_________
5
Hoe Zichzelf Te Bevrijden
Uit Benarde Situaties
Na de wervelende woordenstroom van de president-directeur-generaal bracht Spyro 42 Sam terug naar zijn kamertje zodat die zich kon omkleden. Daarna ging het via een wirwar van gangen naar het klaslokaal van meneer July. Voor de deur stonden vier jongens en vijf meisjes rustig met elkaar te babbelen. Allen droegen ze kleren zoals degene die Sam in zijn kast had zien hangen: geen opschrift of merknaam te bespeuren. Ze zagen er ook allemaal min of meer hetzelfde uit: ze hadden allemaal donker haar, ze waren niet uitzonderlijk groot of klein, ze hadden geen te grote of te kleine neus of mond of oren. Met andere woorden: ze waren allemaal net zoals Sam: onopvallende grijze muizen.
‘Uw eerste les is “Hoe zichzelf te bevrijden uit benarde situaties”, meneer Smith’, zei Spyro. ‘Ik wens u veel succes en ik hoop dat u zich hier snel thuis zal voelen. Als u mij nodig hebt, kunt u mij in uw kamertje oproepen via uw computer. Als het echt dringend is, kunt u de drukknoppen gebruiken die u af en toe in de gangen tegenkomt. Maar enkel als het echt dringend is, u mag geen misbruik van mij maken. Uw medestudenten zullen u verder helpen bij al uw problemen, want collegialiteit is een belangrijke eigenschap van een goed geheim agent. Tot gauw, meneer Smith.’
Sam keek Spyro na tot die de hoek omsloeg en draaide zich dan naar zijn nieuwe klasgenootjes. Die liepen het lokaal in, de leerkracht was er al. Sam volgde als laatste en sloot de deur achter zich.
Het lokaal zag er op het eerste zicht niet veel anders uit dan de lokalen uit Sams vorige school. De tien bankjes stonden geschikt per twee en vooraan stond er een grote lessenaar. Het groene krijtbord tegen de muur maakte het plaatje compleet. Maar toch was dit lokaal niet helemaal gewoon. Achteraan was de klas gevuld met allerlei instrumenten. Sam zag een lange tafel waaraan handboeien hingen, erboven hing een grote lasermachine. Naast de tafel stond een levensgrote kubusvormige kist en daarnaast het achterste deel van een auto. Aan de muur hingen dwangbuizen, ijzeren kettingen en verschillende soorten touw. Sam moest even slikken, ‘Hoe zichzelf te bevrijden uit benarde situaties’ was blijkbaar niet enkel een theorieles.
De andere studenten waren al gaan zitten en Sam nam snel plaats aan het enige overgebleven bankje, naast een meisje met zwart haar in een staartje. Ze begroette hem met een korte knik en richtte dan haar blik weer naar voor. De leerkracht begon te spreken:
‘Goedemorgen klas A, welkom voor weer twee uur plezier met het worstelen naar vrijheid. Voor we beginnen wil ik u eerst voorstellen aan de nieuwste aanwinst van De School. Zijn naam is Sam Smith en hij is hoogstpersoonlijk uitgekozen door meneer Summer, wat als referentie wel kan tellen. Kijk dus nu allemaal maar eens om zodat onze nieuwe student zich meteen lekker gegeneerd voelt.’
Twintig ogen richtten zich op Sam en bekeken hem van kop tot teen. Sam voelde zich inderdaad wat gegeneerd: het leken wel veehandelaars die een koe aan het keuren waren. Wat volgde was een zacht gebrom en een geknik van hoofden. Sam hoopte dat dat betekende dat hij goedgekeurd was. Meneer July nam weer het woord:
‘Goed, dat volstaat wel. Wees welkom op De School, meneer Smith, ik hoop dat u hier een aangename tijd zal beleven. Voor verdere informatie verwijs ik u naar uw medeleerlingen, nu zou ik graag mijn les beginnen. Laten we eerst eens kijken of jullie de les van vorige week hebben gestudeerd.’
July richtte zich tot de jongen die het dichtst bij hem zat.
‘Meneer James, kunt u mij vertellen wat u moet doen als u zich onder water bevindt en gevangenzit in een dwangbuis?’
‘Dat kan ik zeker, meneer’, antwoordde de jongen zelfverzekerd.
‘Wel,’ zei meneer July, ‘dan hoeft u het mij niet te vertellen, maar zullen we meteen de proef op de som nemen en eens kijken of u het inderdaad weet. Volgt u mij maar naar achter, meneer James. De rest van de klas mag plaatsnemen rond het waterreservoir.’
De kubusvormige kist die Sam had zien staan, was dus blijkbaar een waterreservoir. July nam de nerveuze Richard James bij de hand en leidde hem naar de kist. Na wat geschuifel van stoelen troepten ook de andere studenten samen in het achterste deel van het klaslokaal. Sam was nieuwsgierig naar wat er te gebeuren stond en aan de gezichten van zijn klasgenoten te zien, hadden ook zij nog niet veel praktijkoefeningen meegemaakt. Hij zag dat ze op dat ogenblik allen blij waren dat ze niet Richard waren.
‘Mevrouw Wickman, kunt u mij even een dwangbuis overhandigen?’ vroeg July aan het meisje dat naast Sam had gezeten.
‘Zeker, meneer’, antwoordde ze en trok iets te overhaast een dwangbuis van de muur, waardoor een paar handboeien op de grond kletterde.
‘Voorzichtig, mevrouw Wickman,’ sprak July met een vermanende blik, ‘u kunt rustig uw tijd nemen. Zoals u weet is geduld een belangrijke eigenschap van een geheim agent.’
Sam begon zich af te vragen of hij al die eigenschappen van een geheim agent niet ergens zou moeten opschrijven. Beleefdheid, stiptheid, collegialiteit en geduld waren voorlopig dus al belangrijke eigenschappen van een geheim agent en daar zou het waarschijnlijk niet bij blijven. Ondertussen had het meisje dat Wickman heette de dwangbuis aan meneer July overhandigd. Die gaf hem op zijn beurt door aan een steeds harder bibberende Richard.
‘Zo, meneer James, kruip er maar in, dan zal ik hem voor u vast doen’, zei de leraar. Richard James stak zijn armen door de mouwen en July knoopte met enkele snelle handbewegingen die verrieden dat hij dit al veel gedaan had, de dwangbuis dicht.
‘Kunt u uw armen nog bewegen, meneer James?’
De arme Richard schudde van nee.
‘In orde, dan mag u nu plaatsnemen in het reservoir. U heeft exact vijf minuten om uzelf te bevrijden uit de dwangbuis en uit de kist te komen. De kist is dan nog niet eens op slot, moet ik er wel bij zeggen. Dat is pas voor volgend jaar. Beter eerst wat oefenen op de dwangbuis, lijkt me zo. We willen de eerstejaars niet te veel risico’s laten lopen. Bent u klaar, meneer James?’
Richard was ondertussen in de kist met water gestapt en knikte weinig overtuigend.
‘Goed dan. Uw tijd gaat nu in.’
July duwde het hoofd van Richard onder het wateroppervlak en sloot de kist. De klas wachtte stilzwijgend af tot Richard weer boven zou komen. Een minuut ging voorbij. In de kist was wat gestommel te horen, maar het deksel van de kist ging niet open. Na twee minuten begon Sam zich ongerust te maken. Had die jongen in de kist wel genoeg adem om zo lang onder te blijven? De rest van de klas bleek er echter vrij gerust in: onbewogen staarden ze naar de kist. Na drie minuten begon Sam te zweten. Wat als de jongen water in zijn longen kreeg? Het zou vast uren duren voor er een ambulance zou komen en dan zou het misschien te laat zijn. Meneer July leek er echter gerust op, keek ongeduldig op zijn horloge en trok enkele keren aan zijn oorlelletje. Na vier minuten hield Sam het niet meer.
‘Meneer, ik denk dat meneer James niet uit de dwangbuis geraakt en ik denk dat we de kist moeten openen en zo snel mogelijk een ambulance moeten bellen, want voor die hier is, is het misschien al te laat’, ratelde Sam. ‘We kunnen hem het best ineens mond-op-mondbeademing geven, dan maakt hij misschien nog een kans en…’
July legde Sam het zwijgen op: ‘Rustig maar, meneer Smith, het is duidelijk dat u hier nieuw bent. Alles is in orde, voor meneer James wordt gezorgd, u denkt toch niet dat wij zo onzorgvuldig met onze studenten omspringen?’
Plots ging de deur open en tot Sams verbazing kwamen er vier mannen in doktersjas met een draagberrie de klas in gerend. Ze openden de kist en haalden de hoestende Richard eruit, die blijkbaar slechts half uit zijn dwangbuis was geraakt. Binnen de vijftien seconden hadden ze hem op de draagberrie gelegd en waren ze de klas weer uit.
‘Hmm, vijftien seconden, niet slecht’, mompelde July zachtjes. ‘Ze zijn nog steeds behoorlijk snel, zo hoort het.’ Daarna sprak hij met luide stem de overige leerlingen toe: ‘Goed, jullie mogen weer gaan zitten, de rest van de les zal er theorie gegeven worden.’
Een duidelijk hoorbare zucht ging door de klas. Ondanks het afvoeren van de ongelukkige Richard, leken Sams klasgenoten de praktische oefeningen boven de theorie te verkiezen. Langzaam ging iedereen weer zitten.
De rest van de les vertelde meneer July over de tafel achteraan in de klas waarboven de laser hing. Het was blijkbaar zeer moeilijk tot bijna onmogelijk om vastgeketend aan zo’n tafel te ontsnappen. De leerlingen mochten zich niet laten misleiden door de James Bondfilm die ze ongetwijfeld allemaal hadden gezien, waarin Bond er uiteindelijk toch in slaagt weg te komen van de laser. Wat de film liet zien, was pure nonsens volgens July. Tenzij men de nodige voorzorgen had genomen was er geen uitweg mogelijk. Maar het was natuurlijk zeer moeilijk om voorzorgen te nemen, aangezien men in het echte leven niet op voorhand weet dat men iets later op zo’n tafel zou belanden en…
Sam luisterde nog nauwelijks naar zijn leerkracht. Zijn gedachten zaten bij het voorval met Richard. Zou hij het redden? Waarschijnlijk wel, July leek er vrij gerust in. En waarom leek July er zo gerust in? En hoe kwam het dat die vier dokters zo snel ter plaatse waren? Zij konden toch niet raden dat er iets zou mislopen. Sam was hier nog maar net en zijn hoofd liep al over van de vragen.
‘Meneer Smith?’
Sam schrok wakker uit zijn overpeinzingen. Meneer July stond voor zijn bank en de rest van de klas keek hem aan.
‘Ik begrijp dat er veel dingen zijn om over na te denken, meneer Smith, dat geldt voor iedereen die hier nieuw is. Probeer echter wel zoveel mogelijk na te denken buiten mijn les en niet tijdens mijn uitleg, want zo loopt u enkel maar meer achterstand op. Ik zou u graag nog een extra les geven over de dwangbuis, aangezien u die les gemist hebt en ik die toch belangrijk vind. Past morgenmiddag voor u?’
‘Euh… Ja, meneer’, antwoordde Sam.
‘Uitstekend,’ sprak July, ‘dan zie ik u morgen. De les is voorbij, jullie mogen gaan.’ In stilte stonden de leerlingen recht en schuifelden de klas uit. Sam volgde als laatste achter het meisje dat naast hem had gezeten en blijkbaar Wickman heette.
‘Niet makkelijk, hé, zo’n eerste dag?’ vroeg Wickman toen ze buiten kwamen. ‘Ik heet Daphné trouwens.’
Daphné stak haar hand uit. Sam greep die maar al te graag.
‘Dag Daphné, ik ben Sam.’
‘Dat had ik al wel door ja. Aangenaam Sam’, zei Daphné met een glimlachje. ‘Als je vragen hebt, en dat zal ongetwijfeld wel het geval zijn, kan je altijd bij mij terecht. Maar het is middag nu, ga je mee eten?’
Sam voelde zijn grommende maag die vraag luid beantwoorden. ‘Goed,’ zei hij, ‘wijs me de weg naar de cafetaria maar.’
Daphné lachte, ze had mooie parelwitte tanden. ‘Een cafetaria vind je enkel op gewone scholen, niet op De School. Zet de gewoonten die je had op je vorige school maar uit je hoofd, er zal veel veranderen vanaf nu.’
‘Waar eten jullie dan?’
‘Overal. Kom maar mee.’
Daphné nam Sam bij de arm en troonde hem mee de gangen door tot ze in een gang kwamen die doodliep. In de achterste muur was op ooghoogte een televisiescherm ingebouwd. Daphné drukte enkele malen op wat knoppen op het scherm tot er in het groot ‘Dagmenu’s’ verscheen.
‘Zo, Sam, wat wil je eten?’
Sam tuurde naar het scherm en zag enkel namen staan die hij niet als eten kon identificeren. Een kogelvrij vest? Een bazooka? Wat moest dat betekenen? Waren die op De School eetbaar? Daphné zag zijn verbazing en probeerde een en ander te verduidelijken.
‘Sorry, dat had ik je nog moeten zeggen. De mensen van De School geven al het eten een andere naam. Een “kogelvrij vest” bestaat bijvoorbeeld uit worstjes die zijn omwikkeld met stukjes spek. De spekreepjes beschermen dan als het ware de worstjes. Een “bazooka” is een ander woord voor een grote bloedworst. Als je een steak wilt, dan bestel je een gewonde en afhankelijk van hoe bloederig je hem wilt, bestel je die met één, twee of drie kogels. Bij het vlees kunnen eventueel granaten, dat zijn kroketjes, of pijltjes, frietjes natuurlijk, gevraagd worden. En een mafia ten slotte is gewoon een spaghetti.’
‘Nu snap ik het,’ zei Sam, ‘het is dus een soort van geheime code?’
‘Nee hoor,’ antwoordde Daphné, ‘gewoon een aardigheidje van de mensen die voor het eten zorgen op De School. Bij alle gerechten zit trouwens standaard een portie groentjes. Gezondheid is namelijk een belangrijke eigenschap van een geheim agent.’
Sam besloot een gewonde met twee kogels plus granaten te nemen en Daphné koos voor de mafia. Na een druk op het scherm van Daphné ging er een luik naast het scherm open en de twee bestellingen stonden dampend op hen te wachten. Daarna vond Daphné dat het buiten mooi weer was en dat het zonde zou zijn daar niet van te profiteren. Na wat heen en weer geloop door de gangen en een tochtje met de lift naar de zestiende verdieping - Sam vroeg zich ondertussen af hoe hij hier ooit op zijn eentje de weg zou vinden - kwamen ze bij een deur die uitgaf op een tuin. Het was een soort van binnenplaats, het gebouw van De School had blijkbaar de vorm van een vierkant met een groot gat in het midden. Daphné leidde Sam mee naar een bankje en tafeltje in de hoek van de tuin en ze begonnen hongerig aan hun maaltijd.
‘Hoe lang zit je al op De School?’ vroeg Sam terwijl hij één van zijn granaten naar binnen speelde.
‘Al sinds december’, antwoordde Daphné. ‘Maar goed ook, zo was ik net op tijd voor het begin van het schooljaar. Het moet niet makkelijk zijn om zoals jij pas na een paar maanden erbij te komen.’
‘Begint het schooljaar hier pas in december?’ vroeg Sam, opgelucht dat hij maar enkele maanden had gemist en geen half jaar zoals hij eerst had gedacht.
‘Nee, in januari. Op De School wordt uitgegaan van de filosofie dat een schooljaar moet beginnen én eindigen in het mooiste seizoen.’
‘De winter.’
‘Precies, volgens de leerkrachten is dat het meest geschikte seizoen voor een geheim agent, omdat de wereld dan kleurloos wordt. In zo’n omgeving kan een geheim agent zich het best voortbewegen: alles is grijs, niemand kijkt om zich heen, want iedereen voert eenzelfde gevecht tegen de koude en de gure wind. Kortom, de mensen zijn zo met zichzelf bezig dat ze veel dingen gewoon niet opmerken.’
‘Wil dat dan zeggen dat wij in de zomer niet buiten mogen komen?’ vroeg Sam. Enkel in de winter de straat op kunnen leek hem niet zo’n prettige gedachte.
‘Nee, natuurlijk niet’, zei Daphné geduldig. ‘In de zomer kan je evengoed onopvallend door het leven gaan. Het gaat gewoon om de gedachte: de grijsheid van de winter past het best bij de grijsheid van een geheim agent. En daarom beginnen en eindigen de lessen in de winter. Ik weet dat het even wennen is, maar eigenlijk zit het allemaal heel logisch in elkaar.’
Sam liet het allemaal even tot zich doordringen en nam nog een hap uit zijn met twee kogels doorboorde gewonde. ‘Dus,’ begon hij, ‘die namen Spring, Summer en Autumn zijn dan waarschijnlijk niet louter toevallig. Om het rijtje volledig te maken, moet er hier op De School nog ergens een meneer Winter rondlopen, niet?’
‘Dat dacht ik eerst ook’, antwoordde Daphné, terwijl ze de spaghettisliertjes rond haar vork draaide. ‘Maar het blijkt niet zo te zijn. De seizoenen hebben op De School een opklimmende rangorde: De Lente is het meest kleurrijke seizoen en staat dus onderaan, wat niet wil zeggen dat meneer Spring geen belangrijk persoon is, integendeel zelfs. Dan komt de zomer, die de kleuren en de frisheid van de lente door eenzijdigheid en droogte vervangt. En bovenaan heb je de herfst, qua guurheid leunt dit seizoen al het dichtst aan bij de winter. Daarom is meneer Autumn ook de president-directeur-generaal, hij heeft het meest gepresteerd voor De School, ook al komt hij soms wat warrig over.’
‘En hoe zit het dan met die winter?’ onderbrak Sam, die nog steeds geen antwoord op zijn vraag had gekregen.
‘Momentje, dat ging ik net vertellen. Geduld is een belangrijke eigenschap voor een geheim agent, weet je nog wel? De naam Winter is nog nooit aan iemand toegekend. Blijkbaar is er niemand die ooit al zoveel voor De School heeft betekend dat hij die naam verdient. Meneer Summer heeft er ooit dichtbij gestaan, maar het gerucht doet de ronde dat hij bij een opdracht in Roemenië een verkeerde beslissing heeft genomen en dat dat hem die titel heeft gekost. Meneer Autumn is gestopt met veldwerk zodra hij president-directeur-generaal werd en maakte bijgevolg geen kans meer op de naam “Winter”. Meneer Spring heeft nooit kans gemaakt, als geheim agent is hij de top, maar nu eenmaal niet dé topper van de toppers.’
‘Het lijkt wel uit de bijbel te komen,’ zei Sam, ‘wachten op de verlosser die men de naam Winter zal schenken.’ Sam spreidde zijn armen en zette een plechtige stem op: ‘En Hij kwam nedergedaald uit den hemel om den mensch te verlossen van zijn zonden. Hij bracht den mensch vrede en verdraagzaamheid en iedereen was gelukkig. En men noemde Hem Winter!’
Daphné moest lachen om de vrolijke vertoning van Sam en een sliert spaghetti viel uit haar mond terug op haar bord.
‘Foei, mevrouw Wickman,’ sprak Sam, ‘u weet toch dat beleefdheid een belangrijke eigenschap van een geheim agent is!’