2

 

 

De pakhuizen van de SAB*(*Sectie Arbeiders Bevoorrading) stonden in de vorm van een V, de lange zijde strekte zich uit langs de Angara, of zoals men tegenwoordig juister zegt, langs het water, de korte kwam links op de Nizjnistraat uit - net alsof die zwaar wegende letter niet stond, maar lag, als je er van boven uit de nederzetting op neerkeek. De twee andere zijden waren vanzelfsprekend omgeven door een dicht hek. Vanaf de straat leidden er twee wegen naar dit produktenbolwerk: een brede toegangspoort voor vrachtwagens en daarnaast een doorgang voor bevoegden. Rechts van de inrit stond een keurig in het hek ingebouwde, half naar voren uitstekende winkel, die vrolijk de straat op keek met zijn groene verf en grote ramen, en een stoep had in twee helften: voor levensmiddelen en voor bedrijfsgoederen.

De Nizjnistraat was zowel links als rechts van de pakhuizen dicht bebouwd: de mensen worden altijd door water aangetrokken. En een fikse brand zou wel eens aan beide kanten naar de huizen kunnen uitwaaieren en overslaan naar de hoger gelegen wijk. Onwillekeurig moest Ivan Petrovitsj daaraan het eerst denken toen hij zijn huis uit rende, en niet aan het behoud van de pakhuizen. In zulk soort gevallen dringt zich eerst het allerakeligste op, pas daarna beginnen gedachten en daden de afmetingen van de mogelijke ramp in te perken.

Vanaf zijn stoep wierp Ivan Petrovitsj een blik in de richting van de pakhuizen en zag geen vuur. Maar het het geschreeuw dat overal hoorbaar was, klonk van die kant wanhopiger en alarmerender. Om de weg af te snijden ging Ivan Petrovitsj dwars door de moestuin en op een open plek aangekomen kon hij vaststellen dat er inderdaad brand was. Er ontwikkelde zich een wazige, grillige gloed naast, en naar het leek in de verte rechts van de pakhuizen; heel even dacht Ivan Petrovitsj dat de dorre bonestaken en het badhuisje achteraan in brand stonden, maar op hetzelfde moment rechtte de gloed zich, schoot omhoog en verlichtte de loodsen onder zich. Ivan Petrovitsj kwam tot bezinning: wat moest hij nu met zijn blote handen? Hij holde terug, schreeuwend tegen Aljona, maar die was er nu meer, zij had de hut in de steek gelaten en was weggesneld. Ivan Petrovitsj pakte de bijl van de stapel hakhout en vloog de tuin door, zonder te weten waar de hrandhaak kon zijn en zonder het zich te binnen te Kunnen brengen, gegrepen als hij was door een andere gedachte: dat het huis op slot moest. Toen begonnen ei haastige vuurtongetjes op de wand te dansen, en zonder nog maar iets te beseffen stormde Ivan Petrovitsj weer terug.

Al voorthollend wist hij op te merken dat de gloed zich dichter naar de straat toe bewoog. Het was dus mi er dan zomaar een binnenbrandje. Zo’n erge brand was er zolang de nederzetting bestond nog niet geweest .

Ivan Petrovitsj rende om het hek heen en liep toen langzaam vanaf de wijd openstaande toegangspoort het pakhuisterrein op, onderwijl om zich heen kijkend wat er allemaal aan de hand was.