13 Het spook in Schiebroek
I n het noorden van Rotterdam ligt de woonwijk Schiebroek. Ooit was dit een dorp dat buiten de poorten van de stad lag, maar omdat Rotterdam bleef groeien werd Schiebroek, net als vele andere dorpen, in 1941 deel van de stad en veranderde in een wijk. Daarom staan er hier en daar nog overblijfselen van het dorp Schiebroek. Zoals de oude Johanna Mariahoeve, waarvan de oude Schiebroekenaren maar al te goed wisten dat het er niet pluis was...
Rotterdam, 1987, door onze verslaggever – In de jaren tachtig van de vorige eeuw werd de bewoner van de Johanna Mariahoeve aan de Erasmussingel regelmatig opgeschrikt door ‘onderaards geraas’. Het leek wel of er in de kelder met rotsblokken werd gerold, met molenstenen langs elkaar geschuurd en met kluisdeuren werd gesmeten. Toen hij het geluid voor het eerst had gehoord was hij geschrokken naar beneden gerend, maar het lawaai stierf weg zo gauw hij de kelder bereikte.
Hij snapte er niets van, maar iedereen in de wijk wist het zeker: het spookte in de hoeve. De meeste mensen deden er een beetje lacherig over – natuurlijk, we zijn nuchtere Hollanders! – maar lange tijd was het na zonsondergang verdacht rustig in het afgelegen weggetje langs de hoeve. Je kon tenslotte nooit weten. Eén ding was in ieder geval zeker: de geluiden waren echt. De buren konden het lawaai namelijk ook horen.
De hoeve werd in 1903 op de funderingen van een eerdere, veel oudere boerderij gebouwd, en het zou niet eens zo raar zijn als het er spookte.
Volgens de omwonenden zouden er moorden zijn gepleegd. Nog onlangs, in 1981, werd in de schuur van de hoeve een
schilder overvallen en neergeschoten. Hij overleed dezelfde dag. Maar dat was volgens de buurtbewoners niet de eerste moord in de boerderij. Rond 1910 zou er ook al iemand zijn vermoord, maar de zaak zou in de doofpot zijn gestopt omdat de bewoner van de hoeve destijds een invloedrijke man was. En nog langer geleden zou er een rechtshuis hebben gestaan op de plek waar nu de hoeve staat. Talloze misdadigers zouden er zijn opgehangen. Dan moét het er toch wel spoken?
De bewoner zelf geloofde niet dat het spookte in zijn woning. Goed, hij moest toegeven dat hij al een paar maanden onverklaarbare geluiden uit zijn kelder hoorde komen, maar om dat dan maar meteen spoken te noemen…
Het angstaanjagende geluid bleef zo vaak terugkomen dat de bewoner er uiteindelijk mensen van bouw- en woningtoezicht bijhaalde om het gebouw te onderzoeken, maar er bleek geen enkele verklaring te vinden voor het geluid.
Het is nog altijd een mysterie.
Ook in de Hoogstraat op nummer 12 spookte het. In 1914 huurde het gezin van een boekbinder daar de eerste etage en kort nadat ze er waren ingetrokken gebeurden er vreemde dingen. De ruiten van die woning werden zowel achter als aan de zijkant ingegooid, en het begon opnieuw als er nieuwe ruiten waren ingezet. De politie heeft verscheidene nachten op het dak van de marinierskazerne die aan de achterzijde aan dit huis grensde, postgevat, maar niemand kunnen betrappen. Er kwamen ook spiritisten, die het werk van een klopgeest vermoedden. De betreffende familie verhuisde na enkele maanden en de rust keerde weer.