Hoofstuk 1

Ik deed de brieven uit Key West in de bruine map terug, pakte een zakje met operatiehandschoenen, stopte dat in mijn zwarte dokterstas en stapte in de lift om � verdieping naar beneden, naar het mortuarium te gaan. De tegels in de gang waren nat van het dweilen, de sectieruimte was afgesloten, want het werk zat erop. Schuin tegenover de lift bevond zich de stalen koelcel. Toen ik de zware deur opende, kwam de overbekende vlaag koude, bedorven lucht me tegemoet. Ik vond het wagentje zonder op de kaartjes aan de tenen van de lijken te hoeven kijken, omdat ik de slanke voet die onder het witte laken uitstak ook zo wel herkende. Ik kende elke centimeter van Beryl Madisons lichaam. Haar grijsblauwe ogen staarden dof voor zich uit vanonder de halfgeopende oogleden. De spieren in haar gezicht, dat vooral aan de linkerkant vol bleke vleeswonden zat, waren slap. Ze had een snee in haar hals die doorliep tot aan haar bovenste rugwervel, en de dragende spieren waren doormidden gesneden. Op en rond haar linkerborst waren negen dicht bij elkaar liggende steekwonden zichtbaar, als een bijna volmaakt verticale rij grote, rode knoopsgaten. Ze waren snel na elkaar toegebracht, de een na de ander, met zo'n kracht dat er nog sporen van het heft te zien waren. De verwondingen in haar onderarmen en handen varieerden in grootte van een halve tot zo'n twaalf centimeter. Er waren in totaal zevenentwintig wonden als de twee verwondingen op haar rug wel, maar de steekwonden en haar doorgesneden keel niet meegeteld werden. Al die wonden had ze opgelopen terwijl ze probeerde een groot, scherp lemmet af te weren. Ik had geen foto's of tekeningen van het lichaam nodig. Als ik mijn ogen sloot, zag ik Beryl Madisons gezicht. Ik zag elk ziekmakend detail van het geweld dat haar was aangedaan. Haar linkerlong was vier keer doorboord. Haar halsslagaders waren vrijwel doormidden. Het mes had de aortaboog, de longslagader, het hart en het hartzakje geraakt. Ze moest al wel dood zijn geweest toen die gek haar vervolgens bijna onthoofdde. Ik probeerde het te begrijpen. Iemand had gedreigd haar te zullen vermoorden. Ze was naar Key West gevlucht. Ze was doodsbang. Ze wilde niet sterven. Het was gebeurd op de avond dat ze naar Richmond terugkwam. Waarom heb je hem in je huis binnengelaten? Waarom in godsnaam? Ik legde het laken weer terug en duwde het wagentje naar de achterwand van de koelcel, waar ook de wagentjes met de andere lichamen stonden. Morgen om deze tijd was haar lichaam al gecremeerd en was de as op weg naar Californi�Beryl Madison zou volgende maand vierendertig zijn geworden. Blijkbaar had ze helemaal niemand, en van haar familie was er niemand meer in leven, behalve een halfzuster in Fresno. De zware deur sloeg dicht. Het asfalt van de parkeerplaats achter het kantoor van de pathologisch-anatomische dienst voelde warm en geruststellend onder mijn voeten en ik kon de creosootolie van de spoorwegbielzen ruiken die vlakbij in de ongewoon warme zon lagen te bakken. Het was Halloween. De buitendeur stond wijdopen en een van mijn assistenten was de stoep met een waterslang aan het schoonspoelen. Speels liet hij het water in een grote boog zo dicht naast mij neerkletteren dat ik de druppels op mijn enkels voelde. 'H�dr. Scarpetta, houdt u tegenwoordig de werktijden van een ambtenaar aan?' riep hij. Het was even na half vijf. Ik verliet mijn kantoor zelden voor zes uur. 'Kan ik u soms een lift geven?' vroeg hij. 'Iemand haalt me al op. Bedankt,' antwoordde ik. Ik was in Miami geboren en kende het gebied waar Beryl zich die zomer had verborgen dus redelijk goed. Als ik mijn ogen sloot, zag ik de kleuren van Key West. Ik zag heldergroen en blauw en zonsondergangen die zo uitbundig waren dat alleen God ze ongestraft zo schilderen kon. Beryl Madison had nooit naar huis terug moeten gaan. Een gloednieuwe LTD Crown Victoria, glimmend als zwart glas, draaide langzaam de parkeerplaats op. Ik verwachtte de vertrouwde, gammele Plymouth en was verbijsterd toen het raampje van de nieuwe Ford opengleed. 'Wacht je op de bus of zo?' De spiegelglazen van zijn zonnebril weerspiegelden mijn verbaasde gezichtsuitdrukking. Toen de elektronische sloten zich met een luide klik openden, probeerde inspecteur Pete Marino een blas�ezicht te trekken. 'Ik ben onder de indruk,' zei ik terwijl ik op het pluche ging zitten. 'Hoort bij mijn promotie.' Hij liet de motor op volle toeren draaien. 'Niet slecht, h� Na jaren met sjofele trekpaarden gereden te hebben, had Marino nu eindelijk een echte hengst gekregen. Toen ik mijn sigaretten pakte, zag ik dat er een gaatje in het dashboard zat. 'Heb je daar je zwaailicht of alleen maar je elektrische scheerapparaat op aangesloten?' 'Ja, Jezus,' klaagde hij. 'De een of andere idioot heeft mijn aansteker gejat. Bij de autowasserette. Ik bedoel, ik had die auto pas een dag, kun je 't geloven? Ik bracht 'm daar gelijk heen, ok�Had het te druk met schelden omdat de antenne door de borstels was afgebroken, dat peperde ik die idioten goed in�' Soms herinnerde Marino me aan mijn moeder. '� en ik zag later pas dat die verdomde aansteker verdwenen was.' Hij zweeg even en rommelde in zijn zak terwijl ik in mijn tasje naar lucifers zocht. 'H�chef, ik dacht dat je wou stoppen met roken,' zei hij op nogal sarcastische toon terwijl hij een Bic-aansteker in mijn schoot gooide. 'Dat ga ik ook doen,' mompelde ik. 'Morgen.' De avond dat Beryl Madison vermoord werd, was voor mij een uitgaansavond geweest. Ik doorstond eerst een luidruchtige opera, en ging daarna in een overgewaardeerde Engelse pub iets drinken met een gepensioneerde rechter die naarmate het later werd, steeds minder eerbiedwaardig bleek te zijn. Ik had mijn pieper niet bij me. Omdat de politie me niet kon bereiken, hadden ze Fielding, het plaatsvervangend hoofd, gevraagd naar de plek van het misdrijf te komen. Dit zou de eerste keer zijn dat ik in het huis van de vermoorde schrijfster kwam. Windsor Farms was niet het soort wijk waar je zoiets vreselijks zou verwachten. De huizen waren groot en stonden een beetje van de weg af, omringd door onberispelijke tuinen. De meeste hadden alarminstallaties, en in elk van de huizen in de wijk werd de temperatuur centraal geregeld, zodat het niet nodigwas om de ramen te openen. Geld kan niet het eeuwige leven kopen, maar wel een bepaalde mate van veiligheid. Ik had nog nooit een moordzaak in de Farms meegemaakt. 'Blijkbaar had ze ergens geld vandaan,' zei ik toen Marino voor een verkeerslicht stopte. Een vrouw met sneeuwwit haar die haar sneeuwwitte maltezer leeuwtje aan het uitlaten was, wierp ons een steelse blik toe terwijl het hondje aan een graspolletje snuffelde, waarna het uiteraard zijn behoefte ging doen. 'Wat een stomme bol wol,' zei hij terwijl hij verachtelijk naar de vrouw en de hond staarde. 'Ik haat zulke keffertjes. Die staan de hele tijd te blaffen en ze pissen alles onder. Als je dan toch een hond neemt, neem er dan een met tanden.' 'Sommige mensen willen gewoon een dier om hen gezelschap te houden,' zei ik. 'Ja.' Hij zweeg, en ging toen door op mijn eerdere opmerking. 'Beryl Madison had inderdaad geld, en het meeste daarvan zit vast in haar huis. Als ze al wat gespaard had, heeft ze dat er blijkbaar in Gay West doorgejaagd. We zijn nog steeds met haar papieren bezig.' 'Heeft iemand die soms doorzocht?' 'Dat ziet er niet naar uit,' antwoordde hij. 'We hebben ontdekt dat ze het helemaal niet slecht deed als schrijfster � wat betreft de centen dan. Blijkbaar gebruikte ze verscheidene pseudoniemen. Adair Wilds, Emily Stratton, Edith Montague.' De spiegelglazen werden mijn kant opgedraaid. Behalve Stratton kende ik geen van de namen. Ik zei: 'Haar middelste naam is Stratton.' 'Daar komt haar bijnaam Straw misschien vandaan.' 'Ja, en van haar blonde haar,' merkte ik op. Beryls haar was honingblond, met lichtblonde, door de zon gebleekte strengen. Ze was klein en tenger en had gelijkmatige, verfijnde gelaatstrekken. Toen ze nog leefde was ze misschien een opvallend mooie vrouw geweest. Het was moeilijk om nu te bepalen of dat echt zo was. De enige foto van Beryl toen ze nog leefde die ik had gezien, was die op haar rijbewijs. 'Toen ik met haar halfzuster sprak,' zei Marino, 'ontdekte ik dat Beryl Straw werd genoemd door de mensen met wie ze goed omging. Wie ze ook vanuit de Keys die brieven schreef, die persoon kende haar bijnaam. Dat is mijn indruk.' Hij stelde het achteruitkijkspiegeltje bij. 'Ik snap niet waarom ze die brieven gefotokopieerd heeft. Daar zit ik al een tijdje over na te denken. Ik bedoel, hoeveel mensen ken jij die fotokopie�maken van hun priv�rieven?' 'Je had het er over dat ze fanatiek alles op papier vastlegde,' bracht ik hem in herinnering. 'Precies. Dat zit mij ook dwars. We denken dat die vent haar maandenlang bedreigd heeft. Wat deed hij precies? Wat zei hij? Dat weten we niet, omdat ze zijn telefoontjes niet heeft opgenomen en omdat ze ook niets opgeschreven heeft. Die vrouw maakt zelfs fotokopie�van haar priv�rieven, maar ze legt niet vast hoe iemand haar dreigt te mollen. Zeg jij maar of dat klopt of niet.' 'Niet iedereen denkt zoals jij.' 'Tja, sommige mensen denken helemaal niet, omdat ze in een situatie zitten die ze voor iedereen verborgen willen houden,' merkte hij op. Hij draaide een oprit op en parkeerde voor de garagedeur. Het veel te hoge gras stond vol met grote paardebloemen die heen en weer zwaaiden in de wind, en naast de brievenbus stond een bord met TE KOOP erop. Het gele band dat de politie gebruikt om de plaats van een misdrijf af te bakenen hing nog steeds voor de grijze voordeur. 'Haar karretje staat in de garage,' zei Marino terwijl hij uitstapte. 'Een mooie, zwarte Honda Accord EX. Er zijn een paar dingen aan die auto die je misschien wel interessant zult vinden.' We stonden op de oprit en keken om ons heen. De laagstaande zon scheen warm op mijn schouders en nek. De lucht was koel, en het enige geluid was dat van het doordringend zoemen van de herfstinsekten. Langzaam ademde ik diep in. Plotseling voelde ik me heel erg moe. Haar huis was gebouwd in een internationale stijl. Het was een modern, sober gebouw met aan de voorkant een rij grote ramen die door pilaartjes op de begane grond ondersteund werden, zodat het op een schip met een open benedendek leek. Het gebouw, dat was opgetrokken in veldsteen en grijs, gevlekt hout, was het soort huis dat je bij een rijk, jong echtpaar zou verwachten: grote kamers, hoge plafonds, veel dure, maar nutteloze ruimte. Windham Drive liep dood tegen haar tuin, wat verklaarde waarom niemand iets had gehoord of gezien voordat het te laat was. Het huis werd aan twee kanten afgeschermd door eiken en dennebomen, die een groen gordijn vormden tussen Beryl en haar buren. Aan de achterkant hield de tuin plotseling op en liep de grond, die daar bedekt was met keien en stenen, steil naar beneden, om vervolgens over te gaan in een groot ongerept bos, dat zich zo ver ik kon zien uitstrekte. 'Verdomme. Ze had vast herten,' zei Marino terwijl we om het huis heen naar de achtertuin slenterden. 'Niet mis, h�Als je hier uit het raam kijkt, denk je dat je de wereld voor jou alleen hebt. Het uitzicht is vast fantastisch als het sneeuwt. Ik persoonlijk zou best zo'n huisje willen hebben. In de winter zou ik dan een lekker vuurtje aanleggen, mezelf een whisky inschenken en naar de bossen gaan zitten kijken. Wat is het toch mooi als je rijk bent.' 'Vooral als je leeft, zodat je ervan kunt genieten.' 'Een waar woord,' zei hij. Afgevallen bladeren knisperden onder onze schoenen terwijl we langs de westelijke vleugel van het huis liepen. De voordeur bevond zich op dezelfde hoogte als de patio en ik zag dat er een kijkgaatje in zat. Het staarde me aan als een klein, leeg oog. Marino gooide zijn peuk in het gras en begon in de zak van zijn lichtblauwe broek te zoeken. Hij had zijn jasje niet aan en zijn dikke buik puilde over zijn riem heen. Zijn witte overhemd met de korte mouwen was gekreukeld onder zijn schouderholster en zijn boordje stond open. Hij haalde een sleutel te voorschijn met � van de gele kaartjes eraan die worden gebruikt voor bewijsmateriaal, en terwijl ik toekeek hoe hij het slot opende, verbaasde ik me er opnieuw over hoe groot zijn handen waren. Ze waren gebruind en sterk en deden me aan honkbalhandschoenen denken. Hij had nooit musicus of tandarts kunnen worden. Zelfs nu hij begin vijftig was, zijn grijze haar dun begon te worden, en zijn gezicht er net zo aftands uitzag als zijn pakken, boezemde hij de meeste mensen toch nog steeds ontzag in. Grote agenten zoals hij raken zelden bij een gevecht betrokken. De straatschoffies bekijken zulke mannen eens goed en houden hun lef dan voor zichzelf. We stonden in een rechthoek van zonlicht in de hal en deden onze handschoenen aan. Het huis rook muf en stoffig, wat wel te verwachten is in huizen die een tijd niet gebruikt worden. Hoewel de identificatie-afdeling van de politie in Richmond het gebouw grondig had doorzocht, was er niets van zijn plaats gehaald. Marino verzekerde me dat het huis er precies zo uitzag als twee dagen daarvoor, toen het lichaam van Beryl 's avonds was gevonden. Hij sloot de deur en deed het licht aan. 'Zoals je kunt zien,' echode zijn stem, 'moet ze die kerel wel zelf binnen hebben gelaten. Er is geen teken van braak en het huis heeft een goede alarminstallatie.' Hij wees op het paneel met knoppen naast de deur en zei: 'Die is nu uitgeschakeld. Maar het ding werkte prima toen we hier kwamen, toen stond het als het ware moord en brand te schreeuwen, wat de reden is waarom we haar zo snel hebben gevonden.' Vervolgens vertelde hij me opnieuw dat de moord aanvankelijk als een alarmmelding was binnengekomen. Kort na elf uur 's avonds had � van Beryls buren gedraaid, nadat het alarm toen al bijna dertig minuten had staan loeien. Er was een patrouillewagen naar het huis gereden en de agent had de voordeur open aangetroffen. Een paar minuten later had hij via zijn radio om versterking gevraagd. De huiskamer was helemaal overhoop gehaald en de glazen salontafel was omgevallen. Her en der op het tapijt verspreid lagen tijdschriften, een kristallen asbak, een paar art decoschalen en een bloemenvaas. Een lichtblauwe leren fauteuil lag ondersteboven, met een kussen van de bijpassende bank ernaast. Op de witgepleisterde muur links van de deur naar de gang, zag ik spatten opgedroogd bloed. 'Zit er een vertraging op haar alarminstallatie?' vroeg ik. 'O ja. Als je de deur opendoet, zijn er vijftien seconden waarin het alarm alleen maar zoemt, wat lang genoeg is om de code in te tikken voordat het echt afgaat.' 'Dan moet ze de deur hebben opengedaan, het alarm hebben uitgeschakeld, en die man hebben binnengelaten, om vervolgens het alarm weer aan te zetten terwijl hij nog hier was. Anders zou het later, toen hij wegging, nooit zijn afgegaan. Interessant.' 'Ja,' zei Marino, 'verdomd interessant.' We waren in de huiskamer en stonden naast de omgevallen salontafel, die onder het poeder zat dat wordt gebruikt om vingerafdrukken op te sporen. De bladen op de grond waren literatuur- en opinietijdschriften, en waren allemaal al een paar maanden oud.'Heb je ook recente kranten en tijdschriften gevonden?' vroeg ik. 'Als ze hier ergens een krant heeft gekocht, kan dat belangrijk zijn. Het is de moeite waard om alle plaatsen te controleren waar ze is geweest nadat ze uit het vliegtuig kwam.' Ik zag dat hij zijn kaakspieren spande. Marino vond het vreselijk als ik hem leek te vertellen hoe hij zijn werk moest doen. Hij zei: 'Er lagen er een paar boven in haar slaapkamer, bij haar attach�ffertje en haar tassen. Een Miami Herald en iets wat de Keynoter heet, een blaadje met voornamelijk onroe- rend-goedadvertenties voor de Keys. Misschien was ze wel van plan om daarheen te verhuizen. Allebei van afgelopen maandag. Ze heeft ze waarschijnlijk op het vliegveld gekocht of misschien ergens gevonden tijdens de terugreis naar Richmond.' 'Ik zou wel willen weten wat haar makelaar te vertellen heeft�' 'Niets, hij heeft niets te vertellen,' onderbrak hij me. 'Hij had geen idee waar Beryl was en heeft haar huis terwijl ze weg was maar � keer aan mensen laten zien. Een jong stel. Die vonden het te duur. Beryl vroeg driehonderdduizend dollar voor het huis.' Hij keek om zich heen met een ondoorgrondelijke blik. 'Nu is het vast een koopje.' 'Beryl heeft die avond een taxi van het vliegveld naar huis genomen,' nam ik vasthoudend de details door. Hij pakte een sigaret en wees ermee naar de deur. 'We hebben de bon in de hal, op dat kleine tafeltje bij de deur gevonden. De chauffeur, een zekere Woodrow Hunnel, is al ondervraagd. Zo stom als het achtereind van een varken. Hij zei dat hij in de rij taxi's bij het vliegveld stond te wachten. Zij had zijn auto uitgekozen. Dat was rond acht uur en het regende dat het goot. Ongeveer veertig minuten later leverde hij haar hier bij het huis af. Hij zegt dat hij haar twee koffers naar de deur gedragen heeft en dat hij toen vertrokken is. Ze heeft zesentwintig dollar betaald, inclusief de fooi. Een half uur later was hij weer op het vliegveld, waar hij een ander vrachtje oppikte.' 'Ben je daar zeker van, of is dat wat hij je heeft verteld?' 'Zo zeker als ik hier sta.' Hij tikte met de sigaret op een knokkel van zijn hand en betastte het filter met zijn duim. 'We hebben z'n verhaal gecontroleerd. Hunnel vertelt de waarheid. Hij heeft de dame met geen vinger aangeraakt. Daar had hij gewoon geen tijd voor.' Ik volgde zijn blik naar de donkere spatten bij de deuropening.De kleren van de moordenaar moesten ook onder het bloed gezeten hebben. Het was niet erg waarschijnlijk dat een taxichauffeur wiens kleren helemaal bebloed waren, een vrachtje op zou gaan pikken. 'Ze was dus nog niet lang thuis,' zei ik. 'Rond negen uur kwam ze hier binnen en een buurman meldde om elf uur dat haar alarm afging. Dat was toen al een half uur bezig, wat betekent dat de moordenaar rond half elf weer verdwenen was.' 'Ja,' antwoordde hij. 'Dat is nog het moeilijkst te begrijpen. Te oordelen naar die brieven was ze doodsbenauwd. Ze komt dus in het geheim naar de stad terug, sluit zichzelf in haar huis op en heeft zelfs een revolver op het aanrecht liggen � die zal ik je laten zien als we daar zijn. En dan, hoppa! De bel gaat of zo, en voor je 't weet laat ze die vent binnen en stelt ze daarna het alarm opnieuw in. Het moet iemand zijn die ze kende.' 'Ik sluit niet uit dat het een vreemde was,' zei ik. 'Als die man een vlotte babbel had, vertrouwde ze hem misschien wel en heeft ze hem om de een of andere reden binnengelaten.' 'Om die tijd?' Hij wierp me een snelle blik toe en keek toen de kamer rond. 'Waarom? Kwam hij om tien uur 's avonds langs om abonnementen op tijdschriften of misschien chocola te verkopen?' Ik antwoordde niet. Ik wist het niet. We bleven staan bij de deur die op een gang uitkwam. 'Dit is het eerste bloed,' zei Marino terwijl hij naar de opgedroogde spatten op de muur keek. 'Hier liep ze haar eerste wond op, de eerste messteek. Ik denk dat ze zo snel ze kon wegrende en dat hij toen naar haar uithaalde.' Ik dacht aan de wonden op Beryls gezicht, armen en handen. 'Ik vermoed,' vervolgde hij, 'dat hij hier haar linkerarm, haar rug of haar gezicht heeft geraakt. Het bloed op de muur is van het lemmet gespat. Hij had haar toen al minstens � keer verwond, want er zat bloed op het lemmet, en toen hij weer uithaalde, spatten de druppels van het wapen tegen de muur.' De vlekken waren ovaal van vorm, ongeveer zes millimeter in doorsnee en werden naarmate ze verder van de deurpost af zaten, steeds langwerpiger. Ze vormden een boog die zich links van de deur over tenminste drie meter uitstrekte. De aanvaller had zijn wapen met zoveel kracht gehanteerd alsof het een squashracket was. Ik kon de emoties voelen die bij deze misdaad een rol gespeeld hadden. Het was geen woede. Het was iets veel ergers. Waarom had ze hem binnengelaten? 'Te oordelen naar de plaats van de spatten, lijkt het me dat die kerel ongeveer hier stond,' zei Marino terwijl hij een paar meter van de linkerdeurpost af ging staan. 'Hij haalt uit, verwondt haar opnieuw, en terwijl het lemmet naar beneden komt, vliegen er bloeddruppels af die tegen de muur spatten. Je ziet dat het patroon hier begint.' Hij wees naar de bovenste druppels, die zich ongeveer ter hoogte van zijn hoofd bevonden. 'Dan zwaait hij het wapen naar beneden en stopt het een paar centimeter boven de grond.' Hij wachtte even, me uitdagend met zijn blik. 'Jij hebt haar onderzocht. Wat denk jij? Is hij rechts- of linkshandig?' De politie wilde dat altijd weten. Hoe vaak ik hen ook vertelde dat dat maar een gok was, ze vroegen het altijd. 'Het is niet mogelijk om dat uit deze spatten af te leiden,' zei ik. Ik had een droge, stoffige smaak in mijn mond. 'Het hangt er helemaal van af waar hij zich ten opzichte van haar bevond. Wat betreft de steekwonden in haar borst, die lijken van links naar rechts te lopen. Dat zou kunnen betekenen dat hij linkshandig is. Maar toch is ook dat afhankelijk van zijn positie ten opzichte van haar.' 'Ik vind het toevallig wel interessant dat alle wonden die ze heeft opgelopen toen ze zich verdedigde, aan de linkerkant van haar lichaam zitten. Ze rent weg. Hij valt haar links in plaats van rechts aan. Dan vraag ik me dus af of hij linkshandig is.' 'Dat is helemaal afhankelijk van de manier waarop het slachtoffer en de aanvaller tegenover elkaar stonden,' herhaalde ik ongeduldig. 'Juist,' mompelde hij ge�iteerd. 'Alles hangt van iets anders af.' De gang had een houten vloer. Met krijt was een lijn getrokken rondom een spoor van druppels bloed dat naar links leidde, naar een trap ongeveer drie meter bij ons vandaan. Beryl was die trap op gevlucht. Haar ontzetting en angst waren groter geweest dan haar pijn. Op de muur links zat bij vrijwel elke stap die ze had gezet een bloederige veeg waar ze met haar gewonde vingers steun had gezocht tegen de lambrizering.

De zwarte vlekken zaten op de grond, op de muren en op het plafond. Beryl was naar het eind van de hal op de bovenverdieping gerend, waar ze even in een hoek gedreven was. Op die plek was er ontzettend veel bloed. De jacht was blijkbaar heropend toen ze van de hal naar haar slaapkamer was gevlucht, waar ze hem blijkbaar had ontweken door over haar grote tweepersoonsbed te kruipen terwijl hij eromheen liep. Ze had toen haar attach�ffertje naar zijn hoofd gegooid, of misschien had het ding boven op het bed gelegen en was er vanaf gevallen, wat waarschijnlijker was. Toen de politie het koffertje vond, stond het geopend en ondersteboven, als een kleine tent, op het tapijt. Haar papieren, waaronder de fotokopie�van de brieven die ze in Key West had geschreven, lagen er vlak naast. 'Wat voor andere papieren hebben jullie gevonden?' vroeg ik. 'Bonnen, een paar reisgidsen, waaronder een brochure met een kaart van de stad erin,' antwoordde Marino. 'Ik kan er wel een paar fotokopietjes van maken als je dat wilt.' 'Graag,' zei ik. 'We hebben ook een stapel getypte vellen papier op haar la- denkast daar gevonden,' wees hij. 'Dat is waarschijnlijk waar ze in de Keys aan werkte. Er staan veel aantekeningen in potlood in de kantlijn. Geen noemenswaardige vingerafdrukken, alleen een paar vegen en een paar gedeeltelijke afdrukken die van haar zelf zijn.' Haar bed was afgehaald, zodat de kale matras zichtbaar was. De bebloede quilt die als sprei had gediend en de lakens waren naar het laboratorium gestuurd. Ze was steeds langzamer geworden, had de controle over haar bewegingen verloren, was zwakker geworden. Ze was terug naar de hal gestrompeld, waar ze over een oosters gebedskleed was gevallen dat ik me herinnerde van de foto's die van de plaats van het misdrijf genomen waren. Er zaten bloederige vegen en handafdrukken op de vloer. Beryl was in de logeerkamer achter de badkamer gekropen en daar was ze uiteindelijk gestorven. 'Persoonlijk,' zei Marino, 'denk ik dat hij er geen lol aan beleefde tenzij hij haar op kon jagen. Hij had haar beneden in de woonkamer kunnen grijpen en doden, maar dat zou niet spannend geweest zijn. Waarschijnlijk liep hij voortdurend te glimlachen toen ze zo bloedde, en terwijl ze schreeuwde en smeekte. Toen ze zich uiteindelijk hierheen gesleept had, stortte ze in. Het spel was uit. Er was geen lol meer aan. Dus maakte hij er een eind aan.' De kamer was ingericht in een winterse, gele tint die zo bleek was als zonnestralen in januari. De houten vloer was zwart bij het tweepersoonsbed en er zaten zwarte strepen en vlekken op de witgepleisterde muur. Op de politiefoto's lag Beryl op haar rug. Haar benen waren gespreid, haar armen hield ze tegen haar hoofd, en haar gezicht was naar de gordijnen voor het raam toegedraaid. Ze was naakt. Toen ik de foto's voor het eerst bekeek, kon ik niet bepalen hoe ze eruitzag en zelfs niet wat voor kleur haar ze had. Ik zag alleen maar rood. De politie had een bebloede kaki pantalon in de buurt van haar lichaam gevonden. Haar bloes en onderkleding waren weg. 'Die taxichauffeur waar je het over had - Hunnel of hoe hij ook mag heten - herinnerde hij zich wat Beryl aan had toen hij haar van het vliegveld meenam?' vroeg ik. 'Het was donker,' antwoordde Marino. 'Hij wist het niet zeker, maar hij dacht dat ze een broek met een jasje droeg. We weten dat ze een broek aan had toen ze werd aangevallen, dat is dat kaki exemplaar dat we hier gevonden hebben. Er lag een bijpassend jasje op een stoel in haar slaapkamer. Ik denk niet dat ze zich verkleed heeft toen ze thuiskwam, ze heeft gewoon haar jasje op een stoel gegooid. En de rest van haar kleren - een blouse en haar onderkleding - die zijn meegenomen door de moordenaar.' 'Een souvenir,' dacht ik hardop. Marino staarde naar de donkere vlekken op de vloer waar haar lichaam was aangetroffen. Hij zei: 'Ik denk dat toen hij haar eenmaal hier had, hij haar kleren heeft uitgetrokken en haar toen heeft verkracht, of dat heeft proberen te doen. Daarna heeft hij haar hals doorgesneden en haar bijna onthoofd. Jammer van haar spermatest,' voegde hij eraan toe. Hij had het over de test die we hadden gedaan om lichamelijk bewijsmateriaal te vinden, en die niet had aangetoond dat er sperma aanwezig was. 'Dat betekent zeker dat we een DNA-test wel kunnen vergeten?' 'Tenzij er in dat bloed dat we onderzoeken ook wat van hem bij is,' antwoordde ik. 'Zo niet, ja. Vergeet het DNA dan maar.' 'En geen haren,' zei hij. 'Alleen een paar die overeenkomen met haar eigen haar.'Het huis was zo stil dat onze stemmen verontrustend luid klonken. Overal waar ik keek zag ik die lelijke vlekken. Ik zag de beelden voor me: de steekwonden, de sporen van het heft, de gruwelijke wond in haar hals, die op een rode, wijdopen mond leek. Ik ging naar de hal. Het stof sloeg op mijn longen en ik kon slechts met moeite ademhalen. Ik zei: 'Laat me eens zien waar je haar revolver hebt gevonden.' Toen de politie die avond eenmaal ter plaatse was, hadden ze Beryls .80 automatische revolver op de aanrecht naast de magnetron gevonden. De revolver was geladen en de veiligheidspal zat erop. Er zaten alleen wat gedeeltelijke vingerafdrukken op en die waren volgens de politie van haarzelf afkomstig. 'Ze had een doos patronen in een kastje naast haar bed,' zei Marino. 'Waarschijnlijk bewaarde ze de revolver daar ook. Ik denk dat ze haar koffers naar boven bracht, ze uitpakte en de meeste van haar kleren in de wasmand in de badkamer deed. Op een gegeven moment moet ze toen haar wapen te voorschijn hebben gehaald. Dat geeft overduidelijk aan dat ze zo nerveus als de pest was. Ik durf te wedden dat ze met haar blaffer in de hand elke kamer gecontroleerd heeft voordat ze zich kon ontspannen.' 'Dat zou ik ook gedaan hebben,' merkte ik op. Hij keek de keuken rond. 'Misschien wilde ze hier iets te eten halen.' 'Misschien was ze dat wel van plan, maar ze heeft niets gegeten,' antwoordde ik. 'De inhoud van haar darmen bestond uit ongeveer vijftig milliliter, oftewel vijftig gram, donkerbruin vocht. Wat ze ook had gegeten, het was helemaal verteerd toen ze stierf - of liever gezegd, toen ze werd aangevallen.' Het spijsverteringsproces stopt bij acute stress of angst. Als ze net iets gegeten had toen de moordenaar haar te pakken nam, zou het eten nog in haar maag hebben gezeten. 'Er is �upt niet veel te bikken,' zei hij op een toon alsof hij een belangrijke opmerking maakte, en opende de deur van de ijskast. We zagen een verschrompelde citroen, twee pakjes boter, een stuk beschimmelde Deense kaas, wat specerijen en een fles tonic. Het vriesvak was wel iets, maar niet veel beter voorzien. Er waren een paar pakjes kip, wat diepvriesmaaltijden en mager gehakt. Blijkbaar was koken voor Beryl slechts een noodzakelijk kwaad in plaats van een plezierig tijdverdrijf geweest. Mijn eigen keuken zag er heel anders uit. Deze was zo steriel dat het gewoon deprimerend was. Er zweefden stofdeeltjes in het bleke licht dat door de grijze, modieuze jaloezie�voor het raam boven de gootsteen naar binnen sijpelde. Het afdruiprek en de gootsteen waren leeg en droog. De keukenapparaten waren modern en zagen er ongebruikt uit. 'Een andere mogelijkheid is dat ze hier een drankje in kwam schenken,' speculeerde Marino. 'Haar alcoholtest was negatief,' zei ik. 'Dat betekent niet dat ze dat niet van plan was.' Hij deed een kastje boven de gootsteen open. Er was geen centimeter vrij op de drie planken: Jack Daniel's, Chivas Regal, Tanqueray, likeuren en ook iets wat speciaal mijn aandacht trok. Op de bovenste plank stond voor de cognac een fles Ha�tiaanse Barbancourt Rhum. Een drank die vijftien jaar gerijpt was, en die net zo duur was als onvermengde Schotse whisky. Ik pakte de fles met een gehandschoende hand en zette die op het aanrecht. Er zat geen BTW-stempel op en het zegel rond de gouden dop was nog intact. 'Ik denk niet dat ze dit hier vandaan heeft,' zei ik tegen Marino. 'Ik vermoed dat ze dit in Miami, in Key West heeft gekocht.' 'Je bedoelt dat ze die fles uit Florida heeft meegenomen?' 'Dat is mogelijk. Ze was duidelijk een connaisseur van goede drank. Barbancourt is fantastisch.' 'Ik geloof dat ik jou maar Dok-ter Connaisseur moet gaan noemen,' zei hij. De fles Barbancourt was niet stoffig, in tegenstelling tot veel van de flessen die eromheen stonden.'Dat verklaart misschien waarom ze in de keuken was,' vervolgde ik. 'Het kan zijn dat ze naar beneden was gegaan om de rum op te bergen. Wellicht stond ze net na te denken of ze een slaapmutsje zou nemen toen er iemand aan de deur kwam.' 'Ja, maar dat verklaart niet waarom ze haar wapen hier op de aanrecht achterliet toen ze ging opendoen. Ze was toch angstig, of niet? Ik heb nog steeds het idee dat ze iemand verwachtte, dat ze die vent kende. Zeg, ze heeft toch al die sjieke drank hier? Drinkt ze dat spul allemaal alleen op? Dat is onlogisch. Het is logischer om te veronderstellen dat ze van tijd tot tijd een gast had, de een of andere vent. Jezus, misschien is het die "M" wel, aan wie ze vanuit de Keys die brieven schreef. Misschien is hij wel degene op wie ze zat te wachten op de avond dat ze gemold werd.' 'Jij denkt dat het mogelijk is dat "M" de moordenaar is,' zei ik. 'Denk jij dat dan niet?' Hij raakte ge�iteerd en het begon op mijn zenuwen te werken dat hij steeds maar met die onopgestoken sigaret stond te spelen. 'Ik sluit geen enkele mogelijkheid uit,' antwoordde ik. 'Ik sluit bijvoorbeeld ook niet uit dat ze g� bezoek verwachtte. Ze was in de keuken om haar rum op te bergen en was misschien van plan om zichzelf een drankje in te schenken. Ze was nerveus en daarom had ze haar revolver voor het grijpen op het aanrecht gelegd. Ze schrok toen de bel ging, of toen iemand op de deur klopte�' 'Juist,' onderbrak hij me. 'Ze schrikt, ze is bang. Waarom laat ze haar schietijzer verdomme dan hier in de keuken liggen als ze naar de deur gaat?' 'Oefende ze?' 'Oefenen?' zei hij terwijl hij me aankeek. 'Wat oefende ze?' 'Met schieten.' 'Jezus� weet ik veel�' 'Als ze dat niet deed, was het geen reflex voor haar om haar wapen altijd mee te nemen, maar moest ze zichzelf daar steeds aan herinneren. Veel vrouwen hebben een spuitbus met traangas in hun handtas. Als ze dan aangevallen worden, vergeten ze die spuitbus vaak tot alles voorbij is, omdat het voor hen geen reflex is om zich te verdedigen.' 'Ik weet niet�' Ik wist het wel. Ik had een .38 Ruger-revolver met Silvertips, � van de gevaarlijkste kogels die te koop waren. De enige reden waarom ik mijn revolver als verdediging zou gebruiken was dat ik ermee oefende. Ik ging een paar keer per maand naar de schietbaan in mijn kantoor. Als ik alleen thuis was, voelde ik me veiliger met, dan zonder mijn revolver. En er was nog iets. Ik dacht aan de huiskamer, aan het haardstel in de koperen standaard bij de open haard. Beryl had in die kamer met haar aanvaller gevochten en het was niet bij haar opgekomen om de pook of de schep als wapen te gebruiken. Ze had geen reflex om zichzelf te verdedigen. Haar enige reflex was om te vluchten, of dat nu naar de bovenverdieping of naar Key West was. Ik legde uit: 'Misschien kon ze niet goed met de revolver omgaan, Marino. De bel gaat. Ze is geschrokken, in de war. Ze gaat via de woonkamer naar de deur en kijkt door het kijkgaatje. Ze vertrouwt die persoon, wie het ook is, en doet de deur open. Ze vergeet de revolver.' 'Of het was een bezoeker die ze verwachtte,' herhaalde hij. 'Dat is heel goed mogelijk. Als er tenminste iemand was die wist dat ze weer terug was.' 'Misschien wist hij het,' zei hij. 'En misschien is hij "M",' speelde ik in op wat hij wilde horen. Ik zette de fles rum weer op de plank. 'Bingo. Je ziet nou toch ook wel dat dat een logische gevolgtrekking is?' Ik deed het kastje dicht. 'Ze is maandenlang bedreigd en geterroriseerd, Marino. Ik kan haast niet geloven dat een goede vriend daar verantwoordelijk voor was, en dat Beryl helemaal niets vermoedde.' Hij keek ge�iteerd en terwijl hij een blik op zijn horloge wierp, haalde hij een andere sleutel uit zijn zak. Het zou vreemd zijn als Beryl een onbekende binnengelaten zou hebben. Maar het zou nog vreemder zijn als iemand die ze vertrouwde haar dit had aangedaan. Waarom liet ze hem binnen? Ik kon die vraag maar niet van me afzetten. Het huis was met de garage verbonden door een overdekt pad. De zon was nu achter de bomen gezakt. 'Ik zal je nu meteen maar vertellen,' zei Marino terwijl hij het slot opendraaide, 'dat ik hier vlak voordat ik je opbelde pas voor de eerste keer binnen ben geweest. Ik had de deur kunnen forceren op de avond van de moord, maar daar zag ik het nut niet van in.' Hij haalde zijn brede schouders op, alsof hij me ervan wilde doordringen dat hij makkelijk een deur of een boom, of een vuilniscontainer aankon als hij dat wilde. 'Ze is hier niet meer binnen geweest sinds ze naar Florida ging. Het heeft een tijdje geduurd voordat we die verdomde sleutel vonden.' Het was de enige met hout beklede garage die ik ooit had gezien. De vloer was bedekt met schitterende, dure, rode Italiaanse tegeltjes.'Is dit �t de garage?' vroeg ik. 'Er is toch een garagedeur?' Hij trok nog een paar sleutels uit zijn zak. 'Mooi plekje om je autootje droog te houden, h� De garage rook bedompt en muf, maar was vlekkeloos schoon. Behalve een hark en een bezem in een hoekje waren er geen gereedschappen, grasmaaier of de andere gebruikelijke rommel te zien. Met de zwarte Honda midden op de betegelde vloer zag de garage er eerder uit als de showroom van een autodealer. De auto was zo schoon en glom zo mooi, dat het een nieuwe, nog nooit gebruikte wagen had kunnen zijn. Marino opende met � van de sleutels het portier naast de zitplaats van de bestuurder. 'Hier. Ga je gang,' zei hij. Even later zat ik op de met zacht, ivoorkleurig leer beklede stoel en staarde door de voorruit naar het hout op de muur. Hij deed een stap naar achteren en vervolgde: 'Blijf daar maar even zitten, ok�Snuif de sfeer op, kijk eens goed naar het interieur, en vertel me dan wat je denkt.' 'Wil je dat ik de motor start?' Hij gaf me het sleuteltje. 'Zet de garagedeur dan alsjeblieft open zodat we niet vergast worden,' zei ik. Fronsend zocht en vond hij het juiste knopje. Hij opende de deur. De auto sloeg gelijk aan en het geluid van de motor zakte een paar octaven, tot het niet meer dan een laag gebrom was. De radio en de airconditioning gingen aan. De benzinetank was voor een kwart gevuld, de kilometerteller gaf iets minder dan elfduizend kilometer aan en het schuifdak stond een klein stukje open. Op het dashboard lag een bonnetje van een stomerij, gedateerd op juli, een donderdag. Beryl had toen een rok en een jasje afgegeven, maar ze had die kledingstukken blijkbaar nooit opgehaald. Op de andere stoel lag een kassabon van een supermarkt. Op 2 juli om 0 uur 40 in de ochtend had ze een krop sla, tomaten, een komkommer, gehakt, kaas, jus d'orange en een rol pepermunt gekocht voor een bedrag van negen dollar en dertien cent. Ze had de caissi� met tien dollar betaald. Daarnaast lag een smalle, witte, lege envelop van een bank. Er was ook een kiezelkleurige koker voor een Ray Ban-zonnebril - eveneens leeg. Op de achterbank lagen een Wimbledon-tennisracket en een verkreukelde witte handdoek. Ik leunde naar achteren om die te pakken. Op de badstoffen rand stond in kleine blauwe letters WESTWOOD RACQUET CLUB, dezelfde naam die ik ook op een rode vinyl sporttas in Beryls kast had gezien. Marino had zijn trucs voor het laatst bewaard. Ik wist dat hij al deze voorwerpen had bekeken en dat hij wilde dat ik ze in situ zag. Ze vormden geen bewijsmateriaal. De moordenaar was niet in de garage geweest. Marino was me aan het testen. Hij was me al aan het testen sinds we het huis waren binnengegaan. Dat was een gewoonte van hem die ik niet uit kon staan. Ik zette de motor af, stapte uit de auto en sloot het portier met een harde klap. Hij keek me onderzoekend aan. 'Een paar vragen,' zei ik. 'Ga je gang.' 'Westwood is een exclusieve club. Was ze daar lid van?' Hij knikte. 'Heb je nagegaan wanneer ze het laatst een baan gereserveerd heeft?' 'Vrijdag 2 juli, om negen uur 's ochtends. Ze kreeg les van een prof. Dat deed ze � keer per week, vaker speelde ze eigenlijk niet.' 'Het is toch zo dat ze op juli, zaterdagochtend vroeg een vliegtuig uit Richmond heeft genomen en dat ze even na twaalven in Miami is aangekomen?' Weer een knikje. 'Ze ging dus naar haar les en reed daarna regelrecht naar de supermarkt. Daarna is ze misschien naar de bank gegaan. Hoe dan ook, nadat ze haar boodschappen had gedaan, besloot ze op een gegeven moment dat ze weg zou gaan. Als ze wist dat ze de volgende dag zou vertrekken, was ze niet naar de kruidenier gegaan. Ze had geen tijd om alles wat ze kocht op te eten en ze liet ook niets in de koelkast staan. Blijkbaar heeft ze alles weggegooid, behalve het gehakt, de kaas en misschien de pepermuntjes.''Dat klinkt aannemelijk,' zei hij op ondoorgrondelijke toon. 'Ze liet haar brillekoker en die andere dingen op de stoel liggen,' vervolgde ik. 'Bovendien liet ze ook de radio en de airconditioning aanstaan, en stond het schuifdak van de auto nog een stukje open. Het lijkt erop dat ze de auto de garage inreed, de motor afzette en met haar zonnebril nog op het huis inrende. Ik vraag me af of er iets gebeurd is terwijl ze na haar tennisles met haar boodschappen naar huis reed�' 'O ja. Ik ben er verdomd zeker van dat er iets gebeurd is. Loop maar om de auto heen en bekijk de andere kant eens - vooral het portier bij de passagiersstoel.' Dat deed ik. Wat ik zag, bracht me helemaal in de war. Vlak onder de handgreep was de naam Beryl, met een hartje eromheen, in de glimmende, zwarte verf gekrast. 'Niet echt prettig, h� zei hij. 'Als hij dit gedaan heeft terwijl haar auto bij de club of de supermarkt geparkeerd stond, moet iemand hem toch gezien hebben.' 'Zeker. Dus misschien heeft hij het wel daarvoor al gedaan.' Hij zweeg even en liet zijn vinger achteloos over de graffiti glijden. 'Wanneer heb jij voor het laatst naar het portier naast de passagiersstoel van j�auto gekeken?' Misschien was dat een paar dagen, maar misschien ook wel een week geleden. 'Ze ging boodschappen doen.' Eindelijk stak hij die ellendige sigaret op. 'Ze kocht niet veel.' Hij inhaleerde diep en gretig. 'Alles paste waarschijnlijk in � zak, denk je niet? Als mijn vrouw maar � of twee zakken met boodschappen heeft, zet ze die altijd voor in de auto neer, op de grond of op de stoel. Beryl is dus misschien naar de andere kant van de auto gelopen om de boodschappen in de wagen te zetten. Toen zag ze wat er in de verf was gekrast. Misschien wist ze dat het die dag gebeurd moest zijn. Misschien ook niet, maar dat doet er niet toe. Ze raakte helemaal overstuur, het was de laatste druppel. Ze maakte dat ze thuiskwam, of misschien is ze eerst nog naar de bank gegaan om geld te halen. Toen heeft ze een ticket voor de eerstvolgende vlucht die uit Richmond vertrok gereserveerd en is naar Florida gevlucht.' Ik liep achter hem aan de garage uit, terug naar zijn auto. Het werd nu snel donker en de lucht was kil. Hij startte de motor terwijl ik zwijgend uit het zijraampje naar Beryls huis staarde. De scherpe hoeken vervaagden in de schaduwen, de ramen waren donker. Plotseling ging het licht op de veranda en in de woonkamer aan. 'Dzjezus,' mompelde Marino. 'Je reinste hocus-pocus.' 'Een tijdklok,' zei ik. 'Wat je zegt.'