28
‘Ik weet wat je denkt.’
‘Wat dan?’
‘Je denkt dat hij bijbedoelingen moet hebben gehad, hè?’
‘Waarom denk je dat?’
‘Hoor eens, ik ben niet gek. Ik weet hoe ik er in jouw ogen uitzie – een oude vrouw die het verder wel kan vergeten, iemand met een reeks mislukte relaties achter de rug en die nu alleen is, met niets dan herinneringen aan haar niet zo glorieuze verleden. Ik zie mezelf door jouw ogen, met mijn geverfde haar, mijn zielige pogingen om vast te houden aan mijn jeugd. Heb ik gelijk of niet?’
‘Nee, je hebt geen gelijk.’
‘Hoe zie je me dan?’
‘Wat dacht je hiervan: een vrouw die haar vak verstaat en succes heeft gehad, die zich staande heeft kunnen houden in een moeilijk beroep en die niets heeft ingeboet aan waardigheid en zelfrespect.’
Jasmine Shreeves gezicht ontspande zich. Ze ging tegenover Frieda zitten en boog zich naar haar toe. ‘Sorry. Ik ben wel erg in de verdediging.’
‘Daar is niks op tegen.’
‘Denk je werkelijk zo over me?’
‘Ik weet niet zoveel van je, maar zo kun je het ook bekijken.’
‘Dus je gaat er niet zonder meer van uit dat Robbie erop uit was om misbruik van me te maken?’
‘Hij lijkt er zijn specialiteit van te hebben gemaakt om zich op te dringen aan kwetsbare mensen,’ zei Frieda, die dacht aanMary Orton zoals ze haar de laatste keer had gezien – een ineengedoken figuurtje geflankeerd door haar twee grote zoons.
‘Dus je vind me kwetsbaar?’
‘We zijn allemaal op de een of andere manier kwetsbaar. Poole lijkt er een talent voor te hebben gehad om de zwakke plekken van mensen te vinden.’
‘Nou, hij was erg aardig voor me. Hij leek me aardig te vinden.’ Frieda zei niets, en Jasmine Shreeve vervolgde stijfjes: ‘Jouw soort mensen zoekt overal iets achter. Jullie denken dat er achter elke betekenis die wij zien weer een andere betekenis zit. Als ik zeg dat hij mij mocht, zie ik je ogen al glinsteren. Elk woord kan gevaarlijk zijn.’
‘Ben je boos op therapeuten omdat je eigen therapie niet heeft geholpen?’
‘Hoezo?’
‘Misschien denk je dat wij antwoorden beloven, terwijl we alleen maar nog meer vragen oproepen.’
‘Hoe wist je dat ik in therapie ben geweest? Wie heeft er over mij gepraat?’
Jasmine Shreeve leek niet alleen boos, maar ook bang te zijn. Haar stem trilde, en als om zichzelf te beschermen hield ze haar hand voor haar gezicht, zoals Frieda dat wel kende van haar patiënten.
‘Niemand heeft over jou gepraat. Het leek me alleen waarschijnlijk.’
‘Wat heb ik gezegd? Ik heb niks gezegd! Wat weet je nog meer? Ga door. Zeg op. Zit daar niet zo te staren alsof je door me heen kunt kijken.’
Frieda leunde achterover en zweeg even. ‘Heeft de therapie geholpen tegen je drankgebruik?’
‘Eigenlijk niet, ik…’ zei Jasmine, en zweeg toen. ‘Heb je dat gelezen in een of andere roddelrubriek? Je hebt het zeker onthouden om het tegen me te kunnen gebruiken? Wat een verachtelijk gedoe!’
Frieda keek haar bevreemd aan. ‘Denk je echt dat ik jou zoiets zou aandoen?’
‘Het zou een manier kunnen zijn om mij in je macht te krijgen. Hoe kon je het anders weten?’
Frieda dacht daarover na. Hoe wist ze het? ‘Ik voelde het.’ Ze keek om zich heen. ‘Je hebt zoveel dingen om je heen, spullen die je in de loop van je leven hebt verzameld.’ Frieda gebaarde om zich heen in de doorzonkamer. ‘Al die schaaltjes, die ingelijste foto’s, die porseleinen beeldjes, dat kistje dat openstaat, zodatje kunt zien wat erin zit. Je toont het allemaal. Maar wijnglazen, karaffen of flessen zie ik hier niet. En hoewel het nu bijna zeven uur is, heb je me niks anders te drinken aangeboden dan thee. Dus…’
Jasmine sloeg haar handen voor haar gezicht. Haar stem klonk rauw van de emotie. ‘Ik laat je binnen in mijn huis en ik praatin alle openheid met je, en jij doet niks anders dan me bespioneren.’
‘Wil je erover praten?’
Ze keek op. Haar mascara was uitgelopen. Ze leek ineens ouder en tegelijkertijd kinderlijker. ‘Je hebt gelijk. Met alles wat je zei. Ik heb iets vreselijks gedaan.’
‘Wat dan?’
‘Ik heb in een winkel iemand gemolesteerd, een verkoopster, een jonge vrouw. Vind je dat niet vreselijk? Om je dood voor te schamen? Ik was dronken, en zij gedroeg zich als een bitch. Dat vond ik tenminste op dat moment.’ Ze zweeg. ‘Ze hebben me…’ Ze leek het nauwelijks over haar lippen te kunnen krijgen en kreeg een kleur van schaamte. ‘Ze hebben me een tijdje opgesloten. Om me tegen mezelf te beschermen. En toen heb ik me laten opnemen voor een ontwenningskuur. Sindsdien heb ik geen druppel meer gedronken.’
‘Goed van je.’
‘Ik schaamde me zo voor mezelf.’
‘Jasmine, waarom is dat zo erg?’
‘Hoe bedoel je?’
‘Je was verslaafd. En dat heb je overwonnen. Waarom ben je zo bang dat de mensen erachter zullen komen?’
‘Om te beginnen zou dat het einde betekenen van mijn carrière. Voor zover daar nog sprake van is.’
‘Echt? Er zijn toch veel mensen die juist geld verdienen met verhalen hoe slecht het met ze ging en hoe ze eroverheen zijn gekomen?’
‘Dat is wat anders.’
‘Waarom?’
‘Ik was een gezellige, flirterige presentatrice, die welwillend tegenover de mensen stond en hun leven wat aangenamer wilde maken. Hoe denk je dat ze zouden reageren als ze wisten dat ik eigenlijk een oude zuipschuit was, die opgenomen moest worden omdat ze winkelpersoneel uitschold en molesteerde?’
‘Dat weet ik niet. Maar ik zie wel dat dit voor jou iets angstigs is geworden. En die angst wordt niet minder, maar groter en dreigender. Misschien is het probleem wel dat je het geheim moet houden.’
‘Jij hebt makkelijk praten. Ik kan dat risico niet nemen.’
‘Zei Robert Poole dat? Dat je het risico niet moest nemen?’
‘Hoe wéét je dit soort dingen?’
‘Omdat je met hem net zo gepraat hebt als met mij,’ zei Frieda. ‘Dus Poole heeft van jou begrepen dat je een geheim had?’
‘Hij zei dat niemand het mocht weten. Dat dat mijn ondergang zou kunnen betekenen. Hij was heel meelevend. Hij zei dat ik er met hem altijd over kon praten.’ Jasmine zweeg en keek Frieda aan. ‘Denk je dat hij het verkeerd zag?’
‘Ik denk dat het altijd lastig is om iemand raad te geven. Maar misschien moet je er eens bij stilstaan hoeveel invloed dit aspect van je leven op je heeft.’
‘Jij bent therapeut,’ zei Jasmine. ‘Denk je niet dat gedeelde smart halve smart is, dus dat je ergens minder last van hebt als je het met een ander deelt?’
‘Misschien. Maar wat ook kan gebeuren, is dat wanneer jeeen probleem met een ander deelt, die ander macht over je krijgt.’
Bij thuiskomst trof Frieda op haar computer een e-mail van Tessa Welles aan. De eerstkomende weken kon ze geen afspraak maken, maar de volgende dag zou ze ’s avonds naar een theater in Islington gaan, en dan kon ze van tevoren wel even bij Olivia langsgaan, zo rond een uur of zes. Zou dat kunnen? Frieda belde Olivia, die zei dat het niet alleen kon, maar dat het beslist nodig was, hoe eerder hoe beter, want dat ze anders met een mes naar Davids huis zou gaan. Frieda beantwoordde Tessa’s mail met een cc aan Olivia en gaf haar het vaste en het mobiele telefoonnummer van Olivia.
Op het antwoordapparaat stond een bericht van Karlsson, die haar vroeg hem terug te bellen. Toen hij opnam, zei hij alleen maar: ‘Niks te vinden.’
‘Niks?’
‘Ik heb het over de gunst die je me vroeg, weet je nog?’
‘O, Alan Dekker.’
‘Ja.’
‘Maar je bent nu niet alleen, dus je kunt niet vrijuit praten?’
‘Precies.’
‘Omdat je je nek voor me hebt uitgestoken.’
‘Juist.’
‘Ik ben je dankbaar. Dus hij is echt verdwenen, precies zoals Carrie zegt?’
‘Daar lijkt het op.’
‘Vind je dat niet vreemd?’
‘Hier moet ik het bij laten, Frieda.’
Ze legde de telefoon neer en ging naar haar studeerkamer op zolder, waar ze vanuit het dakraam de lichtjes van Londen in de februariavond zag flakkeren. Ze ging aan haar bureau zitten en begon met zacht potlood poppetjes te tekenen in haar schetsblok. Ze dacht na over Robert Poole en het gemak waarmee hij mensen hun geheimen wist te ontfutselen. En ze dacht ook na over datgene wat ze tegen Jasmine had gezegd, over de verraderlijke kracht van geheimen. Wat ben je toch een huichelaar, zei ze tegen zichzelf, terwijl ze een deel van haar tekening arceerde.
Toen ze eindelijk weer naar beneden ging, trof ze nog een e-mail op haar computer aan, van Sandy. Ze bleef er lang voor zitten en klikte het bericht toen open.
Ik heb een tijdje iemand anders gehad, maar nu niet meer, omdat zij jou niet was. Alsjeblieft, Frieda, laat iets van je horen.