4

terwijl ik twee zakjes meteen-klaarrijst in de magnetron

gooide ging mijn mobieltje af.

‘Ja?’

‘Birdie?’ De stem aan het andere eind van de lijn was zacht en aarzelend. Mijn vader, Roger Klein, was altijd zelfverzekerder geweest met zijn instrument dan met woorden. Als hij hobo speelde, bracht hij de puurste noten voort die ik ooit had gehoord, maar zijn stem had die van een verliefd veertienjarig schooljochie kunnen zijn. Hij sprak me nog altijd aan met mijn koosnaampje van vroeger, wat ik altijd wel lief vond.

‘Hoi, pap.’ Ik sloeg de deur van de magnetron dicht, drukte op de knopjes, haalde borden uit de kast en papieren servetjes uit de la, en keek de woonkamer in, waar de kinderen gelukkig helemaal opgingen in Bob de bouwer, wat ze hopelijk nog achttien minuten zouden volhouden.

‘Hoe gaat het met je?’ vroeg hij. ‘Hebben ze al iemand opgepakt?’

Ik scheurde een zakje Conimex open. ‘Voor zover ik weet niet.’

‘Ik hoorde het verhaal op de radio. Heette ze Kiki?’

‘Kitty,’ zei ik, terwijl ik met één hand eieren brak. ‘Kitty Cavanaugh. En raad eens? Ze was ghostwriter voor Laura Lynn Baird!’

‘Voor wie?’

Ik zuchtte en pakte een bakje kip. ‘Je weet wel, een van die blonde conservatieve vrouwen die altijd tegen iemand lopen te schreeuwen op cnn. Ze heeft een column in Content getiteld “De

goede moeder”, maar eigenlijk werd die dus door Kitty geschreven.’

Roger was niet onder de indruk. ‘Doe je wel een beetje voorzichtig?’ vroeg hij. ‘Gebruik je je alarm en doe je je deur op slot?’

Ik zette de kip in de oven, schopte de deur dicht met mijn voet, haalde de rijst uit de magnetron en keek in de koelkast om te zien of daar ook een groentesoort in zat die mijn kinderen misschien wel zouden eten. ‘Ja, we zijn voorzichtig, papa. En met mij gaat het prima.’

‘Heeft de politie al een verdachte?’

‘Voor zover ik weet niet. Misschien was het iemand die het op Laura Lynn had gemunt. Die wordt alom gehaat.’

Na onze terugkeer uit de speeltuin had ik de kinderen voor een dvd geplant, mijn schuldgevoel verdrongen en tien minuten online doorgebracht. Mijn eerste Google-zoektocht naar Laura Lynn Baird had maar liefst tienduizend hits opgeleverd. Sommige daarvan waren goedkeurende berichten van hardcore fans. Andere - heel veel andere - waren blogs en onlinetijdschriften waarvan de auteurs actief en publiekelijk om haar dood hadden gesmeekt. ‘Of misschien is Laura Lynn zelf wel de moordenaar. Als ik haar op tv zie, ziet ze er altijd uit alsof ze elk moment iemand aan kan vliegen. Misschien werd Kitty wel lastig,’ raadde ik. ‘Misschien zei ze wel dat ze vond dat drugdealers eigenlijk wel een rechtszaak verdienden voordat ze op de elektrische stoel werden gezet.’

Mijn vader lachte. Ik keek twijfelend naar een zak miniwortel-tjes in de groentebak. Als ik er maar genoeg dressing overheen gooide zou het misschien wel lukken.

‘Luister, Kate,’ zei mijn vader. ‘Ik heb vanavond een concert, maar daarna zou ik een auto kunnen huren en naar je toe kunnen komen.’

En dan! vroeg ik me af, terwijl ik de vieze borden in de gootsteen zette. Ga je dan een beetje met je hobo moordenaars van mijn deur wegslaan! ‘Ach welnee, wij redden het wel. Morgenmiddag komt Ben terug.’

‘Papa komt weer thuis!’ juichten Jack en Sam. Ze raceten de keuken in, in hun spijkerbroeken en gestreepte overhemden uit de opruiming, en zwaaiden met plastic zwaarden naar elkaar.

‘Misschien moet je je moeder eens bellen,’ zei mijn vader.

‘En waar vind ik Reina dezer dagen?’

Hij schraapte zijn keel. ‘Nog steeds in Turijn. Ik heb haar een paar artikelen over de moord gefaxt, en ik weet dat zij zich ook zorgen maakt.’

Waarom heeft ze dan niet gebeld{ dacht ik, maar ik zei het niet. In plaats daarvan beloofde ik dat ik haar als ik een moment voor mezelf had in Italië zou proberen te bellen. Ik zei gedag, hing op, zette onder luid protest van de jongens Bob de bouwer uit en zag erop toe dat er handen werden gewassen.