38.
Een heldere maan van gigantische afmetingen en een intens witte kleur leek de enorme vlakte van de zee ver in de diepte te vergulden. Viola Maskelene keek uit haar raampje en zag een lang, wit kielzog als een potlood over het glinsterende water liggen. Aan het hoofd van de witte streep voer een onafzienbaar grote oceaanstomer, die er vanaf haar hoogte van elfduizend meter uitzag als een speelgoedbootje. Dat was de Queen Mary, dacht ze, op weg van Southampton naar New York.
Ze bleef naar het schip staan kijken en voelde de betovering. Ze stelde zich de duizenden mensen in de diepte voor, op dat grote schip midden op de oceaan, bezig met eten, drinken, dansen, vrijen - een complete wereld op een schip, zo klein dat het leek alsof ze het in haar hand kon houden. Ze keek het na tot het achter de horizon verdwenen was. Grappig - ze was hier misschien wel duizend keer per vliegtuig geland, en toch bleef het een spannende belevenis. Ze keek naar de man aan de andere kant van het gangpad, die zat te dommelen bij een Financial Times en die geen moment uit het raam gekeken had. Dat was iets wat ze niet begrijpen kon. Ze leunde achterover in haar stoel en vroeg zich af wat ze nu kon doen. Dit was het tweede deel van haar reis vanuit Italië. Ze was in Londen overgestapt, ze had haar boek al uit en ze had de oppervlakkige tijdschriften aan boord al doorgebladerd. De eerste-klascabine was bijna leeg, en het was in Londen bijna twee uur in de ochtend, dus de weinige passagiers die haar cabine deelden, sliepen bijna allemaal. Ze had de stewardess voor zichzelf. Ze ving de blik van de vrouw.
‘Kan ik iets voor u doen, Lady Maskelene?’
Ze grimaste even toen ze haar titel hoorde. Hoe wisten ze dat toch allemaal?
‘Een glaasje champagne, graag. En alsjeblieft, noem me geen Lady Maskelene. Dan voel ik me een oud lijk. Kun je niet gewoon Viola zeggen?’
‘Mijn excuses. Ik breng de champagne meteen.’
‘Dank je wel.’
Terwijl Viola zat te wachten, zocht ze in haar tas en haalde de brief eruit die ze drie dagen tevoren thuis, op het Italiaanse eiland Capraia, had ontvangen. Er was al aan te zien dat hij vele malen was geopend en weer dichtgevouwen, maar toch las ze hem opnieuw.
Mijn lieve Viola,
Deze brief komt ongetwijfeld als een schok, en dat spijt me.
Ik bevind me in de positie van Mark Twain: ook hij moest aankondigen dat de berichten over zijn dood zwaar overdreven waren.
Ik leef, ik ben gezond, maar ik moest tijdelijk onderduiken vanwege een uitzonderlijk gevoelige zaak waaraan ik momenteel werk.
Dat, in combinatie met bepaalde recente gebeurtenissen in Toscane, waarvan je ongetwijfeld op de hoogte bent, wekte onder mijn vrienden en collega’s de indruk dat ik dood was.
Een tijdlang was het opportuun om die indruk niet bij te stellen. Maar ik leef nog, Viola - hoewel ik een situatie heb doorstaan die me zo dicht bij de dood heeft gebracht als een mens maar zijn kan.
Die verschrikkelijke ervaring is de reden voor deze brief. Tijdens die afgrijselijke uren van bijna-dood besefte ik hoe kort het leven is, hoe breekbaar, en dat we die zeldzame kansen op geluk niet mogen laten schieten. Toen wij elkaar bij toeval op Capraia ontmoetten, slechts enkele uren voordat die belevenis begon, was ik overrompeld - en jij, als je me toestaat, ook.
Er gebeurde iets tussen ons. Je hebt een onuitwisbare indruk op me gemaakt, en ik koester de hoop dat ik een soortgelijke indruk op jou gemaakt heb. Daarom zou ik je willen uitnodigen om tien dagen in New York te komen logeren, zodat we elkaar beter kunnen leren kennen.
Om te zien of die indruk inderdaad zo onuitwisbaar en zo gunstig is als ik ten stelligste geloof.
Bij die woorden moest Viola glimlachen; die ouderwetse, bijna onbeholpen formulering was zo typisch Pendergast dat ze zijn stem bijna kon horen. Maar het was en bleef een zeer ongewone brief - zo’n brief had ze nog nooit gekregen.
Viola was door een groot aantal mannen op een groot aantal manieren aangesproken, maar nooit zó. Er gebeurde iets tussen ons. Dat was zo. Toch zouden de meeste vrouwen verbaasd en zelfs geschokt zijn door zo’n uitnodiging. Op de een of andere manier kende Aloysius haar na één ontmoeting al goed genoeg om te weten dat zij niet geschokt zou zijn door zo’n brief. Integendeel...
Ze las verder.
Als je deze ietwat onconventionele uitnodiging aanvaardt, neem dan alsjeblieft British Airways-vlucht BA 822 van Gatwick naar Kennedy.
Vertel tegen niemand waarom je op reis gaat. Ik leg het uit zodra je hier bent; voor dit moment zal moeten volstaan dat mijn leven opnieuw in gevaar kan komen als jouw bezoek aan mij bekend wordt.
Op Kennedy zal mijn broer Diogenes je opwachten bij de bagagecarrousel.
Diogenes. Alweer verscheen er een glimlach op haar gezicht, toen ze zich herinnerde dat Aloysius had gezegd dat in zijn familie excentrieke namen gebruikt werden. Dat was dus echt zo - wie noemde zijn kind nou Diogenes?
Je herkent hem onmiddellijk, want hij lijkt sprekend op mij - alleen heeft hij een keurig baardje.
Het opvallendst aan hem zijn zijn ogen: vanwege een ongeval in zijn jeugd heeft hij één bruin en één melkblauw oog.
Hij neemt geen bordje mee en zelf weet hij uiteraard niet hoe jij eruitziet, dus je zult hem zelf moeten vinden. Ik zou jou niet toevertrouwen aan iemand anders dan mijn broer, die uiterst discreet is. Diogenes brengt je naar mijn buitenhuisje op Long Island, in een dorpje aan Gardiners Bay.
Daar zal ik op je wachten.
Zo kunnen we een aantal dagen samen doorbrengen.
Het huisje is van alle gemakken voorzien, maar rustiek, met een schitterend uitzicht op Shelter Island aan de overkant van de baai.
Uiteraard krijg je je eigen suite, en het spreekt vanzelf dat we alle egards in acht zullen nemen - tenzij de omstandigheden anders voorschrijven, uiteraard.
Bij die laatste zin moest Viola hardop lachen. Hij was zo ouderwets, en tegelijkertijd maakte hij zijn bedoeling op weinig subtiele wijze kenbaar - maar dat deed hij uiterst stijlvol en met een gortdroog gevoel voor humor.
In de drie dagen na je aankomst wordt de zaak waarin ik betrokken was afgerond. Dan kunnen we tevoorschijn komen en kan ik me weer aan de wereld vertonen met (naar ik hoop) jou aan mijn arm.
Dan kunnen we voordat jij weer naar Capraia vertrekt een schitterende week vol theater, muziek, kunst en culinaire verkenningen doorbrengen in New York City.
Viola, ik smeek je nogmaals: vertel dit aan niemand. Geef me je antwoord per ouderwets telegram aan het volgende adres:
A. Pendleton 15 Glover’s Box Road The Springs, NY 10511
en onderteken met ‘Anna Livia Plurabelle’.
Als je mijn uitnodiging aanvaardt, maak je me een bijzonder gelukkig man. Ik weet dat ik niet goed ben met gevoelens en bloemrijke frasen - zo zit ik niet in elkaar.
Verdere tekenen van affectie bewaar ik voor wanneer we elkaar persoonlijk zien.
Met de grootste genegenheid,
Aloysius
Ook daar moest Viola om glimlachen. Ze kon Pendergast de zinnen bijna horen uitspreken, met zijn elegante maar ietwat strenge uitstraling. Anna Livia Plurabelle, ja ja... goed om te weten dat Pendergast zich niet verheven voelde boven grappige literaire toespelingen, en dan nog wel zo’n intellectuele grap!
Wat een aantrekkelijke man was het; ze voelde vlinders in haar buik bij de gedachte aan het weerzien. En die vage aanduiding van gevaar in zijn brief maakte het avontuur des te pikanter. Opnieuw werd ze getroffen door de gedachte dat ze hem zo goed leek te kennen, terwijl ze maar één middag samen hadden doorgebracht. Eerder had ze nooit geloofd in die nonsens over soulmates, over liefde op het eerste gezicht, over voor elkaar bestemd zijn. Maar op de een of andere manier...
Ze vouwde de brief op en nam het tweede document uit haar tas. Dat was een telegram, met de korte tekst:
Meer dan blij dat je komt! Bevestiging: mijn broer komt je
ophalen. Ik vertrouw op je discretie. Tot later, A.X.L.P.
Zorgvuldig stopte ze beide brieven weer in haar handtas, waarna ze een slokje champagne nam. Haar gedachten dwaalden terug naar die ontmoeting op Capraia.
Ze herinnerde zich hoe ze mest aan het uitrijden was geweest in haar wijngaard, toen ze een man met een zwart pak zag aankomen die voorzichtig tussen de aardkluiten door liep. In zijn kielzog volgde een Amerikaanse politieagent in burger. Het was zo’n vreemde aanblik geweest dat ze bijna in lachen uitgebarsten was.
Ze hadden haar geroepen - ze dachten dat ze een landarbeider was. En toen waren ze dichterbij gekomen en had ze voor het eerst in Pendergasts eigenaardige, knappe gezicht gekeken.
Plotseling had ze een heel vreemd gevoel gekregen, iets wat haar nog nooit overkomen was. In zijn gezicht las ze dezelfde gewaarwording, hoewel hij zijn best deed om niets te laten merken. Het was een kort bezoek geweest - een gesprek van een uur bij glazen witte wijn op haar terras met uitzicht op zee...
En toch keerden haar gedachten keer op keer terug naar die middag, alsof er toen iets belangrijks gebeurd was.
En toen was er dat tweede bezoek geweest. D’Agosta in zijn eentje, zijn gezicht grauw en kapot van verdriet, en het vreselijke bericht van Pendergasts dood. Pas op dat afgrijselijke moment had ze gemerkt hoezeer ze zich erop verheugd had om agent Pendergast terug te zien. En hoe zeker ze ervan geweest was dat hij een rol zou spelen in de rest van haar leven.
Dat was een afschuwelijke dag geweest. Maar wat een vreugde toen ze zijn brief had ontvangen.
Ze glimlachte bij de gedachte dat ze hem binnenkort zou zien. Ze was dol op intriges. Ze was nog nooit iets uit de weg gegaan dat het leven op haar pad bracht. Haar impulsiviteit had haar bij tijden in de problemen gebracht, maar tegelijkertijd had ze daardoor een kleurrijk en fascinerend leven geleid, dat ze voor niets ter wereld had willen missen.
Deze mysterieuze uitnodiging leek wel iets uit de liefdesromans die ze als jong meisje verslonden had. Een weekend in een huisje op Long Island, met een man die haar boeide zoals niemand haar ooit geboeid had, gevolgd door een spetterende week in New York City. Zoiets kon ze toch niet weigeren?
Hij zou beslist niet verwachten dat ze de nacht met hem doorbracht - hij was op en top gentleman - maar de gedachte alleen al bezorgde haar tintelingen waarvan ze moest blozen...
Ze nam de laatste slok uit haar glas; het was uitstekende champagne, zoals altijd in de eerste klas.
Soms voelde ze zich schuldig dat ze eerste klas vloog - het leek nogal elitair - maar op een trans-Atlantische vlucht maakte het een levensgroot verschil in comfort uit. Viola was gewend aan ongemakken doordat ze jarenlang op- graafwerkzaamheden had verricht in Egypte, maar ze had nooit de zin ingezien van ongemak om het ongemak zelf.
Ze keek op haar horloge. Over iets meer dan vier uur zouden ze op Kennedy landen.
Interessant om kennis te maken met Pendergasts broer - Diogenes. Je kon een hoop over iemand te weten komen door zijn broer te leren kennen.