18

Die avond kostte het me weer moeite om in slaap te vallen. Ik piekerde erover hoe ik dit moest aanpakken. In het donker zat ik naar de lichtjes van Barcelona te kijken en hoewel het al ruim vier uur in de ochtend was, leek de stad minder slaperig dan de avond ervoor. Natuurlijk, het was vrijdag. We waren met ons drieën uit eten gegaan en hadden daarna wat gedronken in een trendy bar. Luis had me zitten pesten. Hij gedroeg zich als het haantje op het erf en ik liet hem in de waan dat ik het kippetje was. Hij maakte me complimentjes en de seksuele bijbetekenis van zijn woorden hield gelijke tred met het aantal genuttigde glaasjes. Zijn opmerkingen stoorden me niet, ik moest erom lachen. Ik liet hem zijn gang gaan omdat ik wilde zien hoe Oriol reageerde. Die keek geamuseerd naar zijn neef en zei zo nu en dan iets aardigs over mij. Waarom klonken dezelfde woorden uit zijn mond zoveel beter dan uit die van Luis? En zijn ogen, zijn blauwe ogen glansden in het halfduister van de bar. Hij verhief zijn stem niet zoals zijn neef, zodat ik elke keer als hij iets zei onmiddellijk dichter naar hem toe schoof om hem boven het lawaai uit beter te kunnen verstaan. In het begin vond ik het wel een leuk spelletje, maar ik had nog steeds de indruk dat Luis het haantje was, ik het kippetje... en Oriol de kapoen. En dat beviel me helemaal niet, dus wilde ik het niet te laat maken, ook al om op een redelijk uur naar New York te kunnen bellen.
Mijn moeder was in alle staten. Had ze me niet gewaarschuwd dat het een val was, dat die schat alleen maar een verzinsel van iemand was om mij naar Barcelona te lokken? Hoe kon ik mijn geweldige carrière als advocaat zomaar overboord gooien en een sabbatical nemen! Ook een of twee maanden zouden al funest zijn.
Alicia. Natuurlijk was het de schuld van die heks! Als ik maar bij haar uit de buurt bleef! En nee, dat kon ik wel vergeten: onder geen enkele voor-waarde stuurde ze me het schilderij van de Maagd, zoals ik had gevraagd. Of' ik alsjeblieft maar terug wilde komen; deze zaak beviel haar van geen kanten. Oh! En Mike? Wat ging er met Mike gebeuren?
Ik wierp tegen dat het een bijzonder avontuur was, zo een waar de meeste mensen hun hele leven naar verlangen en dat ze nooit meemaken, dal ze moest bedaren, dat Mike het best zou begrijpen en ook de collega's op kantoor. En als ze het niet pikten, dan zou ik bij terugkomst vast iets beters vinden.
'Maar begrijp je het dan niet, Cristina? Als je nu blijft, zul je nooit meer terugkomen,' snikte ze.
Ik deed mijn uiterste best om haar te kalmeren. Over het algemeen is mijn moeder een heel beheerste vrouw. Waarom die uitbarsting? Wat was er met haar aan de hand?
Mike was veel redelijker.
'Oké, ik moet toegeven dat het klinkt als een avontuur van Indiana Jones,' zei hij, 'maar zijn er geen stoppen bij een bepaald iemand doorgeslagen? Een schat? Dat lijkt erg opwindend, maar schatten vind je in het werkelijke leven niet. Nou ja, op de beurs en in het casino misschien... Maar dat is alleen voor professionals.
Als je nog een paar dagen wilt blijven, doe dat dan, maar we spreken eerst af voor hoelang. Wat wil je? Een paar weken, een maand... maar niet I.anger. Vergeet niet dat we verloofd zijn en de trouwdatum nog niet eens hebben afgesproken.''Ja, natuurlijk!'Als Mike begon te redeneren en over de juiste voorwaarden ging onderhandelen, was er geen speld meer tussen te krijgen.
'Maar ik kan niet anders. Afgesproken. Zodra ik terug ben prikken we nu datum. Oké?''Ja. Oké,' antwoordde hij voorzichtig. 'Maar je hebt nog steeds niet gezegd hoelang je blijft.''Omdat ik dat nog niet precies weet... Minder dan een maand. Echt,' zei ik nadrukkelijk.
' Maar hadden we niet gezegd dat we een vaste tijd zouden afspreken?' Het leek wel of hij boos werd.
'Ja, dat is ook zo,' haastte ik me hem gelijk te geven.' Maar om te weten hoeveel tijd ik nodig heb, heb ik tijd nodig...'Het bleef stil aan de andere kant van de lijn. Ik vroeg me af of Mike mijn woordspelletje wel snapte - hij is meer iemand van getallen - of dat hij geleidelijk aan woedend werd.
'Liefje?' vroeg ik even later.' Ben je er nog?''Ja, maar dit bevalt me niet,' snauwde hij. 'Ik wil verdomme weten hoeveel tijd mijn verloofde aan de andere kant van de oceaan denkt te blijven. Capici? Soms probeert Mike iets in het Spaans te zeggen en komt er een Italiaans woord uit de Bronx uit.
Hierover en over andere dingen brak ik me het hoofd om vier uur in de ochtend terwijl ik over de donkere tuin naar de verre lichten van de stad keek en voelde dat ik van hem, van Oriol, slechts door een muur gescheiden was.
Ik begreep best dat Mike pissig was dat ik nog niet wilde zeggen wanneer ik precies terugkwam. Maar ik dacht dat ik het redelijk in de hand kon houden. En maandag ging ik met mijn baas op het advocatenkantoor praten. Ik zou onbetaald verlof vragen. Misschien zou mijn baan vergeven zijn bij terugkomst, maar ik had een zekere reputatie en op mijn leeftijd moest werk vinden geen probleem zijn, daar maakte ik me geen zorgen over.
Maria del Mar. Zij was wel een probleem. Mijn moeder weigerde het paneel op te sturen en ik wist dat ze niet te vermurwen was, ook al zou de wereld vergaan; in sommige dingen lijken we op elkaar. Ik zou het zelf in New York moeten gaan halen.
Shit! Het schilderij was van mij! Ik vroeg niet om een van haar spullen.
Maar het was haar houding die me zorgen baarde. Niet dat ze zo vreselijk evenwichtig is, hoewel ze haar heftige emoties goed weet te verbergen, maar het was heel lang geleden dat ik haar zo ontdaan had meegemaakt als toen ik haar vertelde dat ik bleef.
Alicia. Er was iets heel persoonlijks tussen haar en Alicia. En ik had haar in de waan gelaten dat ik vanuit het hotel belde! Ik moest er niet aan denken hoe ze zou reageren als ze erachter kwam dat ik bij de moeder van Oriol logeerde. Er was vast en zeker iets gebeurd tussen die twee, iets wat mijn moeder me nooit had verteld en ook niet van plan was te vertellen. Natuurlijk, dat was vroeger; misschien zou er nu niets anders op zitten dan het geheime laatje vol herinneringen open te trekken. Ik moest een goede reden verzinnen zodat ze het paneel naar me toe zou sturen. Lukte dat niet, dan zou ik het onverwachts gaan halen, zodat ze geen tijd had om het te verbergen. Hierover piekerend moest ik in slaap gevallen zijn.
Toen ik wakker werd, drongen er kleine straaltjes zon door de kieren van de luxaflex die achter het gordijn schuilging. Het duurde even voordat ik wist waar ik was - het was niet in mijn appartement in New York, niet in het huis van mijn ouders op Long Island. Ik was in Barcelona, in het huis van Oriol! Het was zondag, mijn vijfde dag in de stad, maar het leek veel langer.
Opeens dacht ik aan twee dingen tegelijk: ik had honger en ik wilde de jongen met de blauwe ogen zien.
Mijn maag moest wachten totdat ik had gedoucht en me een beetje had opgeknapt. Daarna ging ik naar de keuken in de hoop er Oriol aan te treffen. In plaats daarvan kwam ik Alicia tegen.
'Goedemorgen, liefje,' zei ze glimlachend en gaf me twee zoenen. 'Jullie zijn gisteren laat thuisgekomen, hè?'Ze had mijn handen gepakt en plotseling, als in een opwelling, zocht haar blik de ring. Het enige wat ik kon zeggen was goedemorgen; Alicia begon weer te praten, maar keek me nu aan.
'Alchemisten rekenden de robijn tot de categorie van de vuursteen, een karbonkel ofwel miltvuur. Ja, dezelfde benaming die wordt gegeven aan de plaag van biologisch terrorisme die tegenwoordig in jouw land in de mode is en die jullie antrax noemen. Het woord bestaat niet meer met betrekking tot edelstenen en je zult het niet meer in die betekenis in het woordenboek tegenkomen,' hoorde ik haar met haar diepe stem zeggen. 'Het werd in de occulte wetenschap gebruikt en komt van carbunculus, dat gloeiende kool betekent en slaat op het vuur binnen in die steen.'Ze pakte mijn hand en terwijl ze die streelde trok ze hem naar zich toe om de ringen beter te kunnen bekijken. Ze had vooral aandacht voor die van de tempelorde, was op zoek naar de innerlijke glans ervan. De steen scheen haar te fascineren, deed haar ogen schitteren, trok haar blik als een magneet.
'De robijn wordt overheerst door Venus en Mars, liefde en oorlog, geweld en hartstocht. Bloedrood. Van die kleur komt de naam. Weet je dat er mannelijke en vrouwelijke zijn?'Ik keek haar met onverholen verbazing aan, ook al begon ik het klappen van de zweep al aardig te kennen. Stenen met een geslacht? Het idee!
'Ja, dat zegt de occulte wetenschap,' ging ze met een nog diepere stem verder, alsof ze me een geheim toevertrouwde. 'Ze verschillen van elkaar door hun schittering. Die van jou is mannelijk. Kijk maar, zijn glans zit vanbinnen. Zie je dat die zespuntige ster, als je de ring draait, in het kristal meebeweegt?'Ik knikte. Ik had al eerder die diepe schittering, die in de steen opgesloten heldere ster, opgemerkt. Maar op dat moment wist ik niets te zeggen. Die vrouw had me overrompeld, misschien omdat ik nog niet helemaal wakker was, en het kostte me moeite de even onverwachte als buitenissige informatie in me op te nemen.
'De vrouwelijke robijnen schitteren naar buiten, ze worden door Venus overheerst. Die van jou niet. Die heeft de kleur van duivenbloed, hij is mannelijk, luistert naar Mars, de god van de oorlog, van het geweld...'Op dat moment zochten haar blauwe ogen weer die van mij, ze leek uit een trance te ontwaken. Zachtjes liet ze mijn hand los en een warme glimlach verscheen op haar gezicht.' Er is geroosterd brood in de keuken voor het ontbijt. Maar eet niet te veel; over een paar uur gaan we lunchen.' Die kameleontische vrouw was opnieuw veranderd - nu leek ze op een lieve, zorgzame moeder. Ze was alleraardigst en leek in geen enkel opzicht op de beschrijving van de heks met de heksenketel waarop Luis en mijn moeder toespelingen hadden gemaakt, die toverkol met haar verhaal over alchemie, van wie ik zojuist een glimp had opgevangen. 'Ik heb Luis ook uitgenodigd. Ga nu maar naar het terras. Daar is Oriol aan het ontbijten.'Dat leek me een uitstekend idee. Ik was meteen weg, uit angst dat Alicia weer in vervoering zou raken over de ring, wat me nog ongeruster zou maken.