ zei de paus haast fluisterend, ‘dat ik zal doen wat ik kan om de wensen van de Maagd in te willigen.’

‘Ik heb Johannes xxiii nooit meer gesproken,’ zei Tibor.
‘En geen enkele andere paus heeft ooit contact met je opgenomen?’ vroeg
Katerina.
Tibor schudde zijn hoofd. ‘Niet tot vandaag. Ik heb Johannes mijn woord
gegeven en ik heb het gehouden. Tot drie maanden geleden.’
‘Wat heb je naar de paus gestuurd?’
‘Weet je dat niet?’
‘Niet in detail.’
‘Misschien wil Clemens niet dat je het weet.’
‘Dan zou hij me niet hierheen gestuurd hebben.’
Tibor gebaarde naar Katerina. ‘Zou hij willen dat zíj het ook weet?’ ‘Ik wil dat,’ zei Michener.
Tibor taxeerde hem met een strenge blik. ‘Het spijt me, pastor. Wat ik hem
heb toegestuurd, blijft tussen Clemens en mij.’
‘Je zei dat Johannes xxiii nooit meer met je gesproken heeft. Heb jíj geprobeerd met hem in contact te komen?’ vroeg Michener.
Tibor schudde het hoofd. ‘Slechts enkele dagen later heeft Johannes het
tweede Vaticaans concilie bijeengeroepen. Ik herinner me de aankondiging
nog zeer goed. Ik dacht dat dát zijn repliek was.’
‘Zou je dat nader willen verklaren?’
De oude man schudde zijn hoofd. ‘Liever niet.’
Michener dronk zijn kroes leeg en had er graag nog een besteld, maar hij
wist wel beter. Hij bestudeerde de gezichten om zich heen en vroeg zich af
of er iemand interesse had voor wat hij deed. Vlug verdrong hij die gedachte.
‘Wat gebeurde er toen Johannes Paulus ii het derde geheim openbaarde?’ Tibors gezicht vertrok. ‘Wat zou er gebeurd moeten zijn?’
Michener begon te balen van ’s mans kortaangebonden stijl. ‘De wereld
weet nu wat de Maagd gezegd heeft.’
‘De Kerk heeft de waarheid wel vaker naar haar hand gezet.’ ‘Suggereer je nu dat de Heilige Vader de wereld heeft bedrogen?’ vroeg Michener.
Tibor antwoordde niet onmiddellijk. ‘Ik weet niet wat ik suggereer. De
Maagd is vele malen op aarde verschenen. Je zou toch denken dat we de boodschap eindelijk gesnapt hebben.’
‘Welke boodschap? Ik heb de afgelopen maanden iedere verschijning van
de afgelopen tweeduizend jaar bestudeerd. Ze lijken allemaal uniek in hun
soort.’
‘Dan heb je ze niet grondig genoeg bestudeerd,’ zei Tibor. ‘Ook ik heb er jarenlang over gelezen. In ieder relaas komt een oproep van de hemel voor om te
doen wat God vraagt. De Maagd is de hemelse boodschapper. Ze biedt geleide én wijsheid aan, en we hebben haar domweg genegeerd. In de moderne tijd
wordt die vergissing al sinds La Salette begaan.’
Michener kende alle bijzonderheden van de verschijning in La Salette, een
dorp hoog in de Franse Alpen. In 1846 hadden twee herdertjes, een jongetje
dat Maxim heette, en een meisje, Mélanie, zogenaamd een visioen gehad. In
veel opzichten leek de gebeurtenis op die in Fatima: een landelijk tafereel, een
licht dat uit de hemel afdaalde, het beeld van een vrouw die hen toesprak. ‘Zoals ik het me herinner,’ zei Michener, ‘werden aan de kinderen geheimen
verteld die uiteindelijk op papier zijn gezet. Pius ix heeft die teksten gekregen.
Later publiceerden de zieners hun eigen versie. Ze werden ervan beschuldigd
dat ze hun verhaal opgesmukt hadden. De hele verschijning belandde in een
schandaalsfeer.’
‘Zeg je nu dat er een verband is tussen La Salette en Fatima?’ vroeg Katerina.
Er kroop een verveelde uitdrukking over Tibors gezicht. ‘Ik zeg helemaal
niets. Pastor Michener hier heeft toegang tot het archief. Zegt hij dat er een
verband is?’
‘Ik heb de verschijningen in La Salette bestudeerd,’ zei Michener. ‘Pius ix
heeft nooit commentaar gegeven nadat hij de geheimen had gelezen, maar hij
heeft ook nooit toegelaten dat hun inhoud werd gepubliceerd. En hoewel de
originele teksten in zijn documentenregister voorkomen, bevinden ze zich
niet meer in het archief.’
‘Ik heb in 1960 naar de geheimen van La Salette gezocht en evenmin iets gevonden. Maar er zijn aanwijzigen over hun inhoud.’
Michener wist precies waar Tibor het over had. ‘Ik heb getuigenverklaringen gelezen van mensen die toekeken terwijl Mélanie de boodschappen optekende. Ze vroeg hoe ze onfeilbaar, bevlekt en antichrist moest spellen, als ik het
goed heb.’
Tibor knikte. ‘Pius ix zelf gaf ook enkele aanwijzingen. Nadat hij de boodschap van Maxim had gelezen, zei hij: “We hebben hier te maken met de onbevangenheid en de eenvoud van een kind.” Maar toen hij die van Mélanie had
gelezen, begon hij te huilen. Hij zei: “Ik heb minder te vrezen van goddeloosheid dan van onverschilligheid. De Kerk wordt niet zonder reden de strijdende kerk genoemd en hier ziet u haar bevelhebber.” ’
‘Je hebt een ijzersterk geheugen,’ zei Tibor. ‘Mélanie was niet erg aardig
toen ze vernam hoe de paus had gereageerd. “De boodschap had de paus plezier moeten doen,” zei ze, “pausen zouden gráág moeten lijden.” ’ Michener herinnerde zich de kerkelijke decreten uit die tijd. Ze bevalen de
gelovigen, op straffe van sancties, iedere discussie over La Salette uit de weg te
gaan. ‘Pastor Tibor, aan La Salette is nooit hetzelfde niveau van geloofwaardigheid toegekend als aan Fatima.’
‘Omdat de oorspronkelijke teksten van de boodschappen verdwenen zijn.
We kunnen alleen maar speculeren. Er is nooit een discussie over het onderwerp geweest omdat de Kerk het verbood. Meteen na de verschijning moet
Maxim gezegd hebben dat de boodschap van de Maagd voor sommigen gunstig was, en voor anderen betreurenswaardig. Lucia heeft zeventig jaar later
hetzelfde gezegd in Fatima. “Voor sommigen goed, voor anderen slecht.” Het
wordt tijd dat men de woorden van de Madonna niet langer negeert.’ ‘Wat zeg je nou eigenlijk?’ vroeg Michener gefrustreerd.
‘In Fatima zijn de wensen van de hemel heel duidelijk meegedeeld. Ik heb het
geheim van La Salette niet gelezen, maar ik kan me er wel iets bij voorstellen.’ Michener was de raadsels spuugzat, maar hij besloot de oude priester zijn
zegje te laten doen. ‘Ik weet wat de Maagd in Fatima als tweede geheim heeft
meegegeven: de toewijding van Rusland en wat er zou gebeuren als die uitbleef. Dat was inderdaad een specifieke opdracht...’
‘En toch,’ zei Tibor, ‘heeft geen enkele paus vóór Johannes Paulus ii iets aan
die toewijding gedaan. Dat is pas in 1984 gebeurd. En we kennen de Russische
geschiedenis van 1917 tot 1984. Het communisme bloeide. Miljoenen mensen
zijn gestorven. Roemenië werd door monsters verkracht en leeggeplunderd.
Wat had de Maagd gezegd? De goeden zullen de marteldood sterven, de Heilige Vader zal veel te lijden hebben, verschillende naties zullen worden vernietigd. En
dat alles omdat pausen hun eigen koers wilden varen, in plaats van die van de
hemel.’
De woede was onmiskenbaar. Tibor deed geen enkele poging om zijn gemoedsgesteldheid te verbergen. ‘En amper zes jaar na de toewijding, komt het
communisme ten val.’ Tibor masseerde zijn voorhoofd. ‘Rome heeft geen enkele Maria-verschijning formeel erkend. Hooguit kwam het Vaticaan ertoe de
gebeurtenis waard te bevinden aanvaard te worden. De Kerk wil niet aanvaarden dat zieners iets belangrijks te vertellen hebben.’
‘Maar dat is alleen maar uit voorzichtigheid,’ zei Michener.
‘Hoezo? De Kerk erkent dat de Maagd verschenen is, moedigt de gelovigen
aan dat te geloven, en brengt de zieners vervolgens in diskrediet. Valt de contradictie jou niet op?’
Michener antwoordde niet.
‘Trek de redenering even door,’ zei Tibor. ‘Sinds 1870 en het eerste Vaticaans concilie is de paus onfeilbaar als hij het over de geloofsleer heeft. Wat
denk je dat er met dat dogma gebeurt als de woorden van een eenvoudig boerenkind belangrijker worden bevonden?’
Michener had de kwestie nooit op die manier bekeken.
‘De Kerk zou geen gezag meer hebben op het gebied van de geloofsleer,’ zei
Tibor. ‘De gelovigen zouden elders een leidraad zoeken. Rome zou niet langer
het centrum zijn. En dat mocht dus niet gebeuren. De curie overleeft, tot elke
prijs. Dat is altijd al zo geweest.’
‘Maar pastor Tibor, zei Katerina, ‘de geheimen van Fatima gaan concreet
over plaatsen, data, periodes. Ze noemen Rusland en de pausen bij naam. Ze
hebben het over moorden op pausen. Is de Kerk niet alleen maar behoedzaam? Die zogenaamde geheimen wijken zo sterk af van de evangelies, dat ze
stuk voor stuk verdacht kunnen overkomen.’
‘Een goed punt. Wij mensen hebben de neiging alles te negeren waar we het
niet mee eens zijn. Maar misschien dacht de hemel dat preciezere instructies
nodig waren, de details zoals jij ze hebt genoemd.’
Michener zag de opwinding op het gezicht van Tibor en de zenuwachtigheid aan de handen die de lege bierkruik omvatten. Er viel een gespannen stilte. Toen liet de oude man zijn schouders zakken en gebaarde naar de envelop. ‘Zeg aan de Heilige Vader dat hij moet doen wat de Madonna heeft gevraagd. Niet discussiëren, niet negeren, gewoon doen wat ze heeft gezegd.’ De
stem was vlak en emotieloos. ‘Als hij weigert, zeg hem dan dat hij en ik spoedig
in de hemel zullen zijn, en dat ik verwacht dat hij alle schuld op zich neemt.’