4

Het huis van mijn ouders ligt in het chique deel van Long Island. Het is niet een van die peperdure villas aan het strand, maar wel een mooi huis, gebouwd in Engelse koloniale stijl, met twee verdiepingen en een grote tuin.
Toen ik het grindpad op reed dat naar de voordeur loopt, toeterde ik; ik vind het altijd heel leuk als ze naar buiten komen om me te begroeten.
De eerste die verscheen was daddy, met de zondagskrant in zijn hand. 'Gefeliciteerd, Cristina!' zei hij, terwijl hij me omhelsde en we elkaar op beide wangen kusten.
Op dat moment kwam ook mama eraan: ze had haar schort nog voor, dus hadden we haar blijkbaar verrast bij het bereiden van een van haar specialiteiten.
Mijn moeder is een echte keukenprinses; ze heeft er een tijdje van gedroomd om een soort mediterraan restaurant te beginnen op Manhattan. Het koken laat ze bijna nooit aan het dienstmeisje over, en als ik het goed rook was ze op dat moment bezig met een van die overheerlijke visschotels die ze suquet de L'Empordà noemt.
Na een uitbundige begroeting gingen mijn vader en Mike naar de zitkamer, en ik ging met haar mee naar de keuken. Ik moet toegeven dat dat niet mijn favoriete plek is, maar ik wilde haar het nieuws alvast vertellen.
'Een verlovingsring!' riep ze uit toen ze hem zag en ze maakte een sprongetje van blijdschap. 'Wat leuk! Gefeliciteerd!' En ze vloog me nogmaals om de hals. Ze vond het prachtig; voor haar was Mike dé ideale jongen. 'Het is geweldig! Wanneer is de bruiloft?''Dat weten we nog niet, mama,' antwoordde ik, een beetje geïrriteerd omdat ze meteen zo doordraafde. 'Ik heb echt geen haast; we hebben een heerlijk leven zo, met mijn werk gaat het goed en voorlopig wil ik nog geen kinderen. Misschien dat we eerst gaan samenwonen.''Maar je moet alvast een datum prikken voor de bruiloft!''Ik kijk nog wel.' Ik kreeg het benauwd van dat betuttelende gedoe. Het was fijn om een knappe, rijke vriend te hebben. Misschien was het nog beter om hem als verloofde te hebben en vast en zeker net zo fijn als echtgenoot, maar ik had geen haast. Ik wilde dat ze haar aandacht van de bruiloft of naar de ring verplaatste, voordat die verdomde trouwerij reden tot discussie werd.
'Maar heb je wel gezien hoe groot en mooi de diamant is?' en ik hield de ring onder haar neus. Ze begint een beetje kippig te worden. Toen keek ze aandachtig naar mijn hand en plotseling merkte ik dat ze geschokt reageerde. Het leek zelfs of ze een stap achteruit wilde doen. Geschrokken keek ze beurtelings naar mij en mijn hand.
'Wat is er met je?''Niets,' loog ze.
'Het lijkt of je ergens van schrikt.''Ik vind het een prachtige ring die je van Mike hebt gekregen. Hij is schitterend,' zei ze even later. 'Maar die andere, die heb ik je nooit eerder zien dragen.''Die heb ik op een heel geheimzinnige manier gekregen,' antwoordde ik enthousiast. 'Maar dat verhaal bewaar ik voor bij het eten, straks als papa er ook bij is.'En na een korte pauze voegde ik eraan toe: 'Maar het voelt een beetje vreemd, alsof ik hem al eerder heb gezien. Komt hij jou niet bekend voor?''Ik kan hem me niet herinneren,' antwoordde ze peinzend. Maar ik kende haar goed genoeg om te weten dat ze niet de waarheid sprak; ze verborg iets voor me. En ik werd nog veel nieuwsgieriger.
'Tijdens de lunch waren mijn ouders gelukkig zo tactvol om niet te laten merken hoe blij ze waren met die peperdure diamant, hoewel mijn moeder soms kan ik haar niet uitstaan - er graag een week lijnen voor over luid gehad om meteen te weten te komen hoe duur hij was geweest. De kwestie van die andere ring kwam pas aan de orde toen het gesprek dat om de eerste draaide niet meer wilde vlotten na alle bewonderende kreten hoe mooi hij was.
Op dat moment begon Mike te vertellen over die mysterieuze motorrijder die op mijn verjaardagsfeest plotseling op de stoep stond. Mike doet niets liever dan overdrijven en zijn verhalen kleuren. De koerier was inmiddels twee meter lang en de New Yorkse versie van Darth Vader, de schurk uit Star Wars die helemaal in het zwart is gehuld, tot en met zijn helm.
Het enige wat er nog aan ontbrak waren de muziek en de speciale effecten: tataa! Zoals kinderen doen. Maar mijn ouwelui luisterden toch wel aandachtig naar hem. Hij kan prima vertellen, maar ik denk dat mijn ouders zijn verhalen bij voorbaat al prachtig vonden omdat hun dochter ging trouwen met de knappe eigenaar van een heleboel gouden, zilveren en diamanten creditcards, allemaal klaar voor gebruik.
'Wat geheimzinnig!' riep mijn vader uit, die erg enthousiast op het verhaal reageerde.'Maar kan het geen grap zijn?''Nou, als het een grap is, dan is het een duur grapje,' zei ik.'Een van mijn vriendinnen werkt bij Sotheby's en is expert in juwelen. Ze zegt dat het een antieke ring is en dat de steen een robijn van uitzonderlijke kwaliteit is; alleen is hij geslepen zoals dat honderden jaren geleden werd gedaan.''Geef eens hier,' zei daddy geïnteresseerd. En terwijl ik de ring afdeed, keek ik naar mijn moeder. Ze had geen woord gezegd en deed of ze van niets wist, maar je kon zien dat ze een bekend verhaal hoorde.
'Het rare is dat op het ontvangstbewijs staat dat het pakje uit Barcelona komt.''Barcelona!' riep mijn vader uit en hij keek naar het juweel dat hij al in zijn handen had. 'Ik heb deze ring eerder gezien. Natuurlijk, dat moet in Barcelona zijn geweest.''Die indruk heb ik ook!'antwoordde ik.'Heb jij dat ook niet, mama?'Toen ze antwoordde zag ik dat ze een beetje van haar stuk gebracht was. 'Het zou kunnen, maar ik herinner het me niet.' Ik was ervan overtuigd dat ze precies wist waar die ring vandaan kwam. Waarom ontkende ze het dan? Waarom hield ze zich van den domme?
'Ik weet het al!' zei mijn vader opgetogen. Hij hield ons in spanning. 'Natuurlijk herinner ik het me nog!''Zeg het dan,' zei ik ongeduldig.
'Deze ring was van Enric. Weet je nog, Mary?'zei hij.
'Misschien, het is mogelijk,' antwoordde mijn moeder onzeker. Zie je wel, dacht ik. Ze wist meer, ze verborg iets.
'Welke Enric?' wilde ik weten.'Mijn peetoom?' 'Ja.''Maar die is toch dood?''Ja, die is dood,' bevestigde mijn vader.
'Maar hoe kan een dode nou een cadeau sturen?' kwam Mike, die steeds meer geïnteresseerd raakte, tussenbeide. Hij was vast al een fantastisch verhaal aan het verzinnen om aan zijn vrienden op Wall Street te vertellen.
'Enric was mijn peetoom. Ik heb het een paar keer over hem gehad. Je weet wel,' legde ik hem uit, 'als katholieken worden gedoopt nemen twee familieleden of vrienden, een man en een vrouw, de verantwoordelijkheid op zich om voor je te zorgen als je ouders wegvallen. Hij was mijn peetoom en is omgekomen bij een auto-ongeluk in het jaar dat wij hierheen kwamen. Dat is toch zo, hè?' drong ik bij mijn ouders aan.
Mijn moeder wisselde een vreemde blik met daddy voordat ze antwoord gaf.
'Ja, hij is gestorven,' zei ze. En toen wist ik zeker dat ze iets verborgen hielden over Enric. Zo is Maria del Mar wel; soms mag een leugentje om bestwil van haar. Omdat ze zo fatsoenlijk is, omdat ze bang is om mensen te kwetsen, of misschien omdat ze er een hekel aan heeft om de directe confrontatie aan te gaan en ervoor wegvlucht.
'Jullie verbergen iets voor me,' zei ik. En plotseling kwam ik op een idee. Natuurlijk! Hij was niet dood, hij moest nog ergens in leven zijn; daarom stuurde hij mij zijn ring.
Daddy keek naar mijn moeder en zei: 'Cristina is nu volwassen.' Hij keek ernstig.' We moeten het haar vertellen,' en zij knikte instemmend.
Ik keek naar hen beiden en daarna naar Mike, die misschien nog wel meer zijn adem inhield dan ik. Gefascineerd luisterde ik.
'Enric is dood.' Mijn vader keek me verdrietig aan. 'Daarover bestaat geen twijfel, maar hij is niet bij een verkeersongeluk omgekomen, zoals we je hebben verteld. Hij heeft met een schot door de mond zelfmoord gepleegd.'Ik was met stomheid geslagen. Als klein meisje in Barcelona had ik Enric aanbeden. Hij was meer dan een oom voor me. Van de grote mensen was hij, na mijn ouders, degene van wie ik het meest hield. Als ik aan hem terugdenk, zie ik altijd een vriendelijke, hartelijke man, die spelletjes voor ons bedacht om het ons alledrie naar de zin te maken: zijn zoon Oriol, zijn neefje Luis en mij.
Ik zie hem nog schateren en ons aan het lachen maken... Ik had nooit gedacht dat iemand die zo boordevol energie zat, zo positief was, zich van het leven zou kunnen beroven.
'Nee, dat kan niet,' zei ik.
'Toch is het echt zo,' verzekerde mijn moeder me. Nu keek ze me rustig aan; ze had die schuldige blik verloren die ik in de keuken had gezien. 'We wisten dat het verhaal van die zelfmoord je heel veel pijn zou doen. Daarom hebben we het niet aan je verteld.''Maar ik kan het niet geloven!' mompelde ik. Mijn moeder had gelijk. Zelfs na zo veel jaren deed het nog pijn, maakte het me intens verdrietig. 'Van hem geloof ik het niet. Niet van hem.'Stil en verslagen keken ze me aan, zonder antwoord te geven.
'Maar waarom?' Ik spreidde mijn armen in een dramatisch gebaar om mijn verdriet kracht bij te zetten. 'Waarom heeft hij zelfmoord gepleegd?''Dat weten we niet,'antwoordde mijn moeder.' Zijn familie heeft het me niet verteld. En ik heb er niet naar durven vragen. Laten we maar aan hem blijven denken zoals hij was: vitaal, ontwikkeld, positief. En ik bid nog steeds voor hem.' Ze zag er treurig uit, heel treurig: ze had van hem gehouden als van een broer.
Ik legde het bestek op mijn bord. Ik had geen honger meer, ik had zelfs geen zin meer in mijn verjaardagstaart. Die konden we beter tot vanmiddag bewaren.
Het was stil geworden aan tafel en iedereen zat mij aan te kijken.
'Maar de ring dan?' vroeg ik even later. 'Wat is er met de ring aan de hand? Hoe kan iemand me die nu sturen als verjaardagscadeau?'Ik keek naar mijn moeder, ik keek naar daddy, maar ze keken allebei alsof ze het echt niet wisten. Toen mijn blik op Mike bleef rusten, haalde hij verbouwereerd zijn schouders op alsof de vraag aan hem was gesteld.
'Vanaf het moment dat Enric dat juweel in zijn bezit had, droeg hij het altijd, hij deed het nooit af,' zei mijn moeder ten slotte.
Aha! stond ik op het punt uit te roepen, nu weet je het dus opeens weer, hè? Ik had graag tegen haar gezegd: Je deed maar alsof je nergens van wist toen je hem in de keuken zag, maar ik hield mijn mond en bewaarde de verwijten en vragen tot we alleen waren. Ze zou nu toch alles ontkennen.
'Ik heb hem nooit met een andere ring om gezien,' ging ze verder. 'Ik weet zeker dat hij hem tot zijn dood heeft gedragen.'Toen ik dat hoorde, kon ik een huivering niet onderdrukken.
'En is het niet de gewoonte mensen met hun dierbaarste juwelen om te begraven?' Ik had al spijt van de vraag voordat ik hem had gesteld.
Ze zaten alledrie naar me te kijken en niemand zei iets. Ik bestudeerde het zegel. De ster schitterde door de vuurrode doorschijnende steen. Bloedrood, dacht ik.
Ik was in de war. Wat een toestand! Ik probeerde mijn gedachten te ordenen en de geheimen die om dat juweel heen hingen op een rijtje te zetten. Waarom had iemand die zo van het leven hield als mijn peetoom zelfmoord gepleegd? Wie had mij zijn lievelingsjuweel gestuurd? Waarom aan mij en met welk doel? Waarom was Enric tegen de gewoonte in niet begraven met zijn ring om? Even kwam het bij me op dat dat misschien wel was gebeurd; maar bij die gedachte alleen al gingen mijn haren recht overeind staan.
De anderen zaten nog steeds naar me te kijken.
'Mooi raadsel, vinden jullie niet?' zei ik met een schamper lachje; ik probeerde positief te zijn. En ik keek ze een voor een aan. Mike glimlachte breed naar me; hij vond het fantastisch. Daddy maakte een grimas alsof hij wilde zeggen: wat een onzin allemaal, maar mijn moeder was heel ernstig. Je zag dat ze bang was.
Nog steeds houdt ze iets verborgen, zei ik bij mezelf, en ze maakt zich zorgen om die ring. Erger nog: hij jaagt haar angst aan.
We stonden op het punt te vertrekken toen ik plotseling aan het paneel dacht.
'Heb je wel eens op dat paneel gelet?' vroeg ik aan Mike.
Het had altijd aan de muur in de eetkamer gehangen, maar het was Mike bij zijn vorige bezoeken nooit opgevallen en ik had hem er nooit attent op gemaakt. We gingen ernaar kijken. Het is een klein paneel van zo'n dertig centimeter breed en veertig centimeter hoog, a tempera geschilderd op een houten ondergrond die vermolmd is aan de kanten die niet met gips zijn bedekt en die ongetwijfeld bewerkt zijn om verder bederf tegen te gaan. Toch is de afbeelding die erop geschilderd is nog bijna helemaal intact.
Het stelt een zittende Madonna voor met het kind op haar schoot. De Maagd draagt een witte kap en kijkt recht voor zich uit; ze zit in een majestueuze, statische houding; ze heeft een lief maar ernstig gezicht en een mooie vergulde aureool om haar hoofd met een bloemenpatroon. Het kind, dat misschien al twee jaar oud is, leunt op de rechterknie van de moeder een beetje achterover en zegent de kijker. Om het hoofd van het kind straalt een kleinere aureool, minder bewerkt, en er zweeft een flauwe glimlach om zijn mond.

Dat contrast tussen het statische karakter van haar en de beweeglijkheid van het kind heeft me altijd verbaasd. Toen wist ik dat nog niet, maar het kind, de nieuwe generatie, heeft de gedrevenheid van de gotiek, terwijl de rust van de moeder nog iets Romaans heeft.
Aan de bovenkant van het paneel zitten twee spitsbogen boven elkaar. Opnieuw is het de gotiek die, hoewel in de schilderkunst later dan in de architectuur, op het paneel overheerst. En aan de onderkant, aan de voeten van de Maagd, staat het Latijnse opschrift Mater te lezen.
Oh ja, ik heb daarnet gezegd dat het schilderij daar altijd heeft gehangen, maar dat is niet helemaal waar. We zijn in januari 1988 naar New York gegaan. We woonden eerst een paar maanden in een hotel totdat mijn ouders dit huis vonden, dus verhuisden we - na wat verbouwingen - in maart. Welnu, precies op tweede paasdag kreeg ik het paneel van mijn peetoom cadeau. En omdat we nog geen schilderijen hadden, hingen we het meteen op. Ik verwachtte een cadeau van Enric. Dat was hij nog nooit vergeten, maar nu ik zo ver weg zat kon hij natuurlijk niet de paastraktatie sturen die ik altijd van hem kreeg. In plaats daarvan kreeg ik dat prachtige schilderij.
Een paar weken later kwam het bericht van zijn dood.
Ik vond het vreselijk en begreep best dat mijn ouders me toen niet wilden vertellen dat hij zelfmoord had gepleegd. Ik aanbad Enric.
'Het is een mooi schilderij,' zei Mike, waardoor ik opschrok. 'Het ziet er heel oud uit.''Dat heb ik dus van Enric gekregen, vlak voor hij overleed.''Heb je het gezien?' zei hij. 'De Maagd draagt jouw ring.''Wat?' zei ik en ik keek naar de linkerhand van de Maagd, waarmee ze de kleine jongen ondersteunde. Inderdaad, om haar middelvinger was een ring geschilderd. Hij had een rode steen. Het was mijn ring!
Een ogenblik dacht ik dat ik flauw zou vallen en tegen de vlakte zou gaan.
Een afschuwelijk voorgevoel trof me bijna lichamelijk. 'Mijn God!' zei ik. 'Alles houdt met elkaar verband. De ring, het paneel en de zelfmoord van Enric.'