Hoofdstuk 11
.Even na middernacht begon er een ijsregen te vallen en tegen de ochtend was de wereld van glas. Ik bleef de hele zaterdag thuis, in mijn geest telkens mijn gesprek met Al Hunt herhalend. Hierdoor werd ik steeds opnieuw opgeschrikt in de afzondering van mijn intieme gedachten, als door het dooiende ijs dat plotseling krakend op de grond onder mijn raam viel. Ik voelde me schuldig. Zoals iedereen die met zelfmoord in aanraking komt, geloofde ik ten onrechte dat ik iets had kunnen doen om het gebeurde tegen te houden. Verslagen voegde ik hem aan de lijst toe. Er waren vier mensen gestorven. Twee van de sterfgevallen waren overduidelijke, wrede moorden, en twee waren dat niet, en toch waren alle gevallen op de een of andere manier met elkaar verbonden. Misschien waren ze verbonden door een fel oranje draad. Za terdag en zondag werkte ik thuis omdat mijn kantoor me er alleen maar aan zou herinneren dat ik niet langer het gevoel had alles onder controle te hebben - ik had trouwens het ge voel dat ik niet eens meer nodig was. Zonder mij ging het werk gewoon door. Mensen kwamen voor hulp naar mij toe en gin gen vervolgens dood. Gerespecteerde collega's zoals de procu reur-generaal vroegen om antwoorden, maar ik had niets wal ik hen aan kon bieden. Ik vocht terug op de enige, niet-agressieve manier die ik kende, Ik zat voor mijn computer, typte aantekeningen over de zaken en bestudeerde naslagwerken. En ik pleegde een groot aantal telefoontjes. Ik zag Marino niet meer voordat we elkaar op maandagochtend weer troffen op het Amtrak-station aan de Staples Mill Road. We liepen tussen twee wachtende treinen door. De donkere winterlucht werd verwarmd door de motoren en rook naar olie We vonden een plaats achter in onze trein en gingen verder met het gesprek waar we in het station mee waren begonnen. 'Dr. Masterson was niet bepaald breedsprakig,' zei ik over Hunts psychiater terwijl ik voorzichtig de boodschappentas die ik bij me had neerzette. 'Maar ik vermoed dat hij zich Hunt veel beter herinnert dan hij laat merken.' Waarom moest ik nou altijd een stoel treffen met een voetensteun die niet werkte? Marino geeuwde uitbundig terwijl hij de zijne, die het prima deed, uittrok. Hij bood niet aan om met mij van stoel te ruilen. Als hij dat wel had gedaan, zou ik zijn aanbod aangenomen hebben. Hij antwoordde: 'Hunt moet dus achttien, negentien geweest zijn toen hij in het gesticht zat.' 'Ja. Hij werd behandeld voor ernstige depressie,' zei ik. 'Ja, tja, dat zal best.' 'Wat bedoel je daarmee?' vroeg ik. 'Zijn soort is altijd depressief.' 'Wat is zijn soort, Marino?' 'Laten we maar zeggen dat het woord "mietje" meermalen bij me opkwam toen ik met hem sprak,' zei hij. Het woord 'mietje' kwam altijd bij Marino op als hij met iemand sprak die anders was. De trein schoof stil vooruit, als een van een pier wegvarende boot. ik wilde dat je dat gesprek had opgenomen,' vervolgde Marino, opnieuw geeuwend. 'Met dr. Masterson?' 'Nee, met Hunt. Toen hij bij jou langskwam,' zei hij. 'Dat is allemaal hypothetisch en het maakt nu toch niet meer uit,' antwoordde ik slecht op mijn gemak, ik weet het niet. Het lijkt me dat die vogel een heleboel wist. Ik zou best wel willen dat hij bij wijze van spreken een beetje langer in de buurt was gebleven.'Wat Hunt in mijn huiskamer had gezegd zou meer betekend hebben als hij nog leefde en als hij niet door alibi's werd beschermd. De politie had het huis van zijn ouders van onder tot boven doorzocht. Er was niets gevonden wat Hunt in verband bracht met de moord op Beryl Madison en Cary Harper. En wat belangrijker was, Hunt had met zijn ouders in hun country club gedineerd op de avond van Beryls dood en hij was met zijn ouders in de opera toen Harper vermoord werd. Die verhalen waren nagetrokken. Hunts ouders spraken de waarheid. Schokkend, zwaaiend en rollend reden we naar het noorden terwijl de locomotief onheilspellend floot. 'Dat gedoe met Beryl was uiteindelijk voor hem de druppel die de emmer deed overlopen,' zei Marino. 'Ais je mijn mening wilt weten, ik denk dat hij zich met haar moordenaar identificeerde totdat hij helemaal doorsloeg, zichzelf uit de circulatie nam, zichzelf om zeep hielp voordat hij in zou storten.' ik denk dat het waarschijnlijker is dat Beryl een oude wond opende,' antwoordde ik. 'Dat zij hem eraan herinnerde dat hij geen relaties kon hebben.' 'Het klinkt alsof hij en de moordenaar van hetzelfde laken een pak zijn. Ze kunnen allebei geen contact maken met vrouwen. Allebei zijn ze verliezers.' 'Hunt was niet gewelddadig.' 'Misschien neigde hij daar wel toe en kon hij daar niet mee leven,' zei Marino. 'We weten niet wie Beryl en Harper vermoord heeft,' bracht ik hem in herinnering. 'We weten niet of het iemand zoals Hunt was. We weten het helemaal niet, en we hebben er nog steeds geen idee van wat het motief is. De moordenaar zou net zo goed iemand als Jeb Price kunnen zijn. Of iemand met de naam Jim Jim.' 'Jim Jim kan m'n rug op,' zei hij spottend. ik geloof niet dat we op dit ogenblik ook maar iets moeten uitsluiten, Marino.' 'Ga je gang. Als je een Jim Jim tegenkomt die uit het Valhal la-ziekenhuis is ontslagen en die nu als part-time terrorist oranje acrylvezels met zich meedraagt, geef me dan maar een bel let je.' Terwijl hij gemakkelijker ging zitten en zijn ogen dicht deed, mompelde hij: ik heb vakantie nodig.' ik ook,' zei ik. ik heb een vakantie ver bij jou vandaan nodig.' De avond daarvoor had Benton Wesley gebeld om met mij over Hunt te spreken, en ik had hem verteld waar ik heen ging en waarom ik dat deed. Er speelden blijkbaar visioenen van ter roristen, Uzi's en Glasers door zijn hoofd en hij was onver murwbaar geweest dat het niet verstandig was om alleen te gaan. Hij wilde dat Marino met me meeging en dat had ik niet erg gevonden als het uiteindelijk niet zo'n beproeving was ge bleken. Er waren geen plaatsen meer in de ochtendtrein van zes uur vijfendertig, dus Marino had stoelen voor ons gereser veerd in de trein die om vier uur achtenveertig in de ochtend vertrok. Om drie uur was ik naar mijn kantoor gegaan om de piepschuimen doos op te halen die ik nu in mijn boodschap pentas had. Mijn slaapgebrek was nu onoverzienbaar groot en ik voelde me alsof ik een lichamelijke afstraffing had gehad. Het was helemaal niet nodig dat de Jeb Prices van deze wereld me te pakken namen. Mijn engelbewaarder Marino zou ze de moeite besparen. De andere passagiers hadden de lichtjes boven hun stoel uitgedaan en zaten een beetje te dommelen. Al snel knarsten we langzaam door Ashland en ik dacht aan de mensen in de keurige witte houten huizen langs de spoorlijn. De ramen waren donker en lege vlaggestokken gaven ons een grimmige groet vanaf de veranda's. We kwamen langs slaperige winkels - een kapper, een kantoorboekhandel, een bank - en gingen toen sneller rijden terwijl we een bocht maakten langs de campus van het Ran- doIph-Macon College met zijn gebouwen in negentiende-eeuw- se stijl en het bevroren, maanbeschenen sportveld dat op dit vroege uur alleen bevolkt was met doellatten in verschillende kleuren. Buiten de stad waren bossen en wallen van kale, rode klei. Ik leunde achterover in mijn stoel, gehypnotiseerd door het ritme van de trein. Hoe verder we van Richmond vandaan kwamen, hoe meer ontspannen ik raakte, en zonder dat ik dat eigenlijk van plan was, sukkelde ik in slaap. Ik droomde niet, maar was een uur lang buiten bewustzijn en toen ik mijn ogen opende, zag ik achter het glas de blauwe dageraad en reden we over de Quantico Creek. Het water leek op glimmend tin dat het licht in golfjes en rimpelingen opving, en er waren boten op de rivier. Ik dacht aan Mark. Ik dacht aan onze avond in New York en aan ons verleden, zo lang geleden. Ik had niets meer van hem gehoord sinds die laatste cryptische boodschap op mijn telefoonbeantwoorder. Ik vroeg me af waar hij mee bezig was, en was tegelijkertijd bang om dat te weten. Marino ging rechtop zitten en staarde me suffig aan. Het was tijd om te ontbijten en een sigaret te roken, niet noodzakelijkerwijs in die volgorde. De restauratiewagen was voor de helft vol met passagiers die nog niet helemaal wakker waren. Ze zagen er op hun gemak uit en het waren mensen die je in elk busstation in Amerika had kunnen aantreffen. Een jonge man soesde wat op het ritme van de muziek in zijn koptelefoon. Een vermoeide vrouw hield een zich in alle bochten wringende baby vast. Een al wat ouderechtpaar deed een spelletje kaart. We vonden een leeg tafeltje in een hoek en ik stak een sigaret op terwijl Marino op zoek ging naar eten. Het enige positieve dat ik kon zeggen over de voorverpakte sandwich met ham en ei waar hij mee terugkwam, was dat het brood warm was. De koffie was niet slecht. Hij scheurde het cellofaan met zijn tanden open en wierp een blik op de boodschappentas die ik op de stoel naast me had gezet. Daar zat de piepschuimen doos in met stukjes van Sterling Harpers lever, buisjes met haar bloed, en de inhoud van haar maag, alles verpakt in droog ijs. 'Hoe lang duurt het voordat dat ontdooit?' vroeg hij. 'We hebben tijd zat, vooropgesteld dat we geen omwegen maken,' antwoordde ik. 'Over tijd zat gesproken, dat is precies wat we nu hebben. Wil je het nog eens vertellen, dat verhaal over die hoestsiroop-toestand? Ik sliep al half toen je daar gisteravond maar over doorging.' 'Ja, net zoals je vanochtend nog half slaapt.' 'Word jij nooit moe?' 'Marino, ik ben zo moe, dat ik me afvraag of ik het wel zal overleven.' 'Nou, je zorgt maar dat je blijft leven. Ik ga die stukjes en beetjes namelijk niet helemaal alleen afleveren, dat is een ding dat zeker is,' zei hij terwijl hij zijn koffiebeker pakte. Ik legde het hem zo rustig uit alsof ik een college op cassette afdraaide. 'Het actieve ingredi� in het anti-hoestmiddel dat we in mevrouw Harpers badkamer hebben gevonden is dextro- methorfan, wat analoog is met code�. Dextromethorfan is ongevaarlijk, tenzij je er een enorme dosis van inneemt. Het is de d-isomeer van een chemische verbinding, waarvan de naam je niets zal zeggen�' 'O, ja? Hoe weet je dat dat me niets zal zeggen?' 'Drie-methoxy-N-methylmorfinan.' 'Je hebt gelijk. Dat zegt me helemaal niks.' Ik vervolgde: 'Er is een ander medicijn, dat de - isomeer van diezelfde verbinding is waarvan dextromethorfan de d-isomeer is. De -isomeer-verbinding is levomethorfan, een krachtig ver dovend middel dat vijf keer zo sterk is als morfine. En het enige verschil dat je bij een onderzoek tussen deze twee middelen kunt vinden, is dat onder een polarimeter, een optisch instru ment om de draaiing van gepolariseerd licht te meten, dextromethorfan enigszins naar rechts draait en levomethorfan enigszins naar links.' 'Met andere woorden, zonder dat instrument kun je geen verschil tussen die twee middelen zien,' concludeerde Marino. 'Niet in de gewone toxicologische testen,' antwoordde ik. 'Levomethorfan wordt daarbij zichtbaar als dextromethorfan, omdat dat een zelfde chemische verbinding is. Het enige waarneembare verschil is dat ze in gepolariseerd licht in tegengestelde richtingen buigen, net als dextrose en levulose dat ook doen, hoewel ze qua structuur allebei tot dezelfde disaccharide behoren. Dextrose is gewone suiker. Levulose heeft geen voedingswaarde voor mensen.' ik weet niet zeker of ik het goed begrijp,' zei Marino, in zijn ogen wrijvend. 'Hoe kunnen twee verbindingen hetzelfde en tegelijkertijd verschillend zijn?' 'Je moet dextromethorfan en levomethorfan als een identieke tweeling zien,' zei ik. 'Je zou kunnen zeggen dat ze niet dezelfde persoon zijn, maar ze zien er wel hetzelfde uit � behalve dat de ene rechts is en de andere links. De ene verbinding is ongevaarlijk, en de andere is zo sterk dat zij dodelijk kan zijn. Maakt dat het duidelijker?' 'Ja, ik geloof het wel. Hoeveel van dat Ievomethorfan-spul zou mevrouw Harper nodig gehad hebben om zichzelf het hoekje om te helpen?' 'Dertig milligram zou waarschijnlijk al voldoende zijn. Met andere woorden, vijftien tabletten van twee milligram,' antwoordde ik.'I:,n dan, als we aannemen dat ze het zo heeft gedaan?' 'Dan is ze heel snel in een diep coma geraakt en gestorven.' 'Denk je dat ze van dat isomeer-gedoe af wist?' 'Misschien wel,' antwoordde ik. 'We weten dat ze kanker had, en we vermoeden dat ze haar zelfmoord wilde verbergen, wat misschien ook de verklaring is voor het gesmolten plastic in de open haard en de as van wat ze vlak voor ze stierf verder nog heeft verbrand. Het is mogelijk dat ze opzettelijk die fles hoestsiroop in huis had om ons op het verkeerde spoor te brengen. Toen ik die fles had gezien, was ik niet verbaasd toen haar test de aanwezigheid van dextromethorfan aangaf.' Mevrouw Harper had geen nog levende familieleden, heel weinig vrienden - als ze die al had � en ze leek me niet iemand die veel reisde. Toen ik ontdekte dat ze pas naar Baltimore was geweest, was John Hopkins het eerste dat bij me opkwam. Die universiteit heeft � van de beste oncologieafdelingen ter wereld. Een paar telefoontjes bevestigden dat mevrouw Harper regelmatig een bezoek had gebracht aan Hopkins om haar bloed en beenmerg te laten controleren, een routineonderzoek dat verband hield met de ziekte waar ze blijkbaar erg terughoudend over was geweest. Toen ik hoorde wat voor medicijnen ze kreeg, vielen de stukken van de puzzel in mijn geest opeens op hun plaats. De laboratoria van mijn dienst hadden geen polarimeter en konden ook niet op een andere manier op levomethorfan testen. Dr. Ismail van Hopkins had me beloofd dat hij me zou helpen als ik hem het noodzakelijke materiaal kon leveren. Het was nog geen zeven uur, en we reden langs de rand van D.C. Woods. De moerassen stroomden langs totdat we plotseling in de stad waren, en het Jefferson-gedenkteken even als een witte flits tussen de bomen door zichtbaar was. Er stonden hoge kantoorgebouwen zo dicht naast de rails, dat ik door de smetteloze ramen planten en lampen kon zien. Toen schoot de trein als een mol onder de grond en groef zich blind onder de Mall door.
We troffen dr. Ismail in het farmacologielaboratorium van de oncologiekliniek aan. Ik maakte mijn boodschappentas open en zette de kleine doos van piepschuim op zijn bureau, is dit het materiaal waar we over gesproken hebben?' vroeg hij met een glimlach. 'Ja,' antwoordde ik. 'Als het goed is, is alles nog steeds bevro ren. We zijn vanaf het station direct hier naar toegekomen.' 'Als het de goede concentraties zijn, kan ik over ongeveer een dag een antwoord voor u hebben,' zei hij. 'Wat gaat u precies met het materiaal doen?' wilde Marino weten terwijl hij rondkeek in het laboratorium, dat er precies zo uitzag als alle andere laboratoria die ik ken. 'Het is eigenlijk heel simpel,' antwoordde dr. Ismail geduldig 'Eerst maak ik een concentraat uit de maaginhoud. Dat duurt het langste en is het moeilijkste deel van de test. Als dat klam is, zet ik dat concentraat in de polarimeter, die erg veel op een telescoop lijkt. Alleen heeft hij roterende lenzen. Ik kijk dan door het oculair en draai de lenzen naar links en naar rechts. Als het middel in kwestie dextromethorfan is, zal het enigszins naar rechts afbuigen, wat inhoudt dat het licht in mijn gezichtsveld sterker wordt als ik de lenzen naar rechts draai. Voor levomethorfan is het omgekeerde het geval.' Vervolgens legde hij uit dat levomethorfan een heel effectieve pijnstiller is die vrijwel alleen wordt voorgeschreven voor mensen die aan kanker in het laatste stadium lijden. Omdat dat middel daar was ontwikkeld, had hij een lijst van alle pati�en van Hopkins die het toegediend kregen. Het doel daarvan was de therapeutische werking vast te stellen. Het voordeel daarvan voor ons was, dat de behandelingen die mevrouw Harper had gehad geregistreerd waren. 'Ze kwam hier elke twee maanden om haar bloed en beenmerg te laten controleren en bij elk bezoek kreeg ze een nieuwe voorraad, ongeveer tweehonderdvijftig tabletten van twee milligram,' zei dr. Ismail terwijl hij de bladzijden van een dik re- gistratieboek gladstreek. 'Laat me eens kijken� Op achtentwintig oktober is ze hier voor het laatst geweest. Ze moet zeker vijfenzeventig, en misschien zelfs honderd tabletten over hebben gehad.' 'We hebben niets gevonden,' zei ik. 'Wat jammer.' Hij keek me met donkere, droevige ogen aan. 'Het ging zo goed met haar. Een heel mooie vrouw. Ik vond het altijd fijn om haar en haar dochter te zien.' Na een verbaasde stilte, vroeg ik: 'Haar dochter?' 'Dat nam ik aan. Een jonge vrouw. Blond�' Marino viel in: 'Kwam zij de laatste keer ook met mevrouw Harper mee, dat laatste weekend van oktober?' Dr. Ismail fronste zijn voorhoofd en zei: 'Nee. Ik herinner me niet dat ik haar toen gesproken heb. Mevrouw Harper was alleen.' 'Hoeveel jaar is mevrouw Harper hier gekomen?' vroeg ik. 'Dan zou ik haar dossier moeten opzoeken. Maar ik weet dat ze hier meerdere jaren onder behandeling is geweest. Ten minste twee jaar.' 'Was haar dochter, die jonge, blonde vrouw, altijd bij haar?' vroeg ik. jaar kwam ze elke keer met mevrouw Harper mee, behalve bij dat laatste bezoek in oktober, en misschien ook de keer daarvoor niet. Ik was daarvan onder de indruk. Als je zo ziek bent, tja, dan is het fijn als je familie je steunt.' 'Waar logeerde mevrouw Harper als ze hier was?' Marino's kaakspieren spanden zich. 'De meeste pati�en logeren in hotels hier in de buurt. Maar mevrouw Harper hield erg van de haven,' zei dr. Ismail. Mijn reacties waren vertraagd door de spanning en het slaap- gebrek. 'Weet u niet welk hotel?' hield Marino aan. 'Nee. Ik heb geen idee�' Plotseling zag ik beelden voor me van de incomplete woorden op de krullende witte asdeeltjes. Ik onderbrak hen. 'Mag ik uw telefoonboek alstublieft even inkijken?' Vijftien minuten later stonden Marino en ik op straat en zochten een taxi. De zon was fel, maar het was behoorlijk koud. 'Verdomme,' zei hij weer. ik hoop dat je gelijk hebt.' 'Dat zullen we snel genoeg uitvinden,' zei ik gespannen. In het zakelijke gedeelte van het telefoonboek stond een hotel met de naam Harbor Court vermeld, bor Co, bor C. Ik zag steeds maar de kleine zwarte letters op de dunne stukjes verbrand papier voor me. Harbor Court was een van de meest luxueuze hotels in de stad, en lag recht tegenover Harbor Place, ik zal je zeggen wat ik niet snap,' vervolgde Marino terwijl er weer een taxi langsreed. 'Waarom al die toestanden? Mevrouw Harper pleegt dus zelfmoord, nou en? Waarom al die moeite om dat op zo'n geheimzinnige manier te doen? Snap jij daar iets van?' 'Ze was een trotse vrouw. Zelfmoord was waarschijnlijk iets waar ze zich voor schaamde. Misschien wilde ze niet dat iemand te weten zou komen dat ze het had gedaan, en misschien heeft ze zich met opzet het leven benomen terwijl ik in haar huis was.' 'Waarom?' 'Misschien omdat ze niet wilde dat haar lichaam pas een maand later gevonden zou worden.' Het was vreselijk druk en ik begon me af te vragen of we naar de haven zouden moeten lopen. 'En geloof je echt dat ze van dat isomeer-gedoe af wist?' 'Dat denk ik wel,' zei ik. 'Hoezo?' 'Omdat ze vast en zeker een waardige dood wilde, Marino. Het is mogelijk dat ze al lang overwoog om zelfmoord te plegen, voor het geval de leukemie acuut werd en ze niet meer wilde lijden en andere mensen geen verdriet meer wilde aandoen. Levomethorfan was daar perfect voor. In de meeste gevallen zou het nooit ontdekt zijn - als er tenminste een hoestsiroop met dextromethorfan in het huis zou worden aangetroffen.' 'Hoe is het mogelijk?' verbaasde hij zich terwijl een taxi zich godzijdank uit de verkeersstroom losmaakte en onze kant opkwam. ik ben onder de indruk. Echt waar.' 'Het is tragisch.' 'Dat weet ik niet.' Hij haalde het papier van een stukje kauwgom af en begon enthousiast te kauwen, ik persoonlijk zou ook niet tot een ziekenhuisbed en slangetjes in mijn neus veroordeeld willen worden. Misschien zou ik er wel net zo over denken als zij.' 'Ze heeft geen zelfmoord gepleegd vanwege de kanker.' 'Dat weet ik,' zei hij terwijl we van het trottoir afstapten. 'Maar het heeft er wel mee te maken. Dat moet wel. Ze heeft toch al niet lang meer te gaan. Dan wordt Beryl om zeep geholpen. Vervolgens wordt haar broer om zeep geholpen.' Hij haalde zijn schouders op. 'Waarom zou ze nog hier blijven?' We stapten in de taxi en ik gaf de chauffeur het adres. De volgende tien minuten reden we zwijgend door de stad. Toen ging de taxi zo langzaam rijden dat hij bijna stilstond, en draaide door een smal poortje een binnenplaats op die was opgevrolijkt met bedden sierkolen en kleine bomen. Een portier in jacquet * met een hoge hoed op dook naast me op en escorteerde ons naar een prachtige, lichte hal in roze en cr� tinten. Alles was nieuw en schoon en glanzend en er stonden verse bloemen op het mooie meubilair. Keurig-uitziend hotelpersoneel was zonder opdringerig te zijn zodra we hen nodig hadden ter plaatse. Wc werden naar een mooi ingericht kantoor gebracht, waar de g�geklede directeur net aan het telefoneren was. T.M. Bland, zoals hij volgens het koperen naamplaatje op zijn bureau heette, wierp een blik op ons en be�digde snel zijn gesprek. Marino vertelde hem zonder plichtplegingen wat we wilden weten. 'Onze gastenlijst is vertrouwelijk,' antwoordde meneer Bland met een welwillende glimlach. Marino pakte een leren stoel en stak een sigaret op, zich niet storend aan het bordje met HIER LIEVER NIET ROKEN dat op een duidelijk zichtbare plek aan de muur hing. Hij haalde zijn portefeuille te voorschijn en liet zijn politie-insigne zien. 'De naam is Pete Marino,' zei hij laconiek, 'van de politie in Richmond, afdeling moordzaken. En dit is dr. Kay Scarpetta, hoofd patholoog-anatoom van Virginia. We begrijpen best dal u op vertrouwelijkheid staat en daar hebben we ook respect voor, meneer Bland. Maar Sterling Harper is dood, ziet u. Haar broer Cary Harper is dood. En Beryl Madison is ook dood. Cary Harper en Beryl zijn vermoord. We weten nog niet precies wat er met mevrouw Harper gebeurd is. Daarvoor zijn we nu hier.' ik lees de kranten, rechercheur Marino,' zei meneer Bland, die zijn kalme zelfverzekerdheid begon te verliezen. 'Het hotel zal natuurlijk op elke mogelijke manier met de autoriteiten sa men werken.' 'U zegt dat ze hier gelogeerd hebben,' zei Marino. 'Cary Harper heeft hier nooit gelogeerd.' 'Maar zijn zuster en Beryl Madison wel.' 'Dat is juist,' zei meneer Bland. 'Hoe vaak zijn ze geweest en wanneer waren ze hier voor hel laatst?' 'Dan moet ik even mevrouw Harpers gegevens erbij halen,' antwoordde meneer Bland. 'Wilt u me een ogenblik excuseren?' Hij bleef niet langer dan vijftien minuten weg en overhandigde ons toen een computeruitdraai. 'Zoals u ziet,' zei hij, 'hebben mevrouw Harper en Beryl Madison zes keer bij ons gelogeerd in de afgelopen anderhall jaar.' 'Ongeveer om de twee maanden,' dacht ik hardop terwijl ik d> data op de uitdraai bekeek, 'behalve de laatste week van au gustus en de laatste paar dagen van oktober. Toen is mevrouw Harper hier blijkbaar alleen geweest.' Hij knikte. 'Wat was de reden van haar verblijf hier?' vroeg Marino. 'Zaken misschien. Winkelen. Gewoon ontspanning. Ik woei het echt niet. Het is niet de gewoonte van dit hotel om de gangen van onze gasten na te gaan.' 'En het is niet mijn gewoonte er ook maar iets om te geven wat uw gasten uitvoeren, tenzij ze plotseling doodgaan,' zei Marino. 'Vertelt u me eens wat u opmerkte als die twee dames hier waren.' Meneer Blands glimlach verdween. Hij pakte nerveus een gouden balpen van een blocnote op en leek toen niet meer te weten wat hij ermee aan moest. Hij stak de pen in het borstzakje van zijn gesteven roze overhemd en schraapte zijn keel. ik kan u alleen maar vertellen wat me opviel,' zei hij. 'Graag,' zei Marino. 'De twee vrouwen regelden hun reis afzonderlijk. Gewoonlijk checkte mevrouw Harper hier al in op de avond voordat Beryl Madison aankwam, en vaak vertrokken ze ook niet op dezelfde lijd, of, eh, gezamenlijk.' 'Wat bedoelt u, dat ze niet op dezelfde tijd vertrokken?' ik bedoel dat ze misschien wel op dezelfde dag uitcheckten, maar niet noodzakelijkerwijs op hetzelfde tijdstip, en ze maak- ten ook niet noodzakelijkerwijs gebruik van hetzelfde vervoermiddel. Niet in dezelfde taxi, bijvoorbeeld.' 'Gingen ze dan allebei naar het station?' informeerde ik. ' Ik heb het idee dat mevrouw Madison vaak de limousinedienst naar het vliegveld nam,' antwoordde meneer Bland. 'Maar inderdaad. Ik geloof dat mevrouw Harper gewoonlijk de trein nam.' En hun accommodatie?' vroeg ik terwijl ik de uitdraai bestudeerde. Ma,' viel Marino in. 'Er staat niets over hun kamer op dit ding.' Hij tikte met zijn wijsvinger op de uitdraai. 'Hadden ze een tweepersoons-of ieder een eenpersoonskamer? Begrijpt u, hadden ze � bed of twee?' Meneer Bland kreeg een rode kleur bij wat Marino's vraag suggereerde. Hij antwoordde: 'Ze hadden altijd een tweepersoons- kamer, met uitzicht op het water. Ze waren gasten in dit hotel, rechercheur Marino, als u dat echt wilt weten, en dat is trouwens geen informatie die gepubliceerd mag worden.' I I�zie ik er verdomme uit als een verslaggever?' bedoelt u dat ze gratis in uw hotel logeerden?' vroeg ik verbaasd. 'Ja, mevrouw.' 'Wilt u dat eens uitleggen?' zei Marino. 'Joseph McTigue wilde dat zo,' antwoordde meneer Bland. 'Pardon?' Ik leunde naar voren en staarde hem aan. 'De aannemer uit Richmond? Bedoelt u die Joseph McTigue?' 'Wijlen meneer McTigue was � van de projectontwikkelaars van deze havenwijk. Hij had onder andere een aanzienlijk belang in dit hotel,' antwoordde meneer Bland. 'Het was zijn wens dat we mevrouw Harper op elke mogelijke manier van dienst zouden zijn en we zijn ook na zijn dood aan die wens blijven voldoen.' Een paar minuten later gaf ik een dollar aan de portier en stapten Marino en ik in een taxi. 'Wil je me alsjeblieft vertellen wie Joseph McTigue in vredesnaam is?' vroeg Marino terwijl de taxi zich in de verkeersstroom voegde, ik heb namelijk het gevoel dat jij dat heel goed weet.' ik heb in Richmond met zijn vrouw gesproken. In Chamber layne Gardens. Dat heb ik je verteld.' 'Jezusmina.' 'Ja, het kwam voor mij ook nogal als een verrassing,' stemde ik in. 'Wat betekent dat volgens jou?' Dat wist ik niet, maar ik begon wel een vermoeden te krijgen, ik vind het allemaal maar vreemd,' vervolgde hij. 'Om te beginnen, alleen al het feit dat mevrouw Harper de trein nam terwijl Beryl meestal vloog, hoewel ze allebei dezelfde kant op moesten.' 'Dat is niet zo vreemd,' zei ik. 'Ze konden toch niet samen reizen, Marino, Mevrouw Harper, en Beryl ook, konden dal niet riskeren. Ze zagen elkaar zogenaamd nooit meer, weet je nog? Als Cary Harper de gewoonte had zijn zuster van de trein te halen, kon Beryl natuurlijk niet plotseling verdwijnen als ze samen met mevrouw Harper reisde.' Ik zweeg even toen er een nieuw idee bij me opkwam. 'Misschien hielp mevrouw Harpal Beryl wel bij haar boek, misschien gaf ze haar achtergrondinformatie over de familie Harper.' Marino staarde uit het raampje. Hij zei: 'Als je wilt weten wat ik denk, volgens mij waren die twee dames stiekeme lesbiennes.' Ik ving de nieuwsgierige blik van de taxichauffeur in het achteruitkijkspiegeltje op. ik denk dat ze van elkaar hielden,' zei ik eenvoudig. ' Dus misschien hadden die twee een kleine affaire, en ontmoetten ze elkaar om de twee maanden hier in Baltimore, waar niemand hen kende of op hen lette. Weet je,' ging Marino door, 'misschien is dat ook de reden waarom Beryl besloot naar Key West te vluchten. Als ze een lesbo was, voelde ze zich daar vast thuis.' 'Jouw homofobie is werkelijk onthutsend, om niet te zeggen vermoeiend, Marino. Je mag wel oppassen, de mensen zouden er wel eens iets van kunnen gaan denken.' 'Ja hoor,' zei hij, totaal niet geamuseerd. Ik zei niets. Hij vervolgde: 'Het punt is, misschien heeft Beryl een vriendinnetje opgedoken toen ze daar was.' 'Misschien moest je dat maar eens uitzoeken.' 'Vergeet 't maar. Ik ga mezelf verdomme geen muggebeet bezorgen in wat het aidscentrum van Amerika is. En met een stelletje poten praten is nou niet bepaald mijn favoriete bezigheid.' 'Heb je de politie in Florida al na laten gaan wat voor contacten ze daar had?' vroeg ik op serieuze toon. Tien paar agenten zeggen dat ze er wat hebben rondgeneusd. I >at noem ik nou nog eens een ellendige opdracht. Ze waren bang om iets te eten, om het water te drinken. E�van de flikkers uit het restaurant waar ze in haar brieven over schreef lijdt mm aids en ligt op dit moment op sterven. Die agenten moesten de hele tijd handschoenen aan.' 'Tijdens de ondervragingen?' 'O, ja. En ook operatiemaskers - tenminste toen ze met die kerel spraken die op sterven ligt. Ze hebben niets gevonden waar we iets aan hebben, de informatie is helemaal niks waard.' I >at zal best,' merkte ik op. 'Als je mensen behandelt alsof ze lepra hebben, is het niet waarschijnlijk dat ze open tegen je fijn.' 'Als je het mij vraagt, zouden ze dat deel van Florida los moeien hakken van de rest van het land en in zee moeten gooien.' 'Nou,' zei ik, 'gelukkig dan maar dat niemand iets aan jou vraagt.'Er stond een groot aantal boodschappen op mijn antwoordapparaat toen ik halverwege de avond thuiskwam. Ik hoopte dat er ook een van Mark bij zou zijn. Ik zat op de rand van mijn bed met een glas wijn in mijn hand en luisterde weinig aandachtig naar de stemmen die uit de machine klonken. Bertha, mijn huishoudster, had griep en kondigde aan dat ze de volgende dag niet zou komen. De procureur-generaal wilde de volgende ochtend met me ontbijten en liet me weten dat Beryl Madisons executeur-testamentair een rechtszaak had aangespannen over het vermiste manuscript. Drie journalisten vroegen me om commentaar, en mijn moeder wilde weten of ik kalkoen of ham wilde eten met Kerstmis - haar niet al te subtiele manier om te vragen of ze dit jaar in ieder geval met � feestdag op me kon rekenen. De hijgerige stem die daarna kwam, herkende ik niet. '� Je hebt zulk mooi blond haar. Is dat echt of blondeer je het, Kay?' Ik draaide het bandje terug. Paniekerig trok ik het laatje van mijn nachtkastje open. '� Is dat echt of blondeer je het, Kay? Ik heb een cadeautje voor je achtergelaten op de veranda aan de achterkant van je huis.' Verbijsterd, met mijn Ruger in mijn hand, speelde ik het bandje nog een keer af. De stem fluisterde bijna en klonk heel rustig en bedachtzaam. Een blanke man. Ik kon geen accent ontdek ken, hoorde geen emotie in de toon van de stem. Het geluid van mijn voetstappen op de trap maakte me zenuwachtig en ik deed het licht aan in alle kamers waar ik langskwam. De veranda aan de achterkant was naast de keuken. Mijn hart bons de toen ik aan de zijkant van het brede raam ging staan dal uitkeek op het vogelvoederhuisje. Ik deed de gordijnen een heel klein beetje opzij, en hield mijn revolver hoog, met de loop naar het plafond gericht. Het licht op de veranda was aan, zodat het duister van hel grasveld werd teruggedrongen en de vormen van de bomen in het zwarte bos aan de rand van mijn tuin zich scherp afteken den. Het stenen stoepje was leeg. Daar, en ook op het trapje was niets te zien. Ik hield mijn vingers om de deurknop gekromd en bleef heel stil staan. Mijn hart bonsde toen ik (li grendel opzij schoof. Toen ik de deur opendeed hoorde ik een heel licht, schrapend geluid tegen de houten buitenkant en toen ik zag wat er over de deurknop hing, sloeg ik de deur zo hard dicht dat de ramen rinkelden. Marino klonk alsof ik hem uit bed had gebeld. 'Je moet onmiddellijk hierheen komen!' riep ik in de hoorn met een stem die een octaaf hoger was dan gewoonlijk. 'Blijf waar je bent,' zei hij op ferme toon. 'Doe voor niemand open totdat ik er ben. Heb je dat gehoord? Ik kom eraan.'
Er stonden vier politieauto's in de straat voor mijn huis en agenten waren bezig met langgerekte lichtstralen in het donker het bos en de struiken te doorzoeken. 'Er is een speciaal onderzoeksteam onderweg,' zei Marino terwijl hij zijn draagbare radiozender rechtop op mijn keukentafel zette. 'Ik betwijfel of die engerd hier nog in de buurt is, maar dat willen we wel zeker weten voor we hier weer vertrekken.' I Iet was de eerste keer dat ik Marino in jeans zag, en hij zou er op een nonchalante manier heel stijlvol hebben uitgezien als hij niet witte sportsokken, loafers, en een te krap grijs sweat- shirt had gedragen. De geur van verse koffie vulde de keuken. Ik was een pot aan het zetten die groot genoeg was om de halve buurt te voorzien. Ik keek onrustig om me heen, op zoek naar dingen die ik kon doen. 'Vertel het me nou nog eens een keer heel rustig,' zei Marino terwijl hij een sigaret opstak. ik luisterde de boodschappen op mijn antwoordapparaat af,' herhaalde ik. 'Bij de laatste boodschap hoorde ik die stem, een blanke man, jong. Je moet zelf maar luisteren. Hij zei iets over mijn haar, hij wilde weten of ik het blondeer.' Irriterend genoeg dwaalde Marino's blik af naar mijn haarwortels. 'Toen zei hij dat hij een cadeautje voor me had achtergelaten op de veranda aan de achterkant van het huis. Ik liep hierheen, keek uit het raam en zag niets. Ik weet niet wat ik verwachtte. Ik weet 't niet. Iets engs in een doos, met een mooi papiertje eromheen. I oen ik de deur opendeed, hoorde ik iets tegen het hout schrapen. Dat ding hing over de deurknop aan de buitenkant.' Een bijzonder gouden medaillon aan een brede gouden ketting lag in een plastic zakje midden op de tafel.'Weet je zeker dat Harper er in het caf�o � om had?' vroeg ik weer. 'O ja,' antwoordde Marino met een gespannen blik in zijn ogen. 'Daar is geen twijfel over mogelijk. Er is ook geen twijfel mogelijk over waar dat ding al die tijd is geweest. Die vent heeft het van Harpers lijk meegenomen en nu krijg jij het als een vroeg kerstcadeautje. Het lijkt erop dat onze vriend voor je is gevallen.' 'Alsjeblieft,' zei ik ongeduldig. 'H�Ik neem dit serieus, ok� Hij glimlachte niet toen hij het zakje naar zich toetrok en de ketting door het plastic heen bekeek. 'Zie je dat het slotje verbogen is, en het ringetje aan het uiteinde ook. Het lijkt mij dat dat kapot is gegaan toen hij de ketting van Harpers nek afrukte. Hij heeft het slotje daarna misschien met een tangetje gerepareerd. Waarschijnlijk heeft hij dat ding zelf gedragen. Shit.' Hij tikte de as van zijn sigaret af. 'Heb je door die ketting veroorzaakte verwondingen op Harpers hals aangetroffen?' 'Er was niet veel van zijn hals over,' zei ik toonloos. 'Heb je zo'n medaillon wel eens eerder gezien?' 'Nee.' Het sieraad leek een familiewapen van achttienkaraats goud, maar behalve de datum 906 was er niets op gegraveerd. 'Te oordelen naar de vier merkjes van de edelsmid op de achterkant lijkt het me dat het uit Engeland komt,' zei ik. 'Die tekens zijn een universele code die aangeeft wanneer, waar en door wie dit medaillon is gemaakt. Een juwelier weet wel wat ze betekenen. Ik weet dat het niet Italiaans is�' 'Doe�' 'Dan zou er 750 op de achterkant staan als het achttienkaraats goud was, 500 als het veertienkaraats was�' 'D� 'Bij Schwarzschild is een juwelier die ik kan vragen�' 'H� zei Marino op luide toon. 'Het doet er niet toe, ok� Ik zat te kletsen alsof ik een hysterisch oud wijf was. 'Al hadden we verdomme de hele stamboom van alle mensen van wie die ketting is geweest, dan wisten we nog steeds hel belangrijkste niet: de naam van de vent die het ding aan jouw deur heeft gehangen.' Zijn blik werd wat vriendelijker en op iets zachtere toon zei hij: 'Heb je iets te drinken in huis? Cog nac. Heb je cognac?' 'Je bent aan het werk.' 'Niet voor mij,' zei hij lachend. 'Voor jou. Schenk jezelf maar zoveel in.' Hij wees met zijn duim het midden van zijn wijsvinger aan, zo'n vijf centimeter. 'Dan kunnen we praten.' Ik ging naar mijn bar en kwam met een klein glas terug. Ik voelde de cognac branden. De drank verwarmde onmiddellijk mijn bloed. Ik hield op inwendig te bibberen en beefde ook niet meer. Marino keek me nieuwsgierig aan. Zijn aandacht maakte dat ik me van allerlei dingen bewust werd. Ik droeg nog steeds hetzelfde verkreukelde pakje dat ik ook tijdens de terugreis met de trein uit Baltimore had aan gehad. Mijn panty knelde in mijn middel en was uitgelubberd bij mijn knie� Ik had er dringend behoefte aan mijn gezicht te wassen en mijn tanden te poetsen. Mijn hoofdhuid jeukte. Ik was er zeker van dat ik er afschuwelijk uitzag. 'Die vent uit geen loze bedreigingen,' zei Marino kalm terwijl ik mijn cognac dronk. 'Hij pest me waarschijnlijk maar wat omdat ik bij deze zaak betrokken ben. Hij is aan het treiteren. Het is niet ongewoon dat psychopaten de mensen die zich met hun zaak bezighouden lustig vallen of zelfs souvenirs sturen.' Ik geloofde dat zelf niet echt. En Marino geloofde het al helemaal niet. 'Ik houd een team of twee in de buurt. We houden je huis in de gaten,' zei hij. 'En ik heb ook een paar regels voor je. Die moet je tot in de kleinste details volgen. Geen geintjes.' Hij keek me aan. 'Om te beginnen, ik wil dat je zoveel mogelijk afwijkt van je normale dagindeling. Als je gewoonlijk op vrijdagmiddag naar de kruidenier gaat, doe dat dan de volgende keer op woensdag, en ga naar een andere winkel. Zet nooit een voet buiten je huis of je auto zonder eerst om je heen te kijken. Als je iets ziet wat je opvalt, zoals een vreemde auto in je straat, ui aanwijzingen dat er iemand bij je in huis is geweest, maak dun dat je als de sodemieter wegkomt of sluit jezelf hier binnen op en bel de politie. Als je thuiskomt, en je voelt dat er iets mis In ik bedoel zelfs als je gewoon een onbehaaglijk gevoel krijgt zorg dan dat je wegkomt, zoek een telefoon, bel de politie en vraag of er een agent met je mee naar binnen gaat om te kijken of alles in orde is.' ik heb een alarminstallatie,' zei ik.'Die had Beryl ook.' 'Maar zij liet die klootzak binnen.' 'En jij laat niemand binnen over wie je je twijfels hebt.' 'Wat kan hij nou doen, hij kan mijn alarminstallatie toch niet ontlopen?' hield ik aan. 'Alles is mogelijk.' Ik herinnerde me dat Wesley dat ook had gezegd. 'En je moet ook niet meer van kantoor naar huis gaan als hel al donker is en als er niemand meer in de buurt is. En datzelfde geldt ook als je 's ochtends gaat werken. Als je gewoonlijk naai kantoor gaat als het nog vrij donker is, en als de parkeerplaats nog leeg is, kom dan vanaf nu een beetje later. Laat je antwoordapparaat steeds aanstaan. Neem alles op het bandje op. Waarschuw mij onmiddellijk als je nog zo'n telefoontje krijgt. Als er nog een paar van dat soort komen, kunnen we een tra ceringsmechanisme op je lijn laten zetten�' 'Net zoals jullie bij Beryl hebben gedaan?' Ik begon boos te worden. Hij reageerde niet. 'Wat, Marino? Worden mijn rechten ook pas erkend als er al inbreuk op is gepleegd? Als het verdomme al te laat is en ik et niets meer aan heb?' 'Wil je dat ik vannacht bij je op de bank blijf slapen?' vroon hij rustig. Ik wilde toch al liever niet aan de volgende ochtend denken. Ik stelde me Marino voor in een boxershort en een T-shirt dat strak om zijn dikke buik zat terwijl hij op blote voeten richting bad kamer schuifelde. Waarschijnlijk was hij zo'n man die dc tol letbril omhoog liet staan. 'Nee, het gaat best,' zei ik. 'Je hebt toch een vergunning voor een revolver?' 'Om een revolver niet zichtbaar te mogen dragen?' vroeg ik 'Nee.' Hij schoof zijn stoel naar achteren en zei op vastbesloten toon ik maak morgenochtend wel een babbeltje met rechter Rein hard. We zorgen er wel voor dat je er een krijgt.' Dat was alles. Het was bijna middernacht. Een paar minuten later was ik weer alleen. Ik kon niet slapen en nam nog een glas cognac, en nog een, en lag in bed naar hel donkere plafond te staren. Als er maar genoeg slechte dingen in je leven gebeuren, beginnen andere mensen zich heimelijk af te vragen of je daar niet zelf verantwoordelijk voor bent, of je geen magneet bent die ellende of gevaar of pech aantrekt. Dat begon ik me zelf ook af te vragen. Misschien had Ethridge gelijk, misschien was ik te veel bij mijn werk betrokken en bracht ik mezelf in gevaar. Ik was al eerder aan een vroegtijdige ontmoeting met de eeuwigheid ontsnapt. Toen ik eindelijk indommelde, droomde ik allerlei idiote dingen. Ethridge brandde een gat in zijn vest met een sigaar. Fielding werkte aan een lichaam dat er steeds meer als een speldenkussen begon uit te zien omdat hij geen ader met bloed erin kon vinden. Marino ging met behulp van een springstok een steile heuvel op en ik wist dat hij zou gaan vallen