John
Ach, kushandjes geven, dat was een van de dingen die Jane goed met haar handen kon doen.
Terwijl ik toekeek hoe ze het busje in z’n achteruit zette, vroeg ik me af of er een wet bestond tegen zoveel plezier hebben met je vrouw. Je hebt me goed gehoord.
Het gevaar kon barsten en het noodlot idem dito. Ik had al lang, heel lang niet zoveel plezier gehad als tijdens mijn vlucht met Jane.
Deze vrouw, deze vreemde die ik vijf jaar lang mijn vrouw had genoemd, was een totaalpakket vol verrassingen.
Ze was slim, moediger dan de meeste mannen, en een getalenteerde vakvrouw die opmerkelijk bekwaam was. Om er nog maar over te zwijgen dat ze er fantastisch uitzag en verdomd sexy was.
We pasten prima bij elkaar. Toch waren we allebei te blind geweest om het op te merken.
Shit, misschien moesten we het allemaal achter ons laten. Maar misschien, heel misschien...
Het kostte me moeite om mijn gedachten daar te laten ophouden. Ik moest mijn aandacht houden bij wat ons te wachten stond. Ons plan was behoorlijk belachelijk, maar als we het konden laten slagen, stonden me wellicht nog heel wat gelukkige dagen en nachten te wachten met deze vrouw die ik mevrouw Smith noemde.
Sterker nog: volgens mij zijn we dan aan vakantie toe. Misschien zelfs een tweede huwelijksreis.