Hoofdstuk 17

Zijn donkere haar stak als rafelige franje onder zijn pet vandaan en hij keek me niet aan toen hij zei: 'Wilt u dit alstublieft tekenen, mevrouw.' Hij overhandigde me het klembord. In mijn hoofd hoorde ik allerlei wilde stemmen. 'Ze kwamen laat van het vliegveld, omdat de luchtvaartmaatschappij meneer Harpers bagage was kwijtgeraakt.' 'Ben je blond van jezelf, Kay, of blondeer je je haar?' 'Het was nadat de jongen de bagage had gebracht�' 'Nu zijn ze allemaal weg.' 'Toen Roy het sporenmateriaal uit een Boeing 747 onderzocht, hebben we hier een vezel gehad die in elk opzicht overeenkwam met deze oranje vezel�' 'Het was nadat de jongen de bagage had gebracht!' Langzaam nam ik de pen en het klembord uit de uitgestoken hand in de bruin-leren handschoen aan. Met een stem die ik niet herkende, droeg ik hem op: 'Zou je alsjeblieft mijn koffer open willen maken. Ik kan niets tekenen zolang ik niet zeker weet of al mijn bezittingen aanwezig zijn.' E�ogenblik lang was er verwarring op zijn harde, bleke gezicht te lezen. Zijn ogen verwijdden zich een beetje toen hij naar mijn rechtopstaande koffer keek, en ik sloeg zo snel toe dat hij geen tijd had om met zijn handen de klap af te weren. De rand van het klembord sloeg tegen zijn keel, en vervolgens schoot ik als een wild dier weg. Ik was al bij mijn eetkamer toen ik zijn voetstappen achter me aan hoorde komen. Mijn hart bonkte tegen mijn ribben en ik vloog de keuken in. Op het gladde linoleum schoten mijn voeten bijna onder me uit terwijl ik om het snijblok heen rende en het brandblusapparaat van de muur naast de koelkast rukte. Op het moment dat hij de keuken instormde, spoot ik een verstikkende wolk droog poeder in zijn gezicht. Een lang mes viel met een dof geluid op de grond terwijl hij naar adem snakkend zijn gezicht met zijn handen vastgreep. Ik griste een gietijzeren koekepan van het fornuis en zwaaide die als een tennisracket opzij, hem voluit in de buik treffend. Voorovergebogen hapte hij naar lucht. Ik haalde opnieuw uit, deze keer naar zijn hoofd. Ik mikte niet goed, maar ik voelde hoe het kraakbeen onder de platte ijzeren bodem verbrijzeld werd. Ik wist dat ik zijn neus had gebroken en hem waarschijnlijk een paar tanden uit had geslagen. Het hield hem nauwelijks tegen. Kuchend en gedeeltelijk verblind door het poeder, viel hij op zijn knie�en deed met zijn ene hand een greep naar mijn enkels terwijl hij met zijn andere hand naar het mes tastte. Ik smeet de koekepan naar hem toe, schopte het mes buiten zijn bereik en vluchtte de keuken uit. Mijn heup bonkte tegen de scherpe hoek van de tafel en mijn schouder stootte tegen de deurpost. Gedesori�eerd en huilend, slaagde ik er op de een of andere manier in om mijn Ruger uit de koffer op te diepen en twee patronen in de cilinder te duwen. Hij stond toen al op het punt zich boven op me te werpen. Ik was me bewust van het geluid van de regen en van zijn raspende adem. Het mes was maar een paar centimeter van mijn keel verwijderd toen ik de trekker voor de derde keer overhaalde, en de slagpin eindelijk de ontstekingslading raakte. Er was een oorverdovende explosie met gas en vlammen, en een Silvertip doorboorde zijn buik, zodat hij een paar meter verder op de grond neerviel. Hij worstelde om rechtop te gaan zitten en staarde me met glazige ogen aan. Zijn gezicht was � bebloede massa. Hij probeerde iets te zeggen en bracht zwakjes het mes omhoog. Mijn oren suisden. Ik hield de revolver met mijn schuddende handen recht en schoot een tweede kogel door zijn borst. Terwijl ik toekeek hoe het licht in Frankie Aims' ogen doofde, rook ik de scherpe lucht van het kruit, vermengd met de zoete geur van bloed. Toen stortte ik jammerend in terwijl de regen en de wind het huis geselden en Frankie's bloed over de geboende eiken vloer stroomde. Over mijn hele lichaam trillend zat ik te huilen en ik kwam pas in beweging toen de telefoon voor de vijfde keer overging. 'Marino. O god, Marino,' was alles wat ik kon zeggen.

Ik ging pas weer naar kantoor terug toen Frankie Aims' lichaam na de sectie was vrijgegeven en zijn bloed van de roestvrijstalen tafel was gewassen, door de afvoerbuizen was gelopen en met het smerige water in de stadsriolering was vermengd. Het speet me niet dat ik hem had gedood. Het speet me dat hij ooit geboren was. 'Zoals het er nu uitziet,' zei Marino, me aankijkend over de deprimerend hoge stapel papieren boven op mijn bureau, 'kwam Frankie verleden jaar oktober naar Richmond. Dat wil zeggen, sinds die tijd huurde hij een kamer in Redd Street. Een paar weken later vond hij een baantje, hij ging zoekgeraakte bagage afleveren. Omega heeft een contract met het vliegveld.' Ik zei niets, en haalde mijn briefopener door de zoveelste envelop met een inhoud die alleen maar in mijn prullenbak zou belanden. 'De jongens die voor Omega werken gebruiken hun eigen auto. En dat leverde rond januari een groot probleem voor Frankie op. De versnellingsbak van zijn uit eenentachtig daterende Mercury Lynx begaf het en hij had de centen niet om hem te laten repareren. Geen auto, geen baan. Ik denk dat hij toen Al Hunt om een gunst heeft gevraagd.' 'Hadden die twee daarv�nog contact gehad?' vroeg ik. Ik voelde me opgebrand en verward, en ongetwijfeld was dat ook aan mijn stem te horen. 'O ja,' antwoordde Marino. 'Daar twijfel ik niet aan, en Benton ook niet.' 'En waar baseren jullie je veronderstellingen op?' 'Om te beginnen,' zei hij, 'blijkt het dat Frankie anderhalf jaar geleden in Butler, Pennsylvania, woonde. We hebben bij de ouwe Hunt alle telefoonnota's van de afgelopen vijf jaar doorgenomen - dat bespaart een hoop moeite als hij de belasting over de vloer krijgt, niet? Het blijkt dat de Hunts vijf collect calls uit Butler hebben gekregen in de periode dat Frankie in Pennsylvania was. Het jaar daarvoor waren het collect calls uit Dover, Delaware, en het jaar daarvoor is er zo'n zes keer uit Hagerstown, Maryland gebeld.' 'En dat waren allemaal telefoontjes van Frankie?' vroeg ik. 'Dat zijn we nog aan het natrekken. Maar ik persoonlijk heb het sterke vermoeden dat Frankie Al Hunt van tijd tot tijd opbelde. Waarschijnlijk vertelde hij hem dan alles over wat hij met z'n moeder had gedaan. Daarom wist Al ook zo veel toen hij met jou praatte. Jezus, hij kon geen gedachten lezen. Hij briefde gewoon over wat hij uit de gesprekken met zijn walgelijke maatje wist. Het lijkt erop dat hoe gekker Frankie werd, hoe dichter hij bij Richmond kwam wonen. En toen, beng! Een jaar geleden deed hij onze mooie stad aan en de rest weet je.' 'En hoe zit 't met Hunts autowasserette?' vroeg ik. 'Kwam Frankie daar vaak?' 'Volgens een paar jongens die daar werken,' zei Marino, 'kwam iemand wiens beschrijving met die van Frankie overeenkwam daar van tijd tot tijd langs, blijkbaar al sinds januari. Te oordelen naar wat nota's die we in zijn huis hebben gevonden, heeft hij in de eerste week van februari de motor van zijn Mercury laten nakijken voor het lieve sommetje van vijfhonderd dollar, wat hij waarschijnlijk van Al Hunt heeft gekregen.' 'Weet jij of Frankie soms bij de autowasserette is geweest op een dag dat Beryl daar met haar auto kwam?' 'Ik vermoed dat dat inderdaad is gebeurd. Weet je, misschien zag hij haar voor de eerste keer toen hij Harpers tassen in januari bij het huis van de McTigues afleverde. En toen? Een paar weken later of zo zag hij haar weer toen hij bij Al Hunts autowasserette rondhing om een lening los te peuteren. Bingo. Het was net alsof hij een boodschap kreeg. En toen zag hij haar misschien op het vliegveld - hij liep daar constant heen en weer om zoekgeraakte bagage op te halen en om God weet wat te doen. Misschien zag hij Beryl voor de derde keer toen ze een vliegtuig naar Baltimore nam, waar ze een afspraak met mevrouw Harper had.' 'Denk je dat Frankie met Hunt ook over Beryl gepraat heeft?' 'Dat is niet te zeggen. Maar het zou me niets verbazen. Dat zou zeker een verklaring zijn waarom Hunt zich heeft opgehangen. Hij zag het aankomen - wat zijn krankzinnige vriend Beryl uiteindelijk aandeed. En toen werd Harper ook nog koud gemaakt. Hunt voelde zich waarschijnlijk zo schuldig als de pest.' Het deed pijn als ik in mijn stoel ging verzitten. Ik verschoof de papieren, op zoek naar de datumstempel die ik een seconde daarvoor nog in mijn hand had gehad. Mijn hele lichaam voelde pijnlijk aan en ik overwoog serieus om een r�enfoto van mijn rechterschouder te laten maken. En wat mijn geest betreft, ik wist niet wat iemand daar aan zou kunnen doen. Ik had het gevoel dat ik mezelf niet was. Ik wist niet wat ik voelde, behalve dat ik heel moeilijk stil kon blijven zitten. Ik kon me onmogelijk ontspannen. Ik merkte op: 'Het zou bij Frankie's waanidee�passen als hij zijn ontmoetingen met Beryl op zichzelf betrokken heeft en er een bijzondere betekenis aan heeft toegekend. Hij zag Beryl in het huis van de McTigues. Hij zag haar bij de autowasserette. Hij zag haar op het vliegveld. Daardoor sloeg hij echt op hol.' 'Ja. Daardoor wist die schizo dat God hem toesprak, dat hij vertelde dat er een band was tussen hem, Frankie, en die mooie, blonde dame.' Op dat moment kwam Rose binnen. Ik nam de roze telefoonnotitie van haar aan en legde die op de stapel papieren. 'Wat voor kleur had zijn auto?' Ik ritste een nieuwe envelop open. Frankies auto had op mijn oprit gestaan. Ik had hem gezien toen de politie arriveerde, toen mijn hele tuin in het rode stroboscooplicht lag te vibreren. Maar er was niets tot me doorgedrongen. Ik herinnerde me maar een paar details. 'Donkerblauw.' 'En niemand herinnert zich dat hij of zij een blauwe Mercury Lynx heeft gezien in de wijk waar Beryl woonde?' Marino schudde zijn hoofd. 'In het donker, met de koplampen uit, is die auto nou niet bepaald opvallend.' 'Dat is waar.' 'En toen hij Harper te pakken nam, heeft hij z'n wagen waarschijnlijk ergens neergezet en heeft hij de rest van de afstand te voet afgelegd.' Hij zweeg even. 'De bekleding op de stoel van de bestuurder was weggerot.' 'Pardon?' vroeg ik, opkijkend van de brief die ik aan het doorlezen was. 'Op die stoel had hij een deken liggen die hij waarschijnlijk uit een vliegtuig had gejat.' 'En daar komt de oranje vezel vandaan?' wilde ik weten. 'Ze moeten nog een paar tests doen. Maar we denken dat dat inderdaad het geval is. Die deken heeft oranje-achtige strepen en Frankie moet er wel op gezeten hebben toen hij naar Beryls huis reed. Dat verklaart ook al die terroristenonzin. De een of andere passagier heeft tijdens een transatlantische vlucht net zo'n deken gebruikt als Frankie had. Die vent stapt over op een ander toestel en toevallig belandt een oranje vezel in het vliegtuig dat in Griekenland gekaapt is. Bingo! Die vezel kleeft dan aan het bloed van een arme marinier nadat hij koud gemaakt is. Heb je er enig idee van hoeveel vezels er van het ene naar het andere vliegtuig overgebracht worden?' 'Zoveel dat je je dat haast niet kunt voorstellen,' stemde ik in terwijl ik me afvroeg waarom ik op de adreslijst van alle recla- me-verzendbedrijven in de Verenigde Staten stond. 'En dat verklaart waarschijnlijk ook waarom er bij Frankie zoveel vezels op zijn kleren zaten. Hij werkte op de bagageafdeling. Hij kwam overal op het vliegveld en misschien ook wel in de vliegtuigen. Wie weet wat hij deed en wat voor stofjes er aan zijn kleren bleven hangen?' 'Omega gebruikt uniformoverhemden,' merkte Marino op. 'Geelbruin. Van Dynel.' 'Dat is interessant.' 'Dat zou je toch al moeten weten, doe,' zei hij, me scherp aankijkend. 'Hij had zo'n hemd aan toen jij hem doodschoot.' Ik kon het me niet herinneren. Ik herinnerde me alleen zijn donkere regenjack en zijn bloederige gezicht, bedekt met het witte poeder uit mijn brandblusapparaat. 'Ok� zei ik. 'Tot daar kan ik je volgen, Marino. Maar ik begrijp niet hoe Frankie Beryls telefoonnummer te pakken heeft gekregen. Het stond niet in het telefoonboek. En hoe wist hij dat ze op 29 oktober 's avonds uit Key West terug naar Richmond zou vliegen? En hoe wist hij in godsnaam wanneer ik het vliegtuig zou nemen?' 'De computers,' zei hij. 'Alle informatie over de passagiers, hun vluchtschema's, telefoonnummers en priv�dressen, staat in de computers. We denken dat Frankie soms wat met een computer speelde als er een balie onbezet was, bijvoorbeeld laat in de avond of vroeg in de ochtend. Het was verdomme net of hij op het vliegveld woonde. Het is onmogelijk te zeggen wat hij allemaal uitvoerde terwijl niemand enige aandacht aan hem besteedde. Hij was niet echt een prater, maar hij was een onopvallende vent, zo iemand die zo stil als een muis rondsluipt.' 'Volgens zijn Stanford-Binet,' dacht ik hardop, de datumstempel op het uitgedroogde inktkussen duwend, 'lag zijn intelligentieniveau ver boven het gemiddelde.' Marino zei niets. Ik mompelde: 'Zijn I.Q. lag ruim boven de 20.' 'Ja, ja,' zei Marino enigszins ongeduldig. 'Ik vertel het je maar.' 'Shit. Jij neemt die tests echt serieus, niet?' 'Ze zijn een goede indicator.' 'Ze zijn niet heilig.' 'Nee, ik zou niet durven beweren dat de intelligentiequoti�tests heilig zijn,' stemde ik in. 'Misschien ben ik wel blij dat ik niet weet wat het mijne is.' 'Je kunt je I.Q. ook nu nog laten testen, Marino. Het is nooit te laat.' 'Ik hoop alleen maar dat het hoger is dan mijn verdomde bowlingscore. Meer wil ik er niet over zeggen.' 'Dat is niet erg waarschijnlijk. Tenzij je een erg slechte bowler bent.' 'De laatste keer wel.' Ik deed mijn bril af en wreef voorzichtig in mijn ogen. Ik had een hoofdpijn waarvan ik zeker wist dat die nooit meer over zou gaan. Marino vervolgde: 'Ik en Benton kunnen alleen maar aannemen dat Frankie Beryls telefoonnummer uit de computer had, en dat hij na een tijdje ook in de gaten begon te houden welke vluchten ze nam. Ik denk dat hij uit de computer wist dat ze in juli een vliegtuig naar Miami had genomen, toen ze op de loop ging nadat ze dat hart op haar portier had gezien�' 'Heb je er een theorie over wanneer hij dat heeft gedaan?' onderbrak ik hem terwijl ik de prullenbak dichter naar me toetrok. 'Toen Beryl naar Baltimore vloog heeft ze vast haar auto op het vliegveld laten staan, en de laatste keer dat ze mevrouw Harper daar ontmoette was begin juli, nog geen week voordat ze dat hart op haar portier ontdekte,' zei hij. 'Hij kan het dus gedaan hebben terwijl haar auto op het vliegveld stond.' 'Wat denk jij?' 'Ik denk dat dat heel aannemelijk is.' 'Ik ook.' 'En toen vluchtte Beryl naar Key West.' Ik was nog steeds bezig met de post. 'En Frankie zocht steeds in de computer naar haar reservering voor de retourvlucht. Zo wist hij precies wanneer ze zou terugkomen.' "s Avonds, 29 oktober,' zei Marino. 'En Frankie had alles van tevoren doordacht. Zo makkelijk als wat. Hij mocht bij de bagage van de passagiers komen, en ik denk dat hij tussen de bagage van haar vlucht heeft gezocht terwijl alles op de lopende band werd gezet. Toen hij een tas vond met Beryls naam erop, heeft hij die meegegraaid. Even later deed ze er aangifte van dat haar grote, bruine, leren tas weg was.' Hij hoefde me niet te vertellen dat Frankie precies dezelfde truc bij mij had uitgehaald. Hij zocht uit wanneer ik uit Florida zou terugvliegen. Hij stal mijn koffer. En toen kwam hij bij mij aan de deur en ik liet hem binnen. De gouverneur had me een uitnodiging gestuurd voor een receptie waarvoor ik een week te laat was teruggekomen. Ik veronderstelde dat Fielding in mijn plaats was gegaan. De uitnodiging verdween in de prullenmand. Marino vertelde me gedetailleerd wat de politie in Frankie Aims' appartement in het noorden van de stad had aangetroffen. Beryls tas, met haar bebloede bloes en onderkleding, lag in zijn slaapkamer. In een koffer die hij als tafel gebruikte bevond zich een verzameling tijdschriften met gewelddadige pornografie en een zak vol kleine kogeltjes. Die had hij gebruikt om het stuk pijp mee te vullen waarmee hij Cary Harper op het hoofd had geslagen. Ook zat er een envelop in met een tweede set computerdiskettes van Beryl, bij elkaar gehouden door twee stukjes karton, en de fotokopie van Beryls manuscript, met het origineel van de eerste bladzijde van hoofdstuk vijfentwintig erin die ze per ongeluk had verwisseld met de kopie die Mark en ik hadden gezien. Benton Wesley had de theorie dat Frankie de gewoonte had om in bed in Beryls boek te zitten lezen terwijl hij de kleren betastte die ze aan had toen hij haar vermoordde. Misschien was dat inderdaad zo. Wat ik echter zeker wist, was dat Beryl geen enkele kans had gehad. Toen Frankie bij haar aan de deur kwam, had hij haar leren tas bij zich en liet hij zijn identificatie van het koeriersbedrijf zien. Zelfs als ze hem herkende van de avond toen hij Cary Harpers tassen bij het huis van de McTigues afleverde, had ze geen enkele reden om zich ergens zorgen over te maken - net zoals ik me geen zorgen had gemaakt totdat ik mijn deur al geopend had. 'Als ze hem maar niet had binnengelaten,' mompelde ik. Mijn briefopener was verdwenen. Waar was die in vredesnaam gebleven? 'Het was logisch dat ze dat wel deed,' antwoordde Marino. 'Frankie gedraagt zich heel zakelijk en staat te glimlachen en draagt een uniformoverhemd en een pet van Omega. Hij heeft de tas, wat betekent dat hij ook haar manuscript heeft. Ze is opgelucht. Ze is dankbaar. Ze opent de deur, zet het alarm af, en vraagt hem binnen te komen�' 'Maar waarom heeft ze het alarm weer aangezet, Marino? Ik heb ook een alarminstallatie. En bij mij komen er ook soms mensen iets afgeven. Als mijn alarm aanstaat als de post een pakje komt afleveren, zet ik het uit en doe de deur open. Als ik de persoon in kwestie genoeg vertrouw om hem binnen te laten, dan zet ik het alarm toch zeker niet weer aan, om het vervolgens alleen maar uit en ook weer aan te moeten zetten als die persoon vertrekt.' 'Heb je ooit je auto dichtgedaan terwijl je sleutels nog in het contact zaten?' Marino keek me nadenkend aan. 'Wat heeft dat er nou mee te maken?' 'Beantwoord die vraag nou maar.' 'Natuurlijk is me dat wel eens gebeurd.' Ik vond mijn briefopener. Hij lag op mijn schoot. 'Maar hoe gebeurt zoiets? In nieuwe auto's zitten allerlei veiligheidsmechanismen om dat te voorkomen, doe.' 'Juist. En ik ken ze allemaal zo goed, dat ik totaal gedachteloos alle handelingen uitvoer, en dan zijn plotseling mijn portieren op slot en hangen mijn sleutels uit het contact te bungelen.' 'Ik heb het gevoel dat dat precies is wat Beryl heeft gedaan,' vervolgde Marino. 'Ik denk dat ze heel dwangmatig was met die verdomde alarminstallatie, die ze tenslotte had laten installeren nadat de dreigementen begonnen. Ik denk dat ze dat ding de hele tijd aan had, dat het een reflex was geworden om die knopjes in te drukken zodra ze haar voordeur dichtdeed.' Hij aarzelde en staarde naar mijn boekenkast. 'Een beetje vreemd. Ze laat verdomme haar revolver in de keuken liggen, en stelt dan wel haar alarm weer in werking als die vent eenmaal in haar huis is. Dat laat zien hoe erg ze in de war was, hoe nerveus de hele toestand haar maakte.' Ik legde een stapel toxicologierapporten recht en schoof die samen met een paar overlijdensaktes opzij. Toen ik naar de berg gedicteerde verslagen naast mijn microscoop keek, voelde ik me onmiddellijk weer gedeprimeerd. 'Jezus Christus,' klaagde Marino ten slotte. 'Zou je alsjeblieft stil kunnen zitten, in ieder geval tot ik weg ben? Je maakt me stapelgek.' 'Het is de eerste dag dat ik weer op kantoor ben,' bracht ik hem in herinnering. 'Ik kan het niet helpen. Kijk toch eens naar die troep.' Ik veegde met mijn hand over het bureau. 'Je zou denken dat ik een jaar ben weg geweest. Het kost me een maand voordat ik weer bij ben.' 'Ik geef je tot acht uur vanavond. Dan is alles weer gewoon, precies zoals het was.' 'Dank je wel, hoor,' zei ik op nogal scherpe toon. 'Je hebt hier goeie mensen. Ze weten hoe ze de tent draaiende moeten houden als jij er niet bent. En wat is daar verkeerd aan?' 'Helemaal niets.' Ik stak een sigaret op en schoof nog meer papieren opzij, op zoek naar een asbak. Marino pakte er een van de zijkant van het bureau en duwde hem dichter naar me toe. 'H�het is toch niet zo dat je hier niet meer nodig bent,' zei hij. 'Niemand is onmisbaar.' 'Ja, precies. Ik wist wel dat je dat dacht.' 'Ik denk helemaal niets. Ik ben gewoon in de war,' zei ik terwijl ik mijn agenda van de plank boven me pakte. Rose had tot het eind van de volgende week alles doorgestreept. Daarna was het Kerstmis. Ik voelde dat ik op het punt stond in tranen uit te barsten, en ik wist niet waarom. Terwijl hij naar voren leunde om de as van zijn sigaret af te tikken, vroeg Marino schuchter: 'Hoe was Beryls boek, doe?' 'Het is een boek dat je hart breekt, maar waar je ook blij van wordt,' zei ik terwijl de tranen in mijn ogen sprongen. 'Het is ongelooflijk.' 'Ja, nou, ik hoop dat het gepubliceerd wordt. Daardoor blijft ze op de een of andere manier voortleven, als je begrijpt wat ik bedoel.' 'Ik weet precies wat je bedoelt.' Ik ademde diep in. 'Mark zou kijken wat hij kan doen. Het lijkt me dat alles opnieuw geregeld moet worden. Sparacino behandelt Beryls zaken in ieder geval niet meer.' 'Tenzij hij dat achter de tralies doet. Mark heeft je zeker wel over de brief verteld?' 'Ja,' zei ik. 'Dat heeft hij gedaan.' E�van Sparacino's brieven aan Beryl die Marino kort na haar dood in haar huis had gevonden, had een heel nieuwe betekenis gekregen toen Mark hem bekeek nadat hij haar manuscript had gelezen.

Wat interessant, Beryl, dat Joe Cary uit de problemen heeft geholpen - daardoor vind ik het alleen nog maar nog fijner dat ik die twee met elkaar in contact heb gebracht toen Cary dat prachtige huis kocht. Nee, ik vind het helemaal niet vreemd. Joe was � van de meest vrijgevige mensen die ik ooit gekend heb. Ik kijk ernaar uit om hier nog meer over te horen.

Er zat heel wat achter die simpele alinea, hoewel het niet waarschijnlijk was dat Beryl dat vermoed had. Ik betwijfelde of Beryl er enig idee van had gehad dat toen ze over Joseph McTi- gue schreef, ze gevaarlijk dicht bij het verboden gedeelte van Sparacino's eigen clandestiene werkterrein was gekomen. Daar hoorden onder andere talloze lege bv's bij, die de advocaat had opgericht om gemakkelijker geld wit te kunnen wassen. Mark geloofde dat McTigue, met zijn enorme vermogen en zijn bezittingen op de onroerend-goedmarkt, op de hoogte was van Sparacino's illegale activiteiten, en dat de hulp die McTigue aan de financieel aan de grond zittende Harper had geboden niet helemaal legaal was geweest. Omdat Sparacino Beryls manuscript nooit had gezien, was hij parano� over wat ze misschien zonder het te weten had onthuld. Toen het manuscript verdween, was hebzucht dus niet zijn enige reden om het in handen te krijgen. 'Hij dacht waarschijnlijk dat het zijn geluksdag was toen Beryl dood bleek te zijn,' zei Marino. 'Je weet wel, ze is er niet meer en kan dus niet protesteren als hij haar boek een beetje bijschaaft en er alles uithaalt wat een verwijzing zou kunnen zijn naar waar hij �t mee bezig is. Dan zou het z'n volgende stap zijn geweest om dat verdomde ding te verkopen en er z'n slag mee te slaan. Ik bedoel, wie zou er niet in ge�eresseerd zijn na alle publiciteit die hij er dan voor zou hebben gekregen? Niemand weet waar dat ge�digd zou zijn - waarschijnlijk met foto's van de lichamen van de dode Harpers in de een of andere sensatiekrant�' 'Sparacino heeft de foto's die Jeb Price heeft gemaakt nooit gekregen,' bracht ik hem in herinnering. 'Godzijdank.' 'Nou, wat dan ook. Het punt is, na al die ophef zou zelfs ik als een haas naar de winkel zijn gerend om dat verdomde ding te kopen en ik durf te wedden dat ik al in geen twintig jaar meer een boek heb gekocht.' 'Wat zonde,' mompelde ik. 'Lezen is heerlijk. Je zou het eens moeten proberen.' We keken allebei op toen Rose weer binnenkwam, deze keer met een lange, witte doos met een sjiek, rood lint eromheen. Onthutst zocht ze naar een leeg plekje op mijn bureau om de doos neer te zetten, maar gaf dat ten slotte op en legde hem in mijn handen. 'Wat is dit in hemelsnaam�?' mompelde ik. Mijn geest was helemaal leeg. Ik schoof mijn stoel naar achteren, legde het onverwachte cadeau op mijn schoot en begon het satijnen lint los te knopen terwijl Rose en Marino toekeken. Er lagen twee dozijn lang- stelige, prachtige rozen in de doos, glanzend als rode juwelen op een bedje van groen vloeipapier. Ik boog me eroverheen, sloot mijn ogen en ademde hun geur in. Toen opende ik de kleine, witte envelop in de doos. 'Als het je allemaal even te veel wordt, kom dan lekker ski� In Aspen na kerst. Grijp je kans en ga met me mee,' stond er op het kaartje. 'Ik hou van je, Mark.'