*
De dokter heeft Mme Laure een spuitje gegeven.
Hij heeft verschillende medicijnen en desinfecterende zalfjes voorgeschreven. Hij heeft de zieke geknord: wat een idee, zich door een konijn te laten bijten.
Mme Laure, klagend en gerustgesteld, troont opnieuw in de salon, temidden van haar trouwe vriendinnen die haar beklagen, haar paaien, en eindeloos hun eigen avonturen verhalen, de ongevalletjes van heel hun familie, de tegenslagen van hun kennissen. Mme Thérèse zwijgt. Ze serveert infusies; ze vergeet het uur van de ouweltjes niet. Een lichte glimlach speelt over haar lippen als ze zich, attent, naar haar meesteres buigt, het drankje in haar hand.
Als de dames zich hebben teruggetrokken, helpt Mme Thérèse Mme Laure in bed: de arme vrouw wordt wel erg gehinderd door de onbeweeglijkheid van haar in een halsdoek rustende arm.
Thérèse slaat het bed open, strijkt de lakens glad, schudt het hoofdkussen op. Dan, als Mme Laure ligt, gaat Thérèse op een stoel aan haar hoofdeind zitten, en beiden keuvelen ze nog een poosje.
Mme Thérèse zegt dat Mme Laure het op het nippertje heeft gehaald: ze durft erover te spreken nu, ze dacht al dat het met haar gedaan was. Mme Laure zegt dat Thérèse overdrijft: het was maar een klein beetje.
Mme Thérèse zegt dat het konijn dol had kunnen zijn.
Mme Laure vraagt hoe een opgesloten beest hondsdolheid had kunnen krijgen.
Mme Thérèse zegt dat zulke gevallen gekend zijn.
Mme Laure onderdrukt een rilling. Ze zegt dat ze gelukkig is dat ze er nogal goed van afgekomen is.
Mme Thérèse vraagt wat Mme beslist heeft in verband met het konijn. En Mme Laure verbaast zich: wat zou ze moeten beslissen? Dat beest had daar het recht toe; zijzelf is dwaas geweest door het wakker te maken.
Mme Thérèse zegt dat ze sinds die noodlottige nacht niet meer kan slapen; ze heeft altijd de indruk dat ze de stap van Mme Laure hoort die naar de tuin gaat om zich te laten bijten.
Mme Laure verzekert dat het haar niet meer zal overkomen.
Mme Thérèse zegt dat ze een hekel heeft gekregen aan dat konijn.
Mme Laure verzekert dat ze het konijn, wat haar betreft, niets kwalijk neemt.
Mme Thérèse zegt dat ze de goedheid van haar meesteres wel herkent. Dan zwijgt ze, schudt het hoofd, tot Mme Laure haar vraagt waaraan ze denkt.
Mme Thérèse zegt dat als zij de baas zou zijn, ze het beest niet in leven zou laten.
Mme Laure, verbluft, vraagt of Thérèse het konijn zou laten doden. En Mme Thérèse antwoordt dat ze het zonder te aarzelen zou opofferen.
Mme Laure zegt dat Théodore er ziek van zou zijn. En Mme Thérèse doet: pff... één hand omhoog, terwijl ze met haar vingers knipt.
Mme Laure zegt: nou, nou...
En Mme Thérèse verzekert dat deze beslissing haar niet aangaat, dat ze niets, absoluut niets heeft gezegd. Ze staat op, zet de stoel terug op z'n plaats, steekt het nachtlampje aan en trekt zich op haar tenen terug.