13

 

Nu hij thuis zat te werken, kon hij net zo goed bij Ruth gaan zitten. Niet dat hij zin had om te neuken, al had hij dat wel een beetje. Of was hij er te oud en te lelijk voor geworden? Je kon je beter aftrekken wat dat betreft. Hij begreep Hans niet, dat die zich overal en bij iedereen zomaar durfde uit te kleden. Ja, hij begreep Hans wél. Hans zag er gewoon stukken beter uit dan hij. Aan het kantoor in Den Haag gaf hij door dat hij de rest van de ochtend ‘ambulant’ was. Dan wist Pam genoeg, dat wil zeggen: ze wist van niks, maar dacht dat hij even om de gedachten te verzetten de stad in was.  

De stad in gaan betekende voor hem: terug in de tijd gaan. Verlangen had met herinneringen te maken. Het was terugverlangen. Naar iets wat in wezen nooit had bestaan.

Maar hij ging de stad niet in, hij ging naar de uitgewoonde betonmisère, opgedroogde natte droom van een of andere klootzak ‘met visie’.

Hij belde zijn vaste taxibedrijf, want hij had geen zin om met die prachtige metro te moeten gaan, waar verdwaalde Afrikanen melancholiek tegen de automatische schuifdeuren stonden te pissen.

Had Hans daar trouwens rekening mee gehouden? Met de pissende neger? De azijn pissende neger? Waarschijnlijk was minstens half Nederland te achterlijk voor zijn nieuwe stemmethode. Ook de roomblanke kaaskoppen zelf. Je moest ervoor kunnen lezen, schrijven en rekenen. Dat waren geen vanzelfsprekende vaardigheden meer, want vooruitgang voor allen betekende niet per se vooruitgang voor iedereen. De wereld werd alsmaar beter, maar de mensen zelf schoten er niet zoveel mee op.  

De bel. De taxichauffeur die zich aandiende, had hij vaker gehad, hij heette Joop of zo, dacht hij, maar zeker wist hij het niet. Wel dat hij een grote fan van Pam was, de televisie-Pam bedoelde hij, die hij jarenlang thuis in het kastje had gehad. Op armlengte van zijn lul ja . Hij raakte niet over haar uitgepraat.  

‘Zo, daar zijn we weer,’ zei het bestelde mannetje met ingesleten opgewektheid.

Nieuwenhuijs dook op de achterbank en beantwoordde geen van de intiemerige vragen over de fantasie-Pam, die hem via de achteruitkijkspiegel werden toegekaatst. ‘Het vrouwtje is zeker even gezellig winkelen?’ Het vrouwtje . Toen hij werd afgezet, vertrouwde hij Joop zekerheidshalve en ongevraagd toe dat hij hier was om een klant te bezoeken. Je wist maar nooit. Straks zat Pam een keer bij hem in de taxi.  

Over het tegelpad met taaie, kale gemeentestruiken liep hij naar Ruths flatgebouw.

In de toegangsruimte beneden zocht hij op het bellenpaneel haar naambordje. Geen gehoor. Fuckerdefuck . Hij nam de lift naar haar flat. Maar ook op de deurbel boven werd niet gereageerd. Nou, daar stond hij dan, in dat naargeestige betonhol waar drie of vier deuren op uitkwamen en waar je ter bevordering van de claustrofobie alleen met de lift weg kon. Hij vond het onverdraaglijk dat Ruth niet aan zijn gedachten beantwoordde en zomaar wat anders aan het doen was. De deur uit was gegaan. Net nu hij haar wilde verrassen, ondankbaar kutwijf.  Zo vaak kwam hij toch niet langs? En dan toch gewoon weggaan. Op een vage manier had hij altijd het idee dat zij op de achtergrond kant-en-klaar op hem zat te wachten. Permanent beschikbaar. Ja hoor ’s, hier had hij geen tijd voor.  

Ruth was geen vrouw om moeite voor te doen. Pam wel, dat was een ander verhaal. In een opwelling voelde hij zich een beetje schuldig. Alsof hij Ruth iets gaf wat voor Pam bestemd zou moeten zijn. De arme ziel dacht dat hij zich thuis zat uit te sloven voor Portielje, maar in plaats daarvan zat hij hier als een hondje voor de deur te bedelen tot hij erin mocht. De grote Fons Nieuwenhuijs. Te wachten op een afgedankt doorsneewijf dat door Pam niet eens zou worden opgemerkt als het toevallig voorbijkwam.

Hij had er al spijt van dat hij helemaal hiernaartoe was gekomen. Terwijl hij nog genoeg te doen had, nog meer dan genoeg. In feite had hij thuis geweldig goed zitten werken. Hij begreep niet hoe hij het in zijn kop had gehaald om hier in deze probleemwijk vrijwillig zijn tijd te gaan zitten verbeuzelen.

Tot zijn schrik zwaaide de deur ernaast open. Had iemand hem zitten beloeren via het rondgeslepen gluurgaatje dat ze hier huis aan huis hadden om deurwaarders bijtijds te herkennen? Voor hem stond een Surinaamse, die met haar hele hebben en houden zijn gedachten tot de rand vulde en keurig binnen de lijntjes inkleurde.

‘Als je op Ruth staat te wachten, mag je ook bij mij komen zitten, jongen. Dat is wel zo gezellig, vind je niet?’

De uitnodiging overrompelde hem. De gastvrijheid van sommige volkeren kende geen grenzen, dat bleek maar weer eens. Hij vond het wel een geil idee, met een vreemde vrouw mee naar binnen gaan, al moest hij aan de vrouw zelf nog een beetje wennen. Met haar neuken zag hij nog niet helemaal voor zich. Waar moest hij beginnen, welke kant moest boven? Wat moest hij ermee? Je werd er zo bleek en papperig van, van een negerin. Portielje had het een paar keer gedaan toen hij met een of andere politieke delegatie richting rimboe moest. Maar Hans had nergens moeite mee, die deed het zelfs met zijn eigen vrouw.

‘Jij bent zeker Fons?’ Met die Surinaamse tongval van haar. Fôôhnz. Nooit had hij zijn naam zo lekker lui swingend horen vertolken, zo helemaal vanuit de heupen.

Wacht eens even. Hoezo kende ze zijn naam? Ergens in hem, diep weggestopt, sluimerde de angst voor ontmaskering. Iemand die hem doorhad. Maar ergens anders, waarschijnlijk ergens voor in zijn broek, kon hem dat niks schelen. Niemand wist dat hij hier was, niemand wist wat hij hier deed.  

‘Jij bent toch de televisieman?’

Waar had ze dat vandaan? Had Ruth haar over Pam verteld? Zoiets moest het zijn. Of werd hij als de verkeerde herkend? Een of andere quizmaster. Dat kon natuurlijk ook. Enfin, ontkennen had nu geen zin meer. Sommige dingen gebeurden nu eenmaal, daar kon je weinig aan doen.

Ze ging hem voor met dat zelfstandig voortstuwende lichaam van haar waar alles met alles in verbinding stond en waar het zenuwcentrum ergens in het almachtige achterste moest zetelen. Het halletje kwam hem bekend voor, met straks links de open keuken en rechtdoor de woonkamer. Ja precies. Alles hetzelfde, alles anders dan hiernaast. Ze loodste hem naar binnen met haar bolronde bilmassa, die zelfs onder het lopen leken te kunnen neuken. Hoe vaak was hij niet achter een vrouw haar huis binnengegaan, met zijn ogen op konthoogte? Niet zo vaak, eerlijk gezegd. Niet zo vaak als Hans. En niet achter zulke onbegrijpelijke chocoladebergen. Toch voelde het aan als routine, als iets wat al gebeurd was terwijl het nog moest beginnen. Het was een scène die al zo lang bestond, het enige wat een beetje vreemd was, was dat híj er nu in meespeelde.  

De achtersteven die hem tot leidraad had gediend, draaide nu uit beeld en degene die dit lichaam bewoonde, beval hem ‘alvast’ op de bank te gaan zitten.

De inrichting van de flat was vooral praktisch. Compleet anders dan bij Ruth. Het rook er naar zeep en chloor. Waar mogelijk waren afwasbare materialen gebruikt. De eettafel was een verouderd kantinemodel dat je nog wel eens in snackbars tegenkwam. Op de vloer lag glad zeil, van dat dunne spul vol krassen en putten die niet meer konden worden weggeboend. Dus zo woonden negers.  

De enige plek waar je een beetje normaal kon zitten, was een zwarte kunstleren bank met uitzicht op een stereotoren alsmede een afzichtelijk groot televisietoestel, dat aanstond zonder geluid. Er werd een herhaling van een cosmetische mevrouw uitgezonden die, ondertiteld met telefoonnummers, een product uit het drogisterijwezen probeerde te verkopen. Nu nog nieuwer, deden haar lippen. Maar, zeiden ze erbij, ik kan ook pijpen als het moet.

Leila of Sheila (zoiets leek ze te heten) boog zich over de tv heen naar de cd-speler, waarbij ze de als een schilderij ingelijste portretfoto van twee wezenloos lachende kinderen zorgvuldig ontweek, en tikte met haar lange gelakte nagels op een paar toetsen en voilà, daar begon een gelikte zanger toepasselijk te kreunen van een of ander genot.

Door het raam zag hij de betonnen rand van het balkon en daarboven de lucht, dezelfde als thuis en toch anders.

Ruth had veel over hem verteld, beweerde ze, terwijl ze in één ononderbroken beweging naast hem op de bank gleed. Wat had Ruth verteld? Nu rook hij haar ook, die typische paardenlucht die zulke mensen afscheidden, maar het kon wat hem betreft evengoed van een ander dier zijn. Zijn reukvermogen was, met dank aan Philip Morris Cigarette Manufacturers uit West-Virginia, vrijwel nihil. Hij kwam in de ban van iets warms en zoets, zakte langzaam in een holletje dat de vrouw naast hem leek te vormen. Overal voelde hij haar lichaam, haar warmte. Hij kreeg zin om weg te dommelen, van seks te dromen. Schrok op. Kon het zo zijn dat deze dame tegen betaling ontving? Vandaar die afwasbare materialen. En vandaar die hand met felgeschilderde nagels die figuurtjes kriebelde op zijn bovenbeen. Je las er wel over in de krant. Dat vrouwen in achterstandswijken vrijwillig tot prostitutie overgingen. Ja hoor ’s, daar had hij geen zin in, om achteraf de rekening gepresenteerd te krijgen. Dat was zo katterig. Bovendien was hij geen hoerenloper. Vrouwen waren voor hem in principe heilig.  

 ‘Wat kijk je geschrokken?’ lachte Leila. ‘Zeker niet gewend aan complimentjes, jongen?’

Had hij iets gemist? Lag hij in haar armen? Van de consternatie kreeg hij een stijve, van het idee dat hij hier met een vreemde vrouw kon gaan liggen neuken als hij er zin in had, terwijl aan de andere kant van de wand Ruth elk moment thuis kon komen. Als ze hem eens zou kunnen zien, met een webcam of zo. Easy Ruthje-kutje maakte hem altijd zo geil, zelfs dwars door de muur heen. Jammer, op een bepaalde manier, dat Leila erbij was. Vanwege de schaamte. Hij probeerde daarom zijn erectie te negeren, in de hoop dat ze niks doorkreeg. Altijd bang om te worden betrapt. Nog steeds. Kom jij maar even voor de  klas . Met je paal in je broek.   

Wat er nu gebeurde, nam hij waar, maar hij nam er niet aan deel. Hij had ook het idee dat Leila er niet aan deelnam, het was louter haar lichaam. Het gebeurde in feite buiten hen om. Als je er niet over nadacht, bestond het niet eens. In feite was hij hier aan het wachten tot Ruth terugkwam. Zo moest je het zien. Hij werd er een beetje duizelig van. Dat het zo krankzinnig gemakkelijk ging. Met een negerin nog wel. Het moest niet gekker worden . Of waren zulke vrouwen geiler? Hij was geneigd de volksmond te bevestigen. Technischer in ieder geval. Hij had het gevoel dat hij zelf niets hoefde te doen, een beetje meegaan, verder niets, wat de indruk versterkte dat er in wezen niets gebeurde.  

Ze moesten hun lichamen maar even hun gang laten gaan. Zoals mensen die hun honden uitlieten. Die konden er ook niks aan doen als hun beesten zomaar iets deden. Hij wist niet eens wie er in dat stuk vlees op hem zat. Niemand waarschijnlijk.

Nu hij erover nadacht, ging dit gedoe hem plotseling tegenstaan. Wat deed hij hier? Terwijl zij er nog helemaal in zat en schrijlings op hem gezeten zacht kreunend haar natte, harige kut, voelde hij dat goed ? gatverdamme! wat lekker over hem heen schoof. Hij dacht aan Portielje, voor wie dit soort dingen gesneden koek was. Hans kon in het moment gaan zitten, ook als politicus. Aanwezig zijn, tot in de fijnste trilhaartjes voelen dat je bestaat. Hij zelf niet nee. Een beetje benauwd kreeg hij het eigenlijk. Straks kreeg hij nog aids ook van die vleesetende kut. Hij wilde zo snel mogelijk weg.  

‘Ruth is thuis!’ riep hij op goed geluk, in de hoop Leila uit haar ritme te halen. Maar zijn toon was te triomfantelijk.

‘Huh, wat?’ hijgde ze in zijn oor.

Hij had zin in een sigaret, maar je mocht hierbinnen vast niet roken. Veel te clean.

‘Ruth is thuis,’ zei hij nog maar eens, maar nu doffer. Hij voelde of hij zijn pakje nog bij zich had.

‘Wie? Ruth?’

‘Je buurvrouw.’ Troela.  

Ze waren terugveranderd in twee vreemden, dat drong ook tot Sheila door. En dus ook dat het nu een beetje raar was om met half afgesjorde broeken, slipjes et cetera op elkaar te zitten. Zijn lul kromp waar ze bij zaten, die laffe slak. Terug in zijn schulp. ‘Jammer, ik was net lekker bezig,’ zei ze terwijl ze zich van zijn schoot liet kantelen. ‘En jij?’ Op de achtergrond kreunde de crooner digitaal zijn onafscheidelijke genot. Nu pas ving hij een glimp op van haar onsmakelijke naaktheid, nu ze, afgewend, haar kleren fatsoeneerde en terugkeerde naar een toestand van niks aan de hand. De meeste mensen kon je beter niet naakt leren kennen .  

Hoe vaak had ze dit gedaan? De hoer. Ook hij propte alles terug en deed zijn kleren goed, onvervuld als een hoerenloper. Schuldig ook, dat hij haar niet had kunnen bevredigen. Hij had zin om te betalen, om ervan af te zijn. En om buiten een sigaret op te steken. Buiten in het halletje.  

Het was wel verdacht gemakkelijk gegaan. Dat wel. Net of het niet gebeurd was. Er was ook niks gebeurd, als je het zuiver bekeek.