_________
8
Terug Naar Het Huis
Na enkele minuten ronddolen, kwam Sam weer terecht in een straat waar hij op de heenweg ook al was langsgekomen: Blackfriars Road. Een grote straat, hier moest hij toch wel een agent of een politiekantoor tegenkomen! Sam speurde de straat af. In de verte zag hij een grijze mercedes parkeren. Kende hij die wagen niet? Zou dat…? Wanneer er een man in een grijs pak uitstapte, werd zijn vermoeden bevestigd: op honderd meter van hem liep meneer Summer.
Wat deed Summer hier? Was die op zoek naar hem? Hadden ze zijn verdwijning al opgemerkt? Hij moest ervoor zorgen dat hij niet gezien werd. Summer zou er niet mee kunnen lachen dat de leerling die hij uitgekozen had, al na enkele weken uit De School was ontsnapt. Maar ondertussen zat Jason nog altijd vastgebonden in een huis met vier gangsters. Summer was een kei in zijn vak, die zou wel weten wat te doen. Misschien moest hij hem toch maar in vertrouwen nemen. Hij zou hem vragen om niets tegen meneer December te zeggen, misschien zou hij dat dan ook niet doen. Sam besloot dat het geval van de geketende Jason belangrijker was dan zijn situatie en liep naar Summer toe.
‘Meneer Summer!’
Summer leek niet verbaasd wanneer hij Sam zag komen aanhollen, of misschien kon hij zijn verbazing goed verbergen.
‘Zo zo, meneer Smith, wat brengt u hier? Weet u dan niet dat het ten strengste verboden is om De School te verlaten?’
Sam kwam even op adem. ‘Dat weet ik, meneer Summer, maar ik heb een zeer goede reden om hier te zijn.’
‘Een goede reden om De School te verlaten? Die wil ik horen! Probeer mij maar eens te overtuigen.’
Sam besloot open kaart te spelen, anders zou hij de situatie alleen maar erger maken. ‘Wel, ik moest voor meneer December een pakje gaan afleveren in King James Street. Toen ik daar aankwam, zei mijn gevoel me dat er iets mis was en mijn gevoel heeft mij nog nooit in de steek gelaten.’
Summer zei niets, dus ging Sam maar verder. ‘Nadat ik het pakje had afgegeven, ben ik via de achtertuin het huis binnengegaan.’
‘Wat! Heeft u ingebroken, meneer Smith?’ onderbrak Summer hem. Er begon iets in zijn koele houding te veranderen.
‘Euh… Ja. Nee eigenlijk. Het was niet echt inbreken, de deur stond open, dus ik dacht… Maar dat doet er niet echt toe, het belangrijkste is dat ik in het huis naar boven ben gegaan en daar lag in een kamer een jongetje vastgeketend aan het bed. Ze hebben hem ontvoerd, meneer Summer! U moet meekomen en hem bevrijden. En snel, want de gangsters hebben me betrapt, maar ik kon vluchten en toen zag ik u…’
Sam haalde even diep adem. Summer had tijdens Sams woordenvloed niets gezegd en wreef nu peinzend over zijn kin. Langzaam begon hij te spreken.
‘Ik zal u eerlijk zeggen dat uw verhaal op mij uiterst bizar overkomt, meneer Smith. Er zijn nog enkele dingen waar ik vragen bij heb. Alleen al het feit hoe het kan dat een nieuwe leerling na enkele weken al op zijn eentje door de straten van Londen zwerft, is voor mij een raadsel. Maar zoals u weet heb ík u uitgekozen voor De School omdat ik vond dat u er meer dan thuis zou horen. Daarom gun ik u voorlopig het voordeel van de twijfel en ga ik samen met u terug naar dat huis. Als daar werkelijk een jongen gevangenzit, zal ik er alles aan doen om hem daar weg te halen.’
Summer had dit alles gezegd terwijl hij in de verte staarde, alsof hij tijdens het spreken ook nog aan andere dingen aan het denken was. Plots keek hij Sam echter recht aan.
‘Maar als blijkt dat u me enkel wat blaasjes aan het wijsmaken bent, dan bent u nog niet jarig!’
Sam slikte. Hij was benieuwd of zijn ouders hem zouden herkennen als hij binnenkort weer thuiskwam.
‘Hier is het, nummer 137’, zei Sam.
‘Dus u beweert dat in dit huis een jongen zit die ontvoerd is door vier gangsters?’ vroeg Summer.
‘Klopt. Dat heb ik u toch net verteld.’
‘Juist ja. Ik wilde gewoon nog even controleren of ik niet gedroomd had. En hoe bent u aan de achterkant van het huis geraakt?’
‘Via het paadje naast dat huis daar.’ Sam wees naar het huis dat hij daarnet was voorbijgelopen. ‘En dan gaat u via de achtertuinen naar de tuin van nummer 137.’
‘Hmm. Ik moet toegeven dat u dat goed heeft uitgekiend, meneer Smith. Wat niet wil zeggen dat ik uw globale actie van vandaag goedkeur, maar daar hebben we het later nog wel over. U wacht hier tot ik terug ben, begrepen?’
Summer liep naar het paadje en verdween zonder nog eenmaal om te kijken om de hoek. Sam wachtte ongeduldig. Wat zou Summer doen als hij die gangsters zag? Zou hij hen in zijn eentje kunnen overmeesteren? Sam was er graag bij geweest, maar het was niet het moment om Summer tegen te spreken.
Het bleef muisstil in het huis. Blijkbaar had Summer geen wapen nodig gehad. Of misschien was hij zelf overmeesterd door de ontvoerders! Nee, dat kon niet, of toch? De spanning was niet te harden voor Sam, hij hoopte dat Summer snel terug zou komen.
Plots ging de voordeur open en Summer verscheen in de deuropening. Hij leek ongedeerd en wenkte hem. Sam stapte met snelle tred naar het huis. Hij verwachtte de gangsters vastgebonden op de grond te zien liggen en een Jason die zich vrolijk fluitend van zijn boeien ontdeed. Niets was minder waar. Summer liet hem zonder iets te zeggen het huis doorzoeken. Alles was weg! Geen gangsters, geen tafel waar ze kaart speelden: de kamer was helemaal leeg. Boven geen Jason, noch zijn televisie of zijn playstation, enkel het bed stond er nog.
De gangsters hadden na zijn vlucht razendsnel gehandeld en waren naar een nieuw adres verhuisd, zoveel was duidelijk. Ze hadden verwacht dat Sam iemand zou waarschuwen en hadden geen risico genomen. Wat moest hij nu tegen Summer vertellen? Hij zou hem nooit geloven.
Sam keek nog eenmaal de kamer in waar de gangsters hadden gezeten. Zijn aandacht werd getrokken door iets dat in de hoek van het vertrek lag. Het was een klein fotootje. Sam raapte het op en stopte het in zijn zak. Daarna liep hij naar buiten waar Summer ongeduldig in de auto op hem zat te wachten.
De weg terug naar De School verliep in stilte. Summer was duidelijk niet opgetogen met het verhaal dat Sam hem had verteld. Hij had zijn baan op het spel gezet voor die jongen en nu lapte die hem dit. Hoe moest hij dat tegen Autumn vertellen? De president-directeur-generaal zou een preek houden zoals hij nog nooit gedaan had. Zelfs alle priesters uit alle dorpjes in Engeland samen zouden niet kunnen tippen aan die preek.
Sam zat er ook beteuterd bij. Hij kon nu wel dag met het handje zeggen tegen zijn opleiding in De School. En toch had hij niet het gevoel dat hij het verknald had. Hij had toch moeilijk de opdracht van December kunnen weigeren? En hij had toch moeilijk Jason in de steek kunnen laten? Maar probeer zoiets maar eens uit te leggen, als je bewijsstukken zijn gaan vliegen. Geen Jason, geen gangsters en geen pakje. Zijn enige hoop was nu nog meneer December, die kende de waarheid. Maar die had zo geheimzinnig gedaan toen hij Sam de opdracht gaf, dat die nu alles wel zou ontkennen.
Summer stopte de wagen voor het grijze gebouw van De School en keek Sam aan.
‘Luister goed, meneer Smith. U zit op dit moment in heel slechte papieren en dan druk ik mij nog heel zacht uit. U werd aangetroffen buiten De School, u komt aandraven met een krankzinnig verhaal en sleurt me mee naar een leegstaand huis. U bent slim genoeg om te beseffen dat dit er niet goed uitziet.’
Sam knikte. Hij hoopte dat er nu een ‘maar’ kwam. Hij had geluk.
‘Maar ik moet toegeven dat ook ik de meeste beslissingen op mijn gevoel neem. En mijn gevoel zegt me dat ik deze zaak eerst moet onderzoeken alvorens ik een overhaaste beslissing neem en u van school stuur. Bovendien ben ik ook verantwoordelijk voor uw gedrag. Uw ontslag zou dus ook mijn ontslag kunnen betekenen.’
Meende Summer dat? Zou door Sams schuld ook Summer de laan uitgestuurd kunnen worden? Sam voelde zich misselijk worden, hij had het toch wel flink verknald.
‘En ik ben bereid mijn verantwoordelijkheid op te nemen,’ ging Summer verder, ‘maar niet zonder geldige reden. Ik heb nu eerst een vergadering met president-directeur-generaal Autumn, maar daarna wil ik met u nog eens overlopen wat er juist allemaal aan de hand is. Tot dan praat u met niemand over deze zaak, begrepen?’
Sam knikte. Hij was niet meteen van plan geweest om heel De School op de hoogte te stellen van zijn situatie, dus dat kon geen probleem zijn.
‘Ik regel alles wel met Portman, u gaat zo snel mogelijk naar uw kamer en blijft daar tot het einde van de lessen. U wendt maar voor dat u ziek was en morgen neemt u gewoon weer deel aan de lessen. Zodra ik meer weet, kom ik met u praten.’
Sam en Summer stapten uit de auto. Summer klopte volgens de afgesproken code op de deur. De ogen van Portman verschenen in het gleufje.
‘Wachtwoord?’
‘Wie niet weg is, wordt niet altijd gezien.’
De deur zwaaide open. Daar had Sam ook niet bij stilgestaan. Hoe zou hij ooit De School weer binnengeraakt zijn? Hij was duidelijk zonder nadenken aan dit avontuur begonnen.
‘Zo,’ sprak Portman die alweer achter zijn bureau zat, ‘heeft u de jongen een rondleiding door de stad gegeven?’
Summer was opgelucht dat Portman hem een geldig excuus aanreikte. Nu moest hij zelf niets verzinnen.
‘Inderdaad, ik vind het belangrijk dat de nieuwe leerlingen weten in wat voor stad ze zich bevinden. De meesten komen uit kleinere dorpjes en zijn nog nauwelijks in een grote stad geweest. Nu weet deze jongen tenminste waaraan hij zich mag verwachten als hij eens een klasuitstap heeft. Voorbereid zijn is trouwens een belangrijke eigenschap van een geheim agent, weet u.’
‘Zeer juist, meneer Summer’, beaamde de goedgelovige Portman. ‘De stad zit vol gevaren als men ze niet kent. Nou, prettige dag nog verder.’ Portman boog zich opnieuw over zijn krant. Hij had de sportpagina’s nog steeds niet uitgelezen.
Summer en Sam stapten in de lift, blij dat Portman niets had vermoed. Op de vierde verdieping aangekomen, gingen ze zwijgend uiteen, Summer naar Autumn en Sam naar zijn kamer.
Op het ogenblik dat Sam zijn kamer wilde binnengaan, hoorde hij een stem hem roepen.
‘Meneer Smith!’
Wat nu weer? Sam keek om en zag dat Spyro 42 op hem toe kwam gereden. Ook dat nog!
‘Meneer Smith, ik ben al een tijdje op zoek naar u. Men zei dat u ziek was, maar u was niet op uw kamer. Waar bent u geweest?’
‘Ik, euh, zat op het toilet. Ik heb last van maagkrampen, zie je.’
Sam keek vertwijfeld naar Spyro. Hij had niet veel hoop dat de slimme robot in dat leugentje zou trappen.
‘Op het toilet, zegt u? Meneer Smith, u vergeet misschien dat mijn naam een afkorting is van Spy Robot. Als er iemand drie uur lang op het toilet had gezeten, dan had ik dat wel geweten!’
Was hij zo lang weggeweest? Tjonge, de tijd vliegt als je je amuseert, dacht Sam ironisch.
‘Luister, meneer Smith,’ vervolgde Spyro terwijl de cameraatjes op Sam inzoemden, ‘dat u spijbelt, tot daar aan toe. Maar de stuntelige manier waarop u zich laat betrappen, baart mij zorgen. Echt slim heeft u het niet gespeeld, moet ik zeggen. U had makkelijk kunnen zeggen dat u niet op uw kamer was gebleven omdat u frisse lucht nodig had. En dat u verder wat rondgewandeld had om wat beweging te hebben. Een simpel excuus, maar uiterst doeltreffend, want moeilijk te controleren.’
Sam kon zich wel voor het hoofd slaan. Spyro had gelijk: had hij niets beters kunnen verzinnen dan dat hij drie uur op de wc had gezeten? Ach, de hele dag liep alles al mis, dit kon er nog wel bij.
‘Rapporteer het maar bij het secretariaat, Spyro, nu wil ik gaan liggen, want ik heb echt even rust nodig.’
Als Spyro wenkbrauwen had gehad, dan had hij ze vast en zeker even gefronst, want de gelatenheid van Sam strookte niet met het normale gedrag van een op spijbelen betrapte student. Normaal moest er nu een resem uitvluchten volgen in de aard van ‘maar ik zat in het verkeerde klaslokaal’ of ‘ik mocht vroeger weg van de leerkracht’. Maar nu niets, enkel ‘rapporteer het maar’. Gelukkig was Spyro nog altijd een robot en reageerde hij automatisch zoals altijd bij een eerste fout van een leerling van De School.
‘Omdat het uw eerste keer is, zal ik het hierbij laten’, zei Spyro. ‘Maar volgende keer komt u er niet zo makkelijk van af, in orde?’
‘Ja ja’, mompelde Sam en sloot zijn deur. Hij wilde even op zijn gemak overlopen wat hij de afgelopen drie uur allemaal had meegemaakt.