_________

15
Catherine Beech

Nu de Zomerspelen met rasse schreden naderden, liet ook de zomer zelf van zich horen. Het kwik in de thermometers steeg alsmaar hoger, waardoor het actieterrein van De School zich meer en meer naar buiten verplaatste. Dat wil zeggen: naar het binnenplein, want ook in de zomer mochten de leerlingen onder geen beding De School verlaten.

Het menu werd ook aan het warme weer aangepast. In hun vrije uren konden de leerlingen in de binnentuin barbecuen. Hiervoor waren speciale luiken voorzien in de muren. In het luik lag een rooster voor het vlees. Men kon een gewonde-grill, een bazooka-grill, een boot-grill - een geroosterde hamburger omgeven door een grote plas pepersaus -, een speer-grill (een saté) en ook een bommenwerper-grill krijgen. De bommenwerper-grill was een portie geroosterde kip en kon ook tijdens het jaar in gewone vorm verkregen worden. De staafjes dynamiet waren pikante merguez-worstjes die enkel in de maanden juni, juli en augustus en enkel op de barbecue besteld konden worden.

Sam en Daphné probeerden zoveel mogelijk van dit aanbod te genieten en zaten vaak in het zonnetje van hun barbecuevlees en groentjes te smullen. De rest van hun vrije tijd besteedden ze aan het oefenen voor de Zomerspelen. Daphné kende zowat elk systeem van elke bom vanbuiten. Op het internet had ze alles opgezocht wat ze moest weten. Mevrouw November had haar enkele proefbommen gegeven waarmee ze ook haar praktijk kon testen. De eerste bom was nog in haar gezicht ontploft, maar de negen andere had ze met succes ontmanteld. Ze was meer dan klaar voor de Zomerspelen.

Sam had erop geoefend voortdurend volledig geconcentreerd te zijn. Vanaf het moment dat hij wist welke proef hij had gekregen, was hij op alles beginnen te letten. Wanneer er iemand achter hem aanliep, had hij dat meteen in de gaten. Hij leerde op voetstappen te letten en in ramen achteruit te kijken. Als hij een nieuwe ruimte binnenging, had hij in een oogopslag alle bijzonderheden opgemerkt. Waar kon hij zich verschuilen, waar zou hij een achtervolger kunnen afschudden? Hij had het meteen gezien. Hij kon zelfs, als hij zich concentreerde, mensen horen praten op een grote afstand. Vaak wist hij niet eens wiens gesprek hij aan het afluisteren was.

Maar het was niet altijd even makkelijk zich op de Zomerspelen te concentreren. Wanneer Sam de gevangen Jason weer voor zich zag, vroeg hij zich af wat de zin was van een dom achtervolgingsspel. Jammer genoeg was er op dit moment niets wat hij kon doen. Zolang de ontvoerders niets van zich lieten horen, stonden ze machteloos. Ze konden enkel hopen dat Jason het goed stelde. Dus waren de Zomerspelen een uitstekende gelegenheid om zijn zinnen te verzetten.

Ondertussen waren ook de Amerikanen aangekomen. Het leek op het eerste gezicht een vrolijke bende, die de Zomerspelen eerder als een leuke uitstap dan als een wedstrijd beschouwde. Vooral de eerstejaars van de Amerikaanse geheime dienst gaven hun ogen goed de kost. Voor hen was het allemaal nog nieuw, voor de ouderen was het een blij weerzien met hun Britse collega’s.

Sam en Daphné waren ervaringen aan het uitwisselen met twee jongens uit het eerste jaar van de CIA-jongerenschool, Joe Foster en Chandler Sterling, wanneer hun gesprek werd onderbroken door een meisje uit de Amerikaanse klas.

‘Ben jij Sam Smith?’ vroeg ze aan Sam. Ze had steil zwart haar tot op haar schouders, een klein wipneusje en mooie bruine ogen. Toch vermoedde Sam dat ze minder lieftallig was dan ze eruitzag.

‘Dat ben ik, aangenaam. En wie ben jij?’ antwoordde Sam en stak zijn hand uit om haar te begroeten. Die beleefdheidsregel had hij al geleerd voor hij in De School zat. Het meisje negeerde echter zijn uitgestoken hand.

‘Ik ben degene tegen wie je in het weekend de achtervolgingsproef zal verliezen.’

Sam schrok even. ‘Jij bent blijkbaar heel zeker van je stuk.’

‘Dat ben ik zeker’, zei het meisje. ‘Bekijk me nu maar goed want tijdens de proef zal je nauwelijks een glimp van me opvangen!’

Sam was niet van plan zich te laten overbluffen door dat arrogante meisje.

‘Misschien kun je beter nog wat gaan oefenen in plaats van hier wat te komen opscheppen’, zei hij. ‘Anders zal je nederlaag heel hard aankomen. En ik zou niet willen dat je dan verdrietig bent! Maar om het minder pijnlijk te maken zal ik je niet te snel kwijtraken wanneer je me achtervolgt.’

Het meisje leek even verrast door de sterke taal van Sam en glimlachte. ‘Jij bent ook niet op je mond gevallen, merk ik. Maar dat is goed, ik win liever van een sterke tegenstander dan van een slappeling. Nu ja, misschien ben je wel gewoon een slappeling met een grote mond, dat kan ook. Maar dat zullen we gauw genoeg ondervinden, niet? Nog een prettige dag verder, Sam Smith.’

Sam, Daphné en de twee jongens keken hoe het meisje met grote passen weg stapte en zich bij een groepje tweedejaars voegde.

‘Catherine Beech’, zei Joe. ‘Het kreng van onze klas. Denkt dat ze overal de beste in is. Ze probeert ook altijd op te trekken met de hogere jaren, maar die moeten evenmin iets van haar weten. Gelukkig voor haar heeft ze veel kwaliteiten om een goed geheim agent te worden, anders was ze al lang aan de deur gezet.’

Chandler trad zijn klasgenoot bij. ‘Dat klopt en hoewel het niet hardop gezegd wordt, zou het grootste deel van onze klas graag hebben dat ze die achtervolgingsproef verliest. Onze leerkrachten zouden het niet graag horen, maar zorg ervoor dat je Catherine eens goed op haar plaats zet, Sam. Wij zullen alvast niet te veel in de weg lopen tijdens de achtervolgingsproef!’

Sam knikte en stond recht. ‘Bedankt jongens, ik zal mijn best doen, maar ik heb het gevoel dat het niet makkelijk zal zijn. Kom Daphné, wij moeten naar de les.’

Daphné hees zich kreunend uit haar stoel. ‘Ja, jullie zijn hier wel met vakantie, maar wij moeten nog gewoon al onze lessen blijven volgen. Gelukzakken!’

Joe rekte zich uit. ‘Je hebt gelijk Daphné, wij boffen. Ik zal aan jullie denken terwijl ik een dutje doe!’

Joe’s poging om grappig te zijn werd door Daphné afgestraft met een kippenbout tegen zijn hoofd.

Het was donderdag, dus hadden ze nog twee lessen na de middagpauze: ‘Zesde Zintuig en Opmerkingszin’ en daarna het keuzevak ‘Casino’. In de voormiddag hadden ze twee uur Aardrijkskunde van mevrouw August gehad. Ze hadden ter gelegenheid van de komst van de CIA de Amerikaanse staten bestudeerd. Mevrouw August was een lerares van begin dertig die in het vierde jaar ook het vak ‘Verleiden’ gaf. Ze was blijkbaar heel goed in die stiel, want alle jongens - en zelfs enkele meisjes - waren stapelverliefd op haar. Ze werd ook wel eens de ‘zwarte weduwe’ genoemd, niet omdat ze haar partners opat - hoewel sommige kwatongen het tegendeel beweerden - maar omdat ze naar het scheen al haar mannen razendsnel liet vallen.

‘Zesde Zintuig en Opmerkingszin’ was een van de lievelingsvakken van Sam. Zijn zesde zintuig was behoorlijk goed ontwikkeld en de meeste opdrachten waren dan ook een makkie voor hem. Soms bracht September een oefening mee die zij normaal aan de tweedejaars voorschotelde, waar Sam dan op mocht zwoegen als hij sneller klaar was dan de anderen.

Onverwachte testen kwamen niet voor bij dit vak. September had het ooit één keer geprobeerd, maar alle leerlingen hadden de test voelen aankomen en allemaal grondig hun les geleerd.

Ook de les van September stond in het teken van de Zomerspelen. De leerlingen kregen plaatjes te zien, waar zij de onregelmatigheid op moesten aanduiden. Sam had zijn eerste prent voor zich liggen: het was een beeld van een groot plein dat vol met mensen stond. Mevrouw September gaf wat extra uitleg.

‘Op dit plein loopt één misdadiger rond, die net geld heeft ontvangen bij een wapendeal. Hij wordt geschaduwd door tal van FBI-agenten. Jullie moeten nu proberen om alle agenten en de misdadiger te herkennen. En niet zomaar gokken, jullie moeten er ook een aanvaardbare uitleg bij kunnen geven.’

Sam bekeek de foto. Eerst moest hij de gangster zoeken. Zodra hij die had, kon hij nagaan wie de man in het oog hield. Misschien die man met de sporttas? Nee, die was gekleed in een korte broek en een T-shirt. Dat was geen geschikte outfit om een wapendeal af te sluiten en bovendien kon hij er ook geen wapen in verbergen. Sam kon zich niet voorstellen dat iemand die wapens verkocht er zelf geen op zak had.

Ah, daar had je hem. Midden op het plein liep een man in een zwart kostuum en met een koffertje in de hand. Op het moment dat de foto genomen was, keek hij schichtig achterom. Daardoor werd aan zijn zij een duidelijke bult zichtbaar. Zijn wapen. Dit was niet al te moeilijk geweest, nu nog de agenten.

Sam telde er vijf. Helemaal rechts zat een man op het terras van een café een krant te lezen. Veel zal hij van het nieuws van die dag niet opgestoken hebben, want hij keek overduidelijk over zijn krant heen naar zijn doelwit. Een tiental meter achter de misdadiger liep een vrouw die haar hand voor haar mond hield en haar hoofd schuin tegen haar schouders. Zij had ongetwijfeld een microfoontje opgespeld en probeerde nu te verbergen dat ze daarin aan het spreken was.

De derde was de moeilijkste, maar Sam vond hem toch redelijk snel. In de richting waarin de gangster liep, stond een man te bellen. Niet zo ongewoon zou je denken, maar de bult onder zijn rechteroksel en de verdikking aan zijn rechtervoet verrieden dat hij wel eens in contact zou kunnen staan met de krantenlezer en de in zichzelf pratende vrouw. De laatste twee, een man en een vrouw, bevonden zich op het einde van het plein in een auto, waar de bestuurder ostentatief in een microfoon sprak. Zij stonden klaar om in actie te schieten als de misdadiger zou besluiten zich plots uit de voeten te maken.

Sam pende zijn bevindingen neer en keek op. Zoals gewoonlijk was hij weer als eerste klaar, maar deze keer zat James Richards hem heel dicht op de hielen. Die had hierop de laatste weken hard geoefend om klaar te zijn voor de Zomerspelen. September lachte hen beiden bemoedigend toe.

Sam dacht aan Catherine Beech. Ze was wel heel zeker van zichzelf geweest. Zou ze enkel een grote mond hebben of gewoon heel goed zijn? Hij zou het snel te weten komen. Op de achtervolgingsproef zou hij in elk geval nog meer op zijn hoede zijn dan hij al van plan was geweest.

‘Bij het spelen van poker is het belangrijk dat u op uw tegenstanders let’, zei meneer December. ‘Vergeet natuurlijk ook niet op uw kaarten te letten, want anders zult u nooit een spel winnen. Onthoud de reactie van uw tegenspelers en let dan op de kaarten die ze hadden. Schuift hij zijn chips ordelijk naar het midden als hij goede kaarten heeft of doet hij dat als hij bluft? Heeft hij een bepaalde tic die verraadt of zijn kaarten al dan niet slecht zijn? Hoe lang kijkt hij naar zijn kaarten?’

December liet zijn blik door de klas gaan. ‘Casino’ was geen makkelijk vak om te geven. Je kon je leerlingen zoveel bijbrengen als je wilde, uiteindelijk hadden ze ook een grote dosis geluk nodig om te kunnen winnen.

Sam kon niet naar December kijken zonder het gezicht van Jason voor zich te zien opdoemen. Jason zat intussen al bijna een maand gevangen. Na de les zouden ze nog eens met December moeten praten, misschien wist die al meer. Hun leerkracht bleef rustig verder gaan met de les.

‘Probeer de eerste spelletjes wat afWachtend te spelen, zodat u uw tegenspelers kan leren kennen. Als u meteen goede kaarten heeft, mag u natuurlijk uw rekening al wat spekken. Hoe beter uw tegenstander, hoe moeilijker het zal zijn om hem te doorgronden. En zo moet u zelf ook spelen: door uw lichaamsreacties onder controle te houden, kunt u de tegenstander op het verkeerde been zetten. Want vergeet niet dat ook zij u in het oog zullen houden!’

December wandelde door de klas en deelde kaartendecks uit. De Casinoklas was ingericht zoals een echt casino. De leerlingen zaten op gemakkelijke stoelen aan ronde tafels. John Cole noteerde woord voor woord de tips van December. Je wist maar nooit of hij op de Zomerspelen zou moeten pokeren.

‘Tijd voor een beetje praktijk’, zei December. ‘U speelt in twee groepjes van vijf. Vergeet niet dat u wordt gefilmd.’

December wees naar de camera’s in het plafond en in de muren.

‘Volgende week zullen we de beelden analyseren en kan ik zeggen wat u goed en fout doet. U mag beginnen.’

Sam en zijn klasgenoten speelden de resterende tijd spelletjes poker. Sam was er met zijn gedachten niet helemaal bij en verloor keer op keer. Daphné leek beter in vorm en snoepte in het andere groepje de fiches van haar tegenstanders af. Als het om echt geld had gegaan, zou ze nu rijk geweest zijn.

Na de les verlieten de leerlingen snel het klaslokaal om voor hun proef van de Zomerspelen te gaan oefenen. Sam en Daphné werden aan de deur echter tegengehouden door December.

‘Meneer Smith, mevrouw Wickman, kan ik u even spreken?’

Sam en zijn vriendin draaiden zich om. Ze wisten waar dit over zou gaan en hoopten dat December goed nieuws had over zijn zoon.

December sloot de deur en gebood Sam en Daphné te gaan zitten. Zelf ging hij zuchtend op zijn bureau zitten. Nu Sam hem beter kon bekijken, zag hij dat zijn leraar er allesbehalve gezond uitzag. Voor de klas hield hij zich nog kranig, maar nu hoefde het even niet meer. Hij had grote wallen onder zijn ogen en zijn haar lag in de war. De ontvoering van zijn zoon had hem veel slapeloze nachten bezorgd.

‘Ik heb mij de voorbije weken suf gezocht naar wie de ontvoerders zijn en waar ze zitten’, zei December. ‘Maar het zijn duidelijk geen amateurs. Ik heb niets kunnen vinden. Het is zo frustrerend om leerkracht op een geheim agentenschool te zijn en tegelijk zo machteloos te staan.’

December zuchtte. ‘De ontvoerders hebben opnieuw contact opgenomen. Met Jason is alles in orde, maar ze willen nu het tweede deel van de lijst. Als ze die in handen hebben, laten ze Jason vrij.’

De woorden ‘Jason’ en ‘vrij’ in één zin uitspreken, deed December zichtbaar deugd. Maar zover was het nog niet en dat besefte hij.

‘Dat betekent wel dat ik De School moet verraden, maar elke vader zou hetzelfde doen in mijn plaats, niet?’

December keek smekend naar Sam in de hoop dat die het zou bevestigen. Sam had natuurlijk zelf geen kinderen, maar kon zich het verscheurde gevoel van December wel enigszins voorstellen. Kiezen tussen twee dingen die je liefhebt, is een aartsmoeilijke opdracht. Het was zoiets als moeten kiezen tussen een ijsje of een snoepje als dessert, maar dan duizend miljoen keer erger.

‘Wanneer vindt de ruil plaats?’ vroeg Sam, in een poging om de moeilijke keuze van December even opzij te schuiven.

‘Zaterdag om vijf uur,’ antwoordde December, ‘maar ik weet nog niet waar. Opdat ik geen voorzorgen zou kunnen nemen, laten ze me overmorgen om vier uur pas weten waar het zal gebeuren.’

Sam was opgelucht dat de ontknoping nabij was. Hij zou zich geen zorgen meer hoeven te maken over Jason. Daphné dacht er net zo over.

‘Wel,’ zei ze, ‘laat u ons iets weten als Jason terug op De School is, dan kunnen we hem opzoeken en hem steunen.’

Daphné stond recht en maakte aanstalten om het klaslokaal te verlaten. Er waren nog een boel bommen die ze wilde bestuderen. De Zomerspelen waren over twee dagen dus veel tijd had ze niet meer. Sam wilde haar volgen, maar voor de tweede maal hield December hen tegen.

‘Wacht even. Ik euh… Ik dacht misschien dat… Of liever, ik hoopte misschien dat…’

Terwijl hij zo stond te stamelen, keek December voortdurend naar de grond. Hun leerkracht leek zowaar verlegen! Maar hij vermande zich en zocht de blik van Sam.

‘Ik had gehoopt dat u de ruil zou willen uitvoeren, meneer Smith.’

Een zware stilte vulde het casinolokaal. December wilde dus dat Sam zijn neus opnieuw in dat wespennest stak. De eerste keer had hij niet geweten wat er aan de hand was en kon hij nog onschuldig pleiten. Nu zou hij echter volledig bewust De School verraden. Hij zou tal van geheim agenten in gevaar brengen, onder wie zichzelf en Daphné. Bovendien zou het ook de kop van Summer kosten als ze wisten wat Sam ging doen.

Daartegenover stond het steeds weer terugkerende beeld van de aan het bed geketende Jason. Hij zou het zichzelf nooit vergeven als hij niet alles had gedaan wat in zijn macht lag om die jongen te bevrijden. Die lijsten moesten ze daarna maar proberen terug te krijgen. December was toch een geheim agent! Hij zou die bende toch moeten kunnen opsporen. Ze moesten de toekomst even van zich afzetten, eerst Jason, daarna zouden ze wel zien. Er was echter nog één probleem.

‘Maar,’ begon Sam, ‘zaterdag beginnen de Zomerspelen. Zal het niet opvallen als ik er dan niet ben?’

‘De Zomerspelen vormen geen probleem’, antwoordde December meteen. ‘Uw proef is pas op zondag en als u dan nog niet terug bent, zijn de Zomerspelen wel het minst van uw zorgen! Bovendien zult u zaterdag pas moeten vertrekken na de laatste proef van die dag. Uw afwezigheid zal dus niet opvallen. Juffrouw Wickman moet dan maar voor een smoesje zorgen om de anderen gerust te stellen.’

Sam moest niet meer nadenken. Zijn besluit stond vast, hij zou December helpen om zijn zoon terug naar De School te brengen.