17 De ketting van de bokkenrijders bij Echt
Over de bokkenrijders doen mythische verhalen de ronde, zoals de geheimzinnige ketting waar dit verhaal over spreekt.
Echt, in de achttiende eeuw, door Josien Stehouwer – Eertijds woonden de bokkenrijders in het land van Echt in een oud klooster, dat in de volksmond bewoond heette te zijn door de Tempeliers. In de kapel vlakbij stond een beeldje van Sint-Judocus. Daar zwoeren de bokkenrijders hun eed. Als het duister was ingevallen, gingen zij vanuit het klooster op stroop- en rooftocht. Volgens overlevering namen zij dan een ketting mee die een geheimzinnige macht bezat. Want als zij die ketting om een gebouw heen legden, dan gingen de deuren vanzelf open. Zo kwamen de bokkenrijders altijd overal binnen.
Op een dag hadden zij de Mariakapel in Schilberg op het oog. Vrome pelgrims hadden in de loop der tijd het beeldje van de Maagd omhangen met giften. Iedereen in de omgeving wist dat het hier ging om kostbare schatten. Natuurlijk wisten ook de Echtenaren dit, maar niemand van hen durfde de Mariakapel te bewaken: ze waren bang voor wraak. Hoe het mogelijk is, is een raadsel, maar al die tijd bleef de kapel voor roof gespaard. Tot de bokkenrijders kwamen met hun geheimzinnige ketting. Met de kostbare buit in het vooruitzicht legden zij de ketting om de kapel heen. Maar er gebeurde iets wat ze nog nooit hadden meegemaakt. Er was een schakel te weinig: de twee uiteinden sloten niet aan elkaar.
De volgende nacht kwamen zij terug, nadat ze de ketting met een extra schakel verlengd hadden. En weer legden ze hem om de kapel heen, zoals ze de nacht tevoren ook hadden gedaan. En weer lukte het niet. Hoe vaak ze het ook probeerden, de ketting was altijd een schakel te kort. Zo bleven de deuren van de kapel dicht en de kostbaarheden gespaard.
De ketting van de bokkenrijders heeft dezelfde eigenschappen als een ander bekend magisch voorwerp, de zogenaamde ‘Hand of glory’. Deze zwart geworden, afgehakte hand diende als kaarsenstandaard die een dief meenam op zijn rooftochten. Zolang de kaars brandde zou elke deur voor hem geopend worden. Opmerkelijk is dat deze hand ook een rol speelt in de bokkenrijdersmythe: boven de hand zouden de bokkenrijders hun eed afleggen. In het Engelse plaatsje Whitby wordt nog een dergelijke hand bewaard.