++
==
==
==
==
De vorige keer eindigden we met de Cubacrisis, en het volgende belangrijke probleem was dat met de Britten over Skybolt. Herinner je je nog dat de president in december naar Bermuda ging en dat Macmillan daarna naar Florida kwam, voor een dag, volgens mij.
Ik denk het niet. Een keer ontmoetten ze elkaar op Key West. Dat was helemaal in het begin.
Dat was helemaal in het begin.
Nee, ik denk niet dat Macmillan...
Oh, David Ormsby-Gore kwam terug en Randolph Churchill, maar niet Macmillan.
Is dit toen Skybolt speelde?
Ja.
Dat was in Nassau.[417]
De ontmoeting was in Nassau.
Ja.
En na Nassau kwamen David en Randolph, geloof ik, en verbleven een dag in Palm Beach, nietwaar?
Dat is waar. En is dat waar je me over wilt laten vertellen?
==
President Kennedy en premier Macmillan in Nassau, december 1962
Ja.
Op de eerste plaats ontmoetten ze elkaar in Nassau omdat Jack tegen David had gezegd dat hij Macmillan moest vertellen dat hij geen ontmoeting meer wilde in Bermuda, omdat daar geen... in het huis van de gouverneur was geen warm water voor het bad. [Beiden lachen] Daarom kwamen ze in Nassau bij elkaar. Volgens mij ontmoette Jack toen Randolph Churchill niet... dat was pas later. Maar ik herinner me dat we de volgende dag buiten zaten toen Godfrey McHugh aangerend kwam met een of ander bericht dat wie dan ook Skybolt had afgeschoten en dat hij zei: ‘Kijk wat een fantastisch nieuws, Mr. President!’ En ik zei... ik vertelde je al dat hij zei: ‘Verdomme, Godfrey!’ Het was te vreselijk om waar te zijn. Toen ging hij opbellen en spoorde iedereen op en Gilpatric zei dat hij het niet wist, en McNamara was weg. Ik weet niet of je Dick Neistadts artikel over Skybolt gelezen hebt?
Nee, dat heb ik niet.
Wel, Jack gaf me dat rond novemb... op 20 november en zei... gewoonlijk nam hij nooit iets mee naar huis... en hij zei: ‘Dit is een bijzonder boeiend boek. Lees het.’ En dus nam ik het met me mee naar Texas. Sindsdien zit het in mijn aktetas. Ik heb het nooit gelezen. Maar hoe dan ook, het legt al die kleine haperingen over en weer uit.
Denk je dat de president erg bezorgd was?
Oh, hij was er alleen kapot van omdat Nassau zo geweldig verlopen was en Macmillan had... Macmillan kwam thuis echt in de problemen, denk ik, en wat ze daarop vonden was Polaris... dat was wel niet helemaal wat hij wilde, maar samen hadden ze hun uiterste best gedaan om tot iets te komen wat voor hen beiden goed zou zijn. Ik herinner me Davids gezicht. Hij zag eruit alsof iemand hem zojuist een trap in zijn maag had gegeven, en Jack die zei: ‘Ahum, weet je, wat gaan we hieraan doen?’ Hij had het gevoel alsof hij de premier bedrogen had. David ging naar een ander vertrek met zijn rode documentenkoffertje en hij sprak over de telefoon met Macmillan en samen besloten ze hoe hun bekendmaking zou luiden. Maar ze waren er beiden ziek van. Volgens mij heeft Jack altijd gedacht dat dit veel heeft bijgedragen aan Macmillans problemen. En zoals hij zei is het altijd een derde ergens in de hiërarchie wiens schuld het is. Wat dit betreft, hij had het me net uitgelegd, bleek het Thorneycroft te zijn geweest, van wie Jack altijd al had gedacht dat die dom was, die dingetjes deed en die er nooit was als er iemand belde, ik weet het niet.
Herinner je je nog hoe het humeur van de president was voordat hij naar Nassau ging?
Wel, niet precies. Hoe zou het geweest moeten zijn? Enigszins hoopvol misschien.
Ja, en bezorgd, want Macmillans politieke positie werd erdoor verzwakt. En ik denk dat de echte oplossing uitgewerkt was door de president en Mac Bundy en David in het vliegtuig naar Nassau.
Ik herinner me dat Jack echt kwaad was toen hij me telefonisch vanuit Nassau sprak, of al daarvoor. Hij haatte Diefenbaker en Diefenbaker had een of andere verwaande voorwaarde gesteld dat hij dan wel moest komen om op een dag met hem te lunchen of zoiets. Daar was hij kwaad om. Maar, weet je, ze hadden het leuk samen, altijd, hij en Macmillan... ik bedoel, het was een nogal wrang lachje. Je weet wel, ze hadden altijd wel hun grapjes klaar, ook al hadden ze een ondertoontje van wanhoop. Maar het was jammer, dat hele gedoe.
Eigenlijk was het probleem met het testen van Skybolt, hoe groot de zaak toen ook was, dat het niet het effect heeft gehad waar iedereen bang voor was geweest en... dat duurde ongeveer een week, maar volgens mij werd het zo goed afgehandeld dat het...
Wel, misschien hier, maar het veroorzaakte voor Macmillan thuis grote problemen, toch?
Ja, tot op zekere hoogte... voor een tijdje. Maar Labour wilde Skybolt ook niet, en ze waren dus niet in de positie om dit uit te buiten.
Ik begrijp het. Ik herinner me ook dat Randolph Churchill hierheen kwam toen Jack naar Washington ging. Hij was zo pro-Jack in alles... dat was erg aardig. Ik geloof niet dat hij Jack die keer sprak. Misschien ook wel.
Ja, hij kwam daarna naar Washington en was heel trots op het feit dat hij een pro-Nassaustuk had geschreven dat in de Britse pers zou verschijnen.
Dat is waar.
Het volgende grote probleem was De Gaulle’s veto tegen toetreding van Groot-Brittannië tot de EEG.[418] De president was nogal gefascineerd door De Gaulle, nietwaar? Als historisch fenomeen?
Natuurlijk, hij was altijd in hem geïnteresseerd, maar het was eigenlijk meer Churchill. En dat komt, denk ik, omdat ik De Gaulle’s memoires had gelezen, of dat althans zei, en omdat hij daaruit een zin gebruikte toen hij aankondigde dat hij voor het presidentschap zou gaan... ‘Ik heb altijd een bepaald beeld gehad van Amerika’... dat uit de openingszin van De Gaulle’s werk komt: ‘Ik heb altijd een bepaald beeld gehad van Frankrijk.’ Alleen dat. Maar hij begreep... hij praatte zo realistisch tegen mij over De Gaulle. Hoe die man door rancune werd opgevreten, en hij legde uit dat hij nooit heeft kunnen vergeten hoe Frankrijk in de laatste wereldoorlog door ons werd gekleineerd, of dat we niet eerder deel waren gaan nemen aan de Eerste Wereldoorlog. Dat iedereen met wie hij toen te maken had, dood is en alles, en hij alleen... maar hij was er vriendelijk over. Hij werd nooit zo kwaad als op de Duitsers of wie dan ook. Maar hij leek zo’n afkeer te hebben van iemand die zo rancuneus is. Ik herinner me dat ik hem in Parijs vroeg, en hij was heel geïnteresseerd, met wie hij het beste overweg kon, met Churchill of met Roosevelt. De Gaulle zei: ‘Met Churchill was ik het altijd oneens, maar we kwamen altijd tot overeenstemming. Met Roosevelt was ik het altijd eens, maar we kwamen nooit tot overeenstemming.’... of een dergelijk leuk Frans woordgrapje... maar, weet je, toen De Gaulle dat deed, zou het me dus helemaal niet verbaasd hebben als Jack het bijna had verwacht. Ik herinner me nog een keer daarna... oh ja, ik moest een brief van Malraux beantwoorden of zoiets... toen Malraux overkwam voor de Mona Lisa,[419] wat veel later was, geloof ik. Hij kwam op een avond, achteraf, alleen voor het diner en Jack zei dat hij hierover bewust niet met hem zou gaan praten... je weet wel, over Frankrijk en Engeland en zo, het soort onderwerp waar de Franse ambassadeur Hervé Alphand altijd zo uitzinnig van ging doen. Hij praatte met hem alleen maar over Rood China. Bundy kan je over dat gesprek vertellen. Hij zei: ‘Waarom maken jullie je allemaal zorgen over dit en dat en jullie force de frappe en zo?[420] Weet je, jullie moeten eens goed nadenken over Rood China en wat er gaat gebeuren als zij losbreken.’ Malraux was behoorlijk onder de indruk. Later dat voorjaar moest ik een brief beantwoorden, of het ging over mijn terugkeer uit Marokko en ik schreef dat ik geen tussenlanding in Parijs zou maken of zoiets.[421] Ik wilde gewoon nooit meer in de buurt van Fransen komen. Maar er was geen enkele manier om thuis te komen zonder die tussenstop. Jack zei toen: ‘Nee, nee, zo moet je niet doen. Begrijp je niet dat jij hun enige toegangsweg bent, ze denken dat ik maar zo-zo ben, maar jou vinden ze aardig, want jij houdt van Frankrijk. En je moet altijd een toegang houden en je moet niet...’ Zoals altijd weer dat verzoeningsgedoe. Weet je, hij zei: ‘Wat heeft het voor zin voor jou om kwaad te worden en Malraux een beledigende brief te schrijven?’ Maar hij was gewoon zo... het was gewoon zo onchristelijk van De Gaulle, en Jack gaf juist zo veel en die rancuneuze man gaf zo weinig. Volgens mij begreep hij dat De Gaulle al zijn werk op de lange termijn deed voor ‘La Gloire’ en zo, en dat hij echt herinnerd zou worden als... wel, als de man die, net als Castro en Rood China, het verdrag tot het verbod op het testen van kernwapens niet tekende. Zoals hij soms over Nehru zei: ‘Is het niet triest? Die man deed zoveel voor de onafhankelijkheid en alles, maar hij is te lang gebleven en nu glijdt het uit zijn handen en maakt hij er een knoeiboel van.’ Weet je, Nehru’s imago is de afgelopen jaren echt erg veranderd, omdat Nehru zo vreselijk huichelachtig werd, ik bedoel, het verschil tussen Hongarije en Goa en dat soort dingen.[422] Wat zei Jack daar ook alweer over? Een heel mooie uitdrukking, zoiets als: ‘Hij lijkt wel op de dorpspastoor die betrapt wordt in het bordeel.’ Je vroeg me kortgeleden nog over hem en Nehru... hij had zo’n bepaald gevoel bij hem. En ook, wat ik je nog vergat te vertellen over Nehru... het was zo grappig, Nehru die een bezoek aflegde en dat privé wilde houden, maar omdat er geen mensenmassa’s voor op de been waren geroepen, ging de man maar uit wanhoop naar Disneyland, dat niet erg bij Nehru lijkt te passen, maar daar waren een heleboel kinderen die schreeuwden, ‘Chacha Nehru Zindabad!’ (‘Lang leve oom Nehru!’). Ik bedoel, dat grappige gedoe om zijn ego. Hij dacht dat dat ook De Gaulle’s verschrikkelijke gebrek was, en ik geloof niet dat hij hem erg hoog achtte.
Waren er eigenlijk wel Fransen die hij mocht en vertrouwde?
De enige die ik ken is Segonzac.[423]
Niet Hervé.
Nee, Hervé amu... ik bedoel, Hervé’s hele levenswijze en zijn radeloosheid over David Gore... Ik bedoel, hij probeerde altijd zo aardig te zijn tegen Hervé en soms zei hij: ‘We moeten hem voor het diner uitnodigen want hij staat weer op exploderen.’ Maar nee, weet je, eigenlijk mocht hij de Fransen niet, en ik heb een afkeer van Fransen. Er is geen enkel Frans persoon die ik kan bedenken, behalve... misschien twee heel eenvoudige mensen. Boudin[424] misschien, maar die is zo on-Frans. Weet je, ze zijn niet echt heel aardig. Ze denken alleen aan zichzelf.
Hoe gingen de president en Malraux... hoe ging dat?
Wel, Malraux praatte stralend en dat deed Jack ook, en Bundy was er altijd bij. Dus, weet je, het was een schitterende gedachtewisseling, maar Malraux verzandde al snel in een prachtige mist of... Het was heel interessant en nooit, weet je, bespraken ze politiek en dat soort dingen. Hij was geïnteresseerd in Malraux, maar hij zag ook dat De Gaulle hem behandelde als Muggsy O’Leary... niet heel goed.[425] Dus, weet je, niemand... dat was het punt... niemand nam het voor De Gaulle op. Je kon Malraux best een boodschap meegeven, maar...
Hij werd toen dus niet door De Gaulle overdonderd. Hij verwachtte eerder dat De Gaulle een eigenzinnige...
Misschien werd hij in het begin wel wat overdonderd door De Gaulle, want toen liet hij zich terugdringen. Maar misschien liet hij zich wel wat overdonderen, maar toen ging hij inzien dat het het klassieke patroon was en dat het niet beter zou worden. Hij ergerde zich echt, zoals ik je al vertelde, aan wat De Gaulle gezegd had na Cuba.[426] Dat was nog zo’n moment dat er volgens mij serieuze wrijving was over dat wij nooit Europa zouden verdedigen, ik bedoel, wat een vreselijke onruststoker die man was!
Je wilde dat De Gaulle de Verenigde Staten zou bezoeken en volgens mij had De Gaulle toegezegd om in maart van dit jaar te komen.[427]
Ja, en het zou zelfs in januari zijn en het zou in Hyannis plaatshebben. Hervé zei altijd dat, als ze maar eens met elkaar konden praten en omgaan zoals Macmillan en Jack dat deden... hoe dan ook, weet je, al was het maar voor de helft, over dit en over dat, maar dan heel vaak. Dit keer geloof ik dat Hervé gelijk had. Hij zei zelfs als er niets mee werd bereikt. Maar wat De Gaulle betreft... hij wilde dat het een topontmoeting werd en volgens mij zouden tijdens die top grote resultaten behaald kunnen worden, of in ieder geval enkele resultaten, en voordat De Gaulle daar helemaal mee akkoord ging en zo...
De president verwachtte wel dat door een ontmoeting met De Gaulle de onderlinge spanningen af zouden nemen.
Ja. Weet je, De Gaulle respecteerde Jack en zijn mening over hem veranderde in Parijs totaal. Ik bedoel, ik weet niet wat zijn mening precies was, maar iedereen dacht duidelijk: ‘Wie is die jonge president?’ En weet je, de manier waarop hij tegen mij over hem sprak tijdens die eindeloze diners... we zaten ieder aan een kant... je kon gewoon zien dat hij... of wat hij me na de begrafenis vertelde.[428] En toen...
Wat zei hij?
Wel, ik bedoel, dat hij gewoon een van die... je weet wel, zo indrukwekkend. Segonzac stuurde me toen een brief die ik je kan laten zien, waarin staat dat Burin des Roziers, die, geloof ik, De Gaulle’s kabinetschef is,[429] aan Segonzac vertelde wat De Gaulle echt van Kennedy vond en, weet je, hij vond... ik bedoel, zolang Kennedy leefde, was hij de leider van het Westen. De Gaulle vond dat soms misschien niet leuk, maar hij keek wel tegen hem op. En toen probeerde Bohlen[430] of wie dan ook blijkbaar... Bobby vertelde me dit later... te zeggen dat Johnson wel oké zou zijn omdat Kennedy hem als vicepresident had gekozen, weet je, om hem die eerste dagen op zijn gemak te stellen. Een maand of wat later zei hij: ‘Kennedy kan een vergissing hebben gemaakt’ of ‘Jullie hebben een vergissing gemaakt met die man.’ Met andere woorden, zijn opvatting over Johnson was erg diep gezakt. Hij zou niet gedurfd hebben om... hij [De Gaulle] zou Rood China nooit hebben erkend, dat weet ik zeker, als Jack nog had geleefd. Er zijn zoveel van dat soort dingetjes, omdat hij hem respecteerde.
==
De begrafenis van president John F. Kennedy
Had de president bepaalde... sprak hij ooit over Europa in de zin van Europese eenheid en eenwording... Jean Monnet bijvoorbeeld? Noemde hij die vaak?
In het allereerste begin dacht hij altijd aan Jean Monnet als een van de eersten die de Medal of Freedom verdienden, en dus, weet je, vond hij hem een fantastische man en alles waaraan hij werkte en waarin hij geloofde en zo.[431] Ik denk dus dat hij het een geweldig idee vond. Maar nooit ging hij... je weet wel, nooit ging hij er echt voor zitten en een uur met me praten over de Europese eenwording, maar ik weet wat hij dacht... hij was ervoor, nietwaar?
Ja. Volgens mij was dat vrij karakteristiek. Hij was er heel erg voor, maar hij was veel minder geïnteresseerd in de vorm die dat moest hebben en dat soort dingen dan een heleboel mensen op Buitenlandse Zaken. En ik denk terecht, want hij zag in dat als die eenheid er zou komen, dat op haar eigen wijze zou gaan en dat je helemaal bezeten kon worden van de tactische problemen die eraan vastzaten.
Ja, hij leek er nooit op aan te dringen of zoiets, maar...
Ik denk dat hij het zag als historisch onontkoombaar.
Oh, en dan vertelde hij me nog iets heel interessants. Had ik al die dingen maar opgeschreven, want ik ben zoveel vergeten. Maar wat De Gaulle ertoe bracht om zijn veto uit te spreken over [het Britse lidmaatschap van] de Europese Economische Gemeenschap en wat Macmillan hem had verteld en dat Macmillan twee weken eerder nog op Rambouillet was geweest.[432]
Dat is zo.
Alles leek in orde en toen ontstond er hier en daar een rimpeltje, iets typisch Frans of... net als Hervé altijd kwaad was als hij niet vooraan stond. Wel, iets wat een land of iemand had gedaan wat hem ergerde en boem, hij draaide zich om en liet hem staan.
Volgens mij kan hij gedacht hebben... was het mogelijk dat dit...
Oh, wel, misschien dat het door Nassau veranderde?
Ja, dat hij... dat...
Dat Macmillan hem over Nassau vertelde in Rambouillet.
Ja, maar in Rambouillet had Macmillan niets tegen De Gaulle gezegd over de overeenkomst van Nassau, en De Gaulle geloofde... begreep niet dat er in Nassau een overeenkomst ontworpen was... dat het Nassau-plan was ontworpen in het vliegtuig op weg naar Nassau... en veronderstelde dat Macmillan het toen al wist, hem aan het lijntje hield.
Ik begrijp het.
Kan dat het zijn geweest?
Dat is het, dat kan denk ik wel, ja.
Want ik heb zoiets van de Fransen hier gehoord... dat Macmillan naar Rambouillet kwam en De Gaulle aan het lijntje hield en De Gaulle dat daarom als verraad aan hem als persoon opvatte.
En daarom deed hij plotseling zo over de Europese Gemeenschap, hoewel het in Rambouillet allemaal nog zo mooi leek. En ik denk... ja.
Hoewel... zeker waarom hij zich zo hard opstelde wat betreft de Europese Gemeenschap. Ik denk dat hij dat hoe dan ook gedaan zou hebben, maar niet op zo’n minachtende manier dat hij... waarop hij het deed. Over andere Europese leiders... Fanfani is een paar keer hier geweest. Het is zelfs zo dat, als ik Fanfani zag, ik eraan moest denken dat hij de president voor de eerste keer ontmoette tijdens de conventie in Chicago in 1956.[433]
Hij mocht Fanfani. Weet je, dat was een soort opening naar links en zo. Ik veronderstel... ze konden goed met elkaar overweg... maar ik bedoel, hij werd niet echt, weet je, ongelooflijk door hem geïnspireerd.
Nee, nee.
Andere leiders kan ik niet bedenken. Ik was niet... Tito had koorts toen hij hem ontmoette, dus dat was moeilijk.[434]
Wel, hoe was dat met Tito?
Ik was er niet bij. Volgens mij had de arme man een temperatuur van 102 [°F, 39 °C] en kon hij niets eten. Het was dus vooral, weet je, beleefd en zo, maar verder niet veel. Ik weet er echter niet veel van.
Hoe ontstond het plan van die reis naar India van jou en Lee?
Wel, Nehru kwam ermee toen hij hier dineerde of zoiets. Ken Galbraith vond het een goed idee. Toen werd het... het werd zo vaak uitgesteld. Ik was nog steeds zo moe na [de geboorte van] John en ik wilde eigenlijk niet op reis. Maar ik wilde wel een keer naar India. Het werd een keer verschoven, ik was er niet klaar voor of er was iets aan de hand... ik ben vergeten wat. Kan het iets met Cuba te maken hebben gehad? Ik weet het niet. Het werd uitgesteld... dit laat je weer eens zien hoe lief Jack was. Het daar voorgestelde programma besloeg twee weken. Door heel India! Mijn God, het zou zijn dood betekend hebben, zo’n campagne! En ik schreef brieven en probeerde het te veranderen en hij... en Ken bleef maar zeggen dat de kinderen in Mysore met bloemenslingers wuifden en dit en dat. Dus ten slotte brachten we de reis, met de kaart erbij, terug tot kleine stukken... je weet wel, vooral Rajasthan en verder heel India. Het was... we zaten in Florida, op Washingtons verjaardag of met Pasen of zoiets, ik ben vergeten waar we zaten... en Jack nam contact op met Ken Galbraith, en Ken maakte echt bezwaar via de telefoon en hij bracht de hele laatste dag van die korte vakantie daar aan de telefoon door, schreeuwend tegen Ken vanwege de slechte verbinding... weet je, en hij zei: ‘Het is te veel voor haar’ en ‘Ken, het kan me niet schelen. Iedereen klaagt. Het is net zoals bij campagnes als je hen zegt dat je iets niet kunt. Ik laat het haar niet doen. Ze is moe.’ Weet je, hij vocht echt om het tegen te houden. Wel, dan... dus hij deed dat. Weet je, ik denk... het was geweldig om naar India te gaan en hij maakte zich niet echt bezorgd over of ik zou gaan of niet, maar ik denk dat hij dacht dat het leuk zou zijn.
==
Jacqueline Kennedy op bezoek in India
Jacqueline Kennedy krijgt een paard aangeboden door president Ayub Khan van Pakistan
Volgens mij was hij er erg tevreden mee en trots op het resultaat. Ik denk dat hij dacht dat... wel, zoals je zelf al zei in relatie tot Frankrijk, dat behalve dat het leuk voor je is om op vakantie te gaan en even weg te zijn uit Washington, denk ik dat het hielp... denk ik dat het in een paar belangrijke opzichten het land hielp en hem hielp.
Weet je, het is zo grappig, het verschil tussen India en Pakistan, omdat India toen pas Nehru echt leerde kennen. Hij noemde niet één keer Pakistan of zo. En dan was daar nog Ken Galbraith en B.K. Nehru en mevrouw Pandit en haar zus.[435] Het leek wel een familiebijeenkomst. De maaltijden waren lekker. Toen we in Pakistan aankwamen... ik mag de Pakistani eigenlijk meer dan de Indiërs. Ze zijn meer recht door zee en Ayub praatte almaar over politiek en dat hij een hekel aan Nehru had en hem niet kon uitstaan.[436] Ik kreeg een boodschap via Buitenlandse Zaken van Ken om ervoor te zorgen dat het leek alsof McConaughy een oude vriend van Jack was.[437] Dus het eerste wat ik deed toen McConaughy en Ayub... McConaughy kwam op dezelfde dag aan als ik... de dag daarvoor, als ambassadeur. Dus ik probeerde zoiets te zeggen als... deed alsof ze elkaar kenden van vroeger en zo. En McConaghty zei, ‘Oh, nee’... en dat waar Ayub bij stond... ‘Dat is helemaal niet waar, Mrs. Kennedy. De eerste keer dat ik de president ontmoette was twee weken geleden toen ik...’ De enige keer dat ik Jack een brief heb geschreven, die schreef ik toen we van de Khyberpas terugkwamen en ik gaf hem toen ik thuiskwam, ging erover dat ik McConaughy een hopeloze ambassadeur vond voor Pakistan en al mijn redenen daarvoor, en alle dingen die ik vond dat de ambassadeur daar moest zijn, zoals een heer, een soldaat en een vriend van de president. Ik stelde een paar andere mensen voor... Bill Blair en Bill Battle.[438] Jack was zo onder de indruk van die brief dat hij hem aan Dean Rusk liet zien, wiens belangrijkste keuze McConaughy was geweest, en zei: ‘Dit is het soort brief dat ik van de inspecteurs van de ambassades zou moeten krijgen.’ Ik bedoel, hij was nooit voor McConaughy geweest, die een aardige man was, maar zo’n... Toen we naar Rawalpindi gingen, riep de verslaggever van Paris Match terwijl we uit het vliegtuig stapten: ‘Bonjour, Jacqueline!’ En die avond zei McConaughy tegen Ayub Khan, ‘Mr. President, ik vond het zo boeiend om al dat Frans te horen op het vliegveld vandaag. Ik heb nooit beseft dat de Franse invloed in Pakistan zo groot is.’ Wel, Ayub keek hem alleen maar aan en zei: ‘ Ik denk dat... u zult er nog wel achter komen dat de invloed hier vooral Brits is geweest.’ Maar je weet wel... Dean Rusk! Hoe dan ook, dat was de reis. En onze reis was zo vermoeiend dat Lee en ik overal in Pakistan iedere dag en nacht een bloedneus hadden. Dus we waren echt moe toen we thuiskwamen.
Had de president het vaak over Afrika? De Congo?
Ja. Hij zei eens een keer over Ed Gullion en Bill Attwood... en Bill Attwood was daar ziek geworden en zo en, weet je, je had zo’n medelijden met hem... Hij zei: ‘Dat zijn nu zulke belangrijke plaatsen om als diplomaat gestationeerd te zijn. Londen en Parijs en zo doen er niet meer toe. Je hebt de telefoon en, weet je, zo worden echt zaken gedaan. Maar,’ zei hij, ‘het zijn die afgelegen plekken in Afrika die de spannendste plaatsen zijn voor een diplomaat om te zitten, en waar je het meest kunt bereiken.’ Ed Gullion, voor wie hij altijd een zwakke plek had omdat, toen hij zijn Indochina-toespraak gaf, wat in het jaar was voordat we getrouwd waren omdat ik vanaf die zomer alles moest typen... ik bedoel, al die Franse boeken moest vertalen en zo... Ed Gullion was de enige bij Buitenlandse Zaken die wel eens met Jack sprak en die echt vertelde hoe vreselijk het was in Indochina en hoe het daar toeging.[439] Volgens mij werd hij ontslagen vanwege dat, of... of anders werd hij... nee, hij werd ergens anders...
Hij werd overgeplaatst en kreeg andere dingen te doen.
Ja, en in een klein leuk plaatsje weggestopt. We zagen hem redelijk vaak en, wel dan, ik denk dat Jack hem toen in de Congo benoemd heeft, om te laten zien wat hij van hem dacht. Hij vond echt dat hij buitengewoon was.
In 1963 was een van de belangrijke dingen die de president bezighielden, natuurlijk Vietnam en Diem en madame Nhu en al dat gedoe.[440]
Ja, wel, weet je, het was duidelijk al zo lang onrustig en je vroeg Jack er niet naar als hij thuiskwam en zo. Maar ik weet dat toen eenmaal... ik ben vergeten hoelang Lodge daar zat voordat de zaken daar echt verkeerd gingen. Hoeveel maanden ongeveer?
Hij zat daar, ik schat, ongeveer drie maanden voordat Diem werd afgezet.
Ik weet nog dat hij zich wat merkwaardiger ging gedragen en hij zei dat hij hun telegrammen niet meer zou beantwoorden, je kon er toch niet doorheen komen of... hoe dan ook, alsof hij het in eigen handen begon te nemen of zoiets. Wat ik me kan herinneren is dat, toen de coup gepleegd werd, Jack er gewoon ziek van was. Ik weet dat hij geprobeerd had om het tegen te houden... Lodge was met iets begonnen, maar daarmee waren ze gestopt. Dit kun je allemaal van andere mensen horen, want veel hiervan heb ik later pas gehoord. Maar hoe dan ook, toen Diem vermoord was, was Jack... oh, hij had alleen weer die vreselijke blik in zijn ogen die hij in de tijd van de Varkensbaai ook had. Ik bedoel, hij was gewoon zo... gewoon gekwetst, en hij schudde zijn hoofd en het was thuis in onze... je weet wel, in onze kamer in het Witte Huis... en hij zei de hele tijd: ‘Oh!... Nee! Waarom?’ Hij vertelde dat Diem twintig jaar lang tegen het communisme had gevochten en zo, en dat er niet op deze manier een einde aan had moeten komen. Hij was er gewoon ziek van. Madame Nhu die de hele tijd in tranen was en dingen over hem zei... ik vond dat ze meer dan irritant was. Maar op een keer vroeg ik hem: ‘Waarom zijn vrouwen zoals zij en Clare Luce, die beiden duidelijk aantrekkelijk zijn voor mannen, waarom zijn zij... waarom hebben zij dit gekke met macht?’ Ze was alles wat Jack onaantrekkelijk vond... wat ik in een vrouw onaantrekkelijk vond. En hij zei: ‘Het is vreemd, maar dat komt omdat ze er een hekel aan hebben dat ze hun macht aan mannen te danken hebben.’ Dus worden ze echt... gaan ze mannen haten, hoe je dat ook noemt. Ze leek behoorlijk op Clare Luce. [Fluistert] Het zou me niet verbazen als ze lesbisch waren.
Clare Luce schreef gunstige artikelen over je, weet je nog?
Ja, maar Clare Luce had een keer met Jack in het Witte Huis geluncht toen Tish er nog zat.[441] Ik herinner me... oh, ze wilde hem net zo graag komen opzoeken als een man dat zou willen. Ze wilde hem in zijn kantoor bezoeken. Hoe dan ook, er werd een soort mannenlunch georganiseerd en Tish vertelde me dat ze van tevoren zo zenuwachtig was geweest, dat ze ongeveer drie martini’s had gedronken.[442] Ik was zo kwaad op haar dat ik daar stond... ik kreeg het voor elkaar om vlak bij onze eetkamer te doen alsof ik iets in mijn bureau zocht en ik probeerde haar te negeren, dus toen Jack ons aan elkaar voorstelden, bleef ik gewoon met mijn armen langs mijn zij staan en liep haar toen voorbij. Later zei hij tegen me, ‘Weet je’, zei hij, ‘als je iemand wilt negeren, dear’... hij was toch wel wat geraakt door mijn loyaliteit want nu kon Mrs. Luce me alleen maar meer kwetsen,[443] maar hij was niet blij met wat ik had gedaan. Hij zei: ‘Doe het natuurlijk, maar doe het niet expres als een valstrik voor ze.’ Blijkbaar ging Mrs. Luce die, vermoed ik, behoorlijk kwaad moet zijn geweest, de hele lunch maar door met hem allemaal dingen te vertellen. En ten slotte... hij was altijd, weet je, zo hoffelijk tegen vrouwen... zei hij: ‘Wel, het spijt me, Mrs. Luce, maar jammer genoeg bent u niet in de positie om iets aan al die dingen te doen, en ik wel.’ Zo kwam er een einde aan. Het droevige ervan is dat ze vrienden waren en ze was bevriend geweest met Mr. Kennedy en hij heeft haar zo geholpen. Weet je nog, die tijd van Morse en zo, toen ze niet naar Brazilië ging?[444] Zowel Harry Luce als Mr. Kennedy had haar gezegd dat ze er niet heen moest gaan en Jack had haar nog speciaal opgebeld en gezegd: ‘Ze hebben het bij het verkeerde eind. Weet je, je zult daar veel gelukkiger zijn. Je moet iets te doen hebben.’ En hij zei: ‘Dit alles gaat weer voorbij en ik raad je echt aan om het aan te nemen. Mijn vader is ouder en hij ziet de dingen op zijn manier.’ Ze nam de post niet aan en ik denk dat Jack groot gelijk had. En wat deed ze? Ze ging terug naar Arizona en ging daar mozaïektafeltjes maken en ze raakte verbitterder en verbitterder en steeds giftiger.[445]
En ze ging onderwater zwemmen.
Ja. En hij probeerde haar te helpen. Dus dat zij zich nu zo tegen hem moest keren... nogmaals, die afkeer van mannen.
En Harry Luce bleef vriendelijk.
Ik dacht van wel. Ik weet dat Jack hem een paar keer heeft ontmoet en, weet je, dat ging goed... ik bedoel, hij kan wel woedend op hem zijn geweest om bepaalde dingen, maar ze zouden nooit... het werd nooit bitter tussen die twee.
Hoe kwam het dat Luce de inleiding schreef van Why England Slept?
Oh, dat kwam door Mr. Kennedy, want Jack had eerder al Arthur Krock gevraagd om dat te doen. Toen bedacht Mr. Kennedy dat het dan zou lijken alsof Arthur Krock het boek geschreven had of zo, omdat hij een oude vriend van de familie is... en dat het beter zou zijn als Henry Luce het deed. Dus de koers werd onderweg nog verlegd, en dat is iets wat Arthur Krock Jack nooit vergeven heeft. Ik bedoel, de laatste keer dat we hem zagen, begon hij er nog over.
Oh, echt?
Of hij heeft het Mr. Kennedy vergeven. Het kwam over als minachting. En weet je, daar kwam dus die merkwaardige animositeit vandaan die Krock voor hem had. Hij kende Jack per slot van rekening al als jongetje en hij kende mij en hij was een soort mentor voor hem geweest... niet precies zijn mentor, maar, weet je, hij had hem wel opgezocht en zo. Toen begon die verbittering, nadat Mr. Kennedy het had veranderd.
Ik kan me die eerste winter herinneren, het diner in het Witte Huis, toen waren de Krocks er en was er dus nog wel een band tussen hen, maar daarna werd Krock absoluut hopeloos.
Je probeert het keer op keer. Snap je, hij was een vriend toen ik opgroeide, door hem kreeg ik mijn baan bij de Times-Herald, hij is altijd een vriend van mijn grootvader geweest... we schreven gedichten aan elkaar, wij allebei. En dan probeer je keer op keer iets aan de band te doen en iedere keer krijg je een klap in je gezicht als met een natte handdoek, en uiteindelijk geef je het op. Hij was te verbitterd en hij kon niet verdragen dat er een jonger iemand tussen kwam. We deden ons uiterste best om aardig te zijn en we gingen zelfs naar hun huis voor een etentje... als president.
Echt waar? Wanneer was dat? In het begin of...
Ja, ergens dat jaar. Ik denk dat het in het voorjaar was.[446]
Nog even over Vietnam. Het was interessant dat de president juist Cabot Lodge daar naartoe stuurde, die hij in 1952 had verslagen voor de Senaat en die in 1960 deel uitmaakte van het andere ticket. Hadden hij en Lodge in deze periode een bijzonder persoonlijke band met elkaar onderhouden?
Nee, de enige keer dat ik me kan herinneren dat we Lodge uitnodigden, was voor een diner ter ere van Abboud van Soedan. Lodge was die avond echt aardig. Ik bedoel, ik geloof dat Jack hem altijd nogal arrogant heeft gevonden en zo. Hij leek nogal geroerd om er eens bij te mogen zijn en dus, nou ja, beleefd. En ik herinner me dat Jack hem uitliet. Toen hij eenmaal president was, deed hij dit buitengewone soort attente dingen, was hij erg beleefd. Lodge was toen heel erg aardig en toen we naar boven gingen zei ik, weet je, hij was zo aardig geweest die avond, en Jack zei: ‘Ja.’ Ik denk dat hij dit vermoedelijk deed... denk je niet?... omdat hij dacht dat het wel eens een briljante zet kon zijn omdat Vietnam eigenlijk toch hopeloos was... om er een Republikein neer te zetten. Dat is wat ik in de krant lees. Ik heb hem nooit rechtstreeks gevraagd waarom hij Lodge erheen heeft gestuurd.
Ik weet zeker dat dat ermee te maken had. Ik vermoed dat Rusk het suggereerde en ik denk dat de president zich daar deels om die reden door voelde aangetrokken, en deels omdat Lodge in de Tweede Wereldoorlog verbindingsofficier was geweest met het Franse leger en uitstekend Frans sprak.
Oh, dat is waar.
En deels omdat hij erachter wilde komen of we voldoende aanzien genoten om de controle over ons beleid terug te halen van generaal Harkins[447] en de militairen. Volgens mij was de president duidelijk erg betrokken bij Latijns-Amerika. En je noemde eerder al zijn bewondering voor Betancourt en voor Lleras Camargo. Heeft hij ooit... herinner je je Frondizi van Argentinië?
Nee, dat was een mannenlunch.
Dat was een mannenlunch. Mmm. Het bezoek aan Brazilië stond almaar op het punt plaats te gaan vinden.
Oh, we hadden onze koffers altijd klaarstaan voor die reis. Ik herinner me iets interessants wat hij over Quadros[448] zei toen die aftrad. Hij trad toch af, nietwaar?
Ja, dat deed hij.
En Jack schudde zijn hoofd. Hij vervulde hem met afschuw en hij zei: ‘Je hebt het recht niet dat te doen.’ Niemand heeft dat recht. ‘Ik bedoel, je hoeft je niet opnieuw verkiesbaar te stellen of zoiets, maar je hebt niet het recht om, als je eenmaal gekozen bent en het te heet onder je voeten wordt, zomaar de keuken uit te gaan.’ Volgens mij had iedereen wel een hoge pet op van Quadros, toch?... en een heleboel hadden vertrouwen in hem gesteld. Jack was... wel, niet ontsteld, want dat is... een te groot woord... maar het paste gewoon niet in zijn manier van dingen doen. Ik bedoel, als hij ergens aan begon... precies zoals hij er altijd op voorbereid was dat hij verkiezingen kon verliezen... ik denk niet dat dat zou gebeuren, maar hij praatte daar wel over... over burgerrechten. Soms, als dingen fout liepen, dan zei hij, ‘Wel, wie weet’... maar dan wist je dat het iets was wat gedaan moest worden. Je kon nooit echt een geweldige president zijn als je niet bereid was te aanvaarden dat mensen je haatten of dat je iets verloor wat belangrijk was. Denk maar weer aan dat hele gedoe om Profiles in Courage. En Quadros was daarvan precies het tegenovergestelde.
Herinner je je een bepaalde reactie op Goulart?[449]
Nee, dat was... diezelfde lunch, en ik was ziek. Volgens mij vond hij Goulart maar een onbetrouwbare figuur en, weet je, ik bedoel, nou ja, ik bedoel, weet je... Goulart maakte er toch een bende van, of niet?... van de economie en met de communisten... Ik dacht... ik geloof dat hij hem een oplichter en een boef vond en een... maar ik weet niet precies wat hij vond.
Hij had iets bijzonders... herinner je je iets bijzonders over Peru?
Ja, weet je, Prado van Peru was hier op staatsbezoek geweest. Hij was een nogal komische figuur. Maar hoe dan ook, toen hij omvergeworpen was... dat herinnert me eraan dat iedereen nu roept dat de Verenigde Staten de junta in Brazilië te snel hebben erkend omdat we erkenning [van de junta in Peru in 1962, waardoor Prado werd afgezet] hadden afgehouden of zo. We sneden...
We schortten de banden op en stopten met het sturen van hulp.
Dat is waar. En later schreef Pat... Rosita Prado, met wie Pat[450] op school had gezeten, een brief waarin stond: ‘U heeft het leven van mijn vader gered.’ Omdat ze Prado en, geloof ik, zijn vrouw gingen executeren. Door wat wij deden en zo, lieten ze hem vrij en lieten hem naar Parijs vertrekken. Maar, weet je, ze maakten het wel even moeilijk voor hen daar. Uiteindelijk werd het op de lange termijn beter, in plaats van dat ze alleen riepen, ‘Hoera, hoera, ze zijn omvergeworpen’... en ik denk... nee...
Nee, je hebt beslist gelijk.
Dat is zo, nee... ja.
Wat we deden was, we schortten alles op en zeiden dat we weer doorgaan als jullie ermee instemmen om bepaalde dingen te doen, zoals partijen politieke vrijheid geven, de persvrijheid herstellen, overeenkomen om verkiezingen te houden. Uiteindelijk stemden ze ermee in om dit soort dingen te doen en toen hebben we de banden weer aangehaald, en dat maakte een groot verschil.
In Brazilië juichte iedereen zo gauw de junta de macht had overgenomen, iedereen juichte gewoon. En dat was zo teleurstellend. Toen Betancourt hier was, had hij het er met mij over, twee maanden geleden. Hij zei dat alle... de helft van het Congres of parlement, wat dan ook, alle grote schrijvers, van iedereen werden de burgerlijke vrijheden ingeperkt. En dat was een van de meest hopeloze dingen van Latijns-Amerika... het verschil tussen Kennedy en Johnson. Het had invloed op alle landen. Jack zou het nooit op die manier gedaan hebben.
Charlie Bartlett speelde een rol bij het uitwerken van de voorwaarden met de nieuwe regering van Peru. Herinner je daar iets van?
Nee, dat wist ik niet.
Hij hielp... volgens mij waren Charlie en Berckemeyer[451] daarmee bezig. Was de Dominicaanse Republiek... speelde daar toen iets bijzonders? John Bartlow Martin of Bosch?[452] Niet veel, geloof ik.
Wel, hij zei alleen dat Bosch de enorme problemen nooit zou kunnen overwinnen. Weet je, hij wilde zo graag dat het werkte, maar het ging niet.
Wat was zijn algemene indruk van de Buitenlandse Dienst?
Oh, en van Buitenlandse Zaken.
Het ministerie van Buitenlandse Zaken.
Wel, dat was gewoon hopeloos, en hij moest er telkens gaan praten. Weet je, hij had in het begin zulke hoge verwachtingen van Rusk, nadat je in zijn dossier gelezen had wat de man was. En hij mocht hem in zekere zin persoonlijk. Ik bedoel, je kon nooit zeggen dat Dean Rusk gemiddeld is of zoiets, maar hij zag dat hij een soort marionet geworden was, echt, en hij begreep dat die man zo... wel, nooit durfde een besluit te nemen of een... hij kon nooit een beslissing nemen. Jack kwam dan ’s avonds thuis en zei: ‘Verdomme, Bundy en ik krijgen op één dag in het Witte Huis meer voor elkaar dan zij daar bij Buitenlandse Zaken in zes maanden.’ Ik herinner me dat ze een keer... ze hadden gevraagd om een of andere boodschap op te stellen voor Rusland, een heel onbelangrijke... Chroesjtsjov feliciteren met zijn verjaardag of zoiets... misschien wel iets belangrijkers... en dat er zes of elf weken voorbijgingen zonder dat er iets kwam. En toen... dit is een ander voorbeeld, veel later... toen ik terugkeerde uit Marokko vertelde ik hem over een briljante, jonge, heel laaggeplaatste man in onze ambassade daar, die verbonden was met de Geheime Dienst, die alle Berbertalen had geleerd en zo... die daar twee jaar had gezeten en nu overgeplaatst ging worden naar het Caribisch gebied of zoiets, en hij wilde zo graag in dat deel van de wereld blijven... naar Algerije of zo. Toen ik dat aan Jack vertelde, was hij echt kwaad, want hij zei: ‘Ik heb Rusk daar zes maanden geleden een brief over geschreven, dat je niet dat beleid aan moet houden dat je iedereen om de twee jaar verplaatst. Dat het veel beter zou zijn om hen wat kennis op te laten bouwen,’ of zoiets. En hij zei altijd dat het sturen van een bevel aan Rusk via Buitenlandse Zaken was als ‘post stoppen in een ongebruikte brievenbus’. En wat hij echt overwoog... je vroeg me een keer wat hij van plan was om na de verkiezingen te gaan doen. Dat was Dean Rusk lozen.[453] Maar hij vond het vreselijk om iemand te kwetsen. En ik zei: ‘Kan hij niet terug naar de Rockefeller Foundation?’ En hij antwoordde: ‘Nee, nee’... zo droevig. ‘Je weet dat hij dat allemaal opgegeven heeft. Hij heeft echt zijn schepen achter zich verbrand.’ Volgens mij speelde hij met de gedachte om McNamara op die plaats te benoemen, maar het was nog niet echt zeker omdat ik niet weet of hij dacht dat McNamara precies de juiste man was voor buitenlands beleid. En hij wilde Bundy niet laten gaan omdat hij Bundy naast zich nodig had. Maar hij wilde daar iemand hebben, weet je, die bijna was als McNamara of Bobby, die al die dingen weg konden spoelen... Het was zo grappig toen op een dag drie ambassadeurs binnenkwamen om hem gedag te zeggen en hij zei dat ze allemaal een gestreept overhemd droegen met een witte kraag en manchetten... je weet wel, heel Engels, met een paraplu aan hun arm... en twee van hen droegen wat hij noemde slavenarmbanden. Ik weet niet of hij armbanden bedoelde met een naamplaatje of van die olifantenharen armbanden.
Zo zien zijn ambassadeurs van de VS eruit, op weg naar hun post in het buitenland.
Ja, een ging er naar Afrika, en een ander naar het Nabije Oosten... ik weet niet meer, Libanon of Turkije of daar ergens. En dit soort lieve schatten kwam dan zijn kantoor binnen en hij was dan zo... weet je, het was het verkeerde idee van het soort mensen dat hij wilde dat werd uitgezonden. Hij wilde een wat stoerder Amerika laten zien. En hij belde Dean Rusk zo gauw de laatste zijn kantoor had verlaten... ik geloof dat het er geen drie op een dag waren, maar drie in een week... en zei: ‘Ik wil dat je een memo stuurt aan iedereen van de Buitenlandse Dienst dat niemand nog ooit slavenarmbanden mag dragen.’[454] Maar, weet je, dit was het soort mensen die uiteindelijk over Rusk heen walsten. En hij deed juist zo zijn best bij kleine... zoals, waar was Rusk? Hij was niet aanwezig op enig moment tijdens de raketcrisis of iets anders heel belangrijks, want hij moest naar een...
Nassau...
Oh, Nassau...
Hij ging niet naar Nassau omdat hij naar een diner moest van de buitenlandse ambassadeurs, het jaarlijkse diplomatieke diner voor de buitenlandse ambassadeurs in Washington.
Ja, dat soort kleine dingen, ik bedoel, hij werd een... Jack zei iets geweldigs over Angie Duke, op wie hij op een bepaalde manier zo trots was, omdat Angie de beste manieren van de hele wereld heeft en veel op dat terrein heeft geholpen. Maar Angie wilde niet langer hoofd van het protocol zijn en Jack was zo verrast dat hij weg wilde. Het werd Tanganyika. En Jack had gedacht dat hij...
Denemarken wilde.
Precies, dat hij een... dat hij een soort Bill Blair wilde zijn en naar al die party’s wilde. Hij was daarin overigens behoorlijk teleurgesteld door Bill Blair. Maar, weet je, hij zei: ‘Ik weet niet of Angie wel geschikt is voor Tanganyika.’ Maar hij was erg onder de indruk van het feit dat hij naar een land wilde waar het leven ruiger was en zoals ik het uitdrukte: ‘En die Afrikanen dan?’ Dan nog iets over Dean Rusk. Weet je, Jack was erg formeel. Hij noemde nooit iemand bij zijn voornaam totdat hij hem of haar goed kende. En Dean Rusk was het enige lid van zijn kabinet... misschien omdat hij ouder was en hij hem daarvoor niet had gekend... die hij ‘Mr. Rusk’ noemde, tot in het laatste jaar. Op een dag was het plotseling voorbij en noemde hij hem ‘Dean’. Maar mensen weten niet dat hij zo was. Het maakte deel uit van zijn Engelse... bewondering voor Engelse dingen. Hij hield er niet van als iemand hem ‘Jack’ of mij ‘Jackie’ noemde of... behalve tijdens de campagne, als ze het schreeuwen. Maar dan is het een teken dat ze je mogen. En zelf zou hij nooit iemand... Hij noemde mijn moeder en stiefvader ‘Mr. en Mrs. Auchincloss.’
Oh, echt waar?
Hij noemde mijn moeder wel ‘mummy,’ omdat hij dat een leuke naam vond... als een soort grapje. Maar hij noemde mijn vader altijd ‘Mr. Bouvier.’
Hij noemde je moeder nooit ‘Janet’?
Nooit. En toch, weet je, kende hij ze zo goed. Maar hij vond... vond het gewoon niet correct.
Hoe zat dat met een paar andere mensen van Buitenlandse Zaken? George Ball?[455]
Dat kan ik me niet precies meer herinneren, maar ik herinner me wel dat hij niet altijd even blij was met George Ball.
En dan natuurlijk die arme, oude Chester.
Oh, ja, Chester. Chester Bowles kon tijdens een vergadering urenlang doorgaan over wat we nu weer zouden moeten gaan onderwerpen... dat we de modderhutten niet langer moeten koloniseren en de standaard verheffen van de, bla... je weet wel, urenlang die rollende volzinnen, en dan zei Jack: ‘Ja, Chester, maar dat vraag ik je niet. Ik vraag je wat we aan dit probleem zullen gaan doen... X, Y of Z.’ Iets eenvoudigs, en Chester had nooit een antwoord. En dus kon hij niet wachten om hem eruit te gooien.
Hij mocht Averell.
Ja, Averell mocht hij. Walt Rostow[456]... dat was grappig. Op een avond was ik voor een lezing bij de Dillons thuis. Jack was de stad uit om ergens een toespraak te houden en hij belde me op. Ik werd uit de kamer geroepen en hij zei: ‘Waar gaat de lezing over?’ Ik antwoordde: ‘Het is Walt Rostow, hij heeft het over onderontwikkelde landen.’ Er waren veel mensen, jij was er, en Bundy, iedereen was er. Toen zei hij, zo hard dat ik mijn hand op de hoorn moest leggen: ‘Jezus Christ! Je bedoelt dat al die mensen daar... Walt Rostow heeft al die mensen daar in de val gelokt om naar hem te luisteren?’ Omdat hij echt dacht dat Walt Rostow maar door en door zou praten en dat het niet om aan te horen was. Hij zei: ‘Ik ben blij dat ik niet bij die lezing ben.’ Maar hij mocht hem. Hij heeft nooit iets naars over hem gezegd. Hij vertelde dat Jerome Wiesner altijd door zijn deuropening gluurde.[457] Hij liep dan door Mrs. Lincolns kantoor en gluurde naar binnen... hij zei dat hij er gek van werd. Iedere keer als de deur openstond, verscheen Wiesners hoofd even om de hoek en hij werd er ten slotte zo gek van dat hij zei, ‘Oké, kom binnen of verdwijn’, en het was meestal om iets onbenulligs.
Hij mocht Wiesner toch wel, geloof ik.
Oh, ja.
Over dit... als het ging om het benoemen van ambassadeurs, dan was er altijd het.... Buitenlandse Zaken wilde altijd iemand van de Buitenlandse Dienst benoemen en de mensen van het Witte Huis wilden altijd iemand die niet van de Buitenlandse Dienst afkomstig was, iemand als Bill Attwood of zo. Heeft hij het ooit over dit algemene probleem gehad?
Net als ik al zei, dat de ambassadeurs van de Buitenlandse Dienst altijd zo vreselijk waren. Weet je, soms moest je er gewoon wel een sturen. Je kon Buitenlandse Zaken niet totaal demoraliseren. Dan ging hij erheen om eens een praatje te houden en ze te vertellen... en dat praatje bereidde hij ook echt voor. Hij zei dat het zo verschrikkelijk was op Buitenlandse Zaken. Ze waren zo snel gedemoraliseerd. Ze lijken er wel op getraind om geen enkel standpunt in te nemen, maar tegen de tijd dat ze hoger geworden zijn... hij zei ook dat jongere mensen sneller moeten promoveren... dan kunnen ze je helemaal geen antwoord meer geven, alleen een antwoord dat geen antwoord is... aan alle kanten ingedekt. Dus het hele punt van de toespraak die hij daar gaf was dat je erop moet zijn voorbereid dat je een of ander antwoord geeft, en je erop voorbereid moet zijn dat je naar het Congres gaat om daar... ik weet het niet. Alleen dat hun opleiding fout was en dat ze gehersenspoeld waren tegen de tijd dat ze daar aankomen en dan meestal te uitgeblust om nog iets goeds te kunnen doen, wat de maatstaf lijkt te zijn waar de mensen op Buitenlandse Zaken zo’n bewondering voor hebben. En om maar iets behoorlijk boeiend en onaardigs over iemand te zeggen die een vriend was, wat Jack nooit tegen me had gezegd maar ik later begreep, hij kwam me deze winter nog opzoeken... over Chip Bohlen. Hij mocht Chip Bohlen erg graag en als Chip Bohlen in de buurt was... dan plaagde ik Chip Bohlen wel eens en zei ik dat hij te bekrompen was of te Buitenlandse-Zakerig. Ik zag deze kant van kleine dingen gewoon. Maar hij werd vlak voor de raketcrisis uitbarstte benoemd tot ambassadeur in Parijs.
Dat is waar.
En Bobby vroeg hem nog om te blijven en ik denk dat Jack hem had gevraagd, maar misschien maar vaagjes, maar Chip Bohlen kon niet wachten om op die boot te komen.[458] Ik zei afgelopen winter tegen hem... hij was me hier komen opzoeken... zoiets als, ‘Waarom was jij er niet bij?’ En Bobby vertelde me dat hij zo graag had gewild dat Chip Bohlen bleef omdat hij al zo lang hun adviseur was waar het Rusland betrof en Llewellyn Thompson pas net binnen was komen vallen en dat ze Thompson helemaal niet zo goed kenden. Dus gingen ze de crisis in met een nieuwe Ruslandspecialist. Maar Bohlen wilde per se die boot halen... hij overwoog niet eens een vliegtuig. En dus zei ik tegen Bohlen: ‘Vind je het niet jammer?’ ‘Je hebt het gemist’ of ‘Waarom ging je?’ En hij zei: ‘Oh, ik dacht niet dat het zo belangrijk was. Het zag er niet zo erg uit.’ En toen zei hij: ‘Ik dacht dat ik daar misschien meer kon doen, van die kant.’ Wat gewoon flauwekul was want hij zat er pas net. En hij zei: ‘Was het echt zo ernstig? Zo kwam dat op mij niet over.’ Ik dacht: ‘Mijn hemel, het grootste, allervreselijkste dat je in je leven mee hebt gemaakt... en alles wat jij erover kunt zeggen is, dat het niet zo ernstig was?’ Het punt is dat zelfs Chip Bohlen zo doordrenkt was... terwijl hij een briljant man is... van dat Buitenlandse-Zakendenken dat dat het belangrijkste voor hem was. Dat hij eindelijk tot ambassadeur in Parijs was benoemd waar hij onder Johnson hoopte en aannam dat hij zou blijven, zo vertelde hij me. Maar toen dat gebeurde, kon het hem niet schelen wat er verder aan de hand was, hij ging er gewoon naartoe. Hoewel ik Bohlen erg mag, kreeg ik wel veel minder achting voor hem.
Ik weet het, het is volstrekt onbegrijpelijk. Ik deed iets met orale geschiedenis met hem en hij vertelde dit ook allemaal en toen ik verder vroeg, kreeg ik hetzelfde niet-overtuigende antwoord. Hij zei: ‘Wel, alles stond al klaar en als ik naar Parijs ging, kon ik daar uitleggen wat ons beleid was.’ Het was niet overtuigend. Maar hij mocht de president en zei één geweldig ding over hem. Hij zei... ik bedoel, ik heb het op band dat hij zei... ‘Toen de president vermoord werd en Johnson kwam, had ik het gevoel dat de toekomst plaatsmaakte voor het heden of verleden.’
Oh, en dan was er nog iets van hem wat me teleurstelde... hij noemde... hij was aanwezig bij de ceremonie waarbij ze een straat in Parijs naar Jack vernoemden en hij stuurde mij zijn toespraak. Eén regel ervan luidde, hoewel er ‘een zekere droefheid hangt over deze dag’, toont het vernoemen van deze straat aan dat de Frans-Amerikaanse relaties... is een grote stap voorwaarts voor de Frans-Amerikaanse relaties of zoiets. Wel, ik dacht alleen dat deze dag une certaine tristesse was, de juiste woorden waren. Ik wilde hem terugschrijven... maar de arme man had me die toespraak toegestuurd, dus natuurlijk probeerde hij zijn best te doen... en dan zeggen: ‘Is dat alles wat je van deze dag vindt? Een zekere droefheid? Je klinkt als Hervé met je “Frans-Amerikaanse relaties”!’ Dus, Bohlen had zoveel maar hij deed niet... ik weet niet, iets extra’s.
Hij is de beste van alle functionarissen van de Buitenlandse Dienst, maar zelfs hij is op een of andere manier gedeformeerd geraakt door dat...
En, bijvoorbeeld, als hij, en hij is briljant, minister van Buitenlandse Zaken was geworden, dan zou dat toch niet goed zijn geweest, want hij zou eerst aan zichzelf denken, en dat was precies wat Jack eruit wilde hebben... de mensen die eerst aan zichzelf dachten.
Wat het binnenland betreft, het economisch beleid en zo, Walter Heller.[459]
Ik weet niet precies wat hij vond van wat Walter Heller deed of wat dan ook. Hij had niet dezelfde persoonlijkheid als Walter Heller, dus terwijl Galbraith en wie dan ook wel eens in huis kwam of kwam eten, zagen we Walter Heller nooit. Ik geloof dat hij dacht dat hij heel veel dingen liet uitlekken, toch?
Ja, vermoedelijk dacht hij dat.
Of dat hij met de pers praatte of zoiets. Ik bedoel, ik heb hem nooit iets horen zeggen wat tegen Walter Heller was. Ik vond Walter Heller altijd een soort... wel, een eikel als je hem ontmoette. Ik kon nooit geloven dat hij zo’n briljante econoom was.
Hij deed het wel goed, geloof ik...
Maar...
En is heel ongelukkig... sindsdien.
Ik heb hem nooit gehoord... maar, ik bedoel, we gingen niet... Jack en ik wisten niets van economie, dus... ik denk dat hij vond dat hij het prima deed.
Over het Hooggerechtshof heeft de president...
Oh, hij mocht Douglas Dillon heel graag.
Ja.
Maar... en hij had veel achting voor Dave Bell.
Ja, hij steunde zwaar op... toch?... Dave Bell. Toen Kermit Gordon hoofd begroting werd,... was er toen een bepaalde reactie?[460]
Ja, dat kwam omdat hij wat wilde? Dave Bell...
Dave ging naar het AID.
Het AID, ja.
Maar Gordon ging niet...
Ik weet daar niets van. Was hij niet bedroefd dat Dave Bell weg moest als hoofd begroting? Ja, daar was hij echt bedroefd om.
Hij dacht dat Dave de enige man was die de situatie bij het AID kon oplossen.[461] Je herinnert je dat Fowler Hamilton[462]...
Oh, dat is waar. Hij was heel bedroefd over de manier waarop het verder ging met Fowler Hamilton. Ik kan het me niet precies herinneren, maar het leek alsof hij... oh, nee, nee, Labouisse.[463]
Labouisse.
Labouisse. Het leek alsof hij ontslagen was vanwege incompetentie of zoiets, en hij... Jack wilde zo graag dat het zo uitkwam dat hij promotie maakte tot ambassadeur in Griekenland. Maar ja, het verhaal kwam uit en het speet hem voor Labouisse... hij was bedroefd. Het laat weer eens zijn zachte kant zien.
De president benoemde twee leden van het Hooggerechtshof, dat herinner je je, Byron White[464] en Arthur Goldberg. Had hij het vaak over het Hof of over...
Wel, ik herinner me dat hij echt blij was dat hij twee rechters mocht benoemen en ik geloof dat hij vond dat het goede benoemingen waren.
Ja.
Ik weet dat opperrechter Frankfurter graag wilde dat hij Paul hoe heet hij ook alweer zou benoemen.
Paul Freund.[465]
Ja. En hij wist dat hij dat wilde. Hij was... hij ging een paar keer bij Frankfurter op bezoek en een keer... nam hij hem mee naar zijn kantoor. Maar hij wilde Goldberg hebben.
Hij was een... hij en Bill Douglas waren altijd... tenminste, Bill Douglas... was een goede vriend van Mr. Kennedy.[466]
Van zijn vader, en eigenlijk van Bobby. Ze reisden altijd door heel Rusland en zo samen. Wij zagen Bill Douglas niet vaak, maar ik geloof dat hij hem mocht.
Hij kwam niet vaak in het Witte Huis.
Nee, nooit.
Nooit.
Maar dat gold voor al die mensen. Arthur Goldberg kwam in de tijd van de arbeidswet vaak bij ons in ons huis in Georgetown langs, maar dat was altijd voor het ontbijt. En Arthur Goldberg... ik zei eens een keer tegen Jack... tijdens een of ander diner waarbij ik naast hem had gezeten... ‘Hij is de grootste egoïst van alle mannen die ik ooit in mijn leven heb ontmoet.’ En zo is het. Ik heb nooit een man ontmoet die nooit ophoudt met over zichzelf te praten.
Ja, hij doet dat op een soort onschuldige, vrolijke manier, maar het is vermoeiend.
Nou, ik vind het verschrikkelijk. Ik weet niet zeker of Jack geen vergissing heeft gemaakt door hem in het Hooggerechtshof te zetten, want daardoor lijken mensen zich steeds bijzonderder te gaan voelen.
En omdat ze dan uit het nieuws zijn, hebben ze het gevoel dat ze dat moeten compenseren door meer te gaan praten over...
En de beslissing waarvan ik dacht dat hij afgelopen winter... je weet wel, die na Jacks dood genomen werd, dat geval waarin het goed gevonden wordt dat over iemand in de pers alles gedrukt mag worden, zelfs smaad. Het is wat ingewikkelder dan dat, maar je weet nog wel.
De kwestie The New York Times.
Ja. Maar dat leek zoiets vreselijks om te doen... en Goldberg was degene die volhield dat het moest en zei dat het zelfs kwaadwillig en onwaar kon worden. Terwijl ik dacht, dat is dan vlak na die advertentie in Dallas, met die foto van Jack... ‘Gezocht voor Verraad’. En daar ga je, degene die door jou benoemd is die zegt dat allemaal, zelfs dit, oké is? Maar dat komt omdat het Hooggerechtshof zo alleen staat. Ze worden nooit beïnvloed door de kranten of wat dan ook. Dus Arthur Goldberg zal binnen een paar jaar steeds meer gaan gloeien van trots. Nou ja, Jack zei geloof ik altijd dat hij de briljantste arbeidsjurist was die ooit heeft geleefd.
Hoe zat het met de president en de pers... wie waren er, buiten Charlie Bartlett en Ben Bradlee...
Ik geloof dat veel van onze vrienden van voor het Witte Huis van de pers waren. Ik bedoel, je hebt Rowlie Evans, Hugh Sidey... Bill Lawrence, met wie hij golfde.[467] Weet je, eigenlijk mocht hij ze wel. Ik had altijd gedacht dat politiek en pers in Washington... je bent allebei betrokken bij hetzelfde. Zoveel van zijn vrienden zaten er. Bill Kent uit Florida was er wel eens. Hij hield van het soort scherts en zo dat je met ze kon hebben. Veel meer dan met zijn collega’s in het Congres, ook al hadden we er daar ook een paar. En dan... mensen zeiden altijd dat hij zo lichtgeraakt was waar het de pers betreft, maar dat was helemaal niet zo. Het was zo grappig, want op een avond plaagde Ben Bradlee hem... Oh nee, hij zei tegen Ben Bradlee dat iets wat er was gepubliceerd, niet waar was. Op een avond kwam Ben Bradlee binnen voor een etentje, ziedend omdat in een artikel in een of ander Republikeins krantje waar zijn conservatieve schoonmoeder op was geabonneerd, dat geschreven was door... niet Tony Lewis, maar Tony iemand die voor Nixon schreef...
Ralph de Toledano.[468]
Ralph de Toledano had iets naars geschreven over Ben Bradlee. Je zou denken dat dat op de voorkant stond van The New York Times. Maar het waren maar één of twee zinnen, en Ben was ziedend. En Jack leunde... ik bedoel, hij wreef het er niet nog eens extra in, maar leunde achteruit en keek geamuseerd en zei: ‘Wel, kijk eens hoe jullie je voelen als er iets oneerlijks geschreven is.’ Het enige waarvan hij toegaf dat het een vergissing was geweest, was het opzeggen van de Herald Tribune.[469] In het begin was hij wel een beetje meer zo, maar aan het einde zei hij nooit meer onaardige dingen, of als ik tegen hem zei als ik thuiskwam, ‘Oh, die en die vind ik zo verschrikkelijk’, dan zei hij: ‘Denk er niet over na. Lees die dingen niet.’ Hij aanvaardde het gewoon als een deel van de... weet je, als er iets goeds in stond, dan vertelde hij dat niet. Dan zei ik, ‘Was het niet geweldig wat...’ ik weet het niet ‘die en die vandaag heeft geschreven?’ Als ik zoiets [in de kranten] kon vinden.
Hoe zat het met de grote mannen van de pers, zoals Lippmann en Scotty en al die anderen... en Joe Alsop?
Joe was een vriend. En volgens mij... Lippmann en Reston... Reston was ontzettend hypocriet en eigenlijk... dus zijn zij nooit vrienden geworden. Ik bedoel, ik weet zeker dat Jack ze in zijn kantoor zag en zo. En natuurlijk waren zij jaloers of rancuneus omdat er nu voor de eerste keer een president zat die waarschijnlijk slimmer was dan zij, die jonger was, die... Lippmann had twee dingen tegen Jack: deels zijn vader en deels dat hij katholiek was, vreemd genoeg. Je hoort dit in gesprekken met andere mensen, maar hij heeft dit nooit weg kunnen zuiveren uit zijn...
Ja. Volgens mij is Lippmanns vrouw een ex-katholiek. Ze werd katholiek opgevoed en ze zat in een klooster en brak met het geloof en ik denk dat dat er iets...
Ik herinner me dat...
Hoewel, weet je nog dat Lippmann in 1960 geweldige columns schreef?
Ja. Ik herinner me niet meer precies wat ze schreven en wat niet, soms. Maar... ik bedoel, hij wilde bij hen niet kruipen. Hij wilde niet vleien. Bij de pers zag hij de mensen die... hij mocht. Iemand die leuk is, zoals Bill Lawrence, alleen... je weet wel.
Maar je vond niet dat hij overgevoelig was...
Mmm-mmm. [Ze bedoelt nee]
...wat de pers betreft. Iets wat veel mensen over zijn regering hebben geschreven is dat geen regering meer geïnteresseerd was in het eigen imago, om dat weerzinwekkende woord maar eens te gebruiken, en zo.[470]
Voor mij is het alsof je over iemand anders leest... weet je, het is zo niet waar. Toen hadden ze het alleen nog maar over de public relations, hoe we die voor de... tijdens... voor de campagne deden en dit en dat, en ons imago. Waaraan ik nooit als een imago had gedacht. Er zat nooit iemand in de public relations, behalve... Charlie Bartlett zei altijd: ‘Je doet te veel [interviews voor] artikelen.’ Maar hij zei tegen Charlie: ‘Weet je, ik heb er zoveel... veel tegen me. Het enige... en in een bepaalde positie die misschien niet de beste is om te krijgen waar ik me op richt... de nominatie. Maar met deze manier, wel, weet je, om steeds meer bekendheid te krijgen door ze te blijven bombarderen.’ Dus veel van de dingen van public relations bestonden eruit dat, als ze om interviews vroegen, hij die dan ook gaf. Maar hij liet zich niet door iemand adviseren en hij dacht nooit aan ons imago. Feitelijk was ons imago... als je eraan denkt hoe onvoorstelbaar het eigenlijk was, ik was altijd een risico voor hem tot we in het Witte Huis zaten. Hij heeft me nooit gevraagd om te veranderen of er iets over gezegd. Iedereen dacht dat ik een snob uit Newport was met wijd uitstaand haar en Franse kleren, die een hekel had aan politiek. En toen ik er niet meer bij was omdat ik die baby’s kreeg, kon ik niet meer mee op campagne, weet je, en zoveel bij hem ik de buurt zijn als ik wel zou hebben gewild. Hij was zo kwaad als er zoiets over mij verscheen. En soms zei ik: ‘Oh, Jack, ik wilde... weet je, het spijt me voor jou dat ik niks waard ben.’ En hij wist dat het niet waar was en hij wilde niet dat ik veranderde, ik bedoel, hij wist dat ik van hem hield en ik alles deed wat ik kon, en toen ik met hem op campagne ging, deed ik mijn uiterste best en sprak ik in heel Massachusetts Frans om Henry Cabot Lodge uit te schakelen... totdat mensen met me praatten en verrast waren dat ik ook Engels sprak! Hij was, weet je, trots. Dus hij vroeg me nooit... ik was het grootste risico en dan was Lee er... prinses Radziwill en zo. En... en ik was zo gelukkig. Ik herinner me dat ik dacht, als je eenmaal in het Witte Huis zit... maar dat geldt voor iedere presidentsvrouw. Alles wat slecht was, is nu nieuw en dus ineens interessant. Dus dat je dan fatsoenlijk Frans eten krijgt is een plus in plaats van een min... en als je het niet lekker vindt, blijf dan in de keuken om Irish stew te maken. Toen ik de rondleiding door het Witte Huis had gemaakt, was hij zo trots op me. Hij liet dat ook merken en vroeg mensen ernaar. En toen deed ik de gids, ondanks de bezwaren van al die mensen. Iedereen in de West Wing zei hoe erg het zou zijn om voor iets te moeten betalen in het Witte Huis.[471] Maar hij was trots op me en ik was zo blij dat ik eindelijk iets gedaan had waar hij trots op kon zijn. Maar, ik bedoel, dat laat wel zien dat hij niet met zijn imago bezig was, anders had hij me wel een permanentje laten nemen zodat ik op Pat Nixon leek. Je weet wel ‘Pat en Dick’, en nooit zou hij... nooit liep hij hand in hand met me in het openbaar of legde hij een arm om me heen, of... omdat hem dat tegenstond, zoals ik denk dat voor iedere getrouwd paar... Hij deed dus niets voor zijn imago. En hij zei wel... soms zei hij dat ik hoeden moest dragen in plaats van sjaals[472]... oh, en al die brieven dat mijn jurken te kort zouden zijn. Ik zei, ‘Maar ze zijn niet te kort’, en dan zei hij: ‘Ik denk dat je gelijk hebt.’ Maar, weet je, hij zei nooit, ‘Maak ze dan langer...’
==
De president en Jacqueline Kennedy begroeten gasten tijdens een receptie in het Witte Huis, die gehouden werd ter gelegenheid van het eeuwfeest van de Proclamatie van Gelijke Rechten, die in 1963 werd gehouden op Lincolns verjaardag (12 februari)
Probeerde hij je nooit te vragen om te... niet stopen met je te gedragen... op te houden met jezelf te zijn om enige politieke reden of vanwege public relations?
Nee. En ik denk dat hij het fijn vond dat ik was zoals... ik bedoel, hij wist dat ik me als mezelf gedroeg en dat ik het liefst wat op de achtergrond bleef. Ik denk dat hij dat in een vrouw waardeerde. Hij trouwde echt met me om hoe ik was, maar toen, toen dat politiek niet werkte, vroeg hij nooit of ik wilde veranderen, en dat vind ik zo aardig van hem. Want hij wilde op geen enkele manier namaak zijn, en hij wilde niets mooier maken dan het is wat zijn kinderen betreft en hij wilde [op campagne] geen baby’s kussen, en dat alles werd dus geschreven door mensen die hem niet begrepen. Het enige wat hij was, wat mensen niet kunnen begrijpen, dat was... wat ik voor die arme Nixon zo vervelend vond, die zo in het nadeel was... Jack was de meest onzelfbewuste persoon die ik ooit heb ontmoet. Hij had gewoon van nature die aantrekkingskracht in een menigte of in een ruimte. Hij was onzelfbewust over rondlopen met een handdoek om zijn middel. Als die viel of wat dan ook, weet je, dan deed hij hem weer om, maar... Zoveel mensen zijn verlegen of zenuwachtig in het openbaar, of als ze in het openbaar moeten optreden. Nixon was dat en, weet je, hij zweette en zo. Dus mensen die niet erg zeker van zichzelf waren of niet zo wonderlijk op hun gemak waren als Jack, waren in zekere zin jaloers en weet je, schreven hem allemaal rare dingen toe die helemaal niet waar waren. Hij was gewoon zo natuurlijk.
==
De president, de vicepresident en de first lady begroeten Gordon Cooper in het Witte Huis. Cooper was astronaut van het laatste Mercury-ruimtevaartuig, waarmee hij in mei 1963 een vlucht van ruim twee dagen maakte
Wat vond hij van de staf van het Witte Huis?
Wie bedoel je?
Wel, de... we hebben het hier over wat ze deden in het openbaar. Pierre en...
Ik geloof dat hij... weet je, ze allemaal mocht. Ik was vaak heel kwaad op Pierre omdat hij zich vaak aanstelde en daarmee beschermde hij mijn kinderen helemaal niet. Ik bedoel, hij gaf eens een lang interview over een of ander dronken konijn.[473] En ik viel hard uit tegen Pierre en zei het ook tegen Jack, maar er is iets heel aardigs aan Pierre. Je kunt echt de vreselijkste dingen tegen hem zeggen, wat ik ook wel heb gedaan, en nooit draagt hij je dat na. Het is dan gewoon over, klaar. En Jack was Pierre daar echt dankbaar voor. Zoals ik het nu bekijk, zonder Jack, dan begrijp je dat de staf van het Witte Huis de meest bijzondere groep mensen is, die allemaal zo anders zijn... die nu, een heleboel van hen tenminste, een hekel hebben aan elkaar. Ik bedoel, misschien hadden ze dat toen ook wel, maar toen wist je dat niet. Maar ik bedoel, je had de Ierse maffia. Dan had je Pierre. Dan had je Mrs. Lincoln, die jaloers was op iedereen die in de buurt van Jack kwam. Dan had je die professoren... je weet wel, jij, Bundy, Ralph Dungan, Mike Feldman.[474] En allemaal aanbaden ze Jack en wisten ze... en dan had je mij nog en ons privéleven en onze vrienden. Allemaal bij elkaar gebleven omdat ze wisten dat hij achting had voor ieder van hen en dat ze hun uiterste best deden. En hij mocht ze allemaal, en zij mochten hem. En Jack hield het bij elkaar, dit bonte zootje, dat nu... sommigen van hen, tenminste de Ieren... zo verbitterd zijn over al die anderen daarbinnen.[475] Maar dat zag je nooit.
==
John F. Kennedy als gastheer tijdens een privédiner in het Witte Huis, 9 februari 1962
==
President Kennedy en Jacqueline Kennedy in gesprek met Isaac Stern tijdens een diner ter ere van André Malraux, 1962
Ik vond het de allerbijzonderste harmonieuze samenwerking. En weet je, iedereen waarschuwde me voordat ik er kwam werken, dat er vetes zouden zijn en haat en nijd en dat soort dingen. Ik had geen enkele... het leek mij gewoon de best mogelijke ervaring om om te gaan met... de mensen rond de president vanwege de manier waarop hij, weet je, met iedereen omging.
Ja. En ik vond vaak dat het... wel, niet precies, maar je weet wel, je hoort wel zeggen dat moederliefde oneindig is en dat het niet zo is als je van twee kinderen houdt... en dan, als je er negen hebt, dat dat dan zou betekenen dat je ieder van hen naar verhouding minder liefhebt. Maar er was helemaal geen jaloezie, er waren geen lievelingetjes. Niemand heeft ooit gedacht dat Jack een lievelingetje had...
Dat is zo.
...behalve misschien Dave Powers, die een lievelingetje was van wie iedereen hoopte dat hij een lievelingetje voor hem zou zijn... iemand die hem hielp te ontspannen, weet je. Maar lievelingetjes had hij niet. En op die manier konden ze allemaal samenwerken. Er was geen intrige van wie is ‘in’ en wie is ‘uit’. En zoals Kenny zei... hij gaf Kenny geen positie waar hij de man was waar iedereen altijd langs moest als je bij de president wilde zijn. Ze konden ook om de deur van Mrs. Lincoln gluren of anders kon Tish wel iets regelen... weet je, er waren zoveel manieren.
==
President Kennedy in gesprek met Pearl S. Buck en Jacqueline Kennedy met Robert Frost tijdens een bijeenkomst waarop Nobelprijswinnaars werden gehuldigd, 1962
Ja.
Hij was zo toegankelijk, en toch kreeg hij zoveel meer gedaan... dan nu. Hij was toegankelijk, maar als hij werkte, werkte hij ook echt. Hij brak geen dingen af.
Wanneer zag de president de kinderen?
Hij zag de kinderen... Heb ik je nooit verteld hoe een hele dag van ons eruit zag? Hoe George Thomas iedere morgen rond kwart voor acht op onze slaapkamerdeur klopte, en dan ging hij naar zijn eigen kamer en kwamen de kinderen binnen. Dan zetten ze de televisie aan, en dan ook keihard, en ontbeet hij in een stoel met een dienblad op schoot terwijl hij... de ochtendkranten las, door al zijn boeken met actuele informatie ging of, weet je, door al die getypte vellen... zijn agenda voor die dag.
Dat deed hij voordat hij zich had aangekleed?
Ja. Hij... ja, hij had een soort...
Een kamerjas aan of zoiets.
Nee, eerst nam hij een bad en dan kwamen de kinderen er ook in terwijl hij in bad zat. Ik vertelde je al dat Johns speelgoed naast het bad lag. En dan ontbeet hij in zijn overhemd en onderbroek. En op de televisie... goh, soms stond die erg hard, want het... Soms had ik eigenlijk gewoon zin om tot negen uur in bed te blijven. Maar vaak kwam ik ook binnen en zat ik daar bij ze. Maar dan kwamen de tekenfilms, en die vreselijke ochtendgymnastiekman, Jack La...
LaLanne, ja.
Dus zette Jack hem wat zachter... en dan kwam Jack LaLanne, en hij vertelde Caroline en John dat ze moesten doen wat ze op de televisie deden, en dus lagen ze op de grond. Soms bukte hij met John om hun tenen aan te raken. Maar hij liet ze liever rondhollen. Hij hield ervan als die kinderen om hem heen holden op deze... sensuele manier, dat is de enige manier waarop ik eraan kan denken. Tijdens de ochtendpauzes kwam hij altijd de tuin in en klapte in zijn handen en dan kwamen al die kleintjes van school aangerend.[476] De onderwijzeressen... hij riep altijd zijn twee lievelingetjes, Caroline en Mary Warner. En dan zei de onderwijzeres dat het niet eerlijk van hem was dat hij ze snoep gaf. Ze vertelde Caroline dat ze alleen een snoepje kon eten als er genoeg was voor de hele klas. En dus liet Mrs. Lincoln een blik Barracinisnoepjes komen. Soms ging hij uit of, als ik met John in de buurt was, dan riep hij ons even in zijn kantoor en dan stuurde hij John weg en speelde die met de typemachine van Mrs. Lincoln. Dan kwamen ze ’s avonds, aan het einde van zijn werkdag en speelden dan in zijn kantoor. Een van de laatste dagen, zo herinner ik me... wel, weet je, er is zo’n prachtige foto waar ze allemaal praten over Berlijn en Jack... wat een verschrikkelijk soort crisis was... en toen kwam John van onder het bureau aangekropen. En toen kwam op een van die laatste dagen de hond Charlie binnen en beet John in zijn neus en moest Bundy dokter Burkley gaan halen.[477] Je weet dat de kinderen nooit zo wild waren, maar hij wilde met ze ravotten en soms ging hij met ze zwemmen... of anders, als de dag niet helemaal gelopen was zoals hij had gewild, dan kwam hij voor het avondeten naar boven, wie we ook voor het diner te gast hadden, en dan kwamen ze binnen. Je weet wel, dan nam hij even tijd voor ze terwijl ze hun pyjama al aan hadden. Hij speelde echter altijd eerst even met hen, zelfs als er een staatsdiner was. Hij zei altijd... of zelfs als het maar een staatslunch was of een lunch met slechts één gast. Gewoonlijk was ik dan ook in de kamer en dan zei hij: ‘Ga de kinderen maar halen!’ En natuurlijk deden ze dan net een dutje in hun ondergoed of zo en dan moest ik ze komen brengen in hun ondergoed omdat hij je nooit van tevoren waarschuwde. Maar hij vond het heerlijk om ze in de buurt te hebben. En toen leerde... hij leerde Caroline echt zwemmen. Hij liet haar duiken van de duikplank. Hij liet haar in de laatste kerstvakantie de hele lengte van het zwembad in Florida overzwemmen. Nou ja, toen ze een kwart had gehad, zwom ze de rest onder water. Hij zei, ‘Kom op, je haalt het wel!’ Weet je, hij deed zo veel met ze. En hij vertelde haar al die verhaaltjes. Hij verzon ‘De witte haai en de zwarte haai’ en ‘Bobo de lobo’ en ‘Maybelle’... over een meisje dat zich in het bos verstopt. Op een dag was hij helemaal wanhopig en ik vroeg: ‘Wat is er?’ Hij zei: ‘Goh, je moet een paar boeken voor me halen of zo. Mijn kinderverhaaltjes zijn op.’ Hij zei: ‘Ik heb Caroline net verteld hoe zij en ik drie Japanse straaljagers hebben neergehaald.’ Maar...
==
Het schooltje in het Witte Huis
John en Caroline op bezoek bij hun vader