XXXIII
Ze verlieten het donkere kamertje bij de ingang van de Maitreyatempel boven in het Tashilhunpoklooster, daalden de donkere stenen trappen af en sloegen rechtsaf. Tomas nam de bodhisattva bij de arm en hielp hem bij het lopen, terwijl Ariana hen volgde met de drie kussens tegen zich aan gedrukt. Ze liepen de smalle gang van het gedeelte met de kapelletjes door en namen de eerste deur, die uitkwam op een discrete, boomrijke binnenplaats in de schaduw van het grote paleis van de panchen lama.
Verscheidene monniken groetten Tenzing eerbiedig en de oude man hield stil om hen met een gebaar te antwoorden. Vervolgens hernam hij zijn weg; hij gebaarde naar een boom in een plantsoentje en daar liepen ze naartoe.
'Yun Men zei,' reciteerde de bodhisattva toen hij, geconcentreerd op zijn oudemannentred, de plek naderde, Als je loopt, loop dan. Als je gaat zitten, ga dan zitten. Weifel vooral niet.'
Ariana legde het grote kussen naast de stam, op een uitstekend plekje voor haar gastheer, en Tomas hielp hem te gaan zitten. Ze keken om zich heen en stelden vast dat het een goed gekozen plaats was. Hij zat in de schaduw maar de bladeren lieten veel zon door, zodat het er niet te koud of te warm was, maar precies goed.
De Tibetaan gebaarde naar zijn twee bezoekers, die naar hem stonden te kijken. 'Boeddha heeft gezegd: ga zitten, rust uit, werk,' declameerde hij opnieuw. 'Alleen met jezelf. Leef gelukkig aan de rand van het bos, zonder verlangen.'
De twee begrepen de uitnodiging. Ze legden de kussens op de grond voor de bodhisattva en gingen zitten.
Het werd stil.
In de verte klonken de gezangen van de monniken, die in koor de mantra's, de heilige teksten reciteerden. Alom was het gutturale 'om' hoorbaar; dat was het scheppende geluid, de heilige syllabe die voorafging aan het universum, de kosmische vibratie die alles had geschapen en die alles verenigde. Vogeltjes zaten in de boom te kwinkeleren, rusteloos en onbezorgd, zich onbewust van de primordiale klank die door het klooster weergalmde als een gemurmel uit de diepte - het leek wel het rustige kabbelen van de golven op het strand. Alles daar was prettig, sereen, eeuwig, een perfecte plaats voor overpeinzingen; de vredige binnenplaats nodigde uit tot meditatie en tot het zich verheffen van de geest op zijn onaflatende zoektocht naar de essentie van de waarheid.
'U zei daarnet iets over het project De Godsformule,' begon Tomas. 'Zou u me kunnen uitleggen wat dat is?'
'Wat willen jullie dat ik uitleg?'
'Nou... alles.'
Tenzing schudde zijn hoofd. 'De Chinezen hebben een spreekwoord: leraren openen de deur, maar je moet zelf naar binnen gaan.'
Tomas en Ariana wisselden een blik.
'Opent u dan de deur voor ons.'
De oude Tibetaan haalde diep adem.
'Toen ik wis- en natuurkunde begon te studeren in Darjeeling vond ik het allemaal heel grappig, omdat het me voorkwam als een mooi, groot spel. Tot ik, toen ik in Columbia kwam, een leraar kreeg die me een stap verder bracht. Hij bracht me zo ver dat de studie geen spel meer was, maar een grote ontdekking werd.'
'Wat ontdekte u?'
'Ik ontdekte dat de westerse wetenschap vreemd genoeg heel dicht bij het oosterse denken komt.'
'Wat bedoelt u daarmee?'
Tenzing keek Tomas en daarna Ariana strak aan. 'Wat weten
L
jullie over de mystieke ervaringen uit het Oosten?'
'Mijn kennis beperkt zich tot de islam,' zei de Iraanse.
'Ik ken het jodendom en het christendom,' zei Tomas. 'En ik heb nu een paar dingen geleerd over het boeddhisme. Ik zou natuurlijk graag meer willen weten, maar ik heb nooit een meester gehad die het me heeft geleerd.'
De bodhisattva zuchtte. 'Wij boeddhisten hebben een spreekwoord,' verklaarde hij. 'Wanneer de student er klaar voor is, verschijnt de meester.' Hij liet het aanhoudende getjilp van een vogel de binnenplaats vullen met muzikaliteit. 'Om de essentie van het laatste project van Einstein te kunnen begrijpen moeten jullie enkele dingen weten over het oosterse denken.' Hij legde zijn handpalm tegen de boomstam en liet hem daar een moment liggen. Vervolgens trok hij zijn hand terug en legde hem in zijn andere hand, waarna hij in een contemplatieve houding beide handen verstrengeld in zijn schoot liet liggen. 'De diepste wortels van het boeddhisme liggen in het hindoeïsme, waarvan de filosofie berust op een collectie anonieme oude geschriften in het oud-Sanskriet, de Veda's, de heilige teksten van de Indo-Europeanen. Het laatste deel van de Veda's heet Upanishads. De basisgedachte achter het hindoeïsme is dat alle dingen en gebeurtenissen die we om ons heen zien en voelen, slechts verschillende uitingen van dezelfde realiteit zijn. De realiteit heet Brahman en dat is voor het hindoeïsme wat Dharmakaya voor het boeddhisme is. Brahman betekent 'groei', het is de realiteit op zichzelf, de innerlijke essentie van alle dingen. Wij zijn Brahman, ook al kunnen we dat niet begrijpen vanwege de magische creatieve kracht van de maya, die de illusie van de verscheidenheid creëert. Maar die diversiteit, ik zeg het nogmaals, is niet meer dan een illusie. Er is maar een realiteit en die realiteit is Brahman.'
'Sorry, maar ik begrijp het niet,' onderbrak Tomas hem. 'Ik heb altijd gedacht dat het hindoeïsme allerlei verschillende goden had.'
'Dat is deels waar. De hindoes hebben inderdaad veel goden, maar de heilige geschriften maken duidelijk dat al die goden slechts weerspiegelingen zijn van één enkele god, van één enkele realiteit. Alsof God duizend namen heeft en elke naam bij een god hoort, maar al die namen naar hetzelfde verwijzen; verschillende namen en gezichten voor één enkele essentie.' Hij opende zijn armen en bracht ze weer naar elkaar. 'Brahman is allen en een. Hij is de realiteit en de enige die reëel is.'
'Ik begrijp het.'
'De hindoemythologie berust op het verhaal van de schepping van de wereld door de dans van Shiva, de Heer van de Dans. Volgens de legende was de materie levenloos totdat, in de nacht van Brahman, Shiva zijn dans begon in een ring van vuur. Op dat moment begon ook de materie te pulseren op het ritme van Shiva, wiens dans het leven veranderde in een groot, cyclisch proces van schepping en vernietiging, van geboorte en dood. De dans van Shiva is het symbool van de eenheid en van het bestaan, en uit deze dans komen de vijf handelingen van goddelijkheid voort: de schepping van het universum, het behoud ervan in de ruimte, de vernietiging ervan, het verbergen van de aard van de goddelijkheid en het toestaan van ware kennis. Volgens de heilige geschriften wekte de dans eerst expansie op, waarbij het bouwmateriaal van de materie en de energieën werden gecreëerd. Het eerste stadium van het universum werd ingevuld door ruimte, waarheen alles zich uitbreidde door de energie van Shiva. De heilige teksten voorspellen dat de expansie zal versnellen, dat alles zich zal vermengen en dat ten slotte Shiva de verschrikkelijke dans der vernietiging zal uitvoeren.' De bodhisattva neeg zijn hoofd. 'Komt dat alles je niet bekend voor?'
'Ongelooflijk,' mompelde Tomas. 'De big bang en de expansie van het universum. De equivalentie van massa en energie. De big crunch.'
'Opmerkelijk, ja,' stemde de Tibetaan in. 'Het universum bestaat dankzij de dans van Shiva en ook dankzij de zelf-sacri-ficie van het opperwezen.'
'Zelf-sacrificie? Zoals in het christendom?'
'Nee,' zei Tenzing hoofdschuddend. 'De term "sacrificie" stamt hier af van "sacreren", wat "heiligen" betekent, en niet van "sacrifiëren" in de zin van opofferen. Het scheppingsverhaal van de hindoes is dat van de goddelijke daad waarin het heilige wordt geschapen, een daad waardoor God de wereld wordt, en de wereld God. Het universum is een gigantisch theater voor een goddelijk toneelstuk, waarin Brahman de rol speelt van de grote tovenaar die door de creatieve kracht van de maya en de werking van het karma in de wereld verandert. Het karma is de kracht van de schepping, het actieve principe van het goddelijke toneelstuk, het universum in actie. De essentie van het hindoeïsme is geworteld in onze bevrijding van de illusies van het maya en de kracht van het karma. Door middel van meditatie en yoga brengt het ons ertoe te begrijpen dat alle verschillende fenomenen die onze zintuigen opvangen, deel uitmaken van dezelfde realiteit, dat alles Brahman is.' De bodhisattva legde zijn hand op zijn borst. 'Alles is Brahman,' herhaalde hij. 'Alles, inclusief wijzelf.'
'Wordt datzelfde niet door het boeddhisme beweerd?'
'Precies,' beaamde de oude Tibetaan. 'In plaats van Brahman gebruiken wij liever het woord Dharmakaya om die ene werkelijkheid te omschrijven, die essentie die zich in de verschillende objecten en fenomenen van het universum bevindt. Alles is Dharmakaya, alles is door onzichtbare draden met elkaar verbonden, de dingen zijn slechts verschillende gezichten van dezelfde realiteit. Maar dat is niet een onveranderlijke realiteit; het is veeleer een realiteit die wordt gekenmerkt door samsara, de idee dat de dingen niet-permanent zijn, dat alles onophoudelijk verandert, dat beweging en verandering inherent zijn aan de natuur.'
'Maar wat is dan het verschil tussen het hindoeïsme en het boeddhisme?'
'Er zijn verschillen in de vorm, er zijn verschillen in de methoden, er zijn verschillen in de verhalen. Boeddha accepteerde de hindoegoden, maar hechtte er niet veel belang aan. Er zijn enorme verschillen tussen de twee religies, hoewel de essentie ervan gelijk is. De realiteit is één, ook al lijkt ze meervoudig. De verschillende dingen zijn slechts verschillende maskers van hetzelfde ding: die ultieme realiteit die ook niet-permanent is. Beide zienswijzen leren dat je verder dan de maskers moet kijken, dat je moet begrijpen dat achter het verschil de eenheid schuilt, dat je op weg moet gaan naar de onthulling van het ene. Maar ze gebruiken verschillende methoden om tot hetzelfde doel te komen. De hindoes bereiken de verlichting door middel van de vedanta en yoga, en de boeddhisten door middel van het heilige achtvoudige pad van Boeddha.'
'Dus de essentie van het oosterse denken ligt in het besef dat de realiteit, ofschoon ze verschillende vormen aanneemt, in essentie dezelfde is.'
'Ja,' zei Tenzing. 'Hoewel de grondbeginselen al in het hindoeisme en het boeddhisme vervat zijn, hebben de taoïsten later nog enkele essentiële elementen benadrukt die al in het heersende gedachtegoed bestonden.'
'O ja? Wat dan?'
De Tibetaan ademde de pure lucht in van het briesje dat over de binnenplaats streek. 'Heb je wel eens de Tao Te Ching gelezen?'
'Eh... nee.'
'Dat is de basistekst van de Tao.'
'En wat is de Tao?'
'Chuang Tzu heeft gezegd: als iemand vraagt wat de Tao is
en een ander geeft antwoord, weet geen van beiden wat de Tao
is.'
Tomas lachte. 'Oké, ik snap dat u ons niet kunt uitleggen wat de Tao is...'
'De Tao is een andere naam voor Brahman en voor Dharma-kaya,' zei de Tibetaan. 'De Tao is de realiteit, de essentie van het universum, het ene waar het meervoudige van wordt afgeleid. De taoïstische weg werd verkondigd door Lao Tzu, die de filosofie in één essentieel begrip samenvatte.'
'En dat is?'
'De Tao Te Ching begint met veelzeggende woorden,' zei Tenzing. 'De Tao die kan worden uitgesproken is niet de ware tao. De naam die kan worden genoemd is niet de ware naam.'
De boeddhist liet de woorden over de binnenplaats weerklinken als bladeren in de wind.
'Wat wilt u daarmee zeggen?'
'De Tao benadrukt de rol van de beweging in de definitie van de essentie van de dingen. Het universum balanceert tussen yin en yang, de twee zijden die de cyclische bewegingspatronen regelen en waardoor de Tao tot uiting komt. Het leven, zegt Chuang Tzu, is de harmonie van yin en yang. Net zoals yoga de hindoe-weg is naar de verlichting van alles wat Brahman is en het heilige achtvoudige pad van Boeddha de boeddhistische weg is naar de verlichting van alles wat Dharmakaya is, zo is het taoïsme de taoïstische weg naar de verlichting van alles wat Tao is. Het taoïsme is een methode die gebruikmaakt van de tegenstelling, de paradox en de subtiliteit om tot Tao te komen.' Hij hief zijn hand. 'Lao Tzu heeft gezegd: om een ding ineen te laten krimpen moet men het uitbreiden.' Hij hield zijn hoofd schuin. 'Dat is de subtiele wijsheid. De taoïsten leggen de veranderingen in de natuur uit aan de hand van de dynamische relatie tussen yin en yang. Yin en yang zijn twee tegenpolen, twee extremen die met elkaar verbonden zijn door een onzichtbaar koord, twee verschillende kanten van de Tao, de eenheid van alle tegenstellingen. De realiteit is voortdurend in verandering, maar die veranderingen zijn cyclisch; nu weer neigen ze naar het yin, dan weer keren ze terug naar het yang.' Hij hief opnieuw zijn hand. 'Maar pas op, de extremen zijn illusies van het ene, en wel zodanig dat Boeddha het had over niet-dualiteit. Boeddha zei: licht en schaduw, lang en kort, zwart en wit zijn alleen kenbaar in relatie tot elkaar. Licht is niet onafhankelijk van schaduw en zwart niet van wit. Er zijn geen tegengestelden, slechts verbanden.'
'Dat begrijp ik niet,' zei Tomas. 'Wat zijn dan de voornaamste vernieuwingen van het taoïsme?'
'Het taoïsme is niet echt een religie maar een filosofisch systeem, ontstaan in China. Een paar van de essentiële ideeën ervan vallen echter samen met het boeddhisme, zoals het besef dat de Tao dynamisch is en dat de Tao ontoegankelijk is.'
'Ontoegankelijk in welke zin?'
'Denk aan Lao Tzu: de Tao die kan worden uitgesproken is niet de ware Tao. Denk aan Chuang Tzu: als iemand vraagt wat de Tao is en een ander geeft antwoord, weet geen van beiden wat de Tao is. De Tao gaat ons begrip te boven. Het valt niet uit te drukken.'
'Grappig,' zei Tomas glimlachend. 'Dat is precies wat de joodse kabbala zegt. God valt niet uit te drukken.'
'De realiteit valt niet uit te drukken,' verkondigde Tenzing. 'De Upanishads van de hindoes hadden het al in niet mis te verstane bewoordingen over de ongrijpbaarheid van de ultieme realiteit: daar waar het oog niet reikt, noch het woord, noch de geest; we weten niet, we begrijpen niet en we kunnen het niet onderwijzen. Boeddha zelf antwoordde een leerling die hem vroeg een omschrijving van de verlichting te geven met stilte en beperkte zich ertoe een bloem te plukken. Wat Boeddha met dat gebaar, dat bekend werd als de bloemenpreek, wilde uitdrukken, is dat woorden alleen nuttig zijn voor dingen en idee-en die ons vertrouwd zijn. Boeddha heeft gezegd: een naam wordt gegeven aan iets waarvan men denkt dat het een ding of een toestand is, en deze scheidt het van andere dingen en andere toestanden, maar als je gaat kijken wat er achter de naam zit, vind je een steeds groter raffinement dat geen verdelingen kent.' Hij zuchtte. 'De verlichting van de ultieme realiteit, van Dharmakaya, gaat woorden en definities te boven. Of we het nu Brahman, Dharmakaya, Tao of God noemen, die waarheid blijft onveranderlijk. We kunnen de realiteit voelen in een epi-fanie, we kunnen de illusies van de maya en de karmacyclus doorbreken om verlichting te bereiken en bij de realiteit te komen.' Hij maakte een traag handgebaar. 'Echter, wat we ook doen, wat we ook zeggen, we kunnen het nooit beschrijven. De realiteit valt niet uit te drukken. Die gaat woorden te boven.'
Tomas schoof op zijn kussen en keek naar Ariana, die bleef zwijgen. 'Sorry, meester,' zei hij en er klonk een tikkeltje ongeduld door in zijn stem, 'dat is allemaal echt heel fascinerend, maar het geeft geen antwoord op onze vragen.'
'Echt niet?'
'Nee,' hield Tomas vol. 'Ik zou graag willen dat u ons in detail uitleg gaf over het project waarbij Einstein u heeft betrokken.'
De bodhisattva zuchtte. 'Fez Yang heeft gezegd: als je je misleid en vol twijfels voelt, zullen geen duizend boeken voldoende zijn. Als je het begrip hebt bereikt, is één woord al te veel.' Hij keek Tomas aan. 'Begrijp je?'
'Eh... min of meer.'
'Die aarzelende woorden van je lijken op regendruppels, wat me doet denken aan een zen-gezegde,' vervolgde Tenzing. 'De regendruppels tikken op het bashoblad, maar het zijn geen tranen van verdriet, het is slechts de onrust van degene die ernaar luistert.'
'Denkt u dat ik onrustig ben?'
'Ik denk dat je me niet hoort, Portugees. Je luistert wel naar me, maar je hoort me niet. Als je me hoort, zul je me begrijpen. Als je me begrijpt, zal één woord al te veel zijn. Maar zolang je dat niet doet, zul je aan geen duizend boeken voldoende hebben.'
'Wilt u me zeggen dat dit alles verband houdt met het project van Einstein?'
'Ik wil je zeggen wat ik je zeg,' zei de Tibetaan op heel kalme toon, en hij wees naar hem als bij een ondervraging. 'Denk aan het Chinese spreekwoord: leraren openen de deur, maar je moet zelf naar binnen gaan.'
'Goed,' stemde Tomas in. 'Ik weet dat u de deur voor me geopend hebt. Is dit het moment om naar binnen te gaan?'
'Nee,' mompelde Tenzing. 'Dit is het moment om naar me te luisteren. Lao Tzu heeft gezegd: handel zonder te doen, werk zonder inspanning.'
'Ja, meester.'
De bodhisattva sloot een poosje zijn ogen. Hij leek in meditatie verdiept, maar ineens deed hij zijn ogen weer open. 'Dit alles wat ik tegen je heb gezegd had ik in Princeton al aan Einstein verteld, die zeer geïnteresseerd bleek te zijn in de oosterse visie op het universum. Het eerste motief voor deze belangstelling lag in de overeenkomst die bestaat tussen onze filosofie en cruciale details van de nieuwe ontdekkingen op het gebied van de wis- en natuurkunde, iets wat ik al had opgemerkt aan de universiteit van Columbia en waar ik mijn nieuwe mentor expliciet op heb gewezen.'
'Sorry, maar dat snap ik niet,' onderbrak Ariana hem; als wetenschapper was haar reactie er een van verbazing. 'Overeenkomsten tussen het oosterse denken en de natuurkunde? Waarover heeft u het precies?'
Tenzing lachte. 'Je reageert precies zoals Einstein aanvankelijk deed toen ik hierover begon.'
'Sorry, maar dat lijkt me een logische reactie voor een wetenschapper,' zei de Iraanse. 'Wetenschap vermengen met mysticisme is... nou ja... een beetje eigenaardig, vindt u niet?'
'Niet als beide hetzelfde beweren,' antwoordde de Tibetaan. 'De Upanishads zeggen: zoals het menselijk lichaam, is het kosmische lichaam. Zoals de menselijke geest, is de kosmische geest. Zoals de microkosmos is, zo is de macrokosmos. Zoals het atoom is, zo is het universum.'
'Waar staat dat?'
'In de Upanishads, in de laatste van de Veda's, de heilige teksten van het hindoeïsme.' Tenzing trok zijn witte wenkbrauwen op. 'Maar het zou in de eerste de beste wetenschappelijke tekst kunnen staan, denk je niet?'
'Nou... ja... in zekere zin.'
De bodhisattva nam een gemakkelijkere houding aan op het grote kussen en ademde in. 'Herinneren jullie je dat Lao Tzu zei dat de Tao die gezegd kan worden, niet de ware Tao is, en dat de naam die genoemd kan worden niet de ware naam is? Herinneren jullie je dat de Upanishads het over de ultieme realiteit hadden als iets waar het oog niet reikt, noch het woord, noch de geest, dat we niet weten, niet begrijpen en niet kunnen onderwijzen? Herinneren jullie je dat Boeddha de bloemen-preek gebruikte om uit te leggen dat de verlichting van de Dharmakaya niet uit te drukken valt?'
'Ja...'
'Dan vraag ik jullie: wat zegt het onzekerheidsprincipe? Het zegt ons dat we niet met precisie het gedrag van een microdeeltje kunnen voorspellen, ook al weten we dat dat gedrag al gedetermineerd is. En ik vraag jullie: wat zeggen de onvolledigheidsstellingen? Ze zeggen ons dat we de coherentie van een mathematisch systeem niet kunnen bewijzen, ook al zijn de niet bewijsbare beweringen ervan waar. En ik vraag jullie: wat zegt de chaostheorie? Die zegt ons dat de complexiteit van de werkelijkheid zo veelomvattend is dat het niet mogelijk is de toekomstige evolutie van het universum te voorspellen, ook al weten we dat die evolutie al vastligt. De realiteit verbergt zich achter de illusie van de maya. Het onzekerheidsprincipe, de onvolledigheidsstellingen en de chaostheorie hebben aangetoond dat de realiteit in essentie ontoegankelijk is. We kunnen haar proberen te benaderen, we kunnen haar proberen te beschrijven, maar we zullen haar nooit werkelijk bereiken. Er zal altijd mysterie zijn aan het einde van het universum. In laatste instantie valt het universum niet uit te drukken in haar volheid, vanwege het raffinement van haar ontwerp.' Hij hield zijn handpalmen omhoog. 'Laten we daarom terugkeren naar de essentiële vraag. Wat is de onvoorspelbare materie waarnaar het onzekerheidsprincipe verwijst anders dan Brahman? Wat is de waarheid waarvan de onvolledigheidsstellingen laten zien dat ze niet bewijsbaar is anders dan Dharmakaya? En wat is de oneindig complexe en ongrijpbare realiteit die door de chaostheorie wordt beschreven anders dan Tao? Wat is het universum eigenlijk anders dan een reusachtig, niet uit te drukken raadsel?'
De vragen die Tenzing op bedaarde toon stelde, dreunden na in de oren van de twee bezoekers. Tomas en Ariana staarden de oude Tibetaan tegenover hen aan en verwerkten langzaam de vreemde parallellen tussen westerse wetenschap en oosters mysticisme.
'En dan heb je nog het probleem van de dualiteit,' hernam Tenzing. 'Zoals jullie je vast nog herinneren, stelt het westerse denken het dynamisme van het universum vast aan de hand van de dynamiek van de dingen. Het "Brahman" van de hindoes betekent "groei". Het "samsara" van de boeddhisten betekent "voortdurende beweging". Het "Tao" van de taoïsten verwijst naar de dynamiek van tegengestelden, vertegenwoordigd door yin en yang. Alles bestaat uit tegenstellingen en de tegengestelden zijn hetzelfde, de twee uitersten worden door een onzichtbare draad verenigd. Yin en yang. Herinneren jullie je dat ik jullie dat vertelde?'
'Ja, natuurlijk.'
'Denk dan nu aan de relativiteitstheorieën: energie en massa zijn hetzelfde, maar in verschillende toestand. En herinner je dan nu de kwantumfysica: de materie is op hetzelfde moment golf en deeltje. En denk nogmaals aan de relativiteitstheorieën: ruimte en tijd zijn met elkaar verbonden. Alles is yin en yang. Het universum beweegt door het dynamisme van de tegengestelden. De extremen blijken in feite verschillende uitdrukkingen te zijn van dezelfde eenheid. Yin en yang. Energie en massa. Golven en deeltjes. Ruimte en tijd. Yin en yang.'
'Het universum beweegt door de dialectiek van de tegengestelden,' merkte Tomas op.
'Het universum is één; maar het is niet statisch, het is dynamisch,' verklaarde Tenzing. 'Herinneren jullie je dat ik jullie vertelde over de schepping van het universum door de dans van Shiva, waardoor de materie begon te pulseren en dansen op het ritme van die dans, zodat het leven een groot cyclisch proces werd?' 'Ja.'
'Kijk dan eens naar het ritme van elektronen rond kernen, kijk naar het ritme van de heen en weer gaande bewegingen van atomen, kijk naar het ritme waarop moleculen bewegen, kijk naar het ritme waarop de kosmos pulseert. In alles is ritme, in alles is synchroniciteit, in alles is symmetrie. Orde verrijst uit chaos zoals een balletdanser over het toneel wervelt. Hebben jullie al ontdekt waar het ritme van de kosmos in zit?'
'Eh... het ritme van de kosmos?'
'Elke nacht komen duizenden vuurvliegjes bijeen langs de rivieren van Maleisië. Ze stralen hun licht uit in harmonie, gehoorzamend aan een geheime synchroniciteit. Op elk moment dansen in elk orgaan van ons lichaam elektrische stromen op het ritme van stille symfonieën, waarvan de maat wordt gecoördineerd door duizenden onzichtbare cellen. Op elk uur worden in al onze ingewanden de voedingsresten door ritmische golvingen van de wanden van het darmkanaal voortgestuwd, gehoorzamend aan een vreemd golvende cadans. Elke keer dat de man binnendringt in de vrouw en zijn vitale sappen in de richting van de eicel stromen, zwaaien de spermacellen tegelijkertijd met hun staart een en dezelfde kant op, volgens een mysterieuze choreografie. Als een paar vrouwen veel tijd samen doorbrengen, stemmen hun menstruatiecycli zich op onverklaarbare wijze op elkaar af. Wat is dat anders dan het raadselachtige ritme van de universele muziek waarop de kosmische Shiva danst?'
'Maar het is logisch dat er synchronie bestaat in het leven,' wierp Tomas tegen. 'Er zit synchronie in de ademhaling, in het hart, er zit synchronie in de bloedsomloop...'
'Uiteraard is synchronie iets natuurlijks,' bevestigde Tenzing. 'Het is nu juist natuurlijk omdat het leven stroomt op het ritme van de maten van Shiva's dans. En niet alleen het leven, weet je? Ook de niet-levende materie danst op het geluid van diezelfde muziek.'
'De niet-levende materie?'
'Dat werd in de zeventiende eeuw ontdekt, toen Christiaan Huygens per toeval opmerkte dat de slingers van twee kamer-klokken die naast elkaar werden gezet, zonder uitzondering gelijk gingen zwaaien. Hoe hij de synchronie ook probeerde te verbreken door de uitwijking van de slingers te veranderen, na slechts een halfuur merkte Huygens dat de klokken weer in de maat tikten, alsof de slingers een onzichtbare dirigent gehoorzaamden. Huygens ontdekte dat synchronie niet een exclusief ritme van levende dingen is. De levenloze materie danst in hetzelfde ritme.'
'Nou... eh... dat is inderdaad vreemd,' gaf Tomas toe. 'Maar je kunt toch niet generaliseren op basis van een enkel geval dat men bij de levenloze materie heeft ontdekt? Hoe bizar het op zich ook lijkt, het is slechts één geval.'
'Je vergist je,' onderbrak de Tibetaan hem. 'De synchrone dans van de slingers van de naast elkaar hangende klokken was nog maar de eerste van een heleboel soortgelijke ontdekkingen. Men ontdekte dat parallel geplaatste generatoren, zelfs al beginnen ze ongelijktijdig te werken, hun rotatie automatisch op elkaar afstemmen, en het is die eigenaardige cadans van de natuur die het functioneren van elektrische netwerken mogelijk maakt. Men heeft ontdekt dat het cesiumatoom als een slinger tussen twee energieniveaus schommelt en dat die schommeling zo'n precies ritme heeft, dat het mogelijk is om met behulp van cesium atoomhorloges te ontwerpen met een afwijking van nog minder dan een seconde per twintig miljoen jaar. Men ontdekte dat de maan in precies hetzelfde ritme om zijn as draait als om de aarde, en het is die bizarre synchroniciteit die ervoor zorgt dat de maan altijd met dezelfde kant naar ons toe gekeerd is. Men ontdekte dat watermoleculen, die vrijelijk bewegen, wanneer de temperatuur tot nul graden daalt in een synchrone beweging samenkomen, en het is die beweging die zorgt dat er ijs ontstaat. Men ontdekte dat sommige atomen, wanneer ze op temperaturen dicht bij het absolute nulpunt worden gebracht, zich beginnen te gedragen als één enkel atoom, dus dat zijn miljarden atomen verwikkeld in een gigantische synchrone dans. Die ontdekking leverde de auteurs ervan de Nobelprijs voor de natuurkunde van 2001 op. Het Nobelcomité zei dat ze voor elkaar hadden gekregen dat de atomen eenstemmig zongen. Dat was de uitdrukking die het comité in zijn persbericht gebruikte: dat de atomen eenstemmig zongen. Op het ritme van welke muziek, vraag ik jullie?'
Tomas en Ariana zeiden niets. Ze namen aan dat het een retorische vraag was, en inderdaad had de bodhisattva hen verrast met de onthulling van het bestaan van dat ritme, die cadans waarin de materie pulseert.
'Op het ritme van welke muziek, vraag ik jullie?' herhaalde Tenzing. 'Op het ritme van de kosmische muziek, dezelfde muziek die Shiva inspireert in zijn dans, dezelfde muziek die ervoor zorgt dat twee slingers synchroon zwaaien, dezelfde muziek die ervoor zorgt dat generatoren hun roterende beweging op elkaar afstemmen, dezelfde muziek waardoor de maan zijn ballet organiseert zodat ze steeds met dezelfde kant naar de aarde toe gekeerd is, dezelfde muziek die maakt dat de atomen eenstemmig zingen. Het universum danst op een mysterieus ritme. Het ritme van Shiva's dans.'
'En waar komt dat ritme vandaan?' vroeg Tomas.
De Tibetaan maakte een vaag handgebaar dat de hele binnenplaats van de tempel omvatte. 'Het komt van de Dharmakaya, de essentie van het universum,' zei hij. 'Hebben jullie nooit gehoord van de verbanden tussen muziek en wiskunde?'
De twee bezoekers knikten.
'Nou, de muziek van het universum schommelt op het ritme van de wetten der natuurkunde,' beweerde Tenzing. 'In 1996 werd ontdekt dat de levende systemen en de levenloze materie zich op elkaar afstemmen in overeenstemming met een en dezelfde wiskundige formule. Hiermee bedoel ik dat het ritme van de kosmische muziek dat de bewegingen in de ingewanden opwekt, hetzelfde is als het ritme dat ervoor zorgt dat de atomen eenstemmig zingen, het ritme dat de spermacellen synchroon met hun staartjes laat zwaaien is hetzelfde dat het gigantische ballet van de maan rondom de aarde orkestreert. En de wiskundige formule die dat kosmische ritme organiseert, komt voort uit de wiskundige systemen waarop de organisatie van het universum berust: de chaostheorie. Men heeft ontdekt dat de chaos synchroon is. De chaos lijkt chaotisch, maar vertoont in feite deterministisch gedrag, hij verloopt volgens een patroon en wordt gecontroleerd door zeer nauw omschreven regels. Ondanks die synchroniciteit herhaalt zijn gedrag zich nooit, zodat we kunnen zeggen dat de chaos deterministisch maar niet determineerbaar is. Hij is voorspelbaar op korte termijn, vanwege de deterministische wetten, maar onvoorspelbaar op lange termijn, vanwege de complexiteit van de werkelijkheid.' Hij hield zijn handpalmen omhoog. 'Er zal altijd mysterie zijn aan het eind van het universum.'
Tomas verschoof op zijn kussen. 'Ik geef toe dat dit alles mysterieus is,' zei hij. 'Maar denkt u dat de anonieme wijzen die de dans van Shiva hebben beschreven, op de hoogte waren van het bestaan van dit... dit kosmische ritme?'
Tenzing glimlachte. 'Over de vraag hoe we ons de wereld moeten voorstellen heeft Boeddha gezegd: een ster bij het vallen van de avond, een luchtbelletje in de stroom, een straaltje licht door een zomerwolk, een flakkerende kaars, een geestverschijning en een droom.'
De bezoekers aarzelden, door dit antwoord in de war
gebracht. 'Wat wilt u daarmee zeggen?'
'Ik wil zeggen dat het kosmische ritme niet merkbaar is voor wie niet verlicht is. Men moet Boeddha zijn om dat ritme uit de dingen tevoorschijn te zien komen. Hoe konden de auteurs van de heilige geschriften weten van het bestaan van het kosmische ritme als dat niet hoorbaar is voor wie niet klaar is om ernaar te luisteren?'
'Het kan toeval zijn,' opperde Tomas. 'Ze verzonnen het verhaal van de dans van Shiva, een fraaie scheppingsmythe, en vervolgens wordt bij toeval ontdekt dat er een ritme bestaat in het universum.'
De bodhisattva bleef even stil, alsof hij nadacht over dat argument. 'Herinneren jullie je dat ik zei dat de hindoes beweren dat de ultieme realiteit Brahman heet en dat de verscheidenheid aan dingen en gebeurtenissen die we om ons heen zien en voelen slechts verschillende uitingen van dezelfde realiteit zijn? Herinneren jullie je dat ik zei dat wij boeddhisten beweren dat de ultieme realiteit Dharmakaya heet en dat alles door onzichtbare draden met elkaar verbonden is, aangezien alle dingen slechts verschillende gezichten van dezelfde realiteit zijn? Herinneren jullie je dat ik zei dat de taoïsten beweren dat de Tao de realiteit is, de essentie van het universum, het ene waarvan het meervoudige is afgeleid?' 'Ja.'
'Zou het toeval zijn dat de westerse wetenschap nu met hetzelfde komt als onze oosterse wijzen al tweeduizend jaar of nog langer geleden beweerden?'
'Dat kan ik niet volgen,' zei Tomas.
De bodhisattva haalde diep adem. 'Zoals je weet beweert de oosterse filosofie dat de werkelijkheid één is en dat de verschillende dingen niet meer zijn dan uitingen van hetzelfde. Alles houdt verband met elkaar.'
'Ja, dat zei u.'
'De chaostheorie bevestigde dat het zo is. De vleugelslag van een vlinder beïnvloedt de weersgesteldheid op een ander punt op de planeet.'
'Dat is waar.'
'Maar het verband tussen de materie onderling blijft niet beperkt tot een simpel domino-effect tussen de dingen, waarbij het ene het andere beïnvloedt. De waarheid is dat de materie op organische wijze met elkaar verbonden is. Elk voorwerp is een andere voorstelling van hetzelfde.'
'Dat zegt het oosterse denken,' merkte Tomas op.
'De westerse wetenschap zegt dat ook,' bracht Tenzing in.
De historicus trok een ongelovig gezicht. 'De westerse wetenschap?' 'Ja.'
'Waar staat dan dat de materie op organische wijze met elkaar verbonden is? Waar staat dat elk voorwerp een andere voorstelling van hetzelfde is? Ik hoor iets dergelijks voor het eerst...'
De bodhisattva glimlachte. 'Hebben jullie al eens gehoord van het Aspect-experiment?'
Tomas trok een onwetende grimas, maar toen hij naar Ariana keek, zag hij dat die naam haar bekend was. 'Wat is dat?' vroeg hij niet aan één van beiden in het bijzonder.
'Ik zie dat jij op de hoogte bent van dat experiment,' merkte Tenzing met een vragende blik naar Ariana op.
'Ja,' bevestigde ze. 'Iedere natuurkundige kent dat experiment.'
Ariana leek een beetje van slag. Het was duidelijk dat ze, met haar wetenschappelijke instelling, op dit moment bezig was de consequenties van de opmerking van de oude boeddhist te doordenken, in het bijzonder het onverwachte verband tussen het door Tenzing genoemde experiment en het begrip Dharmakaya, waarmee ze zojuist had kennisgemaakt.
'Zou iemand me willen vertellen wat het is?' drong Tomas aan.
Tenzing schikte opnieuw de purperen lap die zijn lichaam bedekte. Hij keek Tomas strak aan. 'Alain Aspect is een Franse fysicus die aan het hoofd stond van een team van de universiteit van Paris-Zuid tijdens een heel belangrijk experiment dat in 1982 werd uitgevoerd. Weliswaar heeft niemand het erover op de televisie of in de krant; strikt genomen weten alleen natuurkundigen en sommige andere wetenschappers ervan, maar onthoud goed wat ik zeg.' Hij stak een vinger op. 'Het is mogelijk dat het Aspect-experiment in de toekomst zal worden gezien als een van de opzienbarendste wetenschappelijke experimenten uit de twintigste eeuw.' Hij keek naar Ariana. 'Ben je het met me eens, meisje?'
Ariana knikte instemmend. 'Ja.'
De bodhisattva bleef haar aankijken. 'Een zen-gezegde luidt als volgt: als je op je weg iemand ontmoet die weet, zeg niets, blijf niet stil.' Hij zweeg even. 'Blijf niet stil,' herhaalde hij. Hij keek naar Ariana en wees naar Tomas. 'Open de deur voor hem.'
'Wilt u dat ik hem het Aspect-experiment beschrijf?'
Tenzing glimlachte. 'Een ander zen-gezegde luidt: als een gewoon man tot kennis komt, is hij een wijze. Als een wijze tot kennis komt, is hij een gewoon man.' Hij wees weer naar Tomas. 'Maak van hem een gewoon man.'
Ariana liet haar ogen tussen de twee mannen heen en weer flitsen, terwijl ze haar gedachten probeerde te ordenen.
'Het Aspect-experiment... eh... wil zeggen...' begon ze onzeker. Ze keek naar de Tibetaan alsof ze op instructies wachtte. 'Je kunt het Aspect-experiment niet beschrijven zonder het over de epr-paradox te hebben, of wel?'
'Nagarjuna heeft gezegd: wijsheid is als een helder, fris meer, je kunt er van elke kant in gaan.'
'Dan moet ik erin gaan van de kant van de epr-paradox,' besloot Ariana. Ze wendde zich tot Tomas. 'Herinner je je dat ik je heb verteld dat de kwantumfysica een indeterministisch universum voorspelde, waarin de waarnemer deel uitmaakte van de waarneming, terwijl de relativiteit een deterministisch universum uitdroeg waarin de rol van de waarnemer irrelevant was voor het gedrag van de materie? Dat weet je nog wel, hè?'
'Natuurlijk.'
'Welnu, toen die inconsistentie duidelijk werd, begonnen de inspanningen om de twee kampen met elkaar te verenigen. Men nam aan, en dat doet men nog steeds, dat er geen wetten kunnen bestaan die met elkaar in strijd zijn afhankelijk van de dimensie van de materie - sommige wetten voor de macrokosmos en andere voor de microkosmos. Er moeten enkelvoudige wetten bestaan. Maar hoe vallen de afwijkingen tussen de twee theorieën dan te verklaren? Dit probleem was aanleiding tot een reeks discussies tussen de geestelijke vader van de relativiteit, Albert Einstein, en de voornaamste theoreticus van de kwantumfysica, Niels Bohr. Om te laten zien dat de kwantuminterpretatie onzinnig was concentreerde Einstein zich op een heel bizar detail van de kwantumtheorie, en wel dat een deeltje pas zijn positie bepaalt wanneer het wordt waargenomen. Einstein, Podolski en Rosen, wier initialen samen epr vormen, formuleerden toen hun paradox, gebaseerd op het idee om twee afzonderlijke systemen te meten die van tevoren verenigd waren geweest, om te kijken of ze vergelijkbaar gedrag vertoonden als ze werden waargenomen. De drie stelden het volgende voor: zet de twee systemen in kisten die op verschillende plaatsen in een kamer worden gezet, of zelfs op vele kilometers afstand van elkaar; maak de dozen gelijktijdig open en meet hun interne toestand. Als hun gedrag automatisch identiek is, dan betekent dat dat de twee systemen onmiddellijk kans hebben gezien om met elkaar te communiceren. Welnu, dat is een paradox. Einstein en zijn medestanders merkten op dat er geen onmiddellijke informatieoverdracht kan plaatsvinden, aangezien niets sneller gaat dan het licht.'
'En wat was het antwoord van de kwantumfysicus?'
'Bohr? Bohr antwoordde dat als hij dat experiment kon uitvoeren, zou blijken dat er inderdaad onmiddellijke communicatie was. Als subatomische deeltjes niet bestaan tot ze worden waargenomen, was zijn argument, dan kunnen ze niet als onafhankelijke dingen worden beschouwd. De materie, zei hij, maakt deel uit van een ondeelbaar systeem.'
'Een ondeelbaar systeem,' echode Tenzing. 'Ondeelbaar zoals de ultieme realiteit van Brahman. Ondeelbaar zoals de door onzichtbare draden verenigde werkelijkheid van de Dharmakaya. Ondeelbaar zoals de eenheid van Tao waarvan het meervoudige wordt afgeleid. Ondeelbaar zoals de ultieme essentie van de materie, het ene waarvan alle dingen en alle gebeurtenissen slechts uitingen zijn, de unieke realiteit met de verschillende maskers.'
'Hoho,' zei Tomas, 'dat is wat de kwantumfysica beweerde. Maar Einstein dacht er anders over, nietwaar?'
'Zeker,' zei Ariana. 'Einstein vond die interpretatie onzinnig en meende dat de epr-paradox, als hij kon worden getest, dat zou aantonen.'
'Het probleem is dat die paradox niet kan worden getest...'
'In de tijd van Einstein kon dat niet,' zei de Iraanse. 'Maar al in 1952 kwam een natuurkundige van de universiteit van Londen, genaamd David Bohm, met een manier om de paradox te testen. In 1964 lukte het een andere natuurkundige, John Bell van het cern in Genève, om schematisch te laten zien hoe het experiment kon worden uitgevoerd. Bell voerde de test niet uit; dat zou pas in 1982 gebeuren, door Alain Aspect met een team uit Parijs. Het is een ingewikkeld experiment dat moeilijk aan een leek is uit te leggen, maar het werd echt uitgevoerd.'
'De Fransen hebben de paradox getest?'
'Ja.'
'En?'
Ariana wierp een vluchtige blik op Tenzing alvorens antwoord te geven op Tomas' vraag. 'Bohr had gelijk.'
'Dat begrijp ik niet,' zei de historicus. 'Hoezo had hij gelijk? Wat kwam er uit het experiment?'
Ariana haalde diep adem. 'Aspect ontdekte dat de deeltjes onder bepaalde voorwaarden automatisch onderling communiceren. Die subatomische deeltjes kunnen zich op verschillende punten in het universum bevinden, sommige op één plek in de kosmos en andere op een andere plek, maar de communicatie is onmiddellijk.'
De historicus trok een ongelovig gezicht. 'Dat is niet mogelijk,' zei hij. 'Niets reist sneller dan het licht.'
'Dat is wat Einstein met de beperkte relativiteitstheorie zei,' antwoordde de Iraanse. 'Maar Aspect bewees dat microdeeltjes onmiddellijk met elkaar communiceren.'
'Zou er geen fout in die tests zitten?'
'Geen enkele,' verzekerde de Iraanse. 'Nieuwe experimenten met verfijndere technieken die in 1998 in Zürich en Innsbruck werden uitgevoerd, hebben alles bevestigd.'
Tomas krabde zich op zijn hoofd. 'Wil dat zeggen dat de relativiteitstheorieën niet kloppen?'
'Nee, nee, die kloppen.'
'Hoe valt dat verschijnsel dan te verklaren?'
'Er is maar één verklaring voor,' zei Ariana. 'Aspect bevestigde een eigenschap van het universum. Hij heeft door middel van het experiment aangetoond dat het universum onzichtbare verbanden kent, dat de dingen onderling verbonden zijn op een manier waar men geen idee van had, dat de materie een intrinsieke organisatie bezit die niemand zich kon voorstellen. Als microdeeltjes op afstand met elkaar communiceren, komt dat niet door een signaal dat het ene naar het andere stuurt. Dat komt simpelweg door het feit dat ze één enkele eenheid vormen. Hun gescheidenheid is een illusie.'
'De microdeeltjes één enkele eenheid? Hun gescheidenheid een illusie? Dat snap ik niet...'
Ariana keek rond om een betere manier te bedenken om de betekenis van haar woorden uit te leggen. 'Kijk, Tomas,' zei ze toen ze op een idee kwam. 'Heb je wel eens een tv-uitzending van een voetbalwedstrijd gezien?'
'Ja, uiteraard.'
'Bij een tv-uitzending heb je soms verschillende camera's die tegelijkertijd op dezelfde speler gericht zijn, nietwaar? Wie de beelden van alle camera's ziet zonder te weten hoe het werkt, zou kunnen denken dat elke camera een andere speler volgt. Op de ene camera zie je de speler naar links kijken, en op de andere zie je dezelfde man naar rechts kijken. Als je die speler niet kent, zou je zweren dat het om verschillende spelers ging. Maar als je beter gaat kijken, snap je dat telkens wanneer de speler een beweging naar een kant maakt, de speler op het andere beeld onmiddellijk een overeenkomstige beweging maakt, maar naar de andere kant. Dat is duidelijk het gevolg van een illusie. In werkelijkheid laten beide camera's de hele tijd dezelfde speler zien, alleen vanuit een verschillend perspectief. Kun je me volgen?'
'Ja. Dat is logisch allemaal.'
'Nou, wat het Aspect-experiment liet zien met betrekking tot de materie was net zoiets. Twee microdeeltjes kunnen door het hele universum van elkaar worden gescheiden, maar als het ene zich beweegt, beweegt het andere onmiddellijk ook. Ik denk dat dat komt doordat het in feite niet om twee verschillende microdeeltjes, maar om hetzelfde microdeeltje gaat. Dat er twee zijn is een illusie, net zoals het een illusie is dat er twee spelers zijn op camera's die vanuit verschillend perspectief filmen. We zien steeds dezelfde speler, en we zien steeds hetzelfde microdeeltje. Op een dieper niveau van de werkelijkheid is de materie niet individueel, maar louter een voorstelling van een fundamentele eenheid.'
Er viel een stilte.
Tenzing schraapte zijn keel. 'De verscheidenheid van dingen en gebeurtenissen die we om ons heen zien en voelen zijn verschillende uitingen van dezelfde realiteit,' murmelde de boeddhist op beschouwende toon. 'Alles is door onzichtbare draden met elkaar verbonden. Alle dingen en alle gebeurtenissen zijn niet meer dan verschillende gezichten van dezelfde essentie. De werkelijkheid is het ene, waarvan het meervoudige is afgeleid. Dat is Brahman, dat is Dharmakaya, dat is Tao. De heilige teksten verklaren het universum.' Hij deed zijn ogen dicht en ademde in meditatieve houding in. 'Het staat geschreven in de Prajnaparamita, Boeddha's gedicht over de essentie van alles.'
Hij begon het voor te dragen alsof hij een heilige mantra zong:
'Leeg en kalm en vrij van zichzelf is de aard van de dingen.
Geen enkel individueel wezen bestaat in werkelijkheid.
Er is begin noch einde, noch midden. Alles is illusie, zoals in een visioen of een droom.
Alle wezens op aarde overstijgen de wereld der woorden.
Hun ultieme aard, puur en waar, is als de oneindigheid van de ruimte.'
Tomas keek hem met grote ogen aan, nog steeds een beetje ongelovig. 'Heeft Boeddha zo de essentie van de dingen omschreven?' vroeg hij verwonderd. 'Niet te geloven.'
De bodhisattva keek hem sereen aan. 'Tsao Tsjou heeft gezegd: de weg is niet moeilijk, er moet alleen geen willen of niet-willen zijn.' Hij maakte een gebaar in de richting van zijn bezoeker. 'Leraren openen de deur, maar je moet zelf naar binnen gaan.'
Tomas trok zijn wenkbrauwen op. 'Is dit het moment om naar binnen te gaan?' 'Ja.'
Er viel opnieuw een stilte.
'Wat moet ik dan doen?'
'Naar binnen gaan.'
De historicus keek de boeddhist aan met een verwarde uitdrukking op zijn gezicht. 'Naar binnen gaan?'
'Een zen-gezegde luidt: neem het krachtige paard van je geest,' declameerde Tenzing. Hij glimlachte. 'Voorafgaand aan je reis heb ik echter een hapje voor je, dat de maag van je geest zal verkwikken.'
'Een hapje?'
'Ja, maar laten we eerst thee drinken. Ik heb dorst.'
'Wacht even,' riep Tomas uit. 'Wat is dat voor hapje?'
'De Godsformule.'
'Ah!' riep de historicus uit. 'U hebt me nog niet uitgelegd wat dat is.'
'Ik heb niets anders gedaan dan dat. Je hebt me gehoord, maar niet begrepen.'
Tomas bloosde. 'Eh...'
'Op een dag kwam Einstein naar mij en de jezuïet toe en zei tegen ons: ik heb de premier van Israël gesproken en hij heeft me een verzoek gedaan. Ik had er veel moeite mee op dat verzoek in te gaan, maar ik aanvaard het nu en ik wil dat jullie me bij dat project helpen.'
'Zei hij dat? Heeft hij u gevraagd mee te werken aan... aan de constructie van een eenvoudige atoomboom?'
De bodhisattva fronste zijn gezicht in verbazing. 'Atoombom? Wat voor atoombom?'
'Gaat het Godsformule-project niet over de atoombom?'
Tenzing keek Tomas perplex aan. 'Natuurlijk niet.'
Tomas keek onmiddellijk naar Ariana en constateerde dat ze zijn opluchting deelde. 'Zie je wel?' zei hij lachend. 'Wat zei ik je?' '
De Iraanse boog zich naar voren, alsof ze zo beter kon begrijpen wat er werd gezegd. Ze had het manuscript gelezen en verlangde er hevig naar het nu eindelijk te begrijpen. Daarnaast had ze nog een motief: ze wist dat die informatie van doorslaggevend belang was om de achtervolging te stoppen die de vevak onvermijdelijk zou instellen, voor haar en Tomas. Maar de waarheid weten was voor haar niet genoeg; ze moest die ook kunnen bewijzen. Daarom keek ze de Tibetaan aan met een gezicht waar de spanning in gegrift was. 'Maar leg het me dan uit,' smeekte ze haast. 'Wat is dan toch dat project "De Godsformule"?'
'Shunryu Suzuki heeft gezegd: wanneer je een enkel ding helemaal begrijpt, begrijp je alles.'
'Begrijpen wat "De Godsformule" is, betekent alles begrijpen?' 'Ja.'
'Maar wat is het onderwerp van De Godsformule?'
Tenzing Thubten hief zijn hand, liet deze langzaam door de lucht glijden in een elegante beweging uit de Chinese bewegingsleer, en zat weer stil. Hij ademde de bries in die boven de binnenplaats van de tempel hing en voelde de aangename warmte van de door de boombladeren gefilterde zonnestralen. Hij wenkte een voorbijkomende monnik en vroeg hem om thee. Vervolgens trok hij zich terug op zijn plaats en keek zijn bezoekers aan. 'Het is de grootste zoektocht ooit door de menselijke geest ondernomen, de jacht op het belangrijkste mysterie van het universum, de onthulling van de bedoeling van het bestaan.'
Tomas en Ariana keken vol verwachting naar hem, haast niet in staat hun zenuwen te bedwingen. De bodhisattva merkte de spanning op die hen beklemde en glimlachte, eindelijk bereid het geheim te onthullen. 'Het wetenschappelijk bewijs van het bestaan van God.'