_________
16
Zomerspelen - Dag 1
Twee dagen later gaf president-directeur-generaal Autumn stipt om tien uur het startsein voor de Zomerspelen met een speech in de Grote Zaal. Er hing een opgewekte, maar tegelijk ook gespannen sfeer. Deelnemen is misschien wel belangrijker dan winnen, maar winnen is toch altijd leuk.
‘De proeven worden verspreid over twee dagen’, zei Autumn in de microfoon, die deze keer wel werkte. ‘Elke klas legt dus vandaag de eerste vijf proeven af en morgen de rest. Geniet ervan, maak veel plezier, maar onthoud tegelijk ook dat u de eer van uw school verdedigt. U moet er dus alles aan doen om uw proef te winnen, net zoals u er later alles aan zal moeten doen om een zaak tot een goed einde te brengen.’
Autumn keek de zaal rond. Die was helemaal vol nu ook de Amerikaanse leerlingen er waren. Maar ondanks het vele volk was het zoals steeds bij een toespraak van Autumn muisstil.
‘U bent voldoende gebrieft door uw verantwoordelijken, dus u weet wat u te doen staat. Dames en heren, de Zomerspelen zijn geopend! Dat de beste mogen winnen!’
Meteen werd het rumoerig in de zaal en de leerlingen haastten zich naar buiten. Sam en Daphné moesten pas zondag in het strijdperk treden, dus vandaag zouden ze de rol van aanmoedigers moeten spelen. Veel zou er van aanmoedigen echter niet in huis komen, want Sam zat met zijn hoofd bij de ruil die die avond zou plaatsvinden. De meeste proeven konden ze live volgen, maar de racewedstrijd en de achtervolgingsproef werden getoond op grote schermen die waren opgesteld op het binnenplein.
David moest de spits afbijten voor klas A. Hij voetbalde tegen een beer van een jongen voor het eerste punt. Zijn tegenstander had het voordeel dat hij heel hard tegen de bal kon trappen, waardoor het voor David soms moeilijk was zijn schoten af te stoppen. David was echter veel behendiger en wurmde zich keer op keer voorbij de mastodont van de CIA. Sam juichte hem toe.
‘Komaan David, blijf die schijnbewegingen doen! Hij trapt er elke keer in!’
David had voor de gelegenheid een oud truitje van zijn voetbalheld Diego Maradona opgediept. En hij deed zijn idool eer aan. Overstapjes, schijnbewegingen, plotse versnellingen en veel zolenwerk, het was alsof de oude voetbalmeester zelf weer op het veld stond.
De wedstrijd was gauw afgelopen. Door het zo hard te spelen, kon de CIA-jongen af en toe nog milderen, maar David won makkelijk met 10-5. Een leuke opsteker voor klas A, dat meteen met een punt voorsprong mocht beginnen.
Voor de middagpauze stond er nog de aardrijkskundeproef op het schema. Omdat het weer al de hele week uitstekend was, vond ook deze proef buiten plaats. Sam en Daphné gingen kijken om Anne aan te moedigen, maar veel viel er niet te beleven. Anne en haar concurrent - Joe Foster, de sympathieke knul, waarmee Sam enkele dagen had opgetrokken - zaten elk aan een tafeltje en losten op een draagbare computer vraagjes op. Anne zag er wat bleekjes uit, omdat ze bijna de hele nacht was opgebleven om te studeren. Om te winnen op de Zomerspelen waren velen bereid om zichzelf uit te putten. Ze werkte snel door en had twee minuten minder nodig dan haar tegenstander om de proef af te leggen. Helaas was snelheid niet de vereiste om te winnen. De computer berekende de uitslag. Enkele seconden was het bang afwachten tot de score op één van de grote schermen duidelijk werd:
De School: 198,1 - CIA-jongeren: 198,1
Gelijke stand! Dat was nog nooit gebeurd bij de aardrijkskundeproef. Gelukkig was De School, zoals het een geheim agentenschool betaamt, er wel op voorbereid. Het systeem was ongeveer hetzelfde als penalty’s bij het voetbal: ze kregen elk nog drie extra vragen voorgeschoteld. Degene die er het meeste kon beantwoorden, won de proef. Als ook na die drie vragen de stand nog gelijk was, zouden ze elk om de beurt een vraag krijgen tot er iemand zou falen. De eerste vraag die mevrouw August stelde, was voor Joe: ‘Geef de hoofdstad van Colombia.’
Nog voor de woorden van August weggestorven waren, had Joe al geantwoord: ‘Bogotá.’
‘Correct’, zei August en de CIA-jongeren die waren komen supporteren, juichten. Nu was het de beurt aan Anne.
‘Zelfde soort vraag voor u, mevrouw Johnson’, sprak August. ‘Wat is de hoofdstad van Mongolië?’
Ook Anne had geen bedenktijd nodig, hoofdsteden van buiten leren was het eerste waar ze mee begonnen was.
‘Ulan Bator’, zei ze zo zelfverzekerd dat de supporters van De School al begonnen te applaudisseren voor August ‘Juist’ had gezegd. De stand was nu 1-1.
‘De tweede vraag voor meneer Foster: in welk land ligt de beroemde vulkaan Popocatépetl?’
De meeste toeschouwers keken raar op wanneer ze die vreemde naam hoorden. Popocatépetl, dat leek wel een naam uit een sprookje. Voor Joe was het echter een normale vraag.
‘De Popocatépetl bevindt zich in Mexico.’
‘Dat is een juist antwoord. Het is 2-1 voor de CIA-jongeren’, zei August. De CIA-jongeren klapten luid. ‘Nu de tweede vraag voor De School: de Ararat is een 5156 meter hoge vulkaan en daarmee de hoogste berg van zijn land. De vraag ligt voor de hand: welk land?’
Anne antwoordde deze keer niet zo snel. Ze boog haar hoofd en dacht diep na. Als ze de vraag miste, stond ze er niet goed voor en dat besefte ze. Veel tijd kreeg ze echter niet.
‘Ik moet nu uw antwoord krijgen, mevrouw Johnson’, zei August ongeduldig.
‘Euh… Turkije?’ gokte Anne.
De stilte die volgde was moordend. Alle blikken waren op mevrouw August gericht. Was het juist of niet?
‘Correct!’ riep August plots enthousiast. Een storm van gejuich en geklap barstte los bij de supporters. Het was weliswaar nog maar 2-2, maar de juiste gok van Anne voelde aan als een overwinning. Door het rumoer dat voornamelijk door de leerlingen van klas A werd gemaakt, waren ook de leerlingen van de andere klassen komen opdagen. Niemand kon zich herinneren dat een aardrijkskundeproef ooit zo spannend was geweest. Normaal gezien was het zowat de saaiste proef van de tien.
‘En dan nu de derde vraag voor de CIA-jongeren’, probeerde August de toeschouwers te overstemmen. Het publiek werd weer stil.
‘Ik geef u een aantal buurlanden van het Afrikaanse land Libië en u vult de laatste twee aan. Algerije, Tunesië, Egypte en Tsjaad. Wat zijn de overige twee buurlanden van Libië?’
Joe dacht na. Hij probeerde zich de kaart van Afrika voor de geest te halen. Sam was blij dat hij die aardrijkskundeproef niet had gekregen. De vragen waren aartsmoeilijk. Joe en Anne moesten echt wel heel hun atlas van buiten geleerd hebben.
‘Niger…’ begon Joe, August bevestigde noch ontkende zijn antwoord.’…en Soedan.’
‘3-2 voor de CIA-jongeren!’ riep August.
Joe haalde opgelucht adem en het publiek schreeuwde zijn naam onder begeleiding van ritmisch handgeklap. Het zweet brak Anne uit, de beslissende vraag was voor haar. Een fout antwoord en het was afgelopen. August richtte zich tot haar leerlinge.
‘Welke twee landen in Zuid-Amerika liggen níet aan de zee?’
Het werd stil. Dit antwoord wist Sam wel. Hij had de vraag ooit eens op een quiz op de televisie gehoord. Zijn vader, die altijd luidop meespeelde, had Bolivië en Uruguay geroepen, maar dat was maar gedeeltelijk juist. Overtuigd van zijn gelijk had zijn vader meteen de atlas erbij genomen. Na een blik op de kaart had hij gezwegen en de atlas gauw weer weggestoken. Toen Sam hem had gevraagd wat het juiste antwoord dan wel was, had zijn vader iets gebromd over ‘landsgrenzen die altijd veranderen in die streken’ en ‘een atlas die verouderd was’, dus was hij zelf maar op zoek gegaan naar het antwoord.
‘Bolivië…’ zei Anne.
Goed zo, dacht Sam en nu het tweede land! Hij wilde het doorseinen naar Anne. Paraguay, Paraguay, Paraguay. Door er voldoende aan te denken, zou hij het woord misschien in het hoofd van Anne krijgen. Maar hij wist wel beter, er kon veel op De School, maar ook niet alles.
‘…en Peru?’
Ai. Nog voor mevrouw August iets had gezegd, wist Sam al dat deze proef verloren was. De rest van het publiek hield echter nog zijn adem in. Ondanks haar onpartijdige rol, viel er toch een beetje teleurstelling van het gezicht van August af te lezen.
‘Nee, sorry, het juiste antwoord was Paraguay. Het blijft 3-2, de overwinning is voor de heer Foster en de CIA-jongeren!’
De supporters van Joe begonnen te juichen en omringden hem om hem handjes en schouderklopjes te geven. De leerlingen van De School gingen naar Anne en troostten haar. Tenslotte had ze een puike proef afgelegd, maar ze was op een heel sterke tegenstander gestoten. Niemand kon haar iets verwijten. Het was nu 1-1 in de algemene stand en er waren nog acht proeven te gaan; alles was nog mogelijk.
De namiddag beloofde spectaculair van start te gaan. De derde proef op het programma was de bevrijdingsproef en wie de reputatie van Richard James op dat vlak kende, wist dat hij dit niet mocht missen. Er had zich dan ook zeer veel volk verzameld rond de twee waterreservoirs.
Richard leek er absoluut niet gerust in. Hij had de voorbije weken hard geoefend, maar op zestien pogingen was hij er maar één keer in geslaagd op eigen houtje uit de kist te klauteren. Het gerucht deed de ronde dat hij dat had gedaan door eerst zoveel mogelijk water uit de kist op te drinken. Daardoor kon hij zijn mond boven het wateroppervlak brengen en ademhalen. Hij had ongeveer een uur nodig gehad om zich daarna van zijn dwangbuis te ontdoen en uit het reservoir te klimmen. En bij deze proef kwam het erop aan om zo snel mogelijk de kist te verlaten. Iedereen ging ervan uit dat na deze opdracht De School met 2-1 zou achterstaan.
Richard moest het opnemen tegen Dana Cooperfeld. Een meisje met lange zwarte krullen dat er om bekend stond zich overal een weg uit te kunnen banen. Op het vliegtuig richting Engeland hadden ze haar moeten vastbinden aan haar stoel, omdat ze aan het proberen was uit het vliegtuig te ontsnappen. Ook ‘s nachts werd haar kamer bewaakt omdat ze zelfs in haar slaap overal uit probeerde te geraken. Ze was al regelmatig in het bed van een medeleerling wakker geworden zonder dat ze wist hoe ze daar was beland. Ook Richard had deze geruchten gehoord en hij voelde zich daar niet echt beter door.
Meneer July hielp de twee concurrenten in hun dwangbuis. Links van hem stonden de mannen in hun doktersuniformen reeds klaar met de brancard. Richard zag hen en slikte. Hij wist dat die in de eerste plaats voor hem bedoeld waren. Anderzijds werd hij er kalmer door: nu kon hij met een gerust hart verdrinken.
Richard en Dana namen elk plaats in hun kist. Nog één keer diep ademhalen en het deksel ging erop. Sam zag July knikken naar de dokters. Zij knikten terug, ze waren klaar om in te grijpen.
Twee minuten lang gebeurde er niets. Het publiek was eerst stil geweest, maar nu begonnen er hier en daar wat leerlingen met elkaar te praten. Ook Daphné stootte Sam aan.
‘Denk je dat Richard eruit raakt?’
Sam haalde zijn schouders op. ‘Ik weet het niet. Als hij er al uit geraakt, zal het niet voor Dana zijn. Maar eerlijk gezegd denk ik dat de brancardiers hier niet voor niets zijn.’
‘Sam, ik wil niet dat je vanavond de held gaat uithangen, hé’, zei Daphné opeens. ‘Geef die lijsten gewoon aan de ontvoerders en neem Jason mee naar huis. Meer wordt er niet van jou verwacht.’
Sam keek zijn vriendin enkele seconden aan. De plotse bezorgdheid van Daphné gaf hem een warm gevoel.
‘Maak je maar geen zorgen,’ stelde Sam haar gerust, ‘ik doe wat mij gezegd wordt en verder niets. Wat zou ik kunnen beginnen tegen een bende professionele criminelen?’
‘Vorige keer heb je anders ook niet enkel je opdracht uitgevoerd!’ verweet Daphné hem. ‘Of had meneer December je soms gevraagd om in te breken in het huis in King James Street? Wat zou er zijn gebeurd als Frankie je eerder had betrapt? Dan zat je nu in een kamer naast Jason!’
Daphné stopte even om adem te halen, haar gezicht was rood geworden. Sam wist dat haar boosheid terecht was.
‘Ik beloof je dat ik vandaag geen stunt zal uithalen’, zei Sam. ‘Zodra ik Jason heb gevonden, kom ik terug, dat zweer ik.’
Daphné glimlachte. ‘Dat weet ik hoor. Ik ben ook niet boos op je. Ik zou gewoon niet willen dat jou iets overkomt en…’
Ze werd onderbroken door een mix van luid gejuich en geklap. Dana Cooperfeld was na 2 minuten en 23 seconden uit de kist gekropen, een meer dan behoorlijke score voor een eerstejaarsstudent. Het reservoir van Richard was nog steeds gesloten. De dokters waren al naast de kist gaan staan om snel te kunnen ingrijpen als de vier minuten overschreden werden.
3 minuten. De hoop dat Richard er nog op eigen kracht uit zou komen, slonk zienderogen. 3 minuten 15. De leerlingen begonnen opnieuw te babbelen en de aandacht voor de kist verminderde. 3 minuten 30. Iedereen wachtte tot het moment daar was dat meneer July zelf het deksel van de kist zou halen en Richard afgevoerd kon worden.
3 minuten 45. De kist ging open. Maar het was niet July die het deksel er had afgehaald. Het was Richard zelf die proestend en hoestend rechtop stond in het water. Zonder dwangbuis! Het was hem gelukt, voor de allereerste keer had hij zich binnen de vier minuten uit de dwangbuis geworsteld!
Nadat iedereen van zijn verbazing was bekomen, begon het applaus. Eerst langzaam, maar dan steeds sneller en sneller. Richard kreeg een ware staande ovatie. Dat de toeschouwers geen stoelen hadden en dus al de hele tijd rechtstonden, deed er niet toe. Richard verdiende alle lof die hem toekwam.
Terwijl de dokters een handdoek om zijn schouders hingen en hem voor alle zekerheid naar de ziekenboeg voerden, kon je Richard de hele tijd zien glunderen. Hij had misschien geen punt verdiend voor zijn klas, maar hij had toch bewezen dat hij meer was dan de jongen die alles verkeerd deed. Ook de leerkrachten die de wedstrijd hadden gadegeslagen, klapten in hun handen. July nog het hardst van allen. Toen hij Richard had uitgekozen voor de bevrijdingsproef, had hij geweten dat hij de wedstrijd niet zou kunnen winnen. Maar hij had ook geweten dat dit misschien wel de enige manier was om Richard te dwingen er als een gek voor te oefenen. Tot hij het zou kunnen. En nu kon hij het.
Iemand die minder opgetogen was met het verlies van Richard was Jill Roberts. Zij moest zo meteen haar hypnoseproef uitvoeren. De stand was 1-2 in het nadeel van De School, dus kon zij maar beter winnen, want anders zouden ze al twee punten achterstaan.
Wie Jill had zien oefenen, geloofde rotsvast in haar kansen om te slagen. Alles had voor haar in het teken gestaan van deze Zomerspelen. Ze hypnotiseerde iedereen die ze tegenkwam. Als je even in haar ogen keek, was je de sigaar. Vooral tijdens het eten was dat gevaarlijk: als je met een drankje in je hand iets vroeg aan Jill, kon je er van op aan dat je binnen de kortste keren het drankje over je eigen hoofd had gekieperd. Sam vergat keer op keer zijn voorzorgen te nemen - door haar niet aan te kijken - en had zo douches van fruitsap, cola en limonade genomen. Kwaad kon je echter niet worden op Jill, zij was immers aan het oefenen voor de Zomerspelen.
Jill was een echte speelvogel; wanneer ze je geen vloeistof over jezelf kon laten gieten, liet ze je door middel van de korte hypnose wel iets anders doen. Als ze iemand in de gang kruiste, keek ze hem kort maar krachtig aan en verzon dan een opdrachtje. Er waren er die zichzelf plots een tik tegen hun hoofd gaven, anderen begonnen te zingen of te dansen en eentje had ze zelfs zo ver gekregen dat die op zijn knieën ging zitten en begon te blaffen. Gelukkig ging het telkens om een korte hypnose die enkele seconden later was uitgewerkt. De slachtoffers krabden zich daarna even op het achterhoofd en vroegen zich af hoe het kwam dat ze zo nat waren, pijn in hun gezicht hadden of op hun knieën zaten.
Tegenover Jill zat Sarah Sawyer. Dit meisje had haar haren in een bruine paardenstaart bijeengebonden en was zo’n typetje waarvan je je afvroeg of zij ooit al eens iets stouts had gedaan. Ze had sinds haar aankomst nog niet veel gezegd, dus het was moeilijk om in te schatten hoe goed ze was. Misschien zat er achter die doodbrave verschijning wel een keiharde tante die met niemand medelijden had. De hypnoseproef zou Sam iets wijzer kunnen maken.
De start werd gegeven door meneer Spring. De twee meisjes zochten elkaars blik. Het aftasten was begonnen. Het kwam erop aan ervoor te zorgen dat je voortdurend je afweer onder controle hield. Je moest ervoor zorgen dat de ander geen gaatje kon vinden in je mentale verdediging. Je moest de hele tijd een soort van over-mijn-lijk-mentaliteit uitstralen, een jij-gaat-me-hier-niet-hypnotiseren-houding hebben. Pas als je verdediging in orde was, kon je proberen aan te vallen. Aanvallen was ook niet echt aanvallen in de strikte zin van het woord. Het was niet zo dat je met je ogen stralen moest afvuren om het netvlies van de ander te doorboren of iets dergelijks. Aanvallen betekende geduldig wachten tot de ander even de verdediging liet verslappen. Dan moest je proberen de ander in je macht te krijgen en te hypnotiseren.
Als de tegenstanders elkaar waard waren, kon zo’n hypnoseproef een heuse uitputtingsslag worden. Dat was nu het geval. Jill en Sarah hielden elkaar in evenwicht. Ze waren al twee minuten bezig. Dat leek behoorlijk kort, maar Sam wist dat het niet makkelijk was om zo geconcentreerd iemand te blijven aankijken.
‘Komaan, Jill,’ mompelde Daphné, ‘haal gewoon dat punt binnen en laat ons hier niet zo in spanning zitten.’
‘Die Sarah is sterker dan ik had verwacht’, zei Sam.
‘Maar niet zo sterk als Jill’, voegde Daphné er meteen aan toe. ‘Kijk hoe bleek Sarah erbij zit, ze gaat het begeven!’
Sam keek nog eens goed naar Sarah. Ze zag er inderdaad niet echt fris uit. Plots maakte de linkerarm van Sarah een kleine beweging in de richting van het glas water. Het publiek roerde zich nu ook (‘Heb je dat gezien? Jill had haar bijna in haar macht!’, ‘Komaan, Sarah, niet opgeven, terugvechten!’).
Sarah kon het evenwicht herstellen en de bikkelharde strijd ging verder. Sam bestudeerde het gezicht van Jill. Ze had een vastberaden blik in haar ogen, ze was nog lang niet van plan om op te geven. Maar wat was dat met haar mond? Droomde hij nu of zag hij echt een glimlachje op de lippen van Jill? Nee, hij was er zeker van. Sam draaide zijn hoofd naar Daphné.
‘Jill is iets van plan!’ zei hij.
‘Wat dan?’ vroeg Daphné.
‘Dat weet ik niet,’ antwoordde Sam, ‘maar er gaat iets gebeuren.’
Ze richtten hun blik weer naar het strijdtoneel waar de twee gladiatoren elkaar nog steeds bekampten. Sarah begon er steeds bleker uit te zien. Als Jill dit volhield, zou het niet lang meer duren.
Maar dan gebeurde toch wat niemand verwachtte: de linkerarm van Jill schoof langzaam maar zeker naar het glas water. De supporters van De School keken geschrokken toe en hielden hun adem in. Hoe had Jill dit uit handen kunnen geven? Ze was haar tegenstandster toch voortdurend baas geweest ? Misschien had ze het sneller moeten afmaken en was ze moe geworden van de lange strijd. 3-1 voor de CIA-jongeren, dat werd moeilijk!
Sam keek opnieuw naar het gezicht van Jill. Nog steeds die glimlach! Hier klopte iets niet. Hij keek van Jill naar Sarah. Ook Sarah keek verbaasd naar Jill en de arm die zich naar het glas toe bewoog. Toen snapte Sam wat er aan de hand was. Die duivelse Jill, wat een stiekeme list! Van alle stiekeme stiekemerds op deze aarde was zij toch wel de stiekemste. Het kon nu elk moment gedaan zijn, maar niet voor Jill, wist Sam.
Net wanneer de CIA-jongeren al bezig waren elkaar de vijf te geven en de overwinning als een feit beschouwden, sloeg Jill toe. Met grote snelheid zwaaide de linkerarm van Sarah opzij. De vijf vingers omknelden het glas water als was het een staaf goud. Daarna ging de gestrekte arm trillend naar boven. De schokjes werden veroorzaakt door Sarah, wiens geest nog probeerde tegen te sputteren en zich te verdedigen tegen Jills wilskracht. Maar Jill was te sterk. Sarah’s arm had nu zijn hoogste punt bereikt. Met een onnatuurlijke beweging - het was dan ook iemand anders die Sarah’s arm controleerde - zwiepte Sarah’s pols de inhoud van het glas over haar hoofd.
Jill stond op, draaide zich om naar het publiek en maakte een lichte buiging. Sam en Daphné klapten samen met de andere supporters van De School enthousiast in hun handen. Ook de CIA-jongeren konden het sterke staaltje tactiek van Jill appreciëren en applaudisseerden mee.
Jill had geen moment van zwakte gekend, maar wanneer ze op de sterke weerstand van Sarah was gestoten, had ze besloten een list te gebruiken. Door te doen alsof ze aan het verliezen was, had ze vooral Sarah doen schrikken. Daardoor was haar aandacht even verslapt en van dat moment had Jill gebruik gemaakt om genadeloos toe te slaan. De verdediging was gebroken en binnen de kortste keren had Jill de overwinning binnengehaald. Het was nu 2- 2, de racewedstrijd zou beslissen wie er met een voorsprong dag één zou afsluiten.
Sam en Daphné haastten zich naar één van de grote schermen op het binnenplein om een plaatsje te veroveren vanwaar ze de proef van Ann Jones goed zouden kunnen volgen. Al bij al was Sam blij dat er vandaag Zomerspelen waren. De spanning van de proeven verminderden toch een heel klein beetje de spanning in zijn hele lichaam. Als hij geen afleiding had gehad, hadden zijn zenuwen het ondertussen misschien al begeven. Ann was zich aan het opwarmen. Ze gooide haar armen en benen los en deed een paar spurtjes met haar Multishoe 20.
Daarna kwam Mark Van Ham in beeld. Hij was een lange magere jongen met blond haar. Zijn bovenkaak stak veel verder naar voor dan zijn onderkaak, zodat zijn reuzen grote voorste tanden continu zichtbaar waren. Joe Foster had aan Sam verteld dat Mark een Nederlandse grootvader had en dat het schaatsen hem in het bloed zat. En dus ook het rolschaatsen. Ann zou er een harde dobber aan hebben.
De wedstrijd werd begeleid door meneer January. Op de vijfde verdieping was een parcours uitgestippeld dat de kandidaten vijfmaal moesten afleggen. Erg lang zou de wedstrijd niet duren, het draaide meer om snelheid en kracht dan om uithouding.
Ann en Mark zetten zich schrap aan de startlijn. January sloeg met een luide knal twee houten plankjes tegen elkaar en de twee ‘rijders’ waren vertrokken. Mark nam meteen de leiding, An volgde hem op de voet. Met soepele bewegingen rolden de twee door de straten van de wijk, waar ook Sam de volgende dag zijn proef zou afleggen. Mark pakte uit met een aantal tempoversnellingen, maar kon Ann niet van zich afschudden.
Na drie ronden was de situatie nog steeds dezelfde: Mark die het kopwerk deed, Ann die aanklampte en rekende op een eindsprint om haar tegenstander te verslaan. Mark kreeg het duidelijk op zijn zenuwen van die wieltjeszuiger achter zich. Zijn pogingen om Ann de leiding op te dringen, zodat hij van achter haar rug zou kunnen komen, mislukten. Ann hield zich telkens tijdig in en behield haar plaats achter Mark.
Veel spanning zat er voorlopig niet in de wedstrijd, maar daar maalden Sam en zijn klasgenoten niet om; het ging niet om de spanning maar om de punten.
De laatste ronde was ingezet. Na een hoop bochtenwerk kwamen de rijders op de laatste lange rechte baan. De finish was in zicht, een spurt zou beslissen wie het punt ver diende. Mark vertrok, zoals al de gehele wedstrijd, op kop, Ann volgde.
Op 50 meter van de streep wilde Ann uit het zog van Mark komen, maar die stak er een stokje voor. Op de beelden was te zien hoe uit de hiel van de rechterschoen van Mark een olieachtige vloeistof werd gespoten. Sam sprong op. Dat was niet toegelaten! Er mocht enkel gereden worden met de schoenen, de extra trucjes mochten niet gebruikt worden.
Ann kwam terecht in de vloeistof en verloor bijna haar evenwicht. Ze kon zich met moeite rechthouden, maar moest uitwijken naar de kant. Balancerend op één been en zwaaiend met haar armen vloog ze vooruit. Toen ze weer voor zich uit kon kijken, schrok ze zich een hoedje en samen met haar alle toeschouwers: voor haar bevond er zich een grote hoop zand, met daaromheen allerlei hekken en borden en zij raasde er recht op af! De ontwerpers hadden juist op die plek wegenwerken voorzien!
Mark, die niet zag wat er achter hem gebeurde, reed nietsvermoedend verder. De overwinning leek hem niet meer te kunnen ontglippen. Een arrogante grijns op zijn gezicht gaf aan dat hij zichzelf als de terechte winnaar beschouwde.
Ann vloog intussen met een razende vaart op de wegenwerken af. Ze zocht naar een oplossing om niet op het voorste hek te knallen. Een schuine plank van amper tien centimeter die aan één kant op het hek en aan de andere kant op de grond steunde, bracht redding. Ann zette haar rechter- voor haar linkervoet, spreidde haar armen en reed de dunne plank op. Het publiek hield zijn adem in.
Enkele seconden heerste er voor het scherm op het binnenplein een absolute stilte. Ann vloog met gestrekte armen over de berg zand en zweefde een paar tellen lang door de lucht. Mark, die tijdens zijn spurt even zijn hoofd draaide om naar zijn concurrente te kijken, moest zich bukken om de voeten van Ann niet in zijn gezicht te krijgen. Ann vloog over haar tegenstander heen, plofte weer neer op het asfalt, behield haar evenwicht en reed als eerste de streep over. De School was de winnaar!
Ann, nog steeds verbaasd over de vreemde afloop, kon niet meteen stoppen en reed recht in de armen van meneer January. Samen buitelden ze over de grond. De toeschouwers juichten. Zelfs met vals spelen kon men De School niet stoppen! Mark keek hoofdschuddend naar Ann, maar reed dan naar haar toe en gaf haar een hand.
‘Puik rij- en vliegwerk, juffrouw. De overwinning is verdiend’, zei hij.
‘Bedankt om me te lanceren,’ antwoordde Ann met een glimlachje, ‘maar de volgende keer zal ik je wel gewoon zelf voorbijrijden, hoor.’
Mark lachte een beetje zuur en maakte zich uit de voeten om op een stil plekje zijn nederlaag te gaan verwerken. De leerlingen die voor het scherm hadden gezeten, stonden recht en verspreidden zich over het binnenplein om nog even na te babbelen. Na de proeven werden de zomerspelen even opzij geschoven en waren ze vrienden in plaats van concurrenten. Een geheim agent had al genoeg vijanden in zijn leven, dus elke vriend was meer dan welkom.
Voor Sam begon de dag echter nu pas. Hij stond langzaam op en geeuwde.
‘Het is een vermoeiende dag geweest, ik denk dat ik een paar uurtjes op mijn bed ga liggen’, zei hij met een knipoog naar Daphné.
‘Rust maar goed uit,’ antwoordde ze, ‘en onthoud wat ik je gevraagd heb.’
Sam knikte. ‘Wees maar gerust, voor je het weet, sta ik hier terug.’
Hij haalde diep adem en begaf zich naar het kantoor van meneer December.