42
We liepen naar de noordkant van de stadswal
door straatjes waarvan de tuinen door muren aan het oog werden
onttrokken. De omheiningen waren begroeid met bougainville en
geurige jasmijn, die in het licht van de straatlantaarns zacht
paars, kaneelkleurig en wit waren tegen de groene ondergrond. De
nachtschonen gingen open op het pleintje van de kerk, en het
exotische silhouet van een palmboom tekende zich af tegen de
sterrenhemel. Het was een warme avond in begin juli en nadat de
toeristen met de laatste boot waren vertrokken heerste er een
intieme, gemoedelijke en rustige sfeer.
Toen ik Oriol bij de hand pakte zwol mijn hart
door mijn eigen moed en door het plezier mijn hand in de zijne te
voelen, groot en warm. Zonder wat te zeggen liepen we naar de
rondweg op de muur.
Voor ons lag de baai met het zwarte water dat
werd doorkliefd door een vissersboot en omlijst door de lichtjes
langs de kust. Ertegenover lag Santa Pola, rechts de vuurtoren die
de heuveltop bekroonde, en verderop de stad Alicante.
We zaten op de borstwering van de rondweg die
boven langs de stadswal loopt; een paar meter onder ons klotsten de
zacht ruisende golven onophoudelijk tegen de muur.
En na een paar minuten waarin niets werd
gezegd, begon hij plotseling zachtjes te praten. Misschien was het
een vervolg op het gesprek dat we hadden in de nacht van Sint-Jan.
'De dood van mijn vader doet me nog steeds pijn, dat hij me in de
steek heeft gelaten.''Ik weet zeker dat
hij je niet in de, steek wilde laten. Misschien was het een
erezaak.' Oriol keek me vragend aan.
'Misschien had hij een vriend een belofte
gedaan.' Ik was niet van plan hem te vertellen over dat visioen
waardoor ik wist dat zijn vader had be-sloten te sterven om zijn
minnaar te wreken, tenminste nu nog niet.
'Je weet wel,' ging ik door toen hij bleef
zwijgen, 'de eed van de tempeliers, die van het heilige Thebaanse
legioen waarover je me hebt verteld...'Ik dacht aan wat Oriol zelf tegen me had gezegd. 'Is het
niet mooi zo veel van iemand te houden dat je er je leven voor
geeft?''Dat verhaal is nog niet
afgelopen,' zei hij even later peinzend. Had hij misschien mijn
gedachten gelezen? 'Tussen ons en de Boixs kan nog bloed
vloeien.'Ik huiverde. Het waren dezelfde
woorden als die van Artur.
'Kijk eens naar de rust hier, naar de
schoonheid van het moment,' ging hij verder. 'Het voelt als de
stilte voor de storm. Artur Boix zal niet afzien van de schat. Ik
weet niet hoe, maar ik ben ervan overtuigd dat hij ons in de gaten
houdt.'Zijn hand omklemde nog steeds de
mijne, en toen hij die woorden sprak, greep hij hem nog steviger
vast. Plotseling, toen ik niet reageerde, zei hij: 'Die gelofte van
de tempelridders. Zou jij die met mij willen
afleggen?'Ik was stomverbaasd over zijn
voorstel, dat me tot nadenken stemde. Historisch gezien was het een
overeenkomst tussen personen van dezelfde sekse. Liet Oriol
doorschemeren dat dat bij ons het geval was? Ik wist niet of ik zin
had hem hierop te antwoorden, tenminste niet in woorden, en ik
besloot het erop te wagen hem een zoen te geven - daar verlangde ik
naar. Met een luid kloppend hart bewoog ik mijn mond steeds dichter
naar de zijne: ik wilde nogmaals de smaak van de zee proeven, die
van mijn puberteit.
'Dus jullie zijn hier!'Van de honderden keren dat ik Luis wel de nek om had kunnen
draaien, spande deze wel de kroon. Dat talent van hem om op het
meest ongelegen moment op te duiken... Daar stond hij, aan het
einde van de rondweg; hij liep ons tegemoet maar was nog te ver weg
om te zien wat we in het schemerdonker deden.
De afstand tussen Oriol en mij, die zo-even
almaar kleiner werd, werd ogenblikkelijk groter en ik liet zijn
hand los. Ik geloofde niet dat Luis ook maar iets had gemerkt, maar
ik wilde niet dat hij domme grappen ging maken.
Toen we even later teruggingen naar onze
kamers, voelde ik nog de warmte van de hand van Oriol in de mijne
en het verlangen naar die mislukte kus. Ik smachtte ernaar,
leunend tegen de vensterbank vanwaar ik uitkeek op het zuiden,
op de open zee. Net toen ik de verre lichten van een schip
ontdekte, werd er discreet op mijn deur geklopt. Mijn hart sprong
op.
Ik zij bij mezelf dat het Oriol moest zijn, dat
hij hetzelfde voelde als ik, en dat de plotselinge
verschijning van zijn neef hem ook had geïrriteerd.
Ik rende naar de deur, maar toen ik opendeed
stond ik tegenover Luis. Zijn glimlach was half plagerig, half
verleidelijk.
'Kan ik je even gezelschap houden?' bood hij
aan.
Rot op, idioot!' snauwde ik, terwijl ik zo hard
als ik kon de deur voor Luis dichtsmeet. Zou die stommeling zijn
eigen grappen echt hebben geloofd?
Verontwaardiging, teleurstelling, hevig
verlangen - ik weet niet hoe ik moet uitleggen wat ik op dat moment
voelde, maar de woede zakte snel. Ik was in de war en
verlangde naar die kus waarvan ik zeker wist dat Oriol hem een paar
minuten geleden graag had beantwoord. Iets diep binnenin mij zei me
dat. Ik moest wat doen aan die mislukking. Ik keek naar mijn
ringen. Die met de diamant glansde onschuldig, zuiver, herinnerde
me aan mijn relatie met Mike, en de rode robijn, vol passie,
fonkelde ironisch.
Ik deed ze allebei af, legde ze op het
nachtkastje en verstopte ze woedend onder een kussen. Ik wilde ze
niet meer zien.
Ik dacht aan mijn moeder en aan haar probleem
met Enric. Zij had tenminste de moed gehad om het te proberen. Het
was niet goed afgelopen, maar dat was niet haar schuld. Was ik soms
een lafaard?
Ik deed de deur open en liep voorzichtig de
gang op. Er was geen spoor van Luis meer te bekennen en ik bleef
voor de deur van Oriol staan met opgeheven knokkels om te kloppen.
En in die houding bleef ik stokstijf staan. Wat moest ik tegen hem
zeggen? Kan ik je even gezelschap houden, net zoals zijn neef mij
had voorgesteld? Ik krijg nog een kus van je? Ik realiseerde me dat
dat was wat Maria del Mar de afgelopen veertien jaar had willen
voorkomen. Plotseling werd ik bang. Wat zou Oriol wel niet denken?
Zou hij echt homo zijn en me afwijzen? Of nog erger, zou hij
toegeven, net als Enric had gedaan bij mijn moeder? En
Mike?
Ik schaam me te moeten bekennen dat ik de
aftocht blies naar mijn kamer. Ik dacht aan mijn moeder. Je had
moed voor zoiets nodig! Vooral als je iets voor die ander voelde en
bang was alles kapot te maken. Die nacht smoorde ik mijn tranen om
mijn lafheid in mijn kussen en ik borg de twee ringen op in de la
van het nachtkastje.
De volgende dag kondigde zich schitterend en
wolkeloos aan met een rustige zee, en toen ik het raam opendeed,
smolt mijn boze bui als sneeuw voor de zon weg. Ik besloot van de
dag te genieten en na een goed ontbijt, vol gelach en
veelbetekenende blikken, waren wij alledrie in een uitgelaten
stemming.
De ochtend was een voortzetting van die
onvergetelijke vorige middag. De zon streelde zelfs onder water je
huid en verlichtte de vlaktes met het groene zeegras op het witte
zand, dat afstak tegen de rotsachtige wanden die bijna loodrecht
verdwenen in de onpeilbare diepte, waar honderden vissen zwommen op
verschillende hoogtes in verrassend helder water dat steeds
donkerder blauw werd. En de smaak van zout op mijn mond deed me
denken aan mijn eerste kus. De Middellandse Zee was vriendelijk en
warm en voerde me terug naar die mooie zomerdagen van mijn
jeugd.
Behalve dat we van de zee genoten, leverde de
verkenningstocht vanaf de oostkant van Tabarca tot het strand niets
op. Maar in het zuidwestelijke deel, onder een van die kolossale
rotsen waarop de muren van het dorp zijn gebouwd, stond ons een
verrassing te wachten. Waar we dachten dat de Cova del llop mari
lag, vonden we niet één, maar twee grotten, gescheiden door een
kreek. Ze leken precies op elkaar, hoewel de ene iets dieper was
dan de andere. Je moest er naar binnen zwemmen, omdat de eerste
meters onder water stonden, maar daarna kwam de bodem boven de
zeespiegel uit en vormde hij een rotsachtige ondergrond waarop hier
en daar stenen lagen. Al vrij snel kwam je in beide grotten op een
stuk waar grote keien de doorgang achterin afsloten. En hoewel we
lantaarns bij ons hadden, wierp de verkenning van de grotten weinig
vruchten af.
De twee volgende dagen doorzochten we nauwgezet
alle grotten. We spitten zelfs met behulp van gereedschap de bodems
van zand en kiezelstenen uit die boven de zeespiegel lagen. Onze
stemming zakte naarmate de hoop iets te vinden vervloog, het lachen
verstomde, en langzaamaan kwam met de moedeloosheid de
vermoeidheid, de teleurstelling. We verzetten ons ertegen, maar ten
slotte kwamen we tot de pijnlijke conclusie dat ons avontuur ten
einde was.