12
De heuveltop rook naar tijm, en had een speciale betekenis voor Joseph. Hij had hem op de kaart opgezocht en er Charlie met een zekere gewichtigheid heen gebracht, eerst met de auto, en nu te voet, vastberaden klimmend langs rijen gevlochten bijenkorven, door cypressen- bosjes en rotsachtige velden vol gele bloemen. De zon stond nog steeds niet op haar hoogste punt. Landinwaarts strekten bruine bergketens zich achter elkaar uit. Naar het oosten ving ze soms een glimp op van de zilveren vlakten van de Aegeïsche Zee, tot de nevel ze in lucht veranderde. Om haar heen rook het naar hars en honing, en hoorde ze het gerinkel van geitebellen. Een frisse bries schroeide de ene kant van haar gezicht en trok haar lichte jurk strak tegen haar lichaam. Ze hield zijn arm vast, maar Joseph, diep in gedachten verzonken, leek het niet te merken. Eén keer dacht ze dat ze Dimitri op een hek zag zitten, maar toen ze een uitroep slaakte, waarschuwde hij haar scherp hem niet te groeten. Een andere keer had ze kunnen zweren dat ze het silhouet van Rose ergens boven hen tegen de lucht zag afgetekend, maar toen ze nog eens keek zag ze niets meer.
Tot dan toe had hun dag zijn eigen choreografie gehad, en ze had zich laten leiden door Joseph, die rusteloos was als altijd. Ze was vroeg wakker geworden en had Rachet over zich heen gebogen zien staan, om haar te vertellen dat ze die andere blauwe jurk moest dragen, die met die lange mouwen. Ze nam snel een douche en marcheerde spiernaakt de kamer weer in, maar Rachet was verdwenen en Joseph zat al klaar achter een blad met ontbijt voor twee, luisterend naar een Griekse nieuwsuitzending op zijn radio'tje, alsof hij de hete nacht bij haar was geweest. Ze schoot de badkamer weer in en hij reikte haar om de hoek van de deur haar jurk aan: ze aten haastigen bijna zonder een woord te zeggen. Aan de balie betaalde hij contant en stak de nota in zijn zak. Toen ze hun bagage naar de Mercedes brachten, ontdekte ze Raoul, de hippy-jongen, die op nog geen twee meter van de achterbumper aan een veel te zwaar beladen motorfiets lag te sleutelen, en Rose, die met haar heup omhoog op het gras lag en op een broodje kauwde. Charlie vroeg zich af hoe lang ze daar al lagen en waarom ze de auto moesten bewaken. Joseph reed een kilometer de weg af naar de oude ruïnes, parkeerde de auto, en lang voordat andere stervelingen zwetend in de rij stonden, had hij haar al door een zij-ingang geloodst en haar meegenomen op weer zo'n privé-excursie door het centrum van het heelal. Hij liet haar de Tempel van Apollo zien, en de Dorische muur met inscripties van lofliederen, en de steen die de navel van de wereld had gemarkeerd. Hij toonde haar de Schathuizen en de hardloopbaan en vergastte haar op een verhandeling over de vele oorlogen die er om het bezit van het Orakel waren uitgevochten. Maar er was geen spoor van luchthartigheid in zijn houding, zoals op de Akropolis. In haar verbeelding zag ze hem een lijstje met punten afwerken terwijl hij haar in hoog tempo overal langs sleepte.
Terug bij de auto gaf hij haar het sleuteltje.
ik?' vroeg ze.
'Waarom niet? Ik dacht dat je een zwak voor mooie auto's had.'
Ze reden naar het noorden over kronkelige verlaten wegen, en aanvankelijk deed hij niet veel meer dan haar rijstijl bestuderen, alsof ze weer examen moest doen. Maar hij kon haar niet nerveus maken, en zij hem blijkbaar ook niet, want al snel spreidde hij de kaart op zijn knieën uit en negeerde haar verder. De auto reed heerlijk; het wegdek ging van asfalt in grind over, en bij elke scherpe bocht stoof er een stofwolk op die, verlicht door de vroege zonnestralen, wegdreef over het adembenemende landschap. Abrupt vouwde hij de kaart op en stak hem weer in het portiervak.
'Goed, Charlie. Ben je zo ver?' vroeg hij bruusk, alsof ze hein had laten wachten. En hij ging weer door met zijn verhaal.
Eerst waren ze nog in Nottingham, op het hoogtepunt van hun hartstocht. Twee nachten en één dag hadden ze in het motel doorgebracht, zei hij, en dat werd door het gastenboek bevestigd.
'Als het personeel wordt ondervraagd, zuilen ze zich een verliefd stel herinneren dat aan ons signalement beantwoordt. Onze slaapkamer bevond zich aan de westelijke kant van het complex, met uitzicht op een eigen stukje tuin. Te zijner tijd zul jc er zelf heengebracht worden om te kunnen zien hoe het er uitzag.'
Het grootste deel van de tijd hadden ze in bed doorgebracht, zei hij, vrijend, en pratend over politiek en hun eigen leven. De enige onderbrekingen waren blijkbaar een paar uitstapjes naar het platteland rondom Nottingham geweest, maar het verlangen was de gelieven al snel te sterk geworden en ze hadden zich weer teruggehaast naar het motel.
'Waarom deden we liet niet gewoon in de auto?' vroeg ze, in een poging hem uil zijn sombere stemming te halen, ik hou wel van een spontaan nummertje.'
ik respecteer je smaak, maar hetaas is Michet verlegen in dat soort zaken en geeft hij de voorkeur aan de beslotenheid van de slaapkamer.'
Ze probeerde het nog eens: 'En wat brengt hij ervan terecht?'
Daar had hij ook een antwoord op. 'Volgens de beste bronnen heeft hij niet veel fantasie, maar zijn enthousiasme is grenzeloos en zijn viriliteit indrukwekkend.'
'Dank je wel," zei ze ernstig.
Maandagochtend vroeg, hernam hij. was Michet naar Londen teruggekeerd, maar Charlie, die pas 's middags een repetitie had, was ontroostbaar in het motel achtergebleven. Kort beschreef hij haar verdriet.
'De dag is zwart als een begrafenis. Het regent nog steeds. Onthoud het weer. Eerst moetje zo ontzettend huilen dat je niet eens kunt staan. Je ligt in het bed, dat nog warm is van zijn lichaam, en huilt je ogen rood. Hij heeft je gezegd dat hij zal proberen de volgende week naar York te komen, maar jij bent ervan overtuigd dat je hem nooit van je leven meer zult zien. Dus wat doe jc?' Hij gaf haar niet de kans om te antwoorden. 'Je gaat aan de kleine toilettafel zitten, tegenover de spiegel, en staart naar de afdrukken van zijn handen op je lichaam en naar je eigen tranen, die maar blijven komen. Je trekt een la open en haalt de map van het motel eruit. Daaruit pakje het briefpapier van het motel en de gratis balpen. Terwijl je daar zit, schrijf je hem een brief, waarin je jezelf beschrijft. Je diepste gedachten. Vijf velletjes. De eerste van vele, vele brieven die je hem zult sturen. Zou je dat doen? In je wanhoop? Je bent ten slotte een impulsieve brievenschrijfster.'
'Als ik zijn adres had, zou ik het doen.'
'Hij heeft je een adres in Parijs gegeven.' Hij gaf het haar nu zelf. Een sigarenwinkel in Montparnasse. Ter attentie van Michet, doorsturen s.v.p. Geen achternaam, maar dat was niet nodig.
'Diezelfde avond schrijf je hem weer vanuit het troosteloze Astral Commercial and Private Hotel. En 's ochtends, zodra je wakker wordt, schrijf je hem opnieuw. Op allerlei soorten en maten briefpapier. Tijdens repetities, in de pauzes, op de vreemdste tijden schrijf je hem vanaf dat moment - hartstochtelijk, zonder erbij na te denken, eerlijk en openhartig.' Hij keek haar even aan. 'Zou je dat doen?' drong hij weer aan. 'Zou je werkelijk zulke brieven schrijven?'
Hoe vaak moet een man gerustgesteld worden? vroeg ze zich af. Maar hij ging alweer verder met zijn verhaal. Want, o zaligheid - ondanks haar pessimistische verwachtingen kwam Michet niet alleen naar York, maar ook naar Bristol en - nog beter - zelfs naar Londen, waar hij een hete wonderbaarlijke nacht in Charlies flat in Camden doorbracht. Een nacht vol hartstocht. En daar, zei Joseph - dankbaar alsof hij een ingewikkelde wiskundige stelling had afgerond - 'in je eigen bed, in je eigen flat, tussen onze verklaringen van eeuwige liefde door, hebben we deze vakantie in Griekenland gepland waar we hier en nu van genieten'.
Er volgde een lange stilte terwijl ze reed en nadacht. Eindelijk zijn we er. Van Nottingham naar Griekenland in één uur rijden.
'Om me daar na Mykonos bij Michet te voegen,' zei ze sceptisch.
'Waarom niet?'
'Mykonos met Al en de familie, dan op de veerboot er tussenuit knijpen, het weerzien met Michet in een restaurant in Athene, en weg zijn we?'
'Precies.'
'Geen Al,' verklaarde ze beslist. 'Als ik jou had, zou ik niet met Al naar Mykonos zijn gegaan. Dan had ik hem de bons gegeven. Hij was niet uitgenodigd door onze geldschieters. Hij is gewoon meegekomen, tién man tegelijk - zo ben ik.'
Hij wuifde haar bezwaar onmiddellijk weg. 'Michet vraagt niet om dat soort trouw: die belooft hij niet en die verwacht hij niet. Hij is een soldaat, een vijand van jouw maatschappij, die elk moment gearresteerd kan worden. Het kan een week duren voordat je hem ziet, of een halfjaar. Denk je dat hij wil dat je opeens als een non gaat leven? Dat je wegkwijnt, driftbuien krijgt en je geheim aan je vriendinnen toevertrouwt? Onzin. Je zou met een heel leger slapen als hij je dat opdroeg.' Ze passeerden een kapelletje langs de weg. 'Rij wat langzamer,' beval hij en bestudeerde opnieuw de kaart.
Rij wat langzamer. Zet hier de auto neer. Lopen.
Hij had zijn pas versneld. Hun pad voerde langs een groepje vervallen schuren naar een oude, verlaten steengroeve die als een vulkanische krater in de top van de heuvel was uitgehakt. Aan de voet van de afgehouwen wand stond een oud olieblik. Zonder een woord te zeggen verzwaarde Joseph het met kleine steentjes terwijl Charlie niet-begrij- pend toekeek. Hij trok zijn rode blazer uit, vouwde hem op en legde hem voorzichtig op de grond. Hij droeg het pistool op zijn heup, in een leren lus die aan zijn riem was vastgemaakt, de kolf iets naar voren, in één lijn met zijn rechteroksel. Over zijn linkerschouder droeg hij een tweede holster, maar dat was leeg. Toen greep hij haar pols en trok haar naast zich op de grond, in Arabische hurkzit.
'Goed, Nottingham ligt achter ons, net als York, Bristol en Londen. Vandaag is vandaag, de derde dag van onze fantastische Griekse huwelijksreis. We zijn waar we zijn, we hebben de hete nacht gevreeën in ons hotel in Delphi, we zijn vroeg opgestaan en Michet heeft je nog een gedenkwaardig inzicht in de wieg van je beschaving verschaft. Jij reed, en ik zag bevestigd wat ik al van je had gehoord, dat je graag rijdt en voor een vrouw ook heel goed. En nu heb ik je hierheen gebracht, naar deze heuveltop, en jij weet niet waarom. Zoals je hebt gemerkt heb ik me nogal in mezelf teruggetrokken. Ik ben in een sombere stemming - misschien worstelend met een belangrijke beslissing. Jouw pogingen om me uit mijn overpeinzingen te halen, irriteren me alleen maar. Wat gebeurt er? vraagje je af. Groeit onze liefde nog steeds - of heb je iets gedaan dat me niet bevalt? En als onze liefde groeit, hoe dan? Ik zet je hier naast me neer - zo - en ik trek het pistool.'
Ze keek gefascineerd hoe hij het snel uit zijn holster trok en het tot een natuurlijk verlengstuk van zijn hand maakte.
'Als een geweldig en uniek voorrecht zal ik jou inwijden in de geschiedenis van dit pistool, en voor het eerst -' Hij sprak nu langzamer om zijn woorden meer nadruk te geven '- heb ik het over mijn grote broer, wiens bestaan alleen al een militair geheim is waarvan alleen een paar van zijn trouwste volgelingen op de hoogte zijn. Dat doe ik omdat ik van je houd, en omdat -' Hij aarzelde.
En omdat Michet graag geheimen vertelt, dacht ze; maar niets ter wereld had haar ertoe kunnen brengen zijn nummer te verstoren.
'Omdat ik vandaag de eerste stap wil zetten om jou als medesoldaat in ons geheime leger in te wijden. Hoe vaak heb je niet, in je vele brieven en als we elkaar beminden, gesmeekt om een kans om je loyaliteit in de praktijk te bewijzen? Vandaag zetten we de eerste stap op die weg.'
Opnieuw was ze zich bewust van het ogenschijnlijke gemak waarmee hij in de huid van een Arabier kon kruipen. Net als de vorige avond in de taverna, toen ze soms nauwelijks meer wist welke van zijn tegenstrijdige persoonlijkheden eigenlijk aan het woord was, luisterde ze ook nu gebiologeerd naar de bloemrijke Arabische verteltrant die hij zich had aangemeten.
'Mijn hete leven heb ik, als een opgejaagd slachtoffer van de Zionistische bezetters, mijn oudste broer als een lichtend voorbeeld voor ogen gehad. In Jordanië, in ons eerste kamp, toen onze school slechts een ijzeren keet vol vlooien was. In Syrië, waar we heen vluchtten toen de Jordaanse troepen ons met tanks hadden verdreven. In Libanon, waar de Zionisten ons vanaf zee beschoten en uit de lucht bombardeerden, met hulp van de Sji'ieten. Maar te midden van al die ontberingen, houd ik steeds die grote afwezige hetd voor ogen, mijn broer, wiens verrichtingen, die mijn geliefde zuster Fatmeh mij toefluisterde, ik meer dan wat ook wil evenaren.'
Hij vroeg haar niet langer of ze wel luisterde.
'Ik zie hem zelden, en alleen in het grootste geheim. Nu eens in Damascus, dan weer in Amman. Dan ontbiedt hij me - kom! En èèn nacht ben ik dan aan zijn zij, en laaf ik me aan zijn woorden, zijn nobele hart, zijn hetdere leidersgeest en zijn moed. Op een nacht ontbiedt hij me naar Beiroet. Hij is juist teruggekeerd van een zeer riskante missie waarvan ik alleen mag weten dat het een complete overwinning op de Fascisten is geweest. Hij neemt me mee om naar een grote politieke redenaar te luisteren, een Libiër, een man met een geweldige retoriek en overtuigingskracht. De mooiste rede die ik ooit in mijn leven heb gehoord. Tot op de dag van vandaag kan ik hem citeren. De verdrukte volkeren van de hete wereld zouden deze grote Libiër gehoord moeten hebben.' Het pistool lag vlak in zijn hand. Hij liet het haar zien, om het verlangen ernaar in haar wakker te maken. 'Met een van opwinding kloppend hart verlaten we de plaats van de geheime toespraak en lopen terug door de ochtendschemering van Beiroet. Arm in arm, naar Arabisch gebruik. Er staan tranen in mijn ogen. Spontaan blijft mijn broeder staan en omhetst me daar, op de stoep. Ik voel nog zijn wijze gezicht tegen het mijne gedrukt. Hij haalt zijn pistool uit zijn zak en drukt het in mijn hand. Zo.' Hij greep Charlies hand en legde het pistool erin, maar hield zijn eigen hand over de hare terwijl hij de loop op de muur van de steengroeve richtte.' "Een geschenk," zegt hij. "Om ons te wreken. Om ons volk vrij te maken. Een geschenk van de ene strijder aan de andere. Met dit pistool legde ik de eed af op het graf van mijn vader." Ik sta sprakeloos.'
Zijn koele hand lag nog steeds over de hare en drukte het pistool tegen haar handpalm. Ze voelde haar eigen hand in de zijne trillen als een afzonderlijk schepsel.
'Charlie, dit pistool is een heilig ding voor me. Ik vertel je dit omdat ik van mijn broer houd, omdat ik van mijn vader hield en omdat ik van jou houd. Zo meteen zal ik je leren ermee te schieten, maar eerst vraag ik je: kus het pistool.'
Ze staarde eerst naar hem, toen naar het wapen. Maar de gespannen uitdrukkingopzijn gezicht bood geen respijt. Hij legde zijn andere hand om haar arm en trok haar overeind.
'We zijn geliefden, weetje nog? We zijn kameraden, dienaren van de revolutie. We hebben de nauwste geestelijke en lichamelijke band. Ik ben een vurige Arabier en ik hou van woorden en gebaren. Kus het pistool.'
'Jose, dat kan ik niet doen.'
Ze had hem als Joseph aangesproken, en als Joseph antwoordde hij ook.
'Denk je dat dit een Engels theekransje is, Charlie? Denk je dat Michet een spelletje speelt, alleen omdat hij zo'n mooie jongen is? Waar had hij spelletjes moeten leren, als dat pistool het enige was dat hem waarde gaf als man?' vroeg hij, volkomen redelijk.
Ze schudde haar hoofd, nog steeds naar het pistool starend. Maar hij werd niet kwaad om haar verzet. 'Hoor eens, Charlie. Gisteren, toen we lagen te vrijen, vroeg je me: "Michet, waar is het slagveld?" Weetje wat ik deed? Ik legde mijn hand op je hart en zei: "Wij voeren een Jehad en het slagveld ligt hier." Jij bent mijn discipel. Je hebt nog nooit zo sterk gevoeld dat je een missie had. Weet je wat dat is - een Jehad?'
Ze schudde haar hoofd.
'Een Jehad is waar jij naar op zoek was voordat je mij ontmoette. Een Jehad is een heilige oorlog. Je staat op het puntje eerste schot in onze Jehad af te vuren. Kus het pistool.'
Ze aarzelde, maar drukte toen haar lippen op het blauwe metaal van de loop.
'Zo.' zei hij, en liet haar abrupt weer los. 'Van nu af aan is dit pistool een deel van ons beiden. Dit pistool is onze eer en onze vlag. Geloof je dat?'
Ja, Jose, ik geloof het. Ja, Michet, ik geloof het. Dwing me hier nooit meer toe. Ze veegde met de rug van haar hand onwillekeurig haar lippen af, alsof er bloed op zat. Ze haatte zichzelf en hem ook. en voelde zich of ze gek werd.
'Het is een Walther PPK.' legde Joseph uit, toen ze hem weer hoorde. 'Niet zo zwaar, maar vergeet niet dat elk handwapen een compromis is tussen formaat, draagbaarheid en doelmatigheid. Zo spreekt Michet met je over wapens. In wezen op dezelfde manier als zijn broer er met hém over heeft gesproken.'
Hij kwam achter haar staan, en draaide haar heupen tot ze recht voor het doel stond, met haar voeten uit elkaar. Toen legde hij zijn eigen vuist om haar hand, strengelde zijn vingers door de hare en trok haar arm recht, met de loop van het pistool tussen haar voeten naar de grond gericht.
'Hou je linkerarm vrij en ontspannen. Zo.' Hij schudde hem heen en weer om hem los te maken. 'Hou je beide ogen open en hef het pistool dan langzaam omhoog tot het in een natuurlijke lijn met het doelwit ligt. Hou je schietarm recht. Zo. Als ik "vuur" zeg, schiet dan twee keer, laat je arm weer zakken en wacht.'
Gehoorzaam liet ze het wapen zakken tot de loop weer naar de grond wees. Hij gaf het bevel, zij tilde haar arm stijf omhoog, zoals hij haar opgedragen had; ze haalde de trekker over en er gebeurde niets.
'Nog eens,' zei hij, en schoof de veiligheidspal terug.
Ze deed alles nog een keer, haalde de trekker over en het pistool bokte in haar hand alsof het zelf door een kogel was geraakt. Ze schoot opnieuw en voelde dezelfde huiveringwekkende spanning als toen ze voor het eerst met een paard had gesprongen of naakt in zee was gaan zwemmen. Ze liet het pistool zakken, Joseph gaf een nieuw bevel, ze bracht haar arm nu veel vlugger omhoog en vuurde twee keer snel achtereen, en toen nog drie keer, als om geluk te brengen. Daarna deed ze het nog eens, zonder bevel, en schoot erop los, tot de omgeving weerkaatste van de snel opeenvolgende schoten, en de afketsende kogels jankend in het dal en over de zee verdwenen. Ze bleef vuren tot het magazijn leeg was, en liet het pistool toen met een bonzend hart langs haar zij zakken, terwijl ze de geuren van warme olie, tijm en cordiet inademde.
'Hoe ging het?' vroeg ze, terwijl ze zich naar hem omdraaide.
'Kijk zelf maar.'
Ze liet hem staan, rende zelf vooruit naar het olieblik, en staarde ei toen ongelovig naar, omdat er niets aan te zien was.
'Wat is er misgegaan?' riep ze verontwaardigd.
'Je hebt gemist,' antwoordde Joseph, en nam het pistool weer terug.
'Het waren losse flodders!'
'Absoluut niet.'
'Ik heb alles gedaan wat je zei!'
'Om te beginnen moet je niet met één hand schieten. Dat is belachetijk voor een meisje van vijfenvijftig kilo. met polsen als asperges.'
'Waarom heb je me dan verteld dat je zo moest schieten, verdomme?'
Hij liep terug naar de auto, met zijn hand op haar arm. 'Als je les krijgt van Michet, moetje ook schieten als een leerlinge van Michet. Hij weet niets van tweehandig schieten. Hij heeft zich hetemaal op zijn broer gericht. Of wou je soms dat ik je vol stempeltjes "Made in Israël" zou zetten?'
'Waarom weet hij dat niet?' hield ze nijdig vol, en greep zijn arm. 'Waarom weet hij niet hoe je goed moet schieten? Waarom is hem dat niet geleerd?'
'Dal zei ik al. Hij heeft les gehad van zijn broer.'
'Waarom heeft zijn broer het hem dan niet goed geleerd?'
Ze wilde echt antwoord. Ze voelde zich vernederd en was bereid een scène te trappen. Blijkbaar zag hij dat, want hij glimlachte en gaf op zijn manier toe.
' "Het is Gods wil dat Khalil maar met één hand schiet," zegt hij.'
'Waarom?'
Hij schudde afwerend zijn hoofd, en ze liepen terug naar de auto.
'Heet zijn broer Khalil?'
'Ja.'
'En je zei dat het de Arabische naam voor Hebron was.'
Dat deed hem genoegen, al leek hij op een vreemde manier verstrooid. 'Allebei,' zei hij. Hij startte de auto. 'Khalil is onze stad. Khalil is mijn broer. Khalil is de vriend van God en van de Hebreeuwse profeet Abraham, die door de Islam wordt geëerbiedigd, en in onze oude moskee begraven ligt.'
'Khalil, dus,' zei ze.
'Khalil,' beaamde hij kort. 'Onthoud dat. En ook de omstandigheden waaronder hij je dat heeft verteld. Omdat hij van je houdt. Omdat hij van zijn broer houdt. Omdat je het pistool van zijn broer hebt gekust en daarmee van zijn eigen bloed bent geworden.'
Ze reden de heuvel af, met Joseph achter het stuur. Ze kende zichzelf niet meer, als ze dat ooit al had gedaan. Het geluid van haar eigen schoten klonk nog na in haar oren. De smaak van de pistoolloop lag nog op haar lippen, en toen hij haar de Olympus aanwees zag ze alleen maar witte en zwarte regenwolken als atoompaddestoelen. Joseph was al net zo in gedachten verzonken als zij, maar zijn doel lag alweer vóór hen, en onder het rijden ging hij onvermoeibaar door met zijn verhaal en stapelde de ene bijzonderheid op de andere. Opnieuw Khalil. Wat ze samen hadden meegemaakt voordat hij de strijd in was gegaan. Not- tingham, de fantastische ontmoeting van hun zielen. Zijn zuster Fatmeh en zijn grote liefde voor haar. Zijn andere broers, dood. Ze kwamen nu op de kustweg. Het drukke verkeer denderde veel te snel langs, de vuile stranden waren bezaaid met ingestorte huisjes en de fabrieksgebouwen torenden als gevangenissen boven haar uit.
Ze probeerde wakker te blijven voor hem, maar ten slotte werd het haar te veel. Ze legde haar hoofd op zijn schouder en ontsnapte even.
Het hotel in Thessaloniki was een antieke Edwardiaanse steenklomp met door schijnwerpers verlichte koepels en een sfeer van voornaamheid. Hun suite lag op de bovenste verdieping, met een klein kinderkamertje, een badkamer van zes meter en, net als thuis, gekrast meubilair uit de jaren twintig. Ze had het licht aangedaan, maar hij zei dat ze het moest uitdraaien. Hij had eten laten boven brengen, maar ze hadden het geen van beiden aangeraakt. Er was een erker, waarin hij nu met zijn rug naar haar toe naar beneden stond te kijken naar het groene plein en de maanverlichte kade verderop. Charlie zal op het bed. Flarden Griekse muziek van de straat vulden de kamer.
'Dus, Charlie.'
'Dus, Charlie," echode ze zachtjes, in afwachting van de uitleg waar ze recht op had.
'Je hebt je verbonden met mijn strijd. Maar welke strijd? Hoe wordt hij uitgevochten? En waar? Ik heb het over de zaak gehad, en over actie: we geloven, en daarom doen we. Ik heb je gezegd dat terreur theater is, en dat de wereld soms stevig door elkaar geschud moet worden voor zij naar gerechtigheid wil luisteren.'
Ze ging onrustig verzitten.
'Herhaaldelijk heb ik je in mijn brieven en in onze lange gesprekken beloofd om je in actie te laten komen. Maar ik heb uitvluchten gezocht, tijd gerekt. Tot vanavond. Misschien vertrouw ik je niet. Of misschien heb ik geleerd te veel van je te houden en wil ik je niet naar het front sturen. Wat het precies is, weetje niet, maar soms heb je je gekwetst gevoeld door mijn geheimzinnigheid. Dat blijkt uit je brieven.'
De brieven, dacht ze weer; altijd die brieven.
'Dus hoe moetje nu, praktisch gesproken, mijn kleine soldaat worden? Daar hebben we het vanavond over. Hier. In dat bed waar je nu op zit. Op de laatste nacht van onze Griekse huwelijksreis. Misschien wel onze allerlaatste nacht samen, wantje kunt er nooit zeker van zijn dat je me terug zult zien.'
Hij draaide zich om en keek haar aan, zonder enige haast. Het was alsof hij zijn lichaam even zorgvuldig onder controle had als zijn stem. 'Je huilt heel veel,' merkte hij op. 'Ik denk dat je ook vannacht huilt. Als je me vasthoudt. En jezelf voor eeuwig aan me bindt. Ja? Je huilt en terwijl je huilt zeg ik tegen je: "Het is zo ver." Morgen zul je je kans krijgen. Morgenochtend zul je de belofte kunnen inlossen die je mij op het pistool van de grote Khalil hebt gedaan. Ik beveel je, ik vraagje Voorzichtig, bijna majestueus, liep hij terug naar het raam om die Mercedes over de Joegoslavische grens te brengen en ermee naar het noorden te rijden, naar Oostenrijk. Waar hij van je overgenomen zal worden. Alleen. Wil je dat doen? Wat zegje daarop?'
Oppervlakkig voelde ze niets anders dan de behoefte om zich aan zijn ogenschijnlijke gevoelloosheid aan te passen. Geen angst, geen besef van gevaar, geen verbazing. Dat drukte ze allemaal abrupt weg. Het is zo ver, dacht ze. Dit is het. Charlie. Een auto wegbrengen. Daar ga je dan. Ze keek hem strak en onverzettelijk aan, zoals ze deed als ze tegen iemand loog.
'Nou - hoe reageer je?' vroeg hij, om haar een beetje aan te sporen. 'Alleen,' herinnerde hij haar. 'Het is een hete afstand, vergeet dat niet: dertienhonderd kilometer door Joegoslavië, dat is niet niks, voor een eerste opdracht. Wat is je antwoord?'
'Wat zit erin?' vroeg ze.
Of het opzet was of niet kon ze niet uitmaken, maar hij verkoos haar verkeerd te begrijpen. 'Geld. Je debuut in het theater van de werkelijkheid. Alles wat Marty je heeft beloofd.' Hij leek al even gesloten voor haar als hij misschien voor zichzelf was. Zijn loon was kortaf en geringschattend.
'Ik bedoel: wat zit er in die auto?'
Eén van zijn drie-minuten-pauzes, voordat hij snuivend reageerde: 'Wat doet het ertoe wat er in die auto zit? Een militaire boodschap misschien. Papieren. Denk je dat je alle geheimen van onze grootse beweging al op je eerste dag te horen krijgt?' Hij wachtte even, maar ze gaf geen antwoord. 'Wil je die auto wegbrengen of niet? Dat is het enige waar het om gaat.'
Maar ze wilde Michets antwoord niet. Ze wilde het zijne.
'Waarom doet hij het zelf niet?'
'Charlie, het is niet aan jou, als nieuwe rekruut, om bevelen in twijfel te trekken. Natuurlijk, als je geschokt bent -' Wie was hij? Ze voelde dat zijn masker afgleed, maar welk masker wist ze niet'- als je plotseling vermoedt, binnen de Fictie, dat je door deze man gemanipuleerd bent, dat al zijn adoratie voor jou, zijn glamour, zijn verklaringen van eeuwige liefde -' Weer leek het alsof hij zijn houvast kwijt was. Dacht ze het alleen maar omdat ze het graag wilde of mocht ze echt aannemen dat er in het halfduister ongemerkt een gevoel bij hem was bovengekomen dat hij liever had onderdrukt?
ik bedoel alleen dat als je in dit stadium Zijn stem had zijn kracht weer hervonden,'- als de schetlen je nu van de ogen zouden vallen, of als het je toch aan moed zou ontbreken, dan moet je natuurlijk nee zeggen.'
ik vroeg je iets. Waarom doe je het zelf niet - jij, Michet?'
Hij draaide zich snel weer om naar het raam, en Charlie had de indruk dat hij heel wat in zichzelf moest overwinnen voordat hij weer kon antwoorden. 'Michet vertelt je dit, en meer niet,' begon hij, geforceerd beheerst. 'Wat er ook in die auto zit Vanwaar hij stond kon hij hem beneden zien, geparkeerd op het plein en bewaakt door een Volkswagenbus het is van vitaal belang voor onze grote strijd, maar ook erg gevaarlijk. Als degene die die auto bestuurt onderweg zou worden gepakt op welk punt tijdens de dertienhonderd kilometer dan ook - of die auto nu subversieve literatuur of iets anders bevat, boodschappen misschien - zou hij in grote problemen komen. Geen enkele invloed, geen diplomatieke druk of goede advocaten zouden kunnen voorkomen dat diegene het zwaar te verduren zou krijgen. Als je bang bent voor je eigen veiligheid, moet je dat heel goed in overweging nemen.' En met een stem die totaal niet op die van Michet leek, voegde hij daaraan toe: 'Jij hebt ten slotte je eigen leven. Je bent niet één van ons.'
Maar zijn aarzeling, hoe gering ook, had haar een zekerheid gegeven die ze in zijn gezelschap nog niet eerder had gevoeld, ik vroeg je waarom hij zelf niet reed. En ik heb nog steeds geen antwoord.'
Opnieuw herstelde hij zich, maar veel te heftig. 'Charlie! ik ben een Palestijnse activist! Ze kennen mij als een strijder voor de zaak. Ik reis op een vals paspoort waarmee ik elk moment door de mand kan vallen. Maar jij, een aantrekkelijk Engels meisje dat er keurig uitziet - intelligent, charmant en zonder strafblad - voor jou is er geen enkel risico. Dat moet toch genoeg zijn?'
'Je zei net dat er wèl een risico was.'
'Onzin. Michet verzekert je dat je geen gevaar loopt. Hijzelf misschien, maar jij niet. "Doe het voor mij," zeg ik. "Doe het en wees er trots op. Doe het voor onze liefde en voor de revolutie. Doe het voor alles wat we elkaar bezworen hebben. Doe het voor mijn grote broer. Hebben jouw eden dan geen betekenis? Was het gewoon Westerse schijnheiligheid toen je jezelf een revolutionair noemde?"' Hij zweeg weer even. 'Doe het omdat als je het niet doet je leven nog leger zal zijn dan voordat ik je op dat strand heb opgepikt.'
in het theater, bedoel je,' verbeterde ze hem.
Hij lette nauwelijks nog op haar. Hij bleef met zijn rug naar haar toe staan, zijn blik nog steeds op de Mercedes gericht. Hij was weer Joseph,
Joseph met zijn vlakke klinkers, zijn zorgvuldige zinnetjes en zijn missie die onschuldige levens zou redden.
'Zo ligt het dus. Dit is jouw Rubicon. Weet je wat dat was - de Rubicon? Je kunt het nu voor gezien houden, naar huis gaan met je geld en de hete revolutie, Palestina, Michet, alles, gewoon vergeten.'
'Of?'
'Of je kunt die auto wegbrengen. Je eerste daad voor de zaak. Alleen. Dertienhonderd kilometer. Wat zal het zijn?'
'Waar zul jij zijn?'
Zijn kalmte was weer onaantastbaar en hij verschool zich opnieuw achter Michet. 'In gedachten heel dicht bij jou, maar ik kan je niet hetpen. Niemand kan dat. Je zult hetemaal alleen de wet moeten overtreden in het belang van wat de wereld als een bende terroristen beschouwt.' Hij begon opnieuw, maar nu als Joseph: 'Een paar van de jongelui zullen een escorte voor je vormen, maar als er iets mis gaat kunnen ze niets doen, behalve Marty op de hoogte brengen, en mij. Joegoslavië is geen grote vriend van Israël.'
Charlie hield vol. Al haar overlevingsinstincten dwongen haar daartoe. Ze zag dat hij zich weer naar haar omgedraaid had, en ze ontmoette zijn donkere blik, in het besef dat hij haar gezicht wel kon zien, maar zij het zijne niet. Tegen wie vecht je? dacht ze, tegen jezelf of tegen mij? Waarom ben je de vijand in beide kampen?
'We hebben de scène nog niet uitgespeeld,' herinnerde ze hem. 'Ik vraagje, jullie allebei, wat er in die auto zit. Jij wilt. of wie dan ook - hoeveel van jullie er ook maar zijn daarbinnen - dat ik die auto wegbreng. Maar dan wil ik weten wat er in zit. Nu.'
Ze dacht dat ze zou moeten wachten. Ze had weer een van zijn drie-minuten-pauzes verwacht terwijl zijn geest razendsnel de verschillende mogelijkheden aftastte voordat hij een van zijn gortdroge antwoorden zou produceren. Maar ze vergiste zich.
'Explosieven,' antwoordde hij op zijn meest afstandelijke toon. 'Tweehonderd pond Russisch kneedspringstof, verdeeld in staven van een half pond. Uitstekend nieuw materiaal, goed verzorgd, tegen extreme hitte en kou bestand en bij alle temperaturen redelijk kneedbaar.'
'O. Ik ben blij dat het goed verzorgd is,' zei Charlie vrolijk terwijl ze tegen de opkomende vloedgolf vocht. 'Waar zit het verborgen?'
in de luchtkasten, de dwarsbalken, en de bekleding van het dak en de stoelen. Het is een wat ouder merk, en dat heeft het voordeel dat hij over holle balken en loze ruimten beschikt.'
'Waar zijn die explosieven voor?'
'Voor onze strijd.'
'Maar waarom moet hij dat spul hetemaal uit Griekenland laten komen - waarom koopt hij het niet in Europa?'
'Mijn broer heeft bepaalde veiligheidsregels en ik ben verplicht me daar nauwgezet aan te houden. Het kringetje dat hij vertrouwt is erg klein, en hij wil het niet groter maken. In wezen vertrouwt hij noch een Arabier, noch een Europeaan. Wat we alleen doen. kunnen wij alleen verraden.'
'En welke vorm neemt onze strijd in dit geval precies aan. zou je denken?' vroeg Charlie. op diezelfde opgewekte, al te ontspannen toon.
Weer aarzelde hij niet. 'Het doden van de Joden in de diaspora. Zoals zij het volk van Palestina uiteen hebben gedreven, zo straffen wij hen in hun diaspora en schreeuwen wij ons lijden uit voor de ogen en oren van de wereld. En zo maken we ook het slapende bewustzijn van het proletariaat wakker,' voegde hij er, wat minder overtuigd, aan toe.
'Nou. dat klinkt redelijk genoeg.'
'Dank je.'
'En jij en Marty - jullie dachten dat het wel leuk zou zijn als ik die auto naar Oostenrijk zou rijden, om ze een plezier te doen.' Met een lichte zucht stond ze op en liep heel doelbewust naar het raam. 'Zou je je armen om me heen willen slaan, Jose, als jeblieft? Ik probeer je niet te overvallen - alleen voelde ik me een minuut lang nogal eenzaam.'
Eén arm ging om haar schouder en ze drukte zich er heftig rillend tegenaan. Met haar lichaam tegen het zijne geleund, draaide ze zich naar hem toe, sloeg haar armen om hem heen en trok hem tegen zich aan, en tot haar vreugde voelde ze dat hij zich ontspande en haar omhetzing beantwoordde. Haar geest werkte nu op alle fronten tegelijk, als een oog dat op een uitgestrekt en onverwacht panorama wordt gericht. Maar het duidelijkst van alles zag ze nu eindelijk, behalve het onmiddellijke gevaar van de rit, de langere reis die zich voor haar uitstrekte, met onderweg de anonieme kameraden van dat andere leger waar ze zich nu bij aan ging sluiten. Stuurt hij me op weg of houdt hij me tegen? vroeg ze zich af. Hij weet het niet. Hij begint wakker te worden maar sust zichzelf tegelijkertijd in slaap. Zijn armen, nog steeds om haar heen geslagen, gaven haar nieuwe moed. Tot dan toe had ze, in de ban van zijn vastberaden kuisheid, nog op een duistere manier geloofd dat haar losbandige lichaam niet goed genoeg voor hem was. Nu, om redenen die ze zelf nog moest doorgronden, was ze die afkeer van zichzelf opeens kwijt.
'Blijf me overtuigen,' zei ze, terwijl ze hem nog steeds vasthield. 'Doe je werk.'
is het niet genoeg dat Michet je op weg stuurt en je toch niet wil laten gaan?'
Ze gaf geen antwoord.
'Moet ik Shetley soms voor je citeren - "de stormachtige zaligheid van de angst"? Moet ik je herinneren aan al die beloften die we elkaar hebben gedaan - dat we bereid zijn om te doden omdat we bereid zijn, om te sterven?'
'Ik geloof niet dat woorden nog nut hebben. Nog meer woorden zou ik niet door mijn keel kunnen krijgen.' Ze had haar gezicht tegen zijn borst begraven. 'Je had beloofd dat je dicht bij me zou blijven,' herinnerde ze hem, en voelde zijn greep verslappen terwijl zijn stem een hardere klank kreeg.
'Ik zal in Oostenrijk op je wachten,' zei hij op een toon die eerder bedoeld was om haar van zich af te stoten dan haar te overreden. 'Dat is Michets belofte. Het is de mijne ook.'
Ze deed een stap terug, nam zijn hoofd in haar handen zoals ze ook op de Akropolis had gedaan en bestudeerde het kritisch bij de lichten van het plein. En ze had het gevoel dat hij het voor haar had afgesloten als een deur waardoor ze niet naar binnen of naar buiten kon. Koud en opgewonden tegelijk liep ze terug naar het bed en ging weer zitten. Ook uil haar stem klonk een nieuw zelfvertrouwen waarvan ze zelf onder de indruk was. Ze hield haar ogen op haar armband gericht, die ze in het halfdonker peinzend ronddraaide.
'Maar wat wil jij nu eigenlijk?' vroeg ze. 'Jij, Joseph? Moet Charlie blijven en haar opdracht uitvoeren, of moet ze er met het geld vandoor gaan? Wat is jouw eigen scenario?'
'Je kent de gevaren. Neem je besluit maar.'
'Jij ook. Beter dan ik. Jij kende ze al vanaf het begin.'
'Je hebt alle argumenten gehoord, van Marty en van mij.'
Ze klikte de armband los en liet hem in haar hand glijden. 'We redden onschuldige levens. Aangenomen dat ik die explosieven aflever, tenminste. Er zijn natuurlijk mensen - eenvoudigen van geest - die zouden kunnen opperen dat je meer mensenlevens zou redden door die explosieven niet af te leveren. Maar die hebben het natuurlijk mis, of niet?'
'Op de lange termijn, als alles goed gaat, wel, ja.'
Hij stond weer met zijn rug naar haar toe en maakte de indruk alsof hij opnieuw hetemaal in het uitzicht verdiept was.
'Als je Michet bent die tegen me praat, is het gemakkelijk,' vervolgde ze op redelijke toon en deed de armband om haar andere pols. 'Je hebt me stormenderhand veroverd, ik heb het pistool gekust en ik kan niet wachten om de barricades te beklimmen. Als we dat niet geloven, zijn al jouw pogingen van de laatste paar dagen tevergeefs geweest. En dat is niet zo. Die rol heb je me gegeven, en daar heb ik me bij neergelegd.
Einde van de discussie. Ik zal het doen.'
Ze zag dat hij nauwelijks merkbaar knikte. 'En als je Joseph bent die praat, wat is dan het verschil'? Als ik nee zou zeggen, zou ik je nooit meer zien. Dan is het terug naar Nergenshuizen met mijn gouden handdruk.'
Tot haar verbazing bemerkte ze dat hij zijn belangstelling voor haar had verloren. Hij rechtte zijn schouders en slaakte een diepe zucht, met zijn gezicht nog steeds naar het raam en zijn blik op de horizon gericht. Toen begon hij weer te praten, en eerst dacht ze dat hij opnieuw de bedoeling van haar woorden trachtte te omzeilen. Maar toen ze verder luisterde, besefte ze dat hij haar uitlegde waarom er, wat hem betrof, voor hen beiden nooit een echte keuze was geweest.
'Deze stad zou Michet wel bevallen, denk ik. Totdat de Duitse bezetters kwamen, leidden zestigduizend Joden op die hetling een vrij gelukkig leven. Postbeambten, kooplui, bankiers. Sephardim. Ze waren uit Spanje hier naar toe gekomen, via de Balkanlanden. Toen de Duitsers weer vertrokken, was er niemand meer over. Wie niet was vermoord had zijn weg naar Israël gevonden.'
Ze lag in bed. Joseph stond nog steeds voor het raam, starend naar de dovende lichten op straal. Ze vroeg zich af of hij bij haar zou komen, maar wist dat hij dat niet zou doen. Ze hoorde gekraak toen hij zich op de divan uitstrekte, zijn lichaam evenwijdig aan het hare, met slechts de lengte van Joegoslavië tussen hen in. Ze verlangde meer naar hem dan ze ooit naar iemand had verlangd. En haar angst voor morgen maakte dat verlangen nog groter.
'Heb je nog broers en zusters, Jose?'
'Eén broer.'
'Wat doet hij?'
'Hij is omgekomen in de oorlog van 1967.'
'De oorlog die Michet over de Jordaan heeft gedreven,' zei ze. Ze had niet verwacht dat hij een eerlijk antwoord zou geven, maar ze wist dat dit de waarheid was. 'Heb je ook in die oorlog gevochten?'
'Ja, dat zal wel.'
'En in die oorlog daarvoor? Waarvan ik me de datum niet kan herinneren?'
'Zesenvijftig.'
'Ja?'
'Ja.'
'En in de oorlog daarna? Drieënzeventig?'
'Waarschijnlijk wel.'
'Waar heb je voor gevochten?'
Weer een pauze.
in '56 omdat ik een held wilde zijn, in '67 voor de vrede. In '73 -' Dat leek hij zich moeilijker te kunnen herinneren '- voor Israël.' zei hij.
'En nu? Waar vecht je nu voor?'
Omdat er nu eenmaal oorlog is, dacht ze. Om levens te redden. Omdat ze het me gevraagd hebben. Zodat mijn dorpsgenoten de dabke kunnen dansen en bij de bron naar de verhalen van de reizigers kunnen luisteren.
'Jose?'
'Ja, Charlie?'
'Hoe ben je aan die sexy littekens gekomen?'
In het donker hadden zijn lange pauzes de spanning van een gesprek bij het kampvuur.
'De brandwonden, denk ik, toen ik in een tank zal. En die kogelgaten toen ik eruit probeerde te komen.'
'Hoe oud wasje toen?'
'Twintig. Éénentwintig.'
Toen ik acht was ging ik bij de Ashbal, dacht ze. Toen ik vijftien
was...
'En wie is je vader?' vroeg ze, vastbesloten het tempo erin te houden.
'Een pionier. Een van de eersten.'
'Waar vandaan?'
'Uit Polen.'
'Wanneer?'
in de jaren twintig. In de derde Aliyah, als je weet wat dat betekent.'
Dal wist ze niet, maar dat deed er nu even niet toe.
'Wat was zijn vak?'
'Hij was bouwvakker. Werkte met zijn handen. Veranderde een zandheuvel in een stad, en noemde die Tel Aviv. Een socialist, van het praktische soort. Had niet veel op met God. Dronk nooit alcohol. En bezat nooit iets dat meer dan een paar dollar waard was.'
'Had jij ook graag zo willen zijn?' vroeg ze.
Daar geeft hij nooit antwoord op, dacht ze. Hij slaapt. Wees niet zo onbescheiden.
ik heb een hogere roeping gekozen,' antwoordde hij droog.
Of die heeft jou gekozen, dacht ze, want zo noem je een keuze als je in gevangenschap geboren wordt. En op de een of andere manier viel ze toen opeens heel snel in slaap.
Maar Gadi Becker, de door de wol geverfde veteraan, lag nog wakker, geduldig starend naar de duisternis en luisterend naar de onregelmatige
ademhaling van zijn jonge rekruut. Waarom had hij dat tegen haar gezegd? Waarom had hij zich juist uitgesproken tegenover haar op het moment dat hij haar op haar eerste missie stuurde? Soms vertrouwde hij zichzelf niet meer. Dan maakte hij spieren los, alleen om tot de ontdekking te komen dat de banden van de discipline niet meer zo strak om hem heen sloten als vroeger. Dan zette hij een rechte koers uit, om daarna over zijn schouder te kijken en zich te verbazen over de afwijking die erin was geslopen. Waar droom ik van, vroeg hij zich af, van de strijd of van de vrede? Voor allebei was hij te oud. Te oud om door te gaan, te oud om te stoppen. Te oud om zichzelf hetemaal te geven, maar ook niet in staat om afzijdig te blijven. Te oud om niet de geur van de dood te herkennen voordat hij iemand vermoordde.
Hij luisterde weer toen haar ademhaling overging in het rustiger ritme van de slaap. Met hetzelfde gebaar als Kurtz lichtte hij in het donker zijn arm op en keek op de lichtgevende wijzerplaat van zijn horloge. Toen, zo rustig dat ze hem zelfs als ze klaarwakker was geweest alleen met de grootste moeite had kunnen horen, trok hij zijn rode blazer aan en sloop de kamer uit.
De nachtportier was een oplettend man en hoefde deze goed geklede heer alleen maar te zien aankomen om de mogelijkheid van een flinke fooi te ruiken.
'Heeft u telegramformulieren?' vroeg Becker op gebiedende toon.
De nachtportier dook onder zijn balie.
Becker begon te schrijven. Grote, zorgvuldige letters met een zwarte pen. Hij had het adres in zijn hoofd: een advocaat in Genève; Kurtz had het hem uit München doorgeseind nadat hij voor de veiligheid nog even bij Yanuka had nagevraagd of het nog in gebruik was. De tekst had hij ook in zijn hoofd. Het begon met: 'Zoudt u uw cliënt willen meedelen ...' en het verwees naar het verzilveren van obligaties volgens de voorwaarden in ons standaardcontract. De tekst besloeg vijfenveertig woorden, en nadat hij hem nog eens had overgelezen, zette hij er de stijve, verlegen handtekening onder die Schwili hem geduldig had geleerd. Toen schoof hij het formulier over de balie en gaf de portier vijfhonderd drachmen.
ik wil dat u dit twee keer verstuurt, begrijpt u? Dezelfde boodschap, twee keer. Eèn keer nu, per telefoon, en morgenochtend nog een keer vanaf het postkantoor. En laat het niet door een jongen opknappen, maar doe het zelf. En stuur me daarna op mijn kamer een bewijsko- pie.'
De portier zou alles precies zo doen als meneer hem opgedragen had. Hij had over die Arabische fooien gehoord; hij had ervan gedroomd. En vanavond, volkomen onverwacht, had hij er eindelijk zelf een verschalkt. Hij had meneer nog met een heteboel andere zaken van dienst willen zijn, maar hetaas was meneer ongevoelig voor zijn suggesties. Droevig zag de portier zijn prooi naar buiten lopen en in de richting van de kade verdwijnen. De communicatiewagen stond op een parkeerterrein. Het werd tijd voor de grote Gadi Becker om zijn rapport door te geven en zich ervan te overtuigen dat alles gereed was voor de grote lancering.