XXXVII
Op dat late uur lag de Patio das Escolas er kalm bij. Er was alleen een groepje studenten te zien die de brede trappen naar de Via Latina beklommen, en twee werknemers die onder aan de elegante klokkentoren stonden te keuvelen. Nadat hij onder de oude Porta Férrea door was gelopen vertraagde Tomas zijn pas. Hoe beklemd hij zich ook voelde, hij moest even een bewonderende blik werpen op die mengeling van sobere en exuberante gevels, overladen met geschiedenis, want daar stond zevenhonderd jaar onderwijs bij elkaar. Oorspronkelijk was dat het koninklijk paleis geweest, de plaats waar veel van de koningen uit de eerste dynastie waren geboren en getogen, maar al sinds eeuwen vormde die locatie het hart van de academie waar zijn vader lesgaf, de universiteit van Coimbra.
Het geheel van gebouwen lag in een U-vorm, met in het midden een verwaarloosd grindveldje. Tomas stak de binnenplaats over en begaf zich naar het gebouw aan het uiteinde, tegenover de magnifieke ingang; de poort was gevat in een spectaculaire triomfboog, bekroond door het wapen van Portugal. Hij wist dat dat rechthoekige blok, dat er aan de buitenkant nogal streng uitzag, een van de mooiste bibliotheken ter wereld was.
De Biblioteca Joanina.
Toen hij naar binnen ging in dat bijna drie eeuwen oude monument rook hij de geur van de leren boekbanden die van de rijk gedecoreerde wanden af kwam, vermengd met de doordringende zoete geur van oud papier. Voor hem lagen drie zalen, gescheiden door bogen die in de stijl van de indrukwekkende toegangspoort waren versierd. De bibliotheek lag in het halfdonker te slapen, een plaats van schaduw en stilte. Het hele interieur van het gebouw was bedekt met kasten, je zag er rijen en rijen boekruggen, verdeeld in twee verdiepingen. De kasten waren van fraai houtwerk, de beschilderde plafonds gingen harmonieus samen met het rood en goud van de decoratie. Hierbinnen bereikte de barok ongetwijfeld het hoogtepunt van zijn glorie.
'Professor Noronha.'
Hij keek naar links, in de richting waar de stem vandaan kwam, en zag hoe Luis Rocha uit een kamertje tevoorschijn kwam en glimlachend naar hem toe kwam lopen. Hij deed zijn best om te glimlachen, hoewel hem dat niet best afging; zijn lippen plooiden zich wel, maar zijn ogen bleven zwaar en verdrietig, beladen met ongerustheid. 'Rocha, hoe gaat het met je?' zei Tomas en hij stak zijn hand uit.
Ze gaven elkaar een hand.
'Welkom op mijn favoriete plekje hier in Coimbra,' riep Luis uit. Hij maakte een gebaar dat de hele bibliotheek met zijn talloze weelderig gebonden werken omvatte. 'Honderdduizend boeken om ons heen.'
'Ah, mooi,' zei de historicus met afwezige blik. Hij was niet in de stemming om de schatten die hen omgaven te bewonderen. 'Zeg, bedankt dat ik je op zo korte termijn kon spreken.'
'Geen dank, hoor,' antwoordde de natuurkundige met een zorgeloos gebaar. 'Maar wat was dat eigenlijk voor verhaal over leven of dood waar je het daarstraks over had? Je klonk eerlijk gezegd nogal nerveus aan de telefoon...'
Tomas zuchtte. 'Schei uit,' mompelde hij en hij draaide zijn ogen in wanhoop naar boven. 'Alleen jij kunt me helpen, weet je.'
Luis Rocha keek geïntrigeerd. 'O? Wat is er aan de hand?'
'Nou, ik zit tot over mijn oren in een toestand die een paar maanden geleden hier in Coimbra is begonnen en die in zekere zin ook jou betreft.'
'Nee toch...'
'Ja, ja,' bevestigde Tomas. 'Het is een lang verhaal, maar laten we daar onze tijd niet aan verdoen. Waar het om gaat is dat alles begon met een gebeurtenis waar jij getuige van bent geweest.'
'Ik?'
'De verdwijning van professor Siza.'
Bij het horen van de naam van zijn leermeester leek de jonge fysicus te schrikken. 'Ah!' riep hij aarzelend uit. 'Zit dat zo.' Hij knikte en zijn gezichtsuitdrukking werd op slag ernstig. 'Kom mee.'
Luis nam Tomas mee naar de tweede zaal en loodste hem naar een enorme tafel van donker tropisch hout die in een van de zijvleugels stond. Er waren op dat uur maar weinig mensen in de bibliotheek, zodat beiden zich op hun gemak voelden; er waren slechts twee bezoekers die de boeken in de derde zaal stonden te bewonderen en een werknemer die op de eerste verdieping in de tweede zaal boekruggen stond af te stoffen.
Luis ging op zijn stoel zitten en kruiste zijn benen. 'Vertel eens, Noronha,' begon hij. 'Wat is er aan de hand?'
'Ik kom net uit Tibet, waar ik een ontmoeting heb gehad met een boeddhistische monnik, genaamd Tenzing Thubten.' Hij trok vragend zijn wenkbrauw op. 'Ik neem aan dat die naam je bekend is...'
De natuurkundige probeerde het te verbergen, maar de moeite die dat kostte verried hem. Het was zonneklaar dat hij Tenzing kende. 'Eh... nou... ja,' stamelde hij, want hij zag in dat hij betrapt was. 'Nou?'
Tomas ging rechtop zitten. 'Luister, Rocha, misschien kunnen we er maar beter niet omheen draaien,' zei hij snel met gedempte stem. 'Een tijdje geleden ben ik benaderd om een pas ontdekte raadselachtige tekst van de hand van Albert Einstein te ontcijferen. Die tekst heet De Godsformule, en zoals je waarschijnlijk wel weet was hij in het bezit van professor Siza en is hij gestolen, tegelijk met de verdwijning van de professor. Wat je hoogstwaarschijnlijk niet weet is dat ik de tekst via via heb gelokaliseerd in Teheran.'
Luis sperde in verbazing zijn ogen wijd open. 'In Teheran?' 'Ja.'
'Maar... maar hoe?'
'Dat doet er niet toe. Waar het om gaat is dat ik hem heb gelokaliseerd.'
'Maar dat is fantastisch!' riep Luis uit. 'Snap je dat niet? Dat manuscript is tegelijk met professor Siza verdwenen, en als het nu weer gevonden is in Teheran, kan ons dat misschien naar de verblijfplaats van de professor leiden, zie je dat niet?'
'Laat me even mijn verhaal afmaken, alsjeblieft,' verzocht Tomas met nauw verholen ongeduld.
'Natuurlijk. Ga door.'
Tomas ordende zijn gedachten. 'Nou goed. Het hele onderzoek bracht me uiteindelijk in Tibet, waar ik Tenzing Thubten heb ontmoet, die je, zo begrijp ik uit je reactie van zo-even, goed kent.'
'Alleen van naam,' verklaarde de natuurkundige. 'Alleen van naam. Professor Siza praatte veel over hem, weet je. Hij noemde hem "het Boeddhaatje".'
Tomas glimlachte flauwtjes. 'Het Boeddhaatje? Heel treffend.' De glimlach verdween van zijn gezicht en hij vervolgde zijn relaas. 'Tenzing heeft me een heel interessant verhaal verteld over iets wat in 1951 was gebeurd in Princeton, waarbij Einstein, professor Siza en hijzelf betrokken waren. Tenzing heeft me het geheim achter De Godsformule verteld, met uitzondering van de formule zelf, die nog steeds vercijferd is. Hij vertelde me dat Professor Siza hem kort geleden had laten weten dat hij een tweede manier had ontdekt om het bestaan van God te bewijzen. Kennelijk was dat een voorwaarde die Einstein had verbonden aan de bekendmaking van het manuscript. Het lijkt erop dat professor Siza van plan was een openbare aankondiging te doen waarin hij het bestaan van dit manuscript zou onthullen en het door hem ontdekte tweede bewijs zou bekendmaken.'
Tomas liet een pauze vallen en hield vragend zijn hoofd schuin, wat zijn gespreksgenoot een ongemakkelijk gevoel leek te geven.
'Hmm,' mompelde Luis, vastbesloten niets prijs te geven.
'Nou? Klopt dit verhaal?'
'Eh... daar kan ik niets over zeggen.'
'Je kunt me niets zeggen?' 'Nee, dat kan ik niet.'
'Maar jij was immers professor Siza's medewerker? Je moet weten wat er speelde.'
Luis Rocha maakte een geïrriteerd gebaar. 'Hoor eens even, het onderzoek van professor Siza is van hemzelf. Alleen hij kan praten over wat hij heeft ontdekt.'
'Voor zover ik weet was hij dat ook van plan, of niet?'
'Daar kan ik niets over zeggen.'
'Dat was wat hij van plan was tot hij werd ontvoerd door agenten van Hezbollah, in opdracht van Iran.'
De natuurkundige aarzelde. 'Agenten van wat?' vroeg hij verbaasd. 'Wat vertel je me nu?'
'Het zit nogal ingewikkeld in elkaar. Kennelijk heeft je mentor op een internationaal congres wat vage en onvoorzichtige uitlatingen gedaan, die door indiscrete oren werden opgevangen en niet helemaal begrepen. Het lijkt erop dat Siza's woorden werden geïnterpreteerd als toespelingen op een formule van Einstein voor de productie van een eenvoudig en goedkoop kernwapen, en dat misverstand heeft tot zijn ontvoering geleid.'
Luis Rocha wierp hem een eigenaardige blik toe. 'Hoe weet je dat allemaal in 's hemelsnaam?'
'Laten we zeggen dat... eh... dat ik betrokken ben bij de opsporing van professor Siza. Daar heb ik je bij onze laatste ontmoeting over verteld, weet je nog?'
'Jawel, maar ik wist niet dat er al zoveel was achterhaald over de verdwijning van de professor. Hij is ontvoerd en naar Iran gebracht vanwege Einsteins manuscript, zeg je?'
'Ja.'
'Weet je dat zeker?'
'Absoluut.'
'Wat... wat bizar!' Hij schudde zijn hoofd als om wakker te worden. 'Dat is ongehoord!'
'Inderdaad, maar het is toch gebeurd.'
'Ongelooflijk!'
Tomas leunde voorover, erop gebrand de informatie los te krijgen die hij zo dringend nodig had. 'Rocha,' zei hij, 'wat is die tweede weg die professor Siza heeft ontdekt?'
De natuurkundige was nog aan het verwerken wat hij net te horen had gekregen. Hij keek hem ongemakkelijk aan. 'Sorry... eh... maar we moeten wachten tot... tot professor Siza wordt vrijgelaten om het daarover te kunnen hebben. Zoals je begrijpt gaat het om een onderzoek dat door hem en mij is uitgevoerd... nou ja, ik kan er niets over bekendmaken, begrijp je? Ik heb zo mijn verplichtingen van loyaliteit en vertrouwelijkheid. In elk geval lijkt het me van belang...'
'Rocha.'
'... eerst snel duidelijkheid te krijgen over waar professor Siza zich bevindt en...'
'Rocha.'
'...dat stomme misverstand uit de weg te helpen.'
Tomas boorde zijn blik in die van zijn verwarde gespreksgenoot. 'Rocha, ik heb een heel vervelend bericht voor je.'
'Ja?'
'Professor Siza is overleden.'
Er viel een ontzette stilte. 'Wat?'
'Professor Siza is in gevangenschap overleden. Hij werd door de Iraniërs ondervraagd toen hij stierf.' Hij boog zijn hoofd, opgelaten over het feit dat hij de boodschapper van dat bericht moest zijn. 'Het spijt me heel erg.'
Luis Rocha's kaak verslapte door de schok. Hij sloeg zijn hand voor zijn mond en overdacht met wijd open ogen de consequenties van dit nieuws. 'Wat een... bericht... wat absurd,' bracht hij uit. 'Hoe heeft dat kunnen gebeuren?'
'Hij is gestorven tijdens een verhoor.'
'Wat afschuwelijk! En wanneer... wanneer wordt dit... dit nieuws bekendgemaakt?'
'Er valt niets bekend te maken,' zei Tomas. 'Deze informatie klopt, maar is niet officieel. De Iraniërs zullen nooit erkennen dat ze professor Siza hebben ontvoerd, laat staan dat hij in hun handen is gestorven. Die houden natuurlijk gewoon hun mond. Wat er gebeurt is dat professor Siza gewoon nooit meer boven water komt, snap je?'
De natuurkundige knikte, hij probeerde nog steeds de informatie te bevatten. 'Wat een wereld!'
Tomas gaf hem nog een minuut om het bericht van de dood van zijn leermeester te verwerken. 'Rocha,' begon hij toen, 'op dit moment is het leven van een tweede persoon in gevaar vanwege hetzelfde manuscript en hetzelfde misverstand. Of zij gered kan worden of niet, hangt af van een cruciaal gegeven dat ik moet zien te achterhalen. Alleen jij kunt me helpen.'
Luis Rocha, enigszins hersteld, keek hem op zijn beurt onderzoekend aan. 'Vertel.'
'Ik moet weten wat de tweede weg is die door professor Siza is ontdekt. Ken je die?'
'Natuurlijk ken ik die,' antwoordde de natuurkundige razendsnel, bijna beledigd door de vraag. 'De afgelopen jaren hebben professor Siza en ik daar non-stop aan gewerkt.'
'Zou je me die weg dan kunnen uitleggen?'
'Nou, het... eh... het is eigenlijk een onderzoek onder leiding van professor Siza en...'
'Professor Siza is dood, begrijp je dat niet?' sneed Tomas hem de pas af, ongeduldig nu. 'En ik moet weten wat die tweede weg is om te voorkomen dat iemand anders sterft om dezelfde reden.'
Weer aarzelde Luis Rocha. 'Maar vind je niet dat het weinig gepast is dat ik nu professor Siza's onderzoek bekendmaak?'
'Luister, professor Siza is dood,' drong Tomas aan, alle geduld verzamelend waar hij toe in staat was. 'Het maakt allemaal niets meer uit, begrijp je? Niets staat je in de weg om een artikel over die tweede weg te publiceren in een wetenschappelijk tijdschrift, of zelfs een boek met alle details van die ontdekking en de details uit Einsteins manuscript. Professor Siza is er niet meer om dit publiek te maken, iets waar hij, als ik daar even op mag wijzen, zelf al plannen voor had.'
'Vind je dat ik het bekend moet maken?'
'Vind jij niet, dan? Een ontdekking van die orde is... is iets sensationeels, dat kan niet voor eeuwig geheim blijven. Natuurlijk moet je het bekendmaken. Dat is precies wat professor Siza wilde doen, dus het lijkt me duidelijk dat het je plicht is zijn wens uit te voeren.'
Daar dacht de natuurkundige even over na. 'Inderdaad,' zei hij ten slotte. 'Misschien heb je gelijk.'
'Natuurlijk heb ik gelijk. Welbeschouwd zou dat zelfs een passend eerbetoon aan je leermeester zijn. Je zou de tekst die je opstelt met jullie beide namen kunnen ondertekenen of zo. Dat zou trouwens ook terecht zijn, nietwaar?'
'Ja, je hebt gelijk,' zei Luis Rocha met fermere stem, vastbesloten. 'Ja, ik ga het bekendmaken.'
Tomas zuchtte opgelucht over deze kleine overwinning, maar hij liet zijn gespreksgenoot niet gaan. 'Voor je wat dan ook gaat doen, wil ik je echter dringend verzoeken me die tweede weg uit te leggen. Zoals ik al zei, het leven van iemand anders hangt van deze informatie af.'
Luis Rocha kwam abrupt uit zijn stoel. 'Prima,' riep hij uit. 'Aan de slag.'
Tomas keek hem aan, verbaasd om hem zo te zien staan. 'Waar ga je naartoe?'
De natuurkundige draaide zich om en liep weg na een laatste blik achterom. 'Even twee koffie halen,' zei hij. 'Ik ben zo terug.'