Hoofdstuk 13

Het Valhalla-ziekenhuis lag op een heuvel midden in het gewone leven in Albemarle County, waar ik vanwege mijn verplich- tingen als docent op de Universiteit van Virginia regelmatig kwam. Hoewel ik het imponerende bakstenen gebouw op een helling in de verte vaak vanaf de snelweg had opgemerkt, had ik zowel priv�ls zakelijk nooit reden gehad het ziekenhuis te bezoeken. I let was vroeger een sjiek hotel voor rijke en beroemde mensen geweest, maar nadat het tijdens de depressie bankroet was gegaan, was het gebouw aangekocht door drie broers die allemaal psychiater waren. Zij waren systematisch te werk gegaan en hadden Valhalla in een freudiaanse fabriek veranderd, een psychiatrisch verpleeghuis waar mensen die het zich konden veroorloven hun genetisch mislukte familieleden, hun seniele ouders, of hun verkeerd geprogrammeerde kinderen in weg konden stoppen. Ik was niet echt verbaasd dat Al Hunt hier als tiener was uitbesteed. Wat me echter wel verbaasde was dat zijn psychiater zo terughoudend over hem was. Onder dr. Warner Mastersons professionele vriendelijkheid lag een bijna ondoordringbare laag reserve waar zelfs de meest vasthoudende inquisiteur zijn landen op zou breken. Ik wist dat hij niet met me wilde praten. I lij wist dat hij geen keuze had. Ik parkeerde op de met grind bedekte parkeerplaats voor bezoekers en liep een hal in vol Victoriaanse meubels, oosterse tapijten en zware, rijk versierde, al behoorlijk versleten drape- ri� Ik wilde me net bij de receptioniste melden toen er iemand achter mij vroeg: 'Dr. Scarpetta?' Ik draaide me om en zag een lange, slanke, zwarte man in een donkerblauw kostuum van Europese snit. Zijn zwarte haar ver- loonde zandkleurige plukjes en zijn jukbeenderen en voorhoofd waren hoog en aristocratisch. ik ben Warner Masterson,' zei hij en schudde me met een brede glimlach de hand.Ik vroeg me net af of ik misschien vergeten was dat ik hem vroeger al eens had ontmoet, toen hij me uitlegde dat hij me van foto's in de kranten en op het journaal had herkend, wat wel het laatste was waar ik op dat moment aan herinnerd wilde worden. 'Laten we naar mijn kantoor gaan,' zei hij vriendelijk, ik hoop dat de rit hierheen niet te vermoeiend is geweest. Kan ik u iets aanbieden? Koffie? Iets fris?' Ondertussen begon hij al te lopen en ik moest mijn best doen zijn grote stappen bij te houden. Een belangrijk deel van de- mensheid heeft er geen idee van hoe het is om korte benen te hebben en ik ben tot mijn verontwaardiging vaak gedwongen als een ouderwetse lorrie voort te puffen in een wereld vol sneltreinen. Dr. Masterson was al aan het eind van een lange mei tapijt bedekte gang, toen hij eindelijk de tegenwoordigheid van geest had om even om te kijken. Hij stopte bij een deur en wachtte op mij, om me vervolgens daar naar binnen te leiden. Ik nam een stoel terwijl hij zich achter zijn bureau verschanste- en afwezig tabak in een dure bruy�pijp begon te stoppen. 'U snapt wel, dr. Scarpetta,' begon dr. Masterson langzaam en precies terwijl hij een dikke dossiermap opensloeg, 'dat ik ontsteld ben over de dood van Al Hunt.' 'Bent u verbaasd?' vroeg ik. 'Niet helemaal.' ik zou graag zijn dossier doorkijken terwijl we aan het praten zijn,' zei ik. Hij aarzelde zo lang dat ik begon te overwegen hem op mijn wettelijke recht te wijzen om het dossier in te mogen zien. Toen glimlachte hij weer en zei: 'Zeker', terwijl hij de papieren aan mij overhandigde. Ik opende de bruine map en begon de inhoud door te kijken. De blauwe, naar aromatisch hout geurende rook uit zijn pijp dreef in mijn richting. De gegevens over de opname en het li chamelijk onderzoek van Al Hunt waren vrij normaal. Hij had een goede lichamelijke conditie toen hij elf jaar geleden op de- ochtend van april werd opgenomen. De gegevens over hel onderzoek naar zijn geestelijke toestand vertelden echter een ander verhaal. 'Was hij catatonisch bij zijn opname?' vroeg ik. 'Hij was uiterst depressief en reageerde nergens op,' antwoord de dr. Masterson. 'Hij kon ons niet vertellen waarom hij hier was. Hij kon ons helemaal niets vertellen. Hij had niet de emo tionele energie om vragen te beantwoorden. U zult in het dossier zien dat we de Stanford-Binet of de MMPI niet konden uitvoeren, en dat we die testen op een later tijdstip hebben moeten doen.' De resultaten van die testen zaten ook in het dossier. Al Hunts score in de Stanford-Binet intelligentietest lag rond de 0, en te weinig hersens was dus zeker niet zijn probleem geweest, maar daar twijfelde ik toch al niet aan. Bij de MMPI, een persoonlijkheidstest, viel hij niet onder de criteria voor schizofrenie of vitale geestelijke stoornissen. Volgens dr. Masterson leed Al Hunt aan 'een schizo� persoonlijkheidsstoornis met elementen van een onderontwikkelde persoonlijkheid, wat zich manifesteerde in een korte reactieve psychose waarin hij zich met een vleesmes in zijn polsen sneed nadat hij zichzelf in de badkamer had opgesloten'. Dat was een su�daal gebaar, en de oppervlakkige wonden waren een schreeuw om hulp geweest en vormden geen serieuze poging om zijn leven te be�digen. Zijn moeder was snel met hem naar de EHBO van een ziekenhuis in de buurt gereden, waar ze de wonden hadden gehecht en hem weer naar huis hadden gestuurd. De volgende morgen werd hij in Valhalla opgenomen. Uit een vraaggesprek met mevrouw Hunt bleek dat het incident vooraf was gegaan door 'een sc� waarin haar man tijdens het avondeten boos op Al was geworden'. 'Aanvankelijk,' vervolgde dr. Masterson, 'wilde Al niet deelnemen aan de groepssessies, de bezigheidstherapie, of de sociale evenementen die we de pati�en vragen bij te wonen. Hij reageerde slecht op antidepressiva, en tijdens onze sessies kon ik haast geen woord uit hem krijgen.' Toen er na de eerste week nog geen verbetering was opgetreden, legde dr. Masterson uit, had hij overwogen om elektroshock- therapie toe te passen. Dit is net zoiets als een computer re- booten in plaats van uit te zoeken wat de oorzaak van de errors is. Hoewel dit erin kan resulteren dat de hersenbanen weer op de juiste manier met elkaar verbonden worden, of met andere woorden, opnieuw gegroepeerd worden, is het onvermijdelijk dat de bepalende 'virussen' die het probleem veroorzaken vergeten worden, en misschien voor altijd verloren gaan. Men gebruikt elektroshocktherapie gewoonlijk liever niet om jonge mensen te behandelen. 'En is er ook inderdaad elektroshocktherapie toegepast?' vroeg ik, want ik kon daar in het dossier niets over vinden. 'Nee. Net op het moment dat ik besloten had dat ik geen ander uitvoerbaar alternatief had, gebeurde er op een ochtend een klein wonder tijdens het therapeutisch rollenspel.' Hij pauzeerde even om zijn pijp weer op te steken. 'Legt u me eens uit hoe dat therapeutisch rollenspel in dit geval in zijn werk ging,' zei ik. 'Een aantal van de onderdelen wordt elke keer herhaald als een soort warming-up. Tijdens de sessie in kwestie zette de therapeut de pati�en in een rij en vroeg hen om een bloem te imiteren. Wat hen ook maar de geest kwam, tulpen, narcissen, madeliefjes, iedereen identificeerde zich met een bloem. Uiteraard kan er veel afgeleid worden uit de bloem die de pati� kiest. Dit was de eerste keer dat Al ergens aan meedeed. Hij maakte cirkels met zijn armen en boog zijn hoofd.' Masterson deed het voor, en zag er eerder uit als een olifant dan als een bloem. 'Toen de therapeut vroeg welke bloem hij was, ant woordde hij: "Een viooltje" .' Ik zei niets, maar voelde een golf van medelijden voor het beeld van die eenzame jongen dat we in de kamer hadden opgeroepen. 'Natuurlijk namen we eerst aan dat dit een verwijzing was naar wat Als vader over hem dacht,' legde dr. Masterson uit terwijl hij zijn bril met een zakdoek schoonmaakte. 'Ongevoelige, spottende opmerkingen over de vrouwelijke trekjes van Al, over zijn kwetsbaarheid. Maar er zat nog meer achter.' Hij zette zijn bril weer op en keek me kalm aan. 'Bent u op de hoogte van de kleurenassociaties die Al had?' 'Daar heb ik wel iets over gehoord.' 'Een viooltje heeft ook een duidelijke kleur.' 'Ja. Heel diep paars,' zei ik. 'Het is de kleur die je krijgt als je depressief blauw met woedend rood mengt. De kleur van kneuzingen, de kleur van pijn. De kleur van Al. Hij zei dat zijn ziel die kleur uitstraalde.' 'Het is een hartstochtelijke kleur,' zei ik. 'Een heel intense tint.' 'AI Hunt was een heel intense jongeman, dr. Scarpetta. Bent u ervan op de hoogte dat hij geloofde helderziend te zijn?' 'Niet echt,' antwoordde ik ongemakkelijk. 'Bij zijn magische denkwijze hoorden helderziendheid, telepathie, bijgeloof. U begrijpt wel dat deze persoonlijkheidstrekken sterker naar voren kwamen tijdens zeer stressvolle periodes. Dan geloofde hij dat hij de gedachten van andere mensen kon lezen.' 'En kon hij dat ook?' 'Hij was zeer intu�ef aangelegd.' Hij was weer bezig met zijn aansteker, ik moet zeggen dat zijn waarnemingen vaak wel een kern van waarheid bevatten, en dat was nu juist � van zijn problemen. Hij was zich bewust van wat andere mensen dachten of voelden en soms leek hij op onverklaarbare wijze te weten wat ze zouden gaan doen of wat ze gedaan hadden. Zoals ik tijdens ons telefoongesprek al opmerkte, bestond het probleem uit het feit dat Al projecteerde, dat hij zijn waarnemingen te ver doorvoerde. Hij raakte zichzelf in andere mensen kwijt, werd geagiteerd, parano�, gedeeltelijk omdat hij zo'n zwak ego had. Hij nam de trekken aan van diegene op wie hij zich fixeerde, net zoals water de vorm aanneemt van datgene waar het zich in bevindt. Hij subjectiveerde het universum, om maar eens een clich�e gebruiken.' 'Dat is gevaarlijk, als je zo bent,' merkte ik op. 'Dat kun je wel stellen. Hij is dood.' 'Bedoelt u dat hij van zichzelf vond dat hij empatisch was?' 'Absoluut.' 'Dat lijkt me niet consistent met de diagnose,' zei ik. 'Mensen met een onderontwikkelde persoonlijkheid kunnen over het algemeen niets voor een ander voelen.' 'Ach, maar dat was een onderdeel van zijn magische denkwijze, dr. Scarpetta. Al weet zijn sociale en professionele disfunctioneren aan wat hij zag als zijn overweldigende empatie voor andere mensen. Hij geloofde echt dat hij de pijn van andere mensen letterlijk en figuurlijk kon voelen, dat hij hun gedachten kende, zoals ik zojuist al zei'. In feite was Al echter sociaal ge�leerd.' 'Het Metropolitan-ziekenhuis zei dat hij heel vriendelijk was tegen de pati�en toen hij daar als verpleger werkte,' bracht ik naar voren. 'Dat verbaast me niets,' antwoordde dr. Masterson. 'Hij werk te op de intensive care. Op een afdeling voor langdurig zieken had hij zich nooit staande kunnen houden. Al kon heel attent zijn, mits hij maar niet te dichtbij hoefde te komen, mits hij maar niet een echte band met iemand hoefde te hebben.' 'Dat verklaart waarom hij wel zijn doctoraal heeft gehaald, maar waarom hij niet in staat was in de praktijk van de psy chotherapie te functioneren,' concludeerde ik. 'Precies.' 'En zijn relatie met zijn vader?' 'Die was verstoord, gewelddadig,' antwoordde hij. 'Meneer Hunt is een harde, dominerende man. De manier waarop je volgens hem een zoon moet grootbrengen is door hem naar de volwassenheid te slaan. Al was er gewoon geestelijk niet op ingesteld om de intimidaties, de mishandelingen, de mentale terreur te weerstaan die hem zogenaamd op het echte leven moesten voorbereiden. Hij vluchtte naar zijn moeders rokken, waar hij een steeds verwarder beeld van zichzelf kreeg. Ik weet zeker dat het u niet zal verbazen, dr. Scarpetta, dat veel homoseksuele mannen de zonen zijn van echte macho's die in een pickup truck rijden met een rek vol jachtgeweren erin en een sticker met de Amerikaanse vlag op de bumper.' Ik dacht aan Marino. Ik wist dat hij een volwassen zoon had. Het was me tot op dat moment nooit opgevallen dat hij het nooit over zijn enige zoon had, die ergens in het Westen woon de. Ik vroeg: 'Wilt u daarmee zeggen dat Al homofiel was?' ik wil zeggen dat hij veel te onzeker was, dat zijn gevoel tekort te schieten te groot was om ooit echt om iemand te kunnen geven, om wat voor soort intieme relatie dan ook aan te kunnen gaan. Voorzover ik weet heeft hij nooit een homoseksuele relatie gehad.' Zijn gezicht was uitdrukkingsloos en trekkend aan zijn pijp staarde hij naar een plek boven mijn hoofd. 'Wat gebeurde er die dag tijdens het therapeutisch rollenspel, dr. Masterson? Wat was dat kleine wonder waar u het over had? Zijn imitatie van een viooltje? Was dat het?' 'Dat veroorzaakte een scheur in zijn pantser,' zei hij. 'Maar het wonder, als ik dat zo mag noemen, was een intens, levendig tweegesprek dat hij met zijn vader begon. Hij moest zich voor stellen dat die in een lege stoel midden in de kamer zat. Toen dit tweegesprek emotioneler werd, ging de therapeut, die voelde wat er aan de hand was, in de stoel zitten en begon de rol van Als vader te spelen. Al werd toen zo door het gesprek meegesleept dat hij bijna in een trance raakte. Hij kon werkelijkheid niet meer van fantasie onderscheiden, en uiteindelijk kwam al zijn woede los.' 'Hoe manifesteerde dat zich? Werd hij gewelddadig?' 'Hij begon onbedaarlijk te huilen,' antwoordde dr. Masterson. 'Wat zei zijn "vader" tegen hem?' 'Hij wierp hem de gebruikelijke verwensingen voor de voeten, hij had kritiek op Al, vertelde hem wat voor een waardeloze man, wat voor een waardeloos mens hij was. Al was overgevoelig voor kritiek, dr. Scarpetta. Dat was gedeeltelijk de oorzaak van zijn verwarde toestand. Hij dacht dat hij met andere mensen meevoelde terwijl hij in werkelijkheid alleen maar met zichzelf meevoelde.' 'Heeft Al een maatschappelijk werker toegewezen gekregen?' vroeg ik terwijl ik de bladzijden van het dossier omsloeg. Ik vond geen aantekeningen over AI van therapeuten. 'Uiteraard.' 'Wie was dat?' Er leek een aantal bladzijden van het dossier te ontbreken. 'De therapeut over wie ik het zojuist had,' antwoordde hij minzaam. 'De therapeut van het rollenspel?' Hij knikte. 'Werkt hij nog steeds voor deze inrichting?' 'Nee,' zei dr. Masterson. 'Jim is niet meer bij ons�' 'Jim?' onderbrak ik hem. Hij begon de verbrande tabak uit zijn pijp te kloppen. 'Wat is zijn achternaam en waar is hij nu?' vroeg ik. 'Het spijt me, maar Jim Barnes is een aantal jaren geleden bij een auto-ongeluk om het leven gekomen.' 'Hoeveel jaar geleden?' Dr. Masterson begon zijn bril weer schoon te maken, ik geloof dat dat acht, negen jaar geleden is geweest.' 'Hoe en waar is dat gebeurd?' ik kan me de details niet meer herinneren.' 'Wat tragisch,' zei ik, alsof de zaak me verder niet interesseerde. 'Mag ik aannemen dat Al Hunt een verdachte is in deze zaak?' vroeg hij. 'Er zijn twee zaken. Twee moorden,' zei ik. 'Goed. Twee zaken.' 'Om uw vraag te beantwoorden, dr. Masterson, het is niet mijn taak om te bepalen wie verdacht is bij wat voor zaak dan ook. Dat moet de politie doen. Mijn doel is om informatie over Al Hunt te verzamelen, zodat ik kan nagaan of hij inderdaad een geschiedenis van su�dale neigingen had.' 'Is daar dan nog twijfel over, dr. Scarpetta? Hij heeft zichzelf toch opgehangen? Dat kan toch alleen maar su�de zijn?' 'Hij was eigenaardig gekleed. Een overhemd en zijn boxershort,' antwoordde ik op nuchtere toon. 'Zulke dingen geven vaak aanleiding tot speculaties.' 'Heeft u het over auto-erotische verstikking?' Hij trok verbaasd zijn wenkbrauwen op. 'Een ongeluk terwijl hij aan het masturberen was?' ik doe mijn best om die vraag te weerleggen, voor het geval iemand mij die ooit zal stellen.' ik begrijp het. Vanwege de verzekering. Of als zijn familie misschien aanvecht wat u op de overlijdensakte invult.' 'Om wat voor reden dan ook,' zei ik. 'Heeft u werkelijk twijfels over wat er is gebeurd?' Hij fronste. 'Nee,' antwoordde ik. ik denk dat hij zichzelf van het leven heeft beroofd, dr. Masterson. Ik denk dat hij inderdaad met die bedoeling naar de kelder is gegaan, en dat hij zijn pantalon misschien heeft uitgedaan toen hij zijn riem afdeed. Hij heeft die riem gebruikt om zichzelf op te hangen.' 'Juist. En misschien kan ik nog een andere vraag voor u beantwoorden, dr. Scarpetta. Al heeft nooit gewelddadige neigingen gehad. Voorzover ik weet was hijzelf de enige persoon die hij ooit kwaad heeft gedaan.' Ik geloofde hem. Ik geloofde ook dat er veel was dat hij me niet vertelde, dat de gaten in zijn geheugen en zijn vage ant woorden duidelijk weloverwogen waren. Jim Barnes, dacht ik. Jim Jim. 'Hoe lang is AI hier geweest?' veranderde ik van onderwerp. 'Vier maanden, geloof ik.' is hij ooit op uw forensische afdeling geweest?' 'Valhalla heeft geen echte forensische afdeling. We hebben hier echter wel Backhall, een afdeling voor pati�en die psycho tisch zijn, die aan delirium tremens lijden, die een gevaar voor zichzelf zijn. Aan krankzinnige misdadigers verlenen we hier geen onderdak.' 'Is Al ooit op die afdeling geweest?' vroeg ik weer. 'Dat was niet nodig.' 'Dank u voor uw tijd,' zei ik terwijl ik opstond, ik zou het op prijs stellen als u me een fotokopie van dit dossier kunt toesturen.' 'Met alle plezier.' Hij glimlachte weer zijn brede glimlach, maar keek me niet aan. 'Aarzel vooral niet me te bellen als ik nog iets voor u kan doen.' Toen ik door de lange, lege gang naar de hal terugliep, zat het me wel dwars, maar ik had instinctief niet naar Frankie gevraagd of zijn naam zelfs maar genoemd. Backhall. Pati�en die psychotisch zijn of aan een delirium tremens lijden. Al Hunt had het erover gehad dat hij met pati�en van de forensische afdeling had gesproken. Was dat fantasie of was hij gewoon in de war geweest? Er was geen forensische afdeling in Valhalla. Maar het was heel goed mogelijk dat er iemand met de naam Frankie in Backhall had gezeten. Misschien was het later beter gegaan met Frankie en was hij naar een andere afdeling overgeplaatst toen AI ook in Valhalla zat. Misschien had Frankie zich alleen maar ingebeeld dat hij zijn moeder vermoord had, of misschien had hij gewild dat hij dat had gedaan. � Frankie sloeg zijn moeder dood met een stuk brandhout. De moordenaar sloeg Cary Harper dood met een stuk ijzeren pijp. Toen ik weer op kantoor kwam, was het buiten al donker en was de conci�e al weg.Ik ging aan mijn bureau zitten, en draaide mijn stoel zo dat ik recht voor mijn beeldscherm zat. Na een paar commando's verschenen de amberkleurige letters op het scherm en een paar minuten later had ik de zaak Jim Barnes voor me. Negen jaar daarvoor, op 2 april, had hij met zijn auto een ongeluk ge- kregen in Albemarle County. inwendige verwondingen aan liet hoofd' waren de doodsoorzaak. Hij had bijna twee keer de toegestane hoeveelheid alcohol in zijn bloed gehad en er was nortriptyline en amitriptyline in zijn lichaam aangetroffen. Jim Barnes had duidelijk een probleem gehad. In het kantoor van de systeembeheerder, verderop in de gang, stond het oude, vierkante microfilmapparaat breeduit op een la leitje tegen de muur. Mijn audiovisuele vaardigheden waren nooit erg goed geweest. Ik zocht ongeduldig in de bibliotheek van films, vond de spoel die ik nodig had en slaagde er op de een of andere manier in om de film goed in het apparaat te doen. Ik deed het licht uit en zag een eindeloze hoeveelheid onscherpe lettertjes voorbij dansen. Toen ik de zaak in kwestie eindelijk gevonden had, begonnen mijn ogen van vermoeidheid te steken. De film kraakte toen ik aan de knop draaide en het handgeschreven politierapport in het midden van het scherm manoeuvreerde. Barnes' BMW, bouwjaar 97, had om onge veer kwart voor elf op een vrijdagavond met hoge snelheid in oostelijke richting op de gereden. Toen zijn rechterwiel van de weg afraakte, had hij teveel bijgestuurd, had de vangrail in het midden van de weg geraakt en was vervolgens geslipt. Ik spoelde de film door en vond het eerste rapport van de patho loog-anatoom over het onderzoek. Bij de ruimte voor opmer kingen had ene dr. Brown geschreven dat de overledene die middag was ontslagen bij het Valhalla-ziekenhuis, waar hij als maatschappelijk werker in dienst was geweest. Toen hij die dag rond vijf uur 's middags uit Valhalla was vertrokken, had men opgemerkt dat hij bijzonder geagiteerd en boos was geweest. Barnes was niet getrouwd en was pas eenendertig jaar oud toen hij stierf. Er werden in het rapport van de patholoog-anatoom twee ge tuigen genoemd, die dr. Brown blijkbaar ondervraagd had. De ene was dr. Masterson, de andere een vrouw genaamd Jeanic Sample die ook in het ziekenhuis werkte.

Soms is het werken aan een moordzaak net zoiets als verdwaald zijn. Je volgt alle straten die maar enigszins aanmerkelijk lij ken. Als je geluk hebt, kan een achterafstraatje uiteindelijk naar de hoofdweg leiden. Hoe kon een therapeut die negen jaar geleden was overleden iets met de recente moorden op Beryl Madison en Cary Harper te maken hebben? Toch had ik het gevoel dat er iets was, dat er een verband bestond. Ik had er niet veel zin in om dr. Mastersons personeel te on dervragen en ik durfde te wedden dat hij de voor mij belang rijke mensen al had verteld dat ze beleefd moesten zijn als ik belde - en dat ze niets mochten zeggen. De volgende ochtend, zaterdag, bleef ik onbewust over dit probleem nadenken. Ik belde John Hopkins in de hoop dat dr. Ismail aanwezig zon zijn. Hij was er inderdaad en bevestigde mijn theorie. De monsters van Sterling Harpers maaginhoud en bloed toonden aan dat ze kort voor haar dood levomethorfan ingenomen had. I laar bloed bevatte acht milligram van het middel per liter, wat zo'n hoge dosis was dat ze die niet had kunnen overleven en dat ze die niet per ongeluk had kunnen innemen. Ze had zichzelf van het leven beroofd en had dat op zo'n manier gedaan dat haar zelfmoord onder normale omstandigheden niet ontdekt zou zijn. 'Wist ze dat de gewone toxicologische testen bij zowel dextromethorfan als levomethorfan, dextromethorfan als uitslag geven?' vroeg ik dr. Ismail. ik kan me niet herinneren dat ik het ooit met haar over zoiets heb gehad,' zei hij. 'Maar ze was altijd heel ge�eresseerd in de details van haar behandeling en medicatie, dr. Scarpetta Het is mogelijk dat ze het onderwerp in onze medische bibliotheek heeft bestudeerd. Ik herinner me wel dat ze me een groot aantal vragen stelde toen ik haar voor het eerst levomethorfan voorschreef. Dat was een paar jaar geleden. Aangezien het geneesmiddel nog in een experimenteel stadium verkeert, was ze nieuwsgierig, en misschien ook een beetje bezorgd�' Ik luisterde nauwelijks terwijl hij verderging met zijn uitleg en verdediging van zichzelf. Ik zou nooit kunnen bewijzen dat mevrouw Harper het flesje hoestsiroop met opzet ergens had neergezet waar ik het zou vinden. Maar ik was er redelijk zeker van dat ze dat inderdaad gedaan had. Ze was vastbesloten geweest om waardig en zonder schande te sterven, maar ze had niet all� willen sterven. Toen ik had opgehangen maakte ik een kopje thee en ijsbeerde in de keuken heen en weer, af en toe even stoppend om naar buiten, naar de zonnige decemberdag te kijken. Sammy, � van de weinige albino-eekhoorns in Richmond, was weer eens bezig mijn vogelvoederhuisje te plunderen. Heel even keek hij ine recht aan. Zijn harige wangetjes bewogen fanatiek op en neer, de zaadjes vlogen onder zijn pootjes vandaan en zijn magere, witte staartje was een trillend vraagteken tegen de blauwe lucht. De vorige winter waren we vrienden geworden toen ik voor mijn raam had staan kijken hoe hij telkens probeerde van een tak op het vogelhuisje te springen, maar elke keer weer langzaam van het puntdak afgleed, ondertussen wild met zijn pootjes in het luchtledige klauwend. Na een flink aantal keren op de grond te zijn beland, kreeg Sammy eindelijk in de gaten hoe hij het moest doen. Ik ging regelmatig naar buiten om hem een handvol pinda's toe te gooien, en nu was het al zo dat ik me een beetje zorgen maakte als ik hem een tijdje niet zag. Als hij dan weer opdook om alles kaal te eten, voelde ik me altijd blij en opgelucht. Ik ging aan de keukentafel zitten met een blocnote en een pen bij de hand en draaide het nummer van het Valhalla-zieken huis. 'Jeanie Sample alstublieft.' Mijn eigen naam noemde ik niet. 'Is ze een pati�, mevrouw?' vroeg de receptioniste onmiddel lijk. 'Nee. Ze werkt bij u�' Ik deed net of ik een beetje in de war raakte. 'Tenminste, dat geloof ik. Ik heb Jeanie al in geen jaren meer gezien.' 'Een ogenblik alstublieft.' De vrouw kwam weer aan de lijn. 'Er is hier niemand met die naam bekend.' Verdomme. Hoe kon dat nu? Ik dacht na. Het telefoonnummer dat bij haar naam in het rapport van de patholoog-ana toom stond, was dat van het Valhalla-ziekenhuis. Had dr. Brown een vergissing gemaakt? Negen jaar geleden, dacht ik. In negen jaar kan er veel gebeuren. Mevrouw Sample zou er gens anders kunnen werken. Ze zou ondertussen getrouwd kun nen zijn. 'Het spijt me,' zei ik. 'Sample is haar meisjesnaam.' 'Weet u de naam van haar man?' 'Wat vreselijk. Dat zou ik wel moeten weten�' 'Jean Wilson?' Ik zweeg onzeker. 'We hebben een Jean Wilson,' vervolgde de stem. 'Een van onze bezigheidstherapeuten. Heeft u een ogenblik?' Heel snel daarna was ze weer terug. 'Ja, volgens de lijst is haar meisjes naam Sample, mevrouw. Maar in het weekend werkt ze niet Maandagochtend om acht uur is ze weer aanwezig. Wilt u een boodschap achterlaten?' 'Kunt u me misschien vertellen hoe ik met haar in contact kan komen?' 'We mogen geen priv�ummers geven.' Ze begon nu argwa nend te klinken. 'Als u mij uw naam en telefoonnummer geeft, kan ik proberen haar te bereiken en haar vragen u te bellen.' 'Ik ben bang dat ik niet lang op dit nummer blijf.' Ik dacht even na en klonk uiterst teleurgesteld toen ik zei: ik probeer (iet later nog wel eens - de volgende keer dat ik hier in de buurt ben. En ik kan haar natuurlijk schrijven op het adres van Valhalla.' 'Ja, mevrouw. Dat kunt u doen.' 'En dat adres is?' Ze gaf me de informatie. 'En de naam van haar echtgenoot?' Ze zweeg even. 'Skip, geloof ik.' Die naam werd soms als bijnaam voor Leslie gebruikt, dacht ik. 'Mevrouw Skip of Leslie Wilson,' mompelde ik, alsof ik het aan het opschrijven was. 'Dank u wel.' Er was volgens Inlichtingen � Leslie Wilson in Charlottesvil- le, � L.P. Wilson, en � L.T. Wilson. Ik begon die nummers Ie draaien. De man die de telefoon aannam toen ik het nummer van L.T. Wilson probeerde, vertelde me dat 'Jeanie' boodschappen aan het doen was en binnen een uur thuis zou zijn.

Ik wist dat ze niet goed zou reageren op een vreemde die haar over de telefoon allerlei vragen stelde. Jeanie Wilson zou erop staan om eerst met dr. Masterson te overleggen, en dat zou het einde van de hele zaak betekenen. Het is echter iets moeilijker om te weigeren iemand te woord te staan die onverwachts aan je deur verschijnt, vooral als die persoon zichzelf voorstelt als de hoofd patholoog-anatoom en een identiteitspasje heeft om dat ook te bewijzen. Jeanie Wilson-Sample zag er in haar jeans en rode trui geen dag ouder uit dan dertig jaar. Ze was een kwieke brunette met vriendelijke ogen en een verzameling sproetjes op haar neus, en ze droeg haar lange haar in een paardestaart. In de woonkamer achter de open voordeur zaten twee jongetjes op de grond naar een tekenfilm op de televisie te kijken. 'Hoe lang werkt u al in Valhalla?' vroeg ik. Ze aarzelde. 'Eh, ongeveer twaalf jaar.' Ik was zo opgelucht dat ik bijna hardop zuchtte. Jeanie Wilson had daar dus niet alleen gewerkt toen Jim Barnes negen jaar geleden werd ontslagen, maar ook toen Al Hunt twee jaar daar- voor in de inrichting was opgenomen geweest. Ze stond midden in de deuropening. Afgezien van mijn auto was er � wagen op de oprit geparkeerd. Blijkbaar was haar man weg. Prima. 'Ik ben de moorden op Beryl Madison en Cary Harper aan het onderzoeken,' zei ik. Haar ogen gingen wijdopen. 'Wat wilt u van mij? Ik ken hen niet�' 'Mag ik even binnenkomen?' 'Natuurlijk. Het spijt me. Alstublieft.' We zaten in haar kleine keuken die was ingericht met linoleum, wit formica en grenen kastjes. De ruimte was onberispelijk schoon. De dozen met verschillende soorten cornflakes stonden keurig in het gelid op de koelkast, en op de aanrecht waren grote glazen potten met koekjes, rijst en pasta neergezet. De vaatwasser stond aan en ik rook dat ze een cake in de oven had. Ik was van plan elk restje weerstand te overwinnen door heel direct te zijn. 'Mevrouw Wilson, Al Hunt was elf jaar geleden een pati� in Valhalla, en hij is een tijdje � van de verdachten in de zaken in kwestie geweest. Hij kende Beryl Madison.' 'Al Hunt?' Ze leek verward. 'Herinnert u zich hem?' vroeg ik. Ze schudde haar hoofd. 'En u vertelde me net dat u al twaalf jaar in Valhalla werkt?' 'Eigenlijk elfeneenhalf.' 'Al Hunt is daar elf jaar geleden opgenomen geweest, zoals ik al zei.' 'Die naam ken ik niet�' 'Hij heeft vorige week zelfmoord gepleegd,' zei ik. Nu snapte ze er helemaal niets meer van. ik heb kort voor zijn dood nog met hem gesproken, mevrouw Wilson. Zijn maatschappelijk werker is negen jaar geleden bij een auto-ongeluk omgekomen. Jim Barnes. Ik wil u over hein spreken.' Er kroop een rode kleur in haar hals omhoog. 'Denkt u dal zijn zelfmoord daar verband mee houdt, dat die iets met Jim te maken heeft?' Die vraag kon ik onmogelijk beantwoorden. 'Blijkbaar was'. Jim Barnes een paar uur voor zijn dood bij Valhalla ontslagen,' vervolgde ik. 'Uw naam - dat wil zeggen uw meisjesnaam - staat in het rapport van de patholoog-anatoom, mevrouw Wilson.' 'Er was - eh, er was enige twijfel,' stamelde ze. 'Of het zelfmoord of een ongeluk was, weet u. Ik werd ondervraagd. Door een arts, of door de lijkschouwer, ik weet het niet precies meer. Maar die man belde me.' 'Dr. Brown?' ik herinner me zijn naam niet meer,' zei ze. 'Waarom wilde hij met u praten, mevrouw Wilson?' ik vermoed omdat ik een van de laatste mensen was die Jim nog levend hadden gezien. Ik denk dat die dokter de receptie heeft gebeld, en dat Betty hem naar mij heeft doorverwezen.' 'Betty?' 'De toenmalige receptioniste.' 'Het is belangrijk dat u me alles vertelt wat u zich nog omtrent Jim Barnes' ontslag herinnert,' zei ik toen ze opstond om naar de cake te kijken. Ze was iets kalmer toen ze terugkwam en zag er nu eerder boos dan verward uit. Ze zei: 'Misschien is het niet juist om slechte dingen over de doden te zeggen, dr. Scarpetta, maar Jim was geen prettig mens. Hij vormde een groot probleem in Valhalla, en hij had eigenlijk al veel eerder ontslagen moeten worden.' 'Wat voor soort probleem vormde hij precies?' 'De pati�en zeggen zoveel dingen. Vaak zijn ze niet erg, eh, geloofwaardig. Het is moeilijk te bepalen wat wel en wat niet waar is. Dr. Masterson, en andere therapeuten hoorden van lijd tot tijd klachten, maar er kon niets bewezen worden totdat er op een ochtend, de ochtend van die dag, een getuige was. De dag dat Jim werd ontslagen en dat ongeluk kreeg.' 'Was u die getuige?' vroeg ik. Ma.' Ze staarde langs mij heen naar de keuken. Haar mond vertoonde een vastberaden trek. 'Wat is er toen gebeurd?' ' Ik liep door de hal, ik wilde dr. Masterson ergens over spreken, toen Betty me riep. Ze werkte aan de receptie, bij de telefooncentrale, zoals ik net al zei - Tommy, Clay, houdt je rustig!' I let geschreeuw in de andere kamer werd alleen maar luider en zo te horen schakelden ze van het ene naar het andere tv-station. Mevrouw Wilson stond vermoeid op om naar haar zoons te gaan kijken. Ik hoorde de doffe klappen tegen het achterwerk van de jongens, waarna er niet meer van tv-station veranderd werd. Tekenfilmpersonages schreeuwden tegen elkaar terwijl er op de achtergrond zo te horen machinegeweren schoten. 'Waar was ik gebleven?' vroeg ze toen ze weer aan de keuken tafel kwam zitten. 'U had het over Betty,' bracht ik haar in herinnering. 'O, ja. Ze wenkte mij en zei dat Jims moeder aan de lijn was, een interlokaal gesprek, en dat het belangrijk leek. Ik heb uil eindelijk nooit gehoord waar het over ging, dat telefoontje. Maar Betty vroeg of ik Jim kon halen. Hij was bezig met hel rollenspel, in de balzaal. Valhalla heeft een balzaal die we voor verschillende activiteiten gebruiken, weet u. Voor de zaterdag avonddisco, voor feesten. Er is een toneel, een toneel voor hel orkest. Uit de tijd dat Valhalla nog een hotel was. Ik kwam door de achterdeur binnen en toen ik zag wat er aan de hand was, kon ik het gewoon niet geloven.' Jeanie Wilsons ogen wa ren fel van woede. Ze begon met de rand van een placemat te spelen. 'Ik bleef eerst gewoon staan kijken. Jim stond met zijn rug naar me toe met vijf of zes pati�en op het toneel. Ze zaten in stoelen die zo gedraaid waren dat ze niet konden zien wal hij met een andere pati� aan het doen was. Een jong meisje Ze heette Rita. Rita was ongeveer dertien jaar oud. Ze was dooi haar stiefvader verkracht en ze sprak nooit, ze was functioneel stom. Jim dwong haar het opnieuw te beleven.' 'De verkrachting?' vroeg ik kalm. 'Die verdomde klootzak. Sorry. Maar ik kan er nog steeds vuil over m'n toeren raken.' 'Dat is begrijpelijk.' 'Later zei hij dat hij niets verkeerds had gedaan. Verdomme, hij was zo'n leugenaar. Hij ontkende alles. Maar ik had het gezien. Ik wist precies waar hij mee bezig was. Hij speelde di rol van de stiefvader en Rita was zo bang,dat ze zich gewoon niet kon verroeren. Ze zat verstijfd in haar stoel. Hij had zijn gezicht vlak bij het hare, leunde over haar heen. Hij sprak heel zachtjes, maar het geluid draagt ver in die balzaal. Ik kon alles verstaan. Voor een dertienjarige zag Rita er heel volwassen heel rijp uit. Jim vroeg haar: "Deed hij dit, Rita?" Die vraag stelde hij haar telkens weer, haar ondertussen aanrakend. Ill| streelde haar, net als haar stiefvader had gedaan, lijkt me. Ik sloop weg. Hij wist niet dat ik hem had gezien totdat dr. Masterson en ik hem een paar minuten later met het gebeurde confronteerden.' Nu begon ik te begrijpen waarom dr. Masterson had geweigerd met mij over Jim Barnes te spreken en misschien ook waarom er een aantal bladzijden uit AI Hunts dossier ontbrak. Als zoiets ooit naar buiten zou komen, zelfs al was het lang geleden gebeurd, zou dat de reputatie van het ziekenhuis de das omdoen. 'En vermoedde u dat Jim Barnes dit al eerder had gedaan?' vroeg ik. 'Een aantal van de eerdere klachten wijst daar wel op,' antwoordde Jeanie Wilson met een woedende blik in haar ogen. 'Altijd bij vrouwen?' 'Niet altijd.' 'Waren er ook klachten van mannelijke pati�en?' 'Van � van de jongens. Ja. Maar toen was er niemand die hem serieus nam. Hij had sowieso seksuele problemen. Hij was gemolesteerd of zo. Precies het type waar Jim op viel, want wie zou er nu iets geloven van wat die arme knul zei?' 'Herinnert u zich de naam van die pati� nog?' 'God.' Ze fronste haar wenkbrauwen. 'Het is al zo lang geleden.' Ze dacht na. 'Frank� Frankie. Dat is het. Ik herinner me nog dat sommige pati�en hem Frankie noemden. Zijn achternaam weet ik niet meer.' 'Hoe oud was hij?' Ik voelde mijn hart bonzen, ik weet het niet. Zeventien, achttien.' 'Wat herinnert u zich nog over Frankie?' vroeg ik. 'Dit is belangrijk. Heel belangrijk.' Er ging een kookwekker af en ze duwde haar stoel naar achteren om de cake uit de oven te halen en om gelijk weer even bij haar zoons te kijken. Toen ze terugkwam, fronste ze nadenkend haar voorhoofd.Ze zei: ik herinner me nog vaag dat hij vlak nadat hij werd opgenomen een tijdje in Backhall heeft gezeten. Daarna is hij overgeplaatst naar de eerste verdieping, waar de mannenafde- lingis. Ik gaf hem bezigheidstherapie.' Nadenkend hield ze een wijsvinger tegen haar kin. 'Hij was heel ijverig, dat weet ik nog wel. Hij maakte veel Ieren riemen en koperen versieringen. En hij vond het heerlijk om te breien, wat wel een beetje ongebrui kelijk was. De meeste mannelijke pati�en breien niet, dat wil len ze niet. Zij houden het bij leer, en ze maken asbakken en zo. Hij was erg creatief en goed in wat hij deed. En er was nog iets wat me aan hem opviel. Zijn netheid. Hij was dwangmatig netjes, ruimde altijd zijn werkplek op, en raapte allerlei stukjes en beetjes van de grond. Alsof het hem echt dwarszat als iets niet was zoals het moest zijn, als het niet schoon was.' Ze zweeg en keek me aan. 'Wanneer kwam hij met die klacht over Jim Barnes?' vroeg ik 'Niet zo lang nadat ik in Valhalla was komen werken.' Ze aar zelde en dacht diep na. 'Ik geloof dat Frankie pas een maand in Valhalla was toen hij iets over Jim zei. Hij had het daar geloof ik met een andere pati� over gehad. Nou ik erover nadenk' � ze wachtte even en trok haar mooie ronde wenk brauwen in een frons bij elkaar - 'het was die andere pati� die bij dr. Masterson geklaagd heeft.' 'Herinnert u zich nog wie die pati� was? De pati� aan wie Frankie dat verteld heeft?' 'Nee.' 'Zou dat Al Hunt geweest kunnen zijn? U had het erover dat u nog niet zo lang in Valhalla werkte. Hunt is daar elf jaar geleden gedurende de lente en de zomer behandeld.' ik kan me Al Hunt niet meer herinneren.' 'Ze moeten ongeveer even oud zijn geweest,' vervolgde ik. 'Dat is interessant.' Ze had een onschuldige, verwonderde blik in haar ogen toen ze me aankeek. 'Frankie had een vriend, een andere jongen in de tienerleeftijd. Dat weet ik nog wel. Blond Die jongen was blond, heel verlegen, stil. Zijn naam kan ik me niet meer herinneren.' 'Al Hunt was blond,' zei ik. Stilte. 'O, mijn God.' Ik spoorde haar aan. 'Hij was stil, verlegen�' 'O, mijn God,' zei ze weer. ik durf te wedden dat hij het was! En hij heeft vorige week zelfmoord gepleegd?' 'Ja.' 'Heeft hij het met u over Jim gehad?' 'Hij had het over iemand die hij Jim Jim noemde.' 'Jim Jim,' herhaalde ze. 'Jeetje. Ik weet niet�' 'Wat is er met Frankie gebeurd?' 'Hij is niet lang gebleven, ongeveer twee a drie maanden.' is hij toen naar huis teruggegaan?' vroeg ik. 'Dat denk ik wel,' zei ze. 'Er was iets met zijn moeder. Ik geloof dat hij bij zijn vader woonde. Frankies moeder had hem in de steek gelaten toen hij nog klein was of iets dergelijks. Ik herinner me alleen nog dat zijn situatie thuis niet al te best was. Maar ach, ik denk dat je dat wel van alle pati�en in Valhalla kunt zeggen.' Ze zuchtte. 'God. Dat is ook wat. Ik heb in geen jaren meer aan hem gedacht. Frankie.' Ze schudde haar hoofd, ik vraag me af wat er van hem is geworden.' 'Hebt u geen idee?' 'Absoluut niet.' Ze keek me lang aan en toen begon het haar te dagen. Ik kon de angst in haar ogen op zien komen. 'Die twee mensen die vermoord zijn. U denkt toch niet dat Frankie�' Ik zei niets. 'Hij was nooit gewelddadig, tenminste niet toen ik met hem werkte. Hij was zelfs erg zachtzinnig.' Ze wachtte. Ik reageerde niet. ik bedoel, hij was erg lief en beleefd tegen mij, hij lette heel goed op en deed alles wat ik zei.' 'Hij vond u dus aardig,' zei ik. 'Hij heeft een sjaal voor me gebreid. Dat herinner ik me nu weer. Rood, wit en blauw. Dat was ik helemaal vergeten. Ik vraag me af wat ik ermee gedaan heb?' Haar stem stierf weg. ik heb hem waarschijnlijk aan het Leger des Heils of iets dergelijks gegeven. Ik weet het niet meer. Frankie, eh, ik geloof dat Frankie een oogje op me had.' Ze lachte nerveus. 'Mevrouw Wilson, hoe zag Frankie eruit?' Lang, dun, met donker haar.' Ze sloot een ogenblik haar ogen. 'Het is zo lang geleden.' Ze keek me weer aan. 'Hij viel niet op. Ik herinner me hem niet als iemand die er bijzonder goed uitzag. Weet u, ik zou me hem misschien beter kunnen herinneren als hij erg knap was geweest of juist erg lelijk. Hij moet dus nogal onopvallend zijn geweest.' 'Zou de inrichting foto's van hem in het archief hebben?' 'Nee.' Ze was weer stil. Toen keek ze me verbaasd aan. 'Hij stotterde,' zei ze langzaam, en herhaalde dat toen vol over- tuiging nog een keer. 'Pardon?' 'Soms stotterde hij. Dat herinner ik me nog. Als Frankie ei|t opgewonden of nerveus was, begon hij te stotteren.' Jim Jim. Al Hunt had exact bedoeld wat hij had gezegd. Toen Frank In aan Hunt vertelde wat Barnes had gedaan, of wat hij had pro beren te doen, was Frankie natuurlijk overstuur en geagite.nl geweest. Hij moest toen gestotterd hebben. Hij had vast telken� gestotterd als hij het met Hunt over Jim Barnes had gehad.Jim Jim! Nadat ik uit Jeanie Wilsons huis kwam, ging ik de eerste de beste telefooncel in. Marino, die stommeling, was op de hou lingbaan.